v arminda
"Meer invloed nodig voor agrarische
organisaties in ontwikkelingslanden"
Meer aandacht voor de vrouw in de
landbouw in ontwikkelingslanden
w' wintertarwe
POTTEK/J
Drs. M.L. de Heer:
het allermeest gezaaid
Kompensatieregeling biedt nauwelijks
oplossing voor afschaffing negatieve
WIR-aanslag
Oogst
Voordat van een volledige emancipatie van de landbouw in de ontwik
kelingssamenwerking kan worden gesproken is de erkenning nodig van
het feit dat organisaties van agrarische producenten, boeren, landar
beiders en vrouwen in staat moeten zijn zich te formeren, en om invloed
uit te oefenen op plaatselijk, regionaal en nationaal nivo. Op die wijze
worden de autoriteiten geconfronteerd met een permanente drang naar
een goede agrarische ontwikkeling welke de uiteindelijke oplossing is
voor het voedselvraagstuk". Dit zei drs. M.L. de Heer, algemeen se-
kretaris van het Landbouwschap, op donderdag 17 oktober jl. in Wa-
geningen bij de opening van een seminar van de NOVIB met als on
derwerp "Werken aan de basis van het wereldvoedselvraagstuk".
Volgens De Heer zijn onder meer de
landbouworganisaties in ons land
ervan overtuigd, dat het wereld
voedselvraagstuk niet kan worden
opgelost door het overbrengen van
voedsel naar gebieden met voedsel
tekorten. De landbouw is niet alleen
voedselproducent, maar ook een
bron van ekonomische groei en van
werkgelegenheid, een maatschappe
lijke faktor van eminent belang wel
ke geen volkerengemeenschap mag
veronachtzamen, aldus De Heer.
Stabiel prijsnivo
Voorwaarde voor oplossing van het
wereldvoedselvraagstuk is de land
bouw in de Derde Wereld te ont
wikkelen. Voor het verkrijgen van
een bevredigende voedselvoorzie
ning is meer nodig, zo betoogde De
Heer, die tevens voorzitter is van de
werkgroep Ontwikkelingssamenwer
king van COPA (de Europese boe-
renorganisatie). Het door de FAO
ontwikkelde konsept van de natio
nale voedselzekerheid ging uit van.
de noodzaak van een zo stabiel mo
gelijk prijsnivo van landbouwpro-
dukten om de producenten te laten
besluiten tot investeringen en de tot
standbrenging van een regelmatige
voedselproduktie. Het konsept van
de voedselstrategie, ontwikkeld door
de Wereldvoedselraad, breidde het
aantal faktoren uit en wees op het
belang van transportsystemen, de
industriële verwerking en konsump-
drs. M.L. de Heer
tiegewoonten. De beste resultaten bij
ontwikkelingssamenwerking wor
den, zo blijkt de laatste jaren, bereikt
indien de producent zelf meewerkt
aan het vinden en uitwerken van
oplossingen. Aan deze participatie
wordt ook door de FAO en niet-
gouvernementele organisaties steeds
meer aandacht gegeven. Door de
participatie kan er mede voor wor
den gezorgd dat de agrarische pro
ducenten zelf de richting van hun
projekten bepalen.
De samenwerking tussen overheden, organisaties en de EG zal in de
toekomst meer gericht moeten zijn op de positie van de vrouw in de
landbouw en de voedselvoorziening in de ontwikkelingslanden dan nu
het geval is. Voorts zal de koördinatie bij ontwikkelingshulp door
landen van de Europese Gemeenschap moeten worden verbeterd. Deze
konklusies trok de heer drs. P. Bukman, voorzitter van de Landbouw-
kommissie Ontwikkelingssamenwerking van het Landbouwschap en
het Nederlands FAO-comité tijdens een diskussiebijeenkomst in Am
sterdam op Wereldvoedseldag 16 oktober.
De ekstra aandacht voor vrouwen in
de landbouw is nodig omdat techni
sche en maatschappelijke ontwikke
lingen hun positie steeds moeilijker
maakt. Vooral op het terrein van
opleiding en organisatie kan ook
vanuit Nederland meer gedaan wor
den om hierin verbetering te bren
gen. Mevrouw S. Musangi Nbiti van
de Young Women Christian Asso
ciation in Kenia liet blijken dat een
wisselwerking tussen partikuliere or
ganisaties en overheden hierbij zin
vol is. Mevrouw C. Fonseca van de
landbouworganisatie INAG in Ni
caragua liet in een geladen speech
merken wat het betekent om daar als
vrouw op het platteland te werken.
De huidige omstandigheden maken
dat tot een dagelijkse strijd tussen
enerzijds de produktieverhoging en
anderzijds het oorlogsgeweld.
In een eerdere inleiding pleitte me
vrouw dr. J. Schrijvers van de Rijks
universiteit Leiden voor een kontrole
op consultance- en ingenieursburos
om te bevorderen dat deze meer
vrouwen betrekken bij uit te voeren
projekten. Ook zouden deze buros
bij de uiteindelijke vormgeving van
hun plannen meer rekening moeten
houden met de wensen van de
vrouw. Daar is alle reden voor. In
Latijns Amerika werkt 40% van de
vrouwen in de landbouw; in Afrika
ligt dit percentage zelfs op 60-8
Vrouwen spelen een zeer belangrijke rol bij de produktie van voedsel in de Derde
Wereld. Dit was het centrale thema bij Wereldvoedseldag 1985.
(foto R. Burgier)
Consumptiemelkafzet vertoont
stijgende lijn
In de periode van 1 januari t/m 21
september 1985 is door Nederlandse
zuivelondernemingen ruim 701.000
ton concumptiemelk op de binnen
landse markt afgezet. In vergelijking
met dezelfde periode vorig jaar be
tekent dit een stijging van 1%. Dit is
meegedeeld door de Koninklijke
Nederlandse Zuivelbond FNZ.
De ontwikkeling van het afzetpa-
troon wijst uit dat er nog steeds
sprake is van een verschuiving in het
gebruik van volle naar halfvolle
melk. Het aandeel in de afzet van
volle melk bedraagt thans 46%, in
1984 was dit 48%.
Advertentie I.M.
DJ VAN DER HAVE BV POSTBUS 1 «420 AA KAPELLE
Bijeenkomst
landbouwwerkgroep Nederland
- China
De landbouwwerkgroep Nederland-
China ziet mogelijkheden voor een
verdere verbreding en verdieping
van de samenwerking tussen beide
landen. Hiervoor komen met name
de provincies Jiangsu, Anhui, Sjan-
dong, Guizhou en Sjanghai in aan
merking. Bij de uitwerking van de
samenwerking staat integrale bena
dering van projekten voorop, waar
bij zowel aandacht zal worden be
steed aan produktie, verwerking en
afzet, als aan de overdracht van ken
nis en training.
Dit is het resultaat van de tweede
bijeenkomst van de landbouwwerk
groep die van 8 t/m 14 oktober plaats
vond in Beijing. De Nederlandse de
legatie stond onder leiding van ir. A.
de Zeeuw, direkteur-generaal land
bouw en voedselvoorziening.
De boeren en tuinders staan het komend jaar in plaats van de aange
kondigde lastenverlichting een verzwaring van de lasten te wachten.
Lastenverlichtende maatregelen blijven uit, de negatieve WIR-aanslag
dreigt weg te vallen en ook de opheffing van het vrijwillige ziekenfonds
betekent voor de agrariërs een stijgend lastenpakket. Dit onder meer
zei voorzitter Joris Schouten van het Landbouwschap op woensdag 16
oktober jl. in Den Haag tijdens een gesprek tussen het dagelijks be
stuur van het schap en de Vaste Kamerkommissie, vooruitlopend op de
behandeling van de landbouwbegroting in het parlement.
Schouten schetste nog eens de pro
blemen, die agrarische bedrijven en
ook startende ondernemers zullen
tegenkomen, als de negatieve WIR-
aanslag verdwijnt. Daarbij spitst de
problematiek zich toe op levensvat
bare bedrijven, die over een vrij lan
ge periode een betrekkelijk lage
winst maken en hierdoor de WIR-
premie goeddeels mis kunnen lopen.
vrijgesteld of wordt verhoogd. In de
praktijk blijken sommige boeren bij
grondaankopen meer voor aangebo
den melkkwota te geven. De Be
schikking superheffing staat het de
melkveehouders overigens toe om
maksimaal 5,5 ha grond te verkopen
zonder dat hun kwotum wordt aan
getast. Het Landbouwschap vindt dit
maksimum vooralsnog voldoende.
Vier leden van de Vaste Kamerkommissie voor Landbouw die woensdag 16
oktober spraken met het dagelijks bestuur van het Landbouwschap. De 4 kom
missieleden zijn v.l.n.r. R. Tazelaar, drs. P.R. van der Linden, P.J.A. van der
Sanden en ir. H. v. Rossüm (foto: Landbouwschap)
De voor- en achterwaartse verlies-
kompensatie biedt in die gevallen
nauwelijks een oplossing, aldus de
voorzitter van het Landbouwschap.
Naar aanleiding van vragen van de
kamerleden Van der Linden (CDA;
en Tazelaar (PvdA) konstateerde de
voorzitter van het Landbouwschap,
dat de opkoopregeling voor melk in
ons land onvoldoende loopt. De re
geling zou naar zijn oordeel veel be
ter lopen indien deze fiskaal wordt
Het Landbouwschap betreurt het dat
de aktiviteiten van de Grondbank
zijn geschorst. Het onderkent de
waarde van een dergelijk instrument
met het oog op bedrijfsovername en
-ontwikkeling, maar realiseert zich
tegelijkertijd dat dit problemen in de
landbouwbegroting tot gevolg heeft.
Door het Landbouwschap wordt op
het ogenblik een nadere studie ge
maakt over de financieringsmoge
lijkheden via tijdelijke erfpacht.
Ik hoef nooit ver te rijden naar
mijn werk, zo'n kilometer of
zes, maar onderweg ontmoet ik rTH
zeker tachtig ton aardappelen.
Het land wordt leeggehaald en
de opbrengst moet ergens
naartoe. Men schijnt met dat
transport altijd minder haast te
hebben dan ik. Mijn ritje loopt
van de stad naar het aardappel
en bietenland dus schiet ik op
weg naar het werk beter op dan
op weg naar mijn huis, want je
kunt ze beter tegenkomen dan
erachter of ertussen zitten. Er
rijden enorme, hoogst beladen
bakken, liefst twee aan elkaar
vast. Als die eenmaal lekker
"zitten op de weg, dan dende
ren ze wel door, maar in onze
omgeving vol verkeerslichten
kunnen ze hun slag niet vinden,
en doen ze een hele staart van
auto-file ontstaan vol boos kij
kende en lelijke woorden pre
velende chauffeurs.
Verder terug op de B-weggetjes
sjokt de tractor van een zuinige
boer die zijn piepers zelf wel
aan de man brengt. Hij heeft de
bak van zijn aanhang opge
hoogd met schotten en de hoop
aardappels tot gewaagde hoog
te opgevoerd. Bij elke kleine
oneffenheid schudt het geval
gemoedelijk op de brede ban
den, als een welgebouwde moe
dergans, en strooit met gulle
hand de losse binten over
straat. Gevaarlijk voor de om
standers zijn deze afvallers
niet, want ze huppelen een poos
met het gevaarte mee en rollen
dan braaf naar de kant van de
weg, waar ze voor het oprapen
blijven liggen voor de gemeen
tereiniger. Bij suikerbieten is
dat wel anders. Die oogst is ook
alweer begonnen. Een biet valt
wat zwaarder van de transport-
bak, en huppelt minder vrolijk,
totdat hij log en lusteloos mid-
denop de straat blijft liggen.
Goed rollen doet een weige
wassen biet niet. Nu zul je je er
niet zo gauw een bult aan rij
den, maar het bonkt wel, en
gezond voor de schokbrekers is
het ook niet. Rond deze tijd
vermijd ik zoveel mogelijk het
verkeer naar Zeeuws- Vlaande
ren en met name rond Sas van
Suiker gent, want daar word je
van alle kanten door Boer en
Biet belaagd. Niet alleen zit je
stapvoets tussen de achtenveer
tigtonners en de traktoren,
maar de toplaag van het bie
tenland ligt er ook te kledder op
natte wegen. Dus.... suikervrije
afspraken kun je om deze tijd
beter uitstellen, want het lan
delijke leven gaat toch zijn
landelijke gang. En zo moet het
ook, zonder dat de burger er
landerig van wordt.
Pottekijker
4
Vrijdag 25 oktober 1985