"Weegprogramma drukt je met neus op de feiten" Schapenfokker Jaap Elzinga uit Buitenpost: Draagtijd en aflamproblemen Eigen fokdoel Dekrammen voor k.i. Al zo'n veertig jaar is Jaap Elzinga uit Buitenpost bezig met het fokken van schapen, eerst met Friese melkschapen, kruislingen en zwarte schapen. Sinds de melkkoeien 15 jaar geleden om gezondheidsredenen weg moesten fokt hij met de Texelaar. Elzinga houdt zich intensief bezig met alle facetten van de schapenhouderij waarbij de stamboek- fokkerij op zijn 10 ha groot weidebedrijf centraal staat. En met sukses; hij kan de laatste jaren nauwelijks aan de vraag naar ramlammeren voldoen, zonder nu op keuringen erg op te vallen of veel te adverteren. Niet alleen kopers uit binnen- en buitenland komen op het erf van deze schapenfokker, ook wetenschapsmensen doen hier veel stof tot onderzoek op. Elzinga is konstant bezig nieuwe aspekten van de fok kerij te onderzoeken en dat soms opmerkelijke vondsten. Toen in 1983 het weegprogramma van start ging, was Elzinga hier di- rekt voor te vinden. Jaarlijks worden de lammeren tussen half juli en half augustus gewogen, waarna de ge wichten gekorrigeerd worden zodat de lammeren qua groeisnelheid on derling vergeleken kunnen worden. De belangstelling voor dit weegpro gramma neemt toe, Elzinga: "Ko pers vragen steeds meer naar de ge wichten en willen liefst een ram met een hoge index." Voor de boer zelf zijn de wegingen ook interessant. Elzinga gebruikte vorig najaar twee rammen. In de ou dere had hij veel vertrouwen, dit voorjaar leek het dat er weinig ver schil tussen de lammeren zou zitten. Toen de uitslag van de wegingen kwam, bleek dat van de oudere ram de lammeren gemiddeld 93 en van de jonge ram 114 scoorden. Toch een behoorlijk verschil, zonder dat dit van te voren duidelijk te zien was. De rangschikking van de uitslag per vaderdier is dit jaar voor het eerst en is naar aanleiding van een enquête die .vorig jaar is gehouden. "Het weegprogramma drukt je met de neus op de feiten. Wanneer men volgend jaar ook de vruchtbaar heidsindex op de uitslag gaat ver melden, wordt het geheel compleet. Je hebt dan met de groei-index, de lammerenproduktie en het exterieur van de moeder, een volledige lijst als hulpmiddel bij de selektie." "Met mijn schapen haal ik qua grootgebrachte lammeren dezelfde resultaten als de bedrijven met kruis lingen, maar het gewicht en de kwaliteit van mijn lammeren zijn nogal wat beter. Volgens mij is het best mogelijk met de Texelaar, een vruchtbaar ras van oorsprong, het aantal lammeren per schaap te ver beteren. Ik vind het jammer dat het IVO zoveel aandacht aan de krui singen geeft en zo weinig doet bin nen de Texelaar zelf. Veehandelaren klagen erover dat ze de kruisling- lammeren slecht kunnen verkopen. Het Nederlandse lamsvlees gaat bij na allemaal naar Frankrijk. Zelfben ik bang dat we onze sterke positie op de Franse markt verliezen wanneer we meer kruislinglammeren gaan afzetten." Wanneer je met schapen geld wilt verdienen, zul je in de eerste plaats een goede administratie moeten bij houden. Elzinga heeft niet Alleen het meest noodzakelijke op papier' hij houdt hiernaast nog van alles bij. Zo weet hij o.a. van elk schaap de draagtijd. Door het gebruik van kleurblokken kan dit dagelijks een voudig worden bijgehouden. Tussen verschillende rammen vond hij een verschil van 145 t.o.v. 152 dagen ge- Vrijdag 1 november 1985 middelde draagtijd van de gedekte schapen. Het belangrijkste hierbij was dat de nakomelingen die 145 dagen gedragen werden veel gemak kelijker geboren werden. Volgens Elzinga is de draagtijd bij schapen één van de belangrijkste kenmerken die de aflammoeilijkheden bepalen. Zijn ervaring is dat de schapen die zelf lang gedragen zijn zelf ook weer lang dragen en moeilijker aflammen. Een kennis van Elzinga, een docto randus in de biologie, woog tijdens de dracht zijn schapen wekelijks. Deze kwam tot de conclusie dat on geacht de werpgrootte de schapen in de laatste week voor het aflammen nog zo'n vijf kg in gewicht toenemen. Het is duidelijk dat meerlingen min der in gewicht toenemen dan een eenling die de toename van het ge wicht alleen kan verdelen. Dit on derwerp van de draagtijd is door El zinga aangekaart bij hogere instan ties. Zelf maakt hij gebruik van deze ervaringen en zegt bijzonder weinig last te hebben van schapen die zwaar aflammen. Jaarlijks neemt Elzinga deel aan de schapenfokdag. "Ik beland met mijn dieren vaak in de middenmoot. Ze zijn vaak iets te ruim, hebben een wat te lange nek of zijn niet typisch genoeg. Dit hindert mij niet, ik loop niet achter de smaak van juryleden of keurmeesters aan. Ik heb zelf eèn duidelijk fokdoel voor ogen: een schaap dat vroegrijp is en het vlees op de goede plaats heeft. Dit schaap moet gemakkelijk twee of drie lam meren dragen, werpen en groot brengen. Bij een klein aantal fokkers die achter de smaak van sommige juryleden hebben aan gefokt, maar Jaap Elzinga met een tweeëneenhalfjarige ram met 86 punten en 88 punten voor vacht, gefokt door Jan Odinga uit Engwierum. Zijn vader is een dubbel A -ram, die dit najaar ook op de keuring in Drachten komt. geen eigen fokbeleid hebben, zijn de dieren nu zo dat ze met 'n korte nek niet eens van de grond kunnen eten, door de beknoptheid van de schapen is er geen plaats meer voor twee lammeren en komt veel lijfbieden voor." Voor Elzinga is de vruchtbaarheid erg belangrijk. De afgelopen drie jaar wierpen zijn vijftigtal ooien ge middeld twee levend geboren lam meren per werpende ooi. Niet alleen selektie op vruchtbaarheid is be langrijk, de uitwendige omstandig heden zijn dit waarschijnlijk nog meer. De schapen worden drie we ken voor het toelaten van de ram in goed weidegras gelaten. De dekram wordt enkele weken naast de koppel Elzinga behaalt buitengewone resultaten met zijn Texelaars dankzij een uitste kende verzorging en een eigen fokbeleid. aan een spit gezet. Kort voor het toelaten van de ram vindt een wormbehandeling plaats en worden de klauwen bekapt. Tij dens het dekseizoen worden de schapen zoveel mogelijk met rust gelaten en alleen verweid naar een aanliggend perceel. Tot en met de cember probeert Elzinga de schapen in goed gras te laten lopen. In het najaar kunnen zijn schapen bij een buurman de bossen afgrazen. Een ander aspekt waar Elzinga veel mensen op wijst is het belang van de moedersvader in de fokkerij. Vooral moeder-eigenschappen als worp- grootte en melkproduktie zorgen er voor dat een lam het al of niet erg goed doet, terwijl de vader van het lam hier minder invloed op heeft. Het bedrijf is zwoegerziektevrij en heeft hiervoor het benodigde certifi caat. Dit heeft de nodige moeite ge kost. Elzinga moest een groot deel van zijn koppel afstoten, waaronder beste fokschapen. "Het heeft mij vele slapeloze nachten gekost. Het gaatje enorm aan het hart dijt schapen die prima fokken, weg moeten. Jaren lang fokkerij werk zie je zo in één keer verdwijnen. Achteraf ben ik blij dat ik het gedaan heb omdat bedrij ven die niet zwoegerziektevrij zijn. erg moeilijk fokmateriaal kunnen verkopen. De laatste jaren gaan er steeds meer dieren voor export naar Duitsland, iets wat anders niet ge beurd was." De smaak van de Duitsers is duide lijk anders dan in Nederland. Vol gens Elzinga zoeken ze een fors, groot schaap met een iets lange nek en beslist beste poten. Nu de zwoe gerziekte geen problemen meer op levert, zou de aandacht moeten gaan naar de uitval vanwege uiergebre ken, aldus Elzinga. Meer onderzoek op dit gebied zou zeker op zijn plaats zijn. Op zijn kleine bedrijf is regel matig ontwormen een noodzaak. De lammeren krijgen maandelijks een behandeling, de schapen na het wer pen en vóór het toelaten van de ram. Al sinds enkele jaren worden de schapen geënt tegen het bloed, met goed resultaat. Een nieuwe ontwikkeling waar men het bedrijf van Elzinga ook voor wist te vinden is de k.i. In Gelderland is men hiermee nu twee jaar bezig en men had belangstelling voor enkele wat oudere dekrammen afkomstig van dit bedrijf. "Deze mensen weten goed waar ze mee bezig zijn, ze hoe ven niet kampioenen of dieren met veel punten. Ook ik heb liever een schaap met 84 punten die in vier keer tien lammeren brengt dan een schaap met 92 punten die in vier keer zes of zeven werpt. Juist die laatste lamme ren zijn de winst." Toch is de zeventigjarige Elzinga een enthousiast stamboekfokker. Dit jaar liet hij vier van zijn beste schapen dekken door een kampioensram van Texel. Dit kostte hem zo'n honderd gulden per dekkingv. Elzinga: "Je moet zo nu en dan bloed verversen en deze ram kwam uit een lijn die mij erg aanspreekt. Het dekgeld heb je met enkele nakomelingen er zo weeT uit." Wat betreft de keuringen zou hij graag wat meer lijn in de jurering zien komen. Het hangt nog teveel af van wie jurylid is, hoe de plaatsing wordt. Het stamboek zou hier een rol in moeten vervullen door de keur meesters wat "gelijkgerichter" te maken. Elzinga: "Ik heb allerlei soorten schapen gehad, maar de Texelaar is voor mij het schaap dat het meeste rendement oplevert." Meint Posthumus 17

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 17