Overgang heffingvrije hoeveelheden melk bij grondoverdrachten v^tr <2 Belangrijkste regels superheffing 1985/1986 DE BAKKWALITEIT IS GRATIS WINTERTARWE w Voor de overgang van heffingvrije hoeveelheden melk bij overdracht van grond die in gebruik is voor melkveehouderij, gelden een aantal regels. De hoofdregel is dat iedereen die grond overdraagt - bijvoor beeld: verkoopt of verpacht - een evenredig gedeelte van zijn heffing vrije hoeveelheid, dus van zijn melkquotum, kwijtraakt. Voorbeeld Een voorbeeld: een melkveehouder met 40 ha grond doch die daarvan 8 ha verkoopt, raakt 1/5 deel van zijn heffingvrije hoeveelheid kwijt. Degene die de grond verwerft - bij voorbeeld: koopt of pacht kan aanspraak maken op de heffingvrije hoeveelheid die er op rust, althans: mits hij de grond voor de melkvee houderij gebruikt. Gehele bedrijfsovernames Bij overdracht van een geheel melk veehouderijbedrijf verliest degene die overdraagt, de heffingvrije hoe veelheid en kan degene die het be drijf verwerft, aanspraak maken op deze heffingvrije hoeveelheid. Hier bij geldt dat voor het lopende pro- duktiejaar de heffingvrije hoeveel heid met eventuele over- of onder- schrijdingen overgaat. Melden overdracht Grondoverdrachten moeten worden aangemeld bij de distriktsbureau- houder, ook wanneer de verwerver, dus degene die de grond in gebruik krijgt, geen aanspraak maakt op de heffingvrije hoeveelheid. De direk- teur Landbouw en Voedselvoorzie ning in de provincie stelt vast hoeveel heffingvrije hoeveelheid melk over gaat naar de verwerver van de grond. Wanneer de grondoverdracht niet bij de distriktsbureauhouder wordt aangemeld, zal de direkteur Land bouw en Voedselvoorziening uit ei gen beweging de heffingvrije hoe veelheid moeten verminderen. Bovendien kan de Algemene In- spektie Dienst (de AID) procesver baal opmaken als de melkveehouder niet voldoet aan de meldingsplicht. Speciale regels De hoofdregel dat bij grondover dracht een evenredig gedeelte van de heffingvrije hoeveelheid mee over gaat, kent een aantal uitzonderingen. Deze uitzonderingen komen hieron der aan de orde. Nogmaals zij erop gewezen dat deze regels alleen gel den voor grond die ten dienste staat van de melkveehouderij, dus in ge bruik is als grasland of voor voeder gewassen (snijmais e.d.). Eenjarig gebruik De melkveehouder die grond voor een periode van maximaal één jaar aan een ander in gebruik geeft, be houdt zijn heffingvrije hoeveelheid. Wanneer de melkveehouder de grond weer zelf in gebruik neemt, krijgt hij er geen heffingvrije hoe veelheid bij. Er wordt uitgegaan van éénjarige ingebruikgeving, tenzij uit een schriftelijke pachtovereenkomst blijkt dat de grond voor een periode langer dan één jaar in gebruik is ge geven. Deze regeling geldt niet als de melkveehouder het gehele bedrijf in gebruik geeft. 5,5 ha-regeling Een melkveehouder kan in de perio de vanaf 1 april 1985 tot en met 31 maart 1989 maximaal 5,5 ha over dragen zonder verlies van heffing vrije hoeveelheid. Voorwaarde hier voor is wél dat de verwerver van de grond, en zo nodig de verpachter, toestemming verleent. Is de voor de melkveehouderij gebruikte opper vlakte van het bedrijf kleiner dan 11 ha. dan geldt deze vrijstelling voor maximaal de helft van de voor de melkveehouderij gebruikte opper vlakte. De 5,5 ha-regeling kent twee beper kingen voor grondoverciracnten na 1 april 1985. De melkveehouder die grond zonder heffingvrije hoeveel heid overdraagt en dezelfde grond, maar nu met heffingvrije hoeveel heid, opnieuw verwerft, - dus terug koopt of terugpacht - kan geen aan spraak maken op deze heffingvrije hoeveelheid. N.B.: Als "grond zonder melk" wordt verkocht of verpacht aan een bedrijf met een melkquotum, "ve randert" deze grond in "grond met melk". Immers: Het melkquotum, de heffingvrije hoeveelheid melk, van het bedrijf dat de grond koopt of pacht, verdeelt zich over de nieuwe oppervlakte van het bedrijf. Maar wie grond "zonder melk" verkoopt aan een bedrijf "met melk", kan deze vervolgens niet "met melk" terugko pen of terugpachten. Andersom is het ook niet toegestaan om grond met heffingvrije hoeveel heid over te dragen en dezelfde grond zonder heffingvrije hoeveel heid terug te verwerven. N.B.: Grond "met melk" mag men wel verkopen of verpachten, maar men mag deze grond niet "zonder melk" terug kopen of pachten. Als een melkveehouder gebruik wil maken van de 5,5 ha-regeling moet hij de grondoverdracht binnen twee weken na de overdracht melden bij de distriktsbureauhouder. Indien hij dit niet doet, zal de direkteur Land bouw en Voedselvoorziening uit ei gen beweging de heffingvrije hoe veelheid moeten verminderen. Grond ruilen Bij ruilen van grond houdt elke melkveehouder zijn heffingvrije In het afgelopen voorjaar hebben de Europese landbouwministers een aantal aanvullende besluiten over de superheffing genomen. Daarnaast zijn ook de superhef- fingsregels zoals deze in Neder land gelden, aangepast. Hierbij is er naar gestreefd, de uitvoering in de praktijk zoveel mogelijk te versoepelen. Een voorbeeld daarvan is de overgang van hef fingvrije hoeveelheden melk van hoeveelheid, indien elke betrokken melkveehouder: niet meer dan 50% van zijn voor de melkveehouderij gebruikte grond bij de ruil betrekt; tenminste 90% van de bedrijfs omvang behoudt. Dit geld niet in dien de vermindering kleiner dan of gelijk is aan 1 ha. De betrokken partijen moeten, om voor deze regeling in aanmerking te komen, een gezamenlijke aanvraag bij de distriktsbureauhouder indie nen. De direkteur Landbouw en Voedselvoorziening beoordeelt de grondruil en maakt een eventuele herberekening van de heffingvrije hoeveelheid. Indien bij de ruil één van de melk veehouders niet voldoet aan de 90%- eis vindt een herverdeling van hef fingvrije hoeveelheden plaats. Na dere informatie hierover bij de dis triktsbureauhouder. De regeling voor het ruilen van grond kan niet tegelijkertijd met de 5,5 ha-regeling worden toegepast. Wettelijke kavelruil Wanneer een bedrijf na kavelruil minstens 90% van de oude opper vlakte beslaat, blijft de heffingvrije hoeveelheid gelijk. Deze eis van 90% geldt niet bij verkleiningen tot en met 1 ha. Indien bij de kavelruil één van de melkveehouders niet voldoet aan de 90%-eis, vindt een herverdeling van heffingvrije hoeveelheden plaats volgens een speciale regeling. Nade re informatie over deze regeling is verkrijgbaar bij de distriktsbureau houder. Alle bij de kavelruil betrokken melkveehouders dienen gezamenlijk een aanvraag voor deze regeling in te dienen bij de direkteur Landbouw en V oedselvoorziening. De regeling voor wettelijke kavelruil kan niet samen toegepast worden met de 5,5 ha-regeling. de ene melkveehouder naar de andere. In feite is er nu dus spra ke van twee verschillende Be schikkingen Superheffing: de oude uit 1984 en de nieuwe van 1985. Op deze pagina's staan de be langrijkste regels die thans ten aanzien van de superheffing gel den. Door middel van een jaartal is steeds aangegeven over welke Beschikking het in de tekst gaat. Grondoverdracht aan gemeenten e.d. Bij de overdracht van grond aan pu bliekrechtelijke lichamen (gemeente, provincie, waterschap en dergelijke) vermindert de heffingvrije hoeveel heid evenredig. Maar naast de 5,5 ha-regeling zijn er nog twee regelingen waarvan de melkveehouder bij grondoverdracht aan publiekrechtelijke lichamen ge bruik kan maken: de mogelijkheid van het toewij zen van een heffingvrije hoeveelheid bij het verwerven van kompensatie- grond; uitstel van de vermindering van de heffingvrije hoeveelheid als de grond na overdracht nog tijdelijk in gebruik blijft. Als de melkveehouder kompensatie- grond verwerft (koop, pacht of erf pacht), ter vervanging van de grond die hij overdraagt aan het publiek rechtelijke lichaam, kan hij een heffingvrije hoeveelheid toegewezen krijgen. Voorwaarde voor deze toe wijzing is, dat het publiekrechtelijke lichaam, dus de gemeente, de pro vincie, het waterschap e.d., een ver klaring afgeeft dat de overgedragen grond definitief aan de agrarische bestemming wordt onttrokken. De heffingvrije hoeveelheid die de melkveehouder krijgt, hangt af van: het verschil in oppervlakte van de overgedragen grond en de kompen- satiegrond; het verschil in heffingvrije hoe veelheid op de overgedragen grond en de kompensatiegrond. In het algemeen geldt dat wanneer de oppervlakte kompensatiegrond gelijk is aan de oppervlakte overge dragen grond, de nieuwe toegewezen heffingvrije hoeveelheid even groot is als die van de overgedragen grond. Een aanvrage voor een heffingvrije hoeveelheid op kompensatiegrond moet de melkveehouder indienen bij- de distriktsbureauhouder. Uitstel van vermindering van de heffingvrije hoeveelheid bij grondo verdrachten aan een publiekrechte lijk lichaam is onder bepaalde voor waarden mogelijk. Een van de voor waarden is dat de melkveehouder de grond die aan de agrarische bestem ming onttrokken wordt, na de over dracht nog tijdelijk in gebruik heeft. Een verzoek om uitstel moet hij in dienen bij de distriktsbureauhouder, die hij ook verdere informatie kan verstrekken. De regeling voor kompensatiegrond en de regeling voor uitstel van ver mindering van heffingvrije hoeveel heid kunnen niet gelijktijdig worden toegepast. Wel kan de melkveehouder na ge bruik te hebben gemaakt van de re geling voor uitstel van vermindering voor heffingvrije hoeveelheid alsnog een verzoek indienen voor de kom- pensatieregeling. Ruilverkavelingen e.d. In ruilverkavelingen, herinrichtin gen en rekonstruktiegebieden is sprake van een ingrijpende ver schuiving van het grondgebruik. Om te voorkomen dat in deze gebieden een even ingrijpende herverdeling van heffingvrije hoeveelheden moet plaatsvinden, is de volgende alge mene regel van toepassing. Wanneer bij herverkaveling het verschil in waarde van de ingebrachte en toe gedeelde grond minder dan 5% is, blijft de heffingvrije hoeveelheid ge lijk. Daarnaast kunnen zich in deze ge bieden situaties voordoen, waarbij men in aanmerking kan komen voor een extra heffingvrije hoeveelheid: namelijk bij substantiële (wezen lijke) bedrijfsvergroting en gesubsi dieerde bedrijfsverplaatsing. Van substantiële bedrijfsvergroting is sprake, wanneer er een overbede- ling van minstens 5% is ten opzichte van de waarde van de ingebrachte gronden. Deze overbedeling moet wel opgenomen zijn in het plan van toedeling. Alleen vergrotingen na 1 januari 1983 komen in aanmerking voor een extra heffingvrije hoeveel heid. De berekening van de extra heffing vrije hoeveelheid vindt plaats op ba sis van de overbedeling en het regio- gemiddelde. Het regiogemiddelde is gebaseerd op de melkproduktie per hektare zoals die in het betreffende gebied door vergelijkbare bedrijven met een gebruikelijke bedrijfsvoe ring gemiddeld is gerealiseerd. Wanneer de extra gronden in 1981, 1982 of 1983, dus vóór de invoering van de superheffing al in gebruik waren bij de melkveehouder, wordt de extra heffingvrije hoeveelheid hiervoor gekorrigeerd. Bij gesubsi dieerde bedrijfsverplaatsing na 1 ja nuari 1982 kan de melkveehouder ook een extra heffingvrije hoeveel heid krijgen. Hij heeft daarbij de volgende keuze: berekening als substantiële ver- groter zoals hiervoor is aangegeven; berekening op basis van de waarde van de toegedeelde opper vlakte en het regiogemiddelde. Zo wel bij substantiële bedrijfsvergro ting als bij gesubsidieerde bedrijfs verplaatsing dient de melkveehouder voor een extra heffingvrije hoeveel heid een verzoek in te dienen bij de direkteur van de Landinrichtings- dienst. Reservaatgronden Wanneer een melkveehouder reser vaatgronden overdraagt aan parti- kuliere natuurbeschermingsorgani saties of het Staatsbosbeheer, bestaat de mogelijkheid om niet het evenre dige deel van de heffingvrije hoe veelheid over te dragen, maar slechts 4500 kg/ha. De rest van de heffing vrije hoeveelheid kan de melkvee houder op het overblijvende gedeelte van zijn bedrijf gebruiken. Een aan vraag voor de toepassing van deze regel moet hij bij de distriktsbureau houder indienen. Wanneer partiku- liere natuurbeschermingsorganisa ties of Staatsbosbeheer reservaat- gronden in gebruik geven aan melk veehouders, dan rust daarop in be ginsel geen heffingvrije hoeveelheid. Alleen wanneer zij de grond in meerjarige pacht aan de melkvee houder uitgeven, kan een heffing vrije hoeveelheid van maximaal 4500 kg/ha worden toegewezen. De pachter dient daartoe een aanvraag in bij het Hoofd Beheer Landbouw gronden in de provincie. Op een dergelijke aanvraag kan hij alleen positief beslissen als er voldoende heffingvrije hoeveelheid beschik baar is. De pachter kan er dus niet bij voorbaat van uitgaan öat hij een heffingvrije hoeveelheid toegewezen krijgt. De superheffing op melkproduktie heeft vele noordelijke boeren op de "vlucht"gejaagd. Bij de emigratiedienst komen de laatste maanden steeds meer aanvragen binnen van veehouders die de EG-maatregel beu zijn en een bedrijf beginnen in Frankrijk of Canada. Het zijn landen waar de melkproduktie niet aan zulke strenge regels is gebonden als in Nederland. Advertentie I.M. 8 Vrijdag 25 oktober 1985

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 8