over geld en goed Wat gebeurt met eigen vermogen bij opname in bejaardentehuis? Jan Modaal en zijn welvaart Premieregeling voor producenten van schapevlees "Traktieprojekt geweldig initiatief' ngezonden Landbouwschap: Grond bij WIR-premie waarderen op agrarische waarde Draaibrug Sluiskil enige tijd gesloten Verlaging elektriciteitstarieven grootverbruikers Vlaskongres in teken marktstabiliteit Met ingang van 1 januari 1985 is bij opname in een bejaardente huis de Wet op de bejaardenoor den en het daarbij behorende bijdragebesluit van toepassing geworden. Hetgeen hieronder volgt is dus niet van toepassing bij opname in een verzorgingstehuis of verpleegtehuis. Kan er een bescheiden eigen vermo gen vrijgelaten worden bij opname in een bejaardentehuis? Ja. het bescheiden vermogen dat buiten beschouwing mag blijven be draagt voor een alleenstaande 4.700 en voor een echtpaar 9.400. Dit betekent indien op het moment van opname het vermogen hoger is, de bijdrage die u zelf moet betalen gelijk is aan de kosten van het ver blijf tot het vermogen is ingeteerd tot bovengenoemd bedrag. Met welk vermogen wordt rekening gehouden? Er wordt alleen rekening gehouden met het vermogen dat op het mo ment van opname beschikbaar is. Wellicht komt nu bij u de vraag op: "Wordt er dan niet meer gekeken of er vóór de opname bijv. schenkingen hebben plaatsgevonden aan kinde ren?" Het antwoord hierop is. ja. Wat gebeurt er dan met schenkingen die gedaan zijn? Hieromtrent geeft de wet duidelijk heid, omdat er het volgende staat: Voor de beoordeling van het verloop van het vermogen van de bejaarde wordt uitgegaan van de vermogens toestand op 1 januari van het twee de kalenderjaar voorafgaande aan het jaar waarin de indikatie tot op name werd verkregen. Volgens de toelichting kan de gemeente onder zoeken of vanaf genoemde datum vermogensbestanddelen zijn ver minderd als gevolg van gedane schenkingen. Schenkingen vóór die periode gedaan kunnen niet ver haald worden. Duidelijke periode is nu aangegeven! In het bijdragebesluit is nu een dui delijke periode opgenomen. Tevens is er meer rechtszekerheid, men kan zich namelijk uitdrukkelijk beroepen op de wet. Kan er verhaal op de nalatenschap plaatsvinden? Stel na overlijden van de langstle vende is er nog een vermogen dat lager is dan 4.700 dan kan de ge meente dat invorderen. In de vroe gere wet stond verhalen. Dit verhalen gebeurde in vele gemeenten niet. Hoe dit met het invorderen zal gaan moet nog blijken. Ditzelfde geldt in dien de eerste van een echtpaar overlijdt. De vraag is dan: "Kan er ingevorderd worden van ƒ9.400.- naar 4.700,— Inlichtingen gewenst U kunt zich wenden tot uw sociaal ekonomisch voorlichter(ster). J. Markusse In het ZLM-blad van 11 oktober j.l. las ik een artikel over het traktiepro jekt in Kenya. Een geweldig initiatief. Wel hoop ik dat dit projekt ook aan dacht zal besteden aan de mogelijke maatschappelijke gevolgen van ve randeringen in het Kenyase land bouwsysteem. In veel gebieden in Afrika hadden van oudsher mannen en vrouwen elk hun eigen grond. Na kolonisatie zijn de mannen kuituurgewassen voor de Europese markt gaan verbouwen, terwijl de vrouwen voortgingen met het verbouwen van voedselgewassen voor het gezin op hun eigen lapjes grond. Wanneer betere en groot schaliger grondbewerking door trak- tie mogelijk wordt bestaat de kans dat alle grond van het gezin voor kuituurgewassen bestemd wordt. Omdat de gevarieerde verbouw van gewassen voor eigen gebruik verd wijnt, hebben de vrouwen huis houdgeld nodig om het benodigde voedsel voor het gezin te gaan kopen. Aangezien in het oorspronkelijke systeem geen gezinsinkomen werd verdiend, zoals in West Europa, maar man en vrouw elk hun eigen inkomsten en verantwoordelijkhe den hadden, gebeurt het nog al eens dat de vrouwen niet genoeg huis houdgeld van hun mannen krijgen, omdat die gewend zijn aan de eigen inkomsten (gedeeltelijk in voedsel, gedeeltelijk in geld van de verkoop van haar overschotten op de markt) van hun vrouwen. Het tekort aan huishoudgeld heeft dan weer nega tieve gevolgen voor de voeding vooral van moeders en kinderen. Van een kerkelijk sociaal werker in het westen van Kenya hoorde ik vo rig jaar dat een dergelijke ontwikke ling daar plaats heeft als gevolg van de kontraktteelt voor de grote riet suikerfabriek in Mumias. Ik weet natuurlijk niet of de hierboven be schreven traditionele verdeling van land, verantwoordelijkheden en in komsten ook in uw projektgebied bestaat, maar ik wilde u hier toch op wijzen. Als dit risiko inderdaad aanwezig is, dan kunnen misschien ook de vrou wen bij het projekt betrokken wor den, als (mede) gebruikers van trak- tiemiddelen op hun eigen grond, of als gesprekspartners van hun man nen in gezinsbudget diskussies. In Nederland zijn via de sociaal-eko- nomische afdeling van de land- bouwvoorlichtingsdienst de boerin nen dacht ik ook bij dergelijke dis kussies betrokken. Ik wens u alle sukses met uw projekt toe en hoop nog eens te horen of te lezen hoe het ook met deze kant van het projekt gesteld is. Met vriendelijke groeten, Christine van Wijk - Sijbesma Rilland Het Landbouwschap vindt dat bij het toekennen van de WIR-premie bij bedrijfsovername in familiekring de grond gewaardeerd dient te worden op basis van de agrarische waarde. Dit is van belang omdat op grond geen WIR verkregen kan worden. Daarom moet het aandeel van de grond in de totale overnamesom vastgesteld worden. Bij een derge lijke overdracht in familieverband is er volgens het Landbouwschap geen sprake van misbruik van investe ringsfaciliteiten. Het Landbouw schap schrijft dit aan staatssecretaris Koning van Financiën in een reactie op diens plannen om niet de agrari sche waarde maar de economische waarde van de grond als uitgangs punt te nemen bij het vaststellen van de WIR-premie. Het is het Landbouwschap niet dui delijk waarom bij successie en schenking wel wordt uitgegaan van de agrarische waarde, maar in het kader van de WIR bij bij bedrijfso vername in familieverband voor de grond een taxatie moet plaatsvinden op basis van de vrije verkeerswaarde. Deze waardevaststelling wordt in de praktijk niet gevolgd en een lonende exploitatie is daarbij niet zonder meer mogelijk. Deze visie wordt ge deeld door minister Braks die in zijn nota "Bedrijfsovername in de landen tuinbouw" stelt dat bij de bedrijfso vername in familiekring niet de vrije verkeerswaarde maar de verpachte waarde als richtsnoer aangehouden wordt om de overnameprijs vast te stellen. Volgens velen verloopt het herstel van onze economie in een te lang zaam tempo, noodzakelijke aanpas singen op vele terreinen verlopen veel te traag. De overheid vervult een belangrijke functie bij het verbeteren van het functioneren van de econo mie. Een belangrijk punt vormen de loonkosten. In de jaren 1960 t/m 1981 zijn de reële lonen 30 a 35% gestegen boven de arbeidsprodukti- viteit. De laatste jaren bleven de reële lonen gemiddeld 3% per jaar achter bij de arbeidsproduktiviteits- stijging. In 1984 was zelfs sprake van een daling van de reële lonen. Een goede stap in de richting! Dat er nog het nodige valt te verbeteren blijkt uit een tabel behorende bij de Notitie Inkomensbeleid 1986 van de Minis ter van Sociale Zaken en werkgele genheid. Rijkswaterstaat direktie Zeeland te Middelburg, maakt bekend, dat het in verband met de werkzaamheden voor het bevaarbaar maken van de westelijke zij-opening van de draai brug over het Kanaal van Terneuzen te Sluiskil, noodzakelijk is deze af te sluiten voor al het wegverkeer in beide richtingen. Op 26 november 1985, 27 november 1985 en 30 november 1985 vanaf 00.00 uur tot 04.00 uur en in de nacht van 28 november op 29 november 1985 vanaf 23.00 uur tot 07.00 uur, of zoveel langer als nodig of korter dan mogelijk. Uit vorenstaande blijkt dat de mar ginale druk in een aantal gevallen boven de 100% kan uitkomen. De veelgenoemde "Jan Modaal" heeft met een totaal aan premies en belas tingen te maken van 61.2%, een in dividuele huursubsidie van 23%, of totaal 84.2% bij elke meerverdiende gulden. Als hij nog met een studie toelage te maken krijgt komt zijn druk op 113.2%. Dat betekent dat hij bij een toene ming van zijn bruto-inkomen er een lager netto vrij besteedbaar inkomen aan overhoudt. Het ligt voor de hand dat dit geen stimulans kan zijn voor het leveren van een arbeidsprestatie, integen deel! Vroeger pleegde men iemand te feli citeren met een salarisverhoging en dankte men zijn werkgever voor de verhoging. Wij zullen met onze felicitaties aan Jan Modaal moeten wachten tot r*> M.J. Robijn wanneer.' MARGINALE DRl'K VAN BELASTINGEN, PREMIES EN VAN TERTIAIRE REGELINGEN IN ENKELE SPECIFIEKE GEVALLEN (SITLATIE 1985, ALLEENVERDIENERS); IN PROCENTEN minimum modaal 2 X modaal 3 x modaal 4 x modaal Sociale premies' 38.8 38,8 5.1 5,1 5,1 Belastingen 11,2 22,4 49,4 57,9 66,4 Totaal premies en belastingen 50,0 61.2 54.5 63,0 71,5 Individuele huursubsidie 20 23 0 0 0 Studietoelage2 0 29 36 0 0 70,0 113,2 90.5 63.0 71.5 De PZEM bestudeert momenteel de mogelijkheid de brandstoffaktor in de openbare tarieven voor elektrici teitsgrootverbruikers met een be drijfstijd van meer dan 1000 uur en een belasting van maksimaal 3000 kW met ingang van 1986 te verlagen. Met deze verlaging zal een bedrag van circa ƒ2,5 miljoen gemoeid zijn. De verlaging van deze tarieven acht PZEM noodzakelijk, daar de tarie ven voor deze kategorie grootver bruikers landelijk gezien aan de hoge kant zijn. De tariefsverlaging bete kent tevens een ekstra stimulans voor de sektor van het midden- en klein bedrijf. De overige basistarieven voor elek triciteit (waaronder de kleinverbrui kers) zullen in 1986 op het per 1 ja nuari 1985 verlaagd nivo worden ge handhaafd. Overigens wordt ervan uitgegaan, dat de elektriciteitstarie ven voor kleinverbruikers in 1986 circa 8% lager zullen zijn als gevolg van de doorwerking van lagere brandstofkosten in de elektriciteit starieven. De verlaging van de gastarieven.voor kleinverbruikers en blokverwarming per 1 januari 1985 zal ook in 1986 van toepassing zijn. Dit betekent dat ook in dat jaar 3,57 ct per m3 gas (inkl. btw) minder in rekening zal worden gebracht dan de landelijke tarieven. Verleden week heeft de Westeurope- se vlaswereld drie dagen gekongres- seerd in Füssen in Oberbayern, Duitsland. Meer dan driehonderd kongressisten waren samengekomen om zich te buigen over alle facetten van de vlasindustrie. Door het kongres liep er als het ware een "rode draad", bestaande uit het verlangen van zowat iedereen naar meer stabiliteit, zowel in de prijs, als in de bevoorrading van de vlasvezel. De toespraak van de voorzitter tij dens de Ekonomische Kommissie was duidelijk: "Indien de huidige toestand op de vlasvezelmarkt tij dens de eerstkomende dagen en we ken niet verbetert, zal het Beroeps leven bij de E.E.G.-Autoriteiten de nodige stappen ondernemen, ten einde de toepassing te vragen van artikel 5 van de E.E.G.-vlasverorde ning". Deze verordening voorziet dat, wanneer er uit de beschikbare hoeveelheid vlasvezels zou blijken dat er een tijdelijk gebrek aan even wicht bestaat ten opzichte van de te verwachten vraag interventiemaat regelen kunnen worden genomen onder de vorm van steun voor parti- kuliere opslag van vlasvezels. De ver ordening voorziet in de mogelijk heid van opslag van zowel korte als lange vezel. Evenals vorig jaar bestaat voor scha pehouders de mogelijkheid voor het verkoopseizoen 1985/1986 een aan vraag voor de betreffende EG-pre- mieregeling in te dienen. De premie is bedoeld om een eventueel inkomens verlies, als gevolg van de marktorde ning voor schapevlees, te compense ren. De omvang van de premie zal later worden vastgesteld en bekend gemaakt. Minister ir. G. Braks heeft voor dit seizoen twee perioden, waar in een aanvraag kan worden inge diend, vastgesteld, nl. van 2 t/m 10 december 1985 en van 16 december 1985 t/m 15 januari 1986. Om voor de premie in aanmerking te komen moet de aanvrager onder meer: voor eigen rekening ten minste 10 ooien houden; zich verplichten om van 11 de cember 1985 tot en met 21 maart 1986 of van 16 januari 1986 t/m 25 april 1986 (de aanhoudperio- de) het door hem opgegeven aantal ooien aan te houden; op ieder moment van de aan- houdperiode de verplichting met betrekking tot het aantal aan te houden ooien nakomen. Aanvragen voor een premie kunnen worden ingediend bij de Districts bureauhouder van de Stichting tot Uitvoering van Landbouwmaatre- gelen (STULM). Aan schapehouders die vorig jaar een aanvraag hebben ingediend en een premie hebben ontvangen, zal het aanvraagformulier in de meeste gevallen worden toegezonden. Degenen die in aanmerking menen te komen voor de premie en vóór 1 december a.s. nog geen aanvraag formulier hebben ontvangen, kun nen een aanvraagformulier met toe lichting verkrijgen bij de Districts bureauhouder. Vrijdag 25 oktober 1985

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 3