Landbouw, jachtwet en wildschade arminda w wintertarwe Aardappeloogst groter ondanks natte zomer Kwaliteit Konsumptie- aardappelen Kalktips tot in januari te zaaien De jager dient te waken voor een niet verantwoorde vermindering van het wild, doch heeft ook een taak in het voorkomen van schade aan gewassen. Schade aan landbouwgewassen door tal van in de vrije natuur levende dieren komt veelvuldig voor. Omdat de landbouw ook één van de aktiviteiten is die in de natuur plaatsvindt, wordt een ze kere mate van schade algemeen geaksepteerd. Dit wordt anders als de aangerichte schade grote vormen aanneemt. Er moet dan een regeling getroffen worden over de vergoeding van de scha de. De Jachtwet geeft hiervoor de richtlijnen. Jachtwet Het centrale thema van de Jachtwet is wildbeheer. Dit beheren van het wild is de taak van de jager. De jager moet waken voor een niet verant woorde vermindering van het wild. De Jachtwet geeft een omschrijving van het begrip wild, waarbij onder scheid gemaakt wordt tussen klein wild, water wild en overig wild. Behalve een beheerstaak heeft de ja ger ook een taak in het voorkomen van schade. In de taken van de jager zijn dus duidelijk twee belangen te onderscheiden. 1. Het belang van natuurbehoud. Het in stand houden van een ver antwoord geachte wildstand. 2. Het zakelijk belang van de grondgebruikers. Het voorkomen van onevenredige schade aan de landbouw. Het zal duidelijk zijn dat deze be langen niet altijd samengaan. In be paalde gevallen zal het belang van natuurbehoud, b.v. het in stand houden van een bepaalde diersoort, zo zwaar wegen dat schade aan landbouwgewassen onvermijdelijk is. Het Jachtfonds Daar waar het belang van natuurbe houd de doorslag geeft en waar dus geen of slechts beperkte jacht mag plaatsvinden, kan via het Jachtfonds een schadevergoeding worden ge kregen. Het Jachtfonds vormt een onderdeel van de Jachtwet. Het doel van dit fonds is: 1. Het bevorderen van de instand houding van bepaalde wildsoor ten, waarvan de aanwezigheid in de vrije natuur waardevol is. 2. De belangen van de landbouw met betrekking tot de jacht die nen. Deze doelstellingen probeert men te verwezenlijken door: het geven van voorlichting het bevorderen van onderzoek en het verzorgen van opleidingen het nemen van maatregelen ter voorkoming van schade het verlenen van een tegemoet koming in door wild aangerichte schade. In gevallen van overmacht, waarbij de schade wordt aangericht door niet bejaagbaar wild, kan de landbouwer die schade lijdt een beroep doen op het Jachtfonds. Hij moet zich daarvoor in verbinding stellen met de wildschadekommissie in de provincie. Wildschadekommissie Ook het bestaan van en de taak van de wildschadekommissies is geregeld in de Jachtwet. In elke provincie is een wildschadekommissie gevestigd. De kommissie bestaat uit een voor zitter en twee leden. Eén van deze leden is deskundig op het gebied van de landbouw, de ander op het gebied van de jacht. De taak van deze kommissie luidt als volgt: 1. De Minister van Landbouw ad viseren over maatregelen ter voorkoming en bestrijding van wildschade. 2. Op verzoek van belanghebben den advies uitbrengen over de bestrijding en voorkoming van wildschade. 3. Advies uitbrengen over de ver goeding van wildschade. Op dit laatste punt gaan wij nader in. Wildschade De Jachtwet gaat er in principe van uit, dat schade aangericht door wild een kwestie is tussen jager en grond gebruiker. Immers de jager moet zorgen dat schade zoveel mogelijk wordt voorkomen, terwijl ook de grondgebruiker maatregelen moet nemen, b.v. het plaatsen van een omheining, om de schade te beper ken. Als er nu ondanks deze maatregelen; toch schade optreedt is het de vraag wie aansprakelijk is voor de schade. Een uitspraak hierover en over de hoogte van de schade kan gevraagd worden aan de wildschadekommis sie. Zodra de schade opgemerkt wordt moet zowel de jachthouder als de wildschadekommissie op de hoogte worden gebracht. Men doet er goed aan de melding bij de wild schadekommissie schriftelijk te be vestigen. De wildschadekommissie kan tot de volgende uitspraken komen. 1. Er is sprake van overmacht. Er kan een beroep worden gedaan op het Jachtfonds. 2. De schade is volledig te wijten aan de jager. 3. Dejager valt niets te verwijten, de grondgebruiker heeft zelf onvol doende maatregelen genomen. 4. Zowel grondgebruiker als jager treffen schuld. De kommissie doet tevens een uit spraak over de hoogte van de schade en indien beide partijèn schuld heb ben aan de schade over de verdeling van deze schade. De uitspraak van de kommissie is niet meer dan een ad vies. De uitspraak houdt b.v. voor de jachthouder geen verplichting tot betaling in. Indien deze echter wei gert te betalen kan met het advies van de wildschadekommissie veelal met sukses een beroep op de kan tonrechter worden gedaan. De Jachtwet bevat via de verplich tingen van dejager het Jachtfonds en de wildschadekommissies een uitge breid stelsel van voorzieningen om schade te beperken en te vergoe den. Ondanks dit uitgebreide sy steem blijven er klachten over schade bestaan. Er zijn namelijk tal van diersoorten, met name watervogels zoals zwanen en ganzen, waarop niet of slechts zeer beperkt gejaagd mag worden. En hoewel het Jachtfonds bij schade in dit soort gevallen een vergoeding geeft is het voor de land bouwers zeer onbevredigend om machteloos toe te moeten zien hoe de schade wordt aangericht. Het belang van natuurbehoud dat in dit soort gevallen kennelijk zwaarder weegt dan het landbouwbelang, is lang niet altijd even overtuigend aanwezig. H. Robben De oogst van konsumptie-aardappe- len zal dit seizoen vermoedelijk elf procent groter zijn dan vorig jaar. Dit schrijft het Ministerie van Land bouw naar aanleiding van de jongste raming van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Voorspellingen van twee maanden geleden, als zo,u de oogst van verscheidene akker- bouwprodukten waaronder aardap pels, als gevolg van de slechte zomer zwaar tegenvallen, worden hierdoor geloochenstraft. De grotere oogst, die wordt geschat op 4,9 miljoen ton, zal het gevolg zijn van een hogere opbrengst per hektare en van de Konsumptie-aardappelen inkl. uitval exkl. uitval w.v. op kleigrond inkl. uitval exkl. uitval w.v. op zand- of veengrond inkl. uitval exkl. uitval zaai-uien toeneming van de beteelde opper vlakte met zes procent. Ten opzichte van de gemiddelde oogst sinds 1980 zal de opbrengst per hektare dit jaar zelfs zestien procent groter zijn, al dus het departement. Voor de zaai- uien verwacht het ministerie een vijf procent kleinere oogst (totaal 554.000 ton), geheel veroorzaakt door een lagere opbrengst per hek tare. De beteelde oppervlakte is on geveer gelijk aan die van vorig sei zoen. Totale opbrengst 1984 1985 1985 1984 1000 kg 100 4344458 4886727 112 3964234 4393189 111 3759998 4135087 109 3452322 3733913 108 584460 751640 128 511912 659276 128 581463 553864 95 Het Landbouwschap, de Vereniging ter behartiging van de Nederlandse aardappelhandel (VBNA) en de Ver eniging voor de aardappelverwer- kende industrie (VAVI) hebben de zer dagen weer de kwaliteitsnormen ingevuld behorende bij de algemene leveringsvoorwaarden voor kon- sumptieaardappelen en aardappelen voor fritesindustrie in het afzetsei- zoen 1985/1986. Het volgende is overeengekomen: Algemene voorwaarden (teler/col lecteur) a. Maatsortering: De maat van het te nemen kwaliteitsmonster is dit seizoen 45/55 mm. b. Glazigheid: Een beoordeling op glazigheid is niet noodzakelijk. Pommes-frites 3-voorwaarden Er kan een minimum onderwaterge wicht van 360 gram aangehouden worden. Het blijkt dat aardappelen die gele verd worden aan de handel en de aardappelverwerkende industrie in toenemende mate uitbetaald worden op basis van een kwaliteitsbeoorde ling volgens de enkele jaren geleden ingevoerde nieuwe systemen. Door regelmatig grondonder zoek kan een goed inzicht worden verkregen in de zuurgraad (pH) van de grond. Bij het konstateren van te lage cijfers kan door een tijdige bekalking veel teleurstelling worden voorkomen. korte wenken akkerbouw GEZEGDEN ALS "Bonengeld is snel geteld" en "Erwten kunnen zichzelf niet eens overeind houden, laat staan de boer", geven aan, dat het financiële resultaat niet ge weidigis. Maak voor Uw gewassen eens een saldoberekening en opti maliseer hiermee Uw bouwplan. zojuist verschenen IRS-publikatie: "Het effekt van grondontsmettingsmiddelen op ne- matoden (in het bijzonder het gele bietencysteaaltje) en onkruiden in suikerbieten op zandgronden". Onlangs heeft het IRS een publikatie uitgegeven, samengesteld door W. Heijbroek, M. Kerstens en J. Wevers, waarin het resultaat van onderzoe ken naar het effekt van grondonts- metting op de bietecysteaaltjes, maar ook op de verschillende soorten on kruiden, kiemplantziekten en de ge wasontwikkeling op zandgronden is weergegeven. Uit het onderzoek blijkt dat voor de praktijk kan wor den gesteld dat in velden met een zware aaltjesbesmetting er op grond van de verkregen resultaten een voorkeur bestaat voor de toepassing van dichloorpropeen, aangezien de effektiviteit hiervan onder droge omstandigheden vrijwel even goed is als van metam-natrium terwijl in vochtige grond de werking bedui dend beter is. Anderzijds worden grasachtige onkruiden veel beter bestreden met metan-natrium en daarom kan wanneer de aaltjesbes metting niet erg hoog is beter aan laatstgenoemd middel de voorkeur worden gegeven. GROENBEMESTERS onder- ploegen is niet eenvoudig. Om het gras in de ploegvoor te krijgen zijn brede voorscharen nodig, die vol doende scherp zijn. Wendakkers en geren kunt U het beste dood spuiten met 3 a 4 liter Roundup. Dit middel moet 14 dagen vóór het ploegen worden gespoten op een droog gewas. ZIJN UW SLOTEN weer schoon en weet u ook hoe het met de eindbuizen gesteld is? Loop er eens langs, want een slechte eindbuis maakt een hele drain waardeloos. HALF NOVEMBER begint in het zuidwesten de ekonomie-kur- sus "Rekenen vóór beslissen Met deze kursus kunt u uw kennis over bedrijfsekonomie op het akker bouwbedrijf opfrissen en daardoor meer vaardigheid krijgen om eko- nomische problemen, waar U op het eigen bedrijf voor gesteld wordt, op te lossen. Geef u snel op voor deelname met uw echtgenote en/of meewerkende kinderen bij uw bedrijfsvoorlichter, want be slissingen nemen doet u samen. Bij VOORWIEL-AANGEDRE VEN trekkers lopen de voorwielen iets sneller dan de achterwielen. Dit werkt prima op het land, maar pas op om er mee op de weg te rijden. Door dit snellere lopen van de voorwielen, in aangedreven toestand, ontstaat op de weg zeer grote slijtage. Dus daar moeten alléén de achterwielen worden aangedreven. Vrijdag 25 oktober 1985 (Konsumptie-aardappelen inklusief vroege- en pootaardappelen) O J VAN oen HAVE BV POSTBUS I 4420 AA KAPELlE

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 6