De maand november op
het Z.W. akkerbouwbedrijf
Bij het schrijven van dit artikel
ziet het er naar uit dat in tegen
stelling tot vorig jaar, de rooi- en
andere veldwerkzaamheden in de
maand november nog slechts van
kleine omvang zullen zijn. De
laatste bieten en knolselderij zul
len moeten gerooid, het resteren
de deel van het wintertarweareaal
gezaaid en op wintervoor ge
ploegd. Verder is een droge po-
vembermaand uitstekend ge
schikt om op de zwaardere gron
den een egaliserende bewerking
met een kultivator uit te voeren.
Wintertarwe
De beste tijd voor het zaaien van
wintertarwe is rond half oktober.
Maar ook in deze maand zullen nog
diverse percelen worden ingezaaid;
vnl. na bieten. Zaaien onder gunstige
omstandigheden van bodem en weer
zijn meer bepalend voor opkomst,
plantontwikkeling en de uiteinde
lijke korrelopbrengst dan de zaaitijd.
Dit is niet alleen uit proeven geble
ken maar ook in de praktijk; o.a. bij
leden van tarwestudiegroepen.
Wellicht genieten bij latere zaai ras
sen als Arminda en Okapi de voor
keur, omdat gebleken is dat ze laat
zaaien goed kunnen verdragen.
Ploegen is beter dan kultivatoren
met het oog op het waterbergend
vermogen van de grond. Gebruik
aangedreven eggen alleen op de wat
zwaardere gronden. Op lichtere
grond kan door verslemping van de
bovengrond de tarwe al gauw te dun
komen te staan. Ook de wortelont
wikkeling laat dan te wensen over.
Het gevolg is een minder goed gewas
en een lagere kg-opbrengst.
Bij novemberzaai is meer zaaizaad
nodig dan bij zaai rond half oktober.
Afhankelijk van de ligging van het
zaaibed en de zaaimethode zijn 350 a
400 zaden per m2 nodig voor een
voldoend aantal planten. In dit geval
geldt: 3,5 x 4 x D.K.G. kg zaaizaad
per ha.
Bij breedwerpige zaai moet zo'n 20
kg per ha meer worden gebruikt dan
bij rijenzaai.
Op duistpercelen en daar waar veel
muur en kamille wordt verwacht,
verdient tot half november het ge
bruik van een bodemherbicide, di-
rekt na zaai aanbeveling (zie tabel).
Wordt na half november gezaaid,
dan is de kans op kieming van on
kruiden voor de winter niet zo groot
meer. Bestrijding van duist en andere
onkruiden zal dan in het (vroege)
voorjaar moeten plaatsvinden. On-
derzaai van een groenbemester is
dan niet meer mogelijk.
Wanneer de tarwe vroeg is gezaaid
en het jonge gewas minimaal 2
blaadjes heeft, kan alsnog voor de
winter worden gespoten met Bife-
nix-N, Tribunil of Arelon. In dat ge
val is het zaaien van een groenbe
mester wel mogelijk. Het is echter de
vraag of het land berijdbaar zal zijn.
In bovengenoemd stadium is het ook
mogelijk tegen breedbladige zaadon
kruiden te spuiten met bijv. DNOC
en/of Mecoprop. Optreden van vorst
kort na de bespuiting kan schade ge
ven aan het gewas.
Merken:
chloortoluron: Brabant chloorto
luron, Brabant Chloortoluron FW,
Chloortoluron 50 flow, Dicuran 500
FW, Dicuran 700 F, Luxan Chloor
toluron - 500 FC, Dicuran, Luxan
Chloortoluron spuitpoeder.
methabenzthiazuron: Tribunil,
Shell Tritivin, AAmeryl, Agrichem,
Meburyl, Van Eenennaam Metha
benzthiazuron 70 sp.
trifluralin/linuron: Chandor.
diethathyl-ethyl/linuron: Asepta
Antrolin
Pendimethalin: Stomp 330 EC,
Van Eenennaam Pendimethalin
isoproturon: Graminon 500 FW,
Graminon 80 WP, IP-Flo, IP 50,-
Arelon vloeibaar, Arelon, Agrichem
isoproturon flowabl.
isoproturon/trifluralin: Revox
isoproturon/bifenox: Bifenix N
aclonifen: Asepta Bandur.
Onderzaai van graszaden
Zaai de tarwe in dit geval op rijen
met een onderlinge afstand van 25
cm. Dit verhoogt de opbrengst van le
jaars graszaad en verlaagt die van
tarwe slechts in geringe mate.
Inzaai van veldbeemd en gewoon
rood zwenkgras (inkl. roodzwenk
met fijne uitlopers) vindt bij voor
keur plaats in de maand oktober^Dit
kan echter ook nog in november en
december plaatsvinden.
Indien een bodemherbicide is ges
poten, wacht dan tenminste 3 weken
met het inzaaien van graszaad.
Zaai dit graszaad zeer oppervlakkig,
daar het snel te diep valt.
Arminda en Granada zijn de meest
geschikte tarwerassen als dekvrucht;
Saiga, Sarna, Granta en Citadel iets
minder.
Uiteraard spelen ook faktoren als ri-
jenafstand, gewasdichtheid en tijd
stip van zaaien een rol.
Aardappelen
De aardappelen konden dit najaar
onder gunstige omstandigheden
worden gerooid. Er is weinig grond
mee de bewaarplaats ingegaan.
Stortkegels komen vrijwel niet voor.
In sommige partijen is een lichte
besmetting met phytophthora aan
wezig, wat extra drooguren heeft ge
kost.
Nu de droog- en wondhelingsperio-
de is gepasseerd, moet de tempera
tuur in de cel geleidelijk aan naar de
gewenste bewaartemperatuur wor
den teruggebracht. Deze is afhanke
lijk van de bestemming:
konsumptie 5-6 gr.C.
frites 6-8 gr.C. (bij afzet voor ja
nuari); 5-6 gr. C. (bij langere bewa
ring).
Omdat veel telers vooraf niet weten
wanneer en voor welk doel het pro-
dukt zal worden afgezet c.q. bestemd
is het aanhouden van een tempera
tuur van zo'n 6 gr.C. wellicht het
ONKRUIDBESTRIJD INC IN WINTERGRANEN
IN HET
NAJAAR
MIDDELEN
GEWAS
GEVOELIGHEID VAN
DE ONKRUIDEN
herfst
winter
- winter
- duist
wind-;straat- muur
ka
kleef
ere
tarwe
gerst
halm gras
mil
kruid
prijs
le
chloortoluron
xD
X
4-
methabenz
thiazuron
X
X
trifluralin/
linuron
X
X
4-4-
diethathy1-
ethyl/linuron
X
-
pendimenth3lin
-
X
4- 4- 4-
4-
isoproturon
X
X
4-4- 4-
4
Z
isoproturon/
trifluralin 2)
X
X
4-4- 4-
4-
isoproturon/
bifenox
X
-
4- 4- 4-
4
♦3)
♦3)
aconifen
X
X
4-
4- 4- 4-
4-
4-
4-
Rooi de knolselderij voordat er vorst optreedt'
beste. Zeker voor die partijen waar
van de sortering aan de fijne kant is.
Het bereiken van de bewaartempe
ratuur in de cel geschiedt het meest
efficiënt door te koelen met buiten
lucht die minimaal 2 gr.C. lager is
dan de produkttemperatuur.
Benut hiervoor koude nachten
weinig draaiuren) en lucht met een
hoge rlv. Dit beperkt gewichtsverlies.
Voorkom ventileren met lucht, kou
der dan 4 gr.C. i.v.m. het stijgen van
het gehalte aan reducerende suikers.
Een te hoog gehalte is voor verwer
king tot frites (en eventueel chips)
ongeschikt. Dit in verband met kleur
en smaak.
Het is beter de temperatuur niet te
snel omlaag te brengen, daar een la
ge temperatuur van het produkt in
november meestal toch niet gekonti-
nueerd kan worden. Daar komt nog
bij dat grote temperatuurschomme
lingen leiden tot verstoring van de
kiemrust en extra bewaarverliezen.
op de aanwezigheid van Phoma
minder betrouwbaar.'
Mede voor een goede werkverdeling
bij de Keuringsdienst moet het eigen
pootgoed vóór 1 januari bij de Keu
ringsdienst worden aangemeld, bij
voorkeur echter onmiddellijk na de
oogst. Dit mede in verband met het
feit dat in het Phoma-besluit vermeld
staat (art. 2, lid 2) dat een Phoma-vrij
verklaring niet wordt afgegeven als
de aardappelen vóór de bemonste
ring ten behoeve van het Phoma-on-
derzoek, met een chemisch middel
(knolontsmettingsmiddel) zijn be
handeld. Hieraan wordt streng de
hand gehouden.
Zaaiuien
Alhoewel de meeste percelen uien dit
jaar laat zijn afgerijpt is dit gewas
merendeels onder droge omstandig
heden geoogst kunnen worden.
De zgn. snelle oogstmethode is der
halve weinig toegepast.
'"""'"s-:
De bietenoogst is vlot verlopen, maar de bieten zijn nog niet weg. Houdt rekening
met de mogelijkheid van een vorstperiode.
1) niet in alle rassen;
2) ook geschikt voor de zware kleigrond (boven 45S afsl.);
3) effect bij toepassing in 2-bladstadium van de tarwe nog beter
dan bij toepassing na zaai.
Ongeveer 3 weken na het inschuren
moet de eerste keer worden gegast.
Dit gebeurt nog vaak te laat. Zorg dat
de partij op dat moment droog is.
Phoma-onderzoek
Zoals al jaren het geval is mag ook in
1986 alleen aardappel-pootgoed uit-
geplant worden dat vrij gebleken is
van Phoma. Pootgoed bestemd voor
partikuliere tuinen is hiervan vrij
gesteld. Voorzover de gebruiker of
ficieel NAK-gecertificéerd pootgoed
gebruikt, heeft dat onderzoek
plaatsgevonden vóór de certificering
(het NAK-certifikaat geldt dus te
vens als "Phoma-vrij verklaring").
Degenen die eigen geteeld, niet door
de NAK gekeurd, pootgoed willen
gebruiken moeten dit pootgoed
vooraf laten onderzoeken ter ver
krijging van een Phoma-vrij verkla
ring van de Plantenziektenkundige
Dienst. Zij moeten daartoe dit poot
goed bij de Keuringsdienst van de
NAK te Goes aangeven. Deze ver
richt de bemonstering en het onder
zoek op Phoma.
Naarmate de aardappelen langer uit
de grond zijn wordt het onderzoek
Drogen met verhitters voor de venti
latoren kan meestal achterwege blij
ven, omdat lange velddroogperiodes
werden aangehouden. De kwaliteit is
desondanks goed gebleven. In diver
se bewaarcellen komen nogal wat
dikhalzen voor. Het drogen van uien
met buitenlucht neemt zo'n 3 weken
in beslag. Gestopt kan worden als de
nekken niet meer rollen. Partijen met
veel dikhalzen moeten langer wor
den gedroogd.
Als de partij droog is moet de tem
peratuur geleidelijk aan naar bene
den gebracht worden met lucht die
minimaal F/2 a 2 gr.C. lager is dan de
temperatuur in de cel. Bij dalende
produkttemperatuur zullen hiervoor
de nachtelijke uren moeten worden
benut.
Gewenste bewaartemperatuur
eind oktober 8-10 gr.C.
eind november 4-6 gr.C.
eind december 1-3 gr.C.
Wanneer in november de buiten
temperatuur lange tijd aan de hoge
kant is, moet om broei te voorkomen
intern worden geventileerd.
Het drooghouden van de uien is dan
10
Konsulentschap voor de Akkerbouw
en de Tuinbouw te Goes
C.J. Govers
belangrijker dan de inmiddels be
reikte lagere bewaartemperatuur.
Suikerbieten
In deze maand loopt het rooien van
de bieten-op zijn einde. Normaal zijn
er nu minder rooibare dagen dan in
oktober.
Benut deze zo goed als mogelijk,
omdat struktuurbederf zich wreekt
in stand en opbrengst van het volg-
gewas.
Breng zo weinig mogelijk grond over
van het ene naar het andere perceel.
Het is van groot belang dat het bie
tenblad goed over het land wordt
.géspreid. Een groot deel van de bie
ten moet langere tijd in de hoop be
waard worden. Houdt rekening met
de mogelijkheid van een vorstperio
de tijdens de bewaring. Zorg ervoor
dat goed afdekmateriaal voorhanden
is ter bescherming van de hopen.
Voorkom broei door na vorst dit af
dekmateriaal weer te verwijderen.
PE-folie met een dikte van 0,20 mm
voldoet goed.
Knolselderij
Dit gewas is erg vorstgevoelig.
De weersomstandigheden en de toe
nemende kans op nachtvorst maken
dat half november gerooid moet
worden.
Wanneer bij vorst het gewas nog te
velde staat moet met rooien worden
gewacht tot de vorst er volledig uit is.
Partijen die langere tijd bewaard
moeten worden, kunnen beter wat
vroeger gerooid worden. Bij later
rooien lopen de inwendige kwaliteit
en de bewaarbaarheid terug.
Aanhangende grond kan voor een
deel uitdroging voorkomen, terwijl
anderzijds bij aanwezigheid van te
veel grond er te weinig lucht door
geblazen kan worden.
Let bij het rooien op:
Snijdt de wortels onder de knol
len zoveel mogelijk af
Voorkom beschadiging bij het
rooien en transport
Ontblader zodanig dat het groei-
punt niet beschadigd wordt.
Voorkom of beperk bij de bewaring
broei en uitdrogen
Tracht op korte termijn een bewaar
temperatuur te bereiken van 0 - 1
gr.C. met een rlv van 95%.
Dit is het best te verwezenlijken in
mechanisch gekoelde bewaarplaat
sen. Bij bewaring in een met buiten
lucht gekoelde bewaarplaats is een
ventilatorkapaciteit van ongeveer 60
a 70 m3 lucht per m3 produkt ge
wenst.
Stort niet hoger dan 3,5 m en venti
leer bij voorkeur met alleen vochtige
koude lucht.
Kweekbestrijding
Een bestrijding van kweek uitvoeren
met Roundup heeft in november niet
het effekt wat het zou moeten zijn.
De kweek groeit dan nl. erg traag.
Wanneer toch wordt gespoten moet
het middel minimaal 6 7 weken de
gelegenheid hebben op de plant in te
werken wat inhoudt dat - globaal
genomen - zeker tot kerstdag ge-:
wacht moet worden met het op win
tervoor ploegen.
Tot eind deze maand kan nog over
de ploegsneden worden gespoten
met 75 kg/1 TCA of chloralhydraat.
Wanneer zomergranen zullen volgen
is gebruik van TCA veiliger. Indien
suikerbieten volgen kan nog in de
cember worden gespoten. Het spui
ten of strooien van TCA geeft de
beste resultaten als vooraf een (ega
liserende) bewerking van de ploeg-
snede is uitgevoerd.
Grondontsmetting tegen
bietecysteaaltje
Dit is wettelijk toegestaan tot 16 no
vember. Normaal is de bodemtem-
peratuur op injektiediepte begin no
vember al te laag. Deze moet mini
maal 7 gr.C. zijn, maar het is beter
voor een zo goed mogelijk effekt
minstens 10 gr.C. aan te houden.
November is dus gewoort minder
geschikt om grond te ontsmetten en
een dergelijke dure behandeling
dient men alleen onder optimale
omstandigheden uit te voeren.
vervolg op pagina 11)
Vrijdag 1 november 1985