Merendeel Noord-Bevelandse akkerbouwers voert komende 5 a 10 jaar automatisering door! "De ui elke dag snipperdag" Van een goed idee tot een best plan Uit onderzoek ZLM-stagiair blijkt: Landbouwschap: Loonwerkers moeten inspelen op nieuwe ontwikkelingen - In de komende 5 a 10 jaar verwacht het merendeel van de Noordbe velandse boeren een of andere vorm van automatisering in de be drijfsvoering te zullen gaan doorvoeren. - De registratiebereidheid van Noordbevelandse boeren is erg groot, registratie hoeft zodoende geen probleem te zijn voor komputerin- tegratie. - De behoefte aan automatisering zal zich tweeledig aandienen; enerzijds zijn er boeren die centraal komputergebruik voorstaan, anderzijds is er een kategorie die de voorkeur geeft aan eigen aan schaf. - Hoewel geen proceskomputer goedkoper is in aanschaf en "zicht baar" rendement zal geven, komt deze toepassing van automatise ring in de akkerbouw toch op de tweede plaats. Het is vooral de mikrokomputer ter ondersteuning van de bedrijfsvoering waaraan hoge prioriteit wordt gegeven. - Het voornaamste toepassingsgebied voor de mikrokomputer vormt het managementinformatiesysteem. Dit zijn enkele konklusies uit een onderzoek dat Anco Sneep (22) uit Dinteloord afgelopen zomer op NoordBeveland heeft ingesteld naar de automatiseringsbehoefte bij de akkerbouwers. De heer Sneep die student is aan de Hogere Agrarische School te Dordrecht heeft het on derzoek in zijn stageperiode bij de ZLM uitgevoerd. Hij bezocht onge veer 50 akkerbouwers persoonlijk. Uit zijn onderzoek blijkt voorts dat de investeringsbereidheid varieert van minimaal 500 tot 4000 gulden op jaarbasis en hoewel de interesse in automatisering hoog is, heeft bijna niemand er kursussen voor gevolgd, in de toekomst is daar wel behoefte aan. Ook is gebleken dat men bege leiding, gebruiksvriendelijkheid en het volgen van een gebruikerskursus van groot belang acht indien men tot aanschaf overgaat. Anco Sneep: "Hoewel de resultaten niet zonder meer mogen worden ge generaliseerd, vanwege het beperkte onderzoeksgebied geeft het wel een beeld van de behoefte zoals die in Noord-Beveland bestaat en zoals die zou kunnen bestaan op gelijksoortige akkerbouwbedrijven in andere stre ken". Over het algemeen is het aantal boe ren dat in het bezit is van een kom- puter nog gering, er zijn in het on derzoek zes boeren benaderd die een komputer bezitten, de meesten ne men nog een afwachtende houding aan. De mogelijkheden voor de toekomst m.b.t. automatisering zijn achter eenvolgens: niets doen, laten doen (centrale komputer) en thuis doen (eigen komputer). In de literatuur worden een aantal voor- en nadelen genoemd omtrent het centraal en/of eigen komputergebruik. Zo wordt gesteld dat het inbrengen van gege vens op een centrale komputer in houdt dat men volledig afhankelijk zal zijn van die komputer, evenwel zullen de kosten beduidend lager uitkomen in vergelijking tot eigen aanschaf. Een komputer thuis heeft het voordeel dat men minder afhan kelijk is van derden en meer ge bruiksmogelijkheden ter beschik king heeft, als nadeel kan worden genoemd dat een hogere investering zal moeten worden gepleegd en meer kennis is vereist. Anco Sneep Management De aspekten van de bedrijfsvoering op akkerbouwbedrijven die in aan merking komen voor automatisering zijn procesbesturing (bijvoorbeeld aardappelbewaring en spuitappara tuur), managementinformatie on derverdeeld in een bedrijfsekono- misch gedeelte, een teelttechnisch gedeelte en een liquiditeitenover zicht. (Dit geheel vormt het mana gementinformatiesysteem hetgeen in dit opzicht betekent een samenhan gend geheel van opgeslagen infor matie ter ondersteuning en sturing van de bedrijfsvoering), de fiskale boekhouding en kommunikatie of wel informatieverkrijging (bijvoor beeld het viewdatasysteem). Van deze toepassingen blijkt uit het onderzoek dat het aspekt manage mentinformatie het hoogst aange schreven en wel om de volgende re denen: rendement, optimale bedrijfs voering, bedrijfsvergelijking, gemak, snellere beschikking over bedrijfsge gevens, doorrekenen van het bedrijf en overzichtelijkheid der gegevens. Bij de kleinere bedrijven, zo is uit dit onderzoek gebleken, neemt uit ren dementsoverwegingen de bereidheid tot investeren sterk af. Tevens speelt de leeftijd een rol, een akkerbouwer op leeftijd zonder opvolger zal niet zo snel in automatisering investeren. Registratie Alvorens men nuttig gebruik kan maken van de komputer zullen de bedrijfsgegevens eerst moeten wor den geregistreerd. Daar zal men tijd voor uit moeten trekken. Ruim tweederde van de Noordbevelandse boeren is bereid twee uur per week aan registratiewerkzaamheden te besteden. Ook zal men de komputer moeten leren bedienen, hiervoor zullen automatiseringskursussen in het leven moeten worden geroepen. Men acht het volgen van zo'n ge bruikerskursus tesamen met goede begeleiding en gebruiksvriendelijk heid van groot belang bij aanschaf. Anco heeft gekonstateerd dat er een aanzienlijke behoefte aan informatie is omtrent automatisering. Men denkt daarbij niet alleen aan kursus sen maar ook aan informatie-avond- en, artikelen en ekskursies. Tevens wordt de mogelijkheid een regionale deskundige te raadplegen ten zeerste op prijs gesteld. Anco Sneep: "Een van de taken die zo'n specialist zou kunnen verrichten is advies geven over de mogelijkheden van aanschaf, omdat hierover grote onduidelijk heid bestaat, door de enorme wild groei in aanbod. Van koördinatie en standaardisatie is nog nauwelijks sprake. Daar zal snel verandering in moeten komen, want binnen 5 a 10 jaar zal er in belangrijke mate ge bruik worden gemaakt van de kom puter in de akkerbouw in welke vorm dan ook". Met deze kreet start het NIVAA (Nederlands Instituut voor Afzetbe vordering van Akkerbouwprodukten) de komende weken een aktie om de Nederlandse ui onder de aandacht te brengen. Uien zijn de op één na populairste groente. In de groenten top-tien komen ze na bloemkool op de tweede plaats. Maar toch kunnen er meer uien gegeten worden. Op het moment ligt het binnenlands verbruik op ca. 6 kilo per inwoner per jaar. Door middel van deze aktie en het geven van voorlichting probeert het NIVAA het verbruik op te trekken tot over die 6 kilo. Zo eet men in Spanje 20 kilo per hoofd van de bevolking per jaar. Aan ruim 4000 A.G.F.-bedrijven zal promotiemateriaal verstuurd worden. Vrijdag 11 oktober j.l. werd aan de Hogere Landbouwschool te Dor drecht het eerste projekt van de afstudeerrichting agrarische be drijfskunde" afgerond. "Hoe word ik ondernemer" was het motto van dit projekt, dat de naam "Start" droeg. De tweeëndertig studenten moesten in groepjes van twee een eigen idee voor een startende on derneming vinden. A lleen een goed idee om een nieuw produkt te ma ken was niet voldoende: het plan moest dan ook goed uitgewerkt worden wat inhield: een markton derzoek verrichten en een startplan voor de eerste vijf jaar maken. Eén van de grootste belemmeringen bij het starten van een onderneming bleek wel: "Hoe kom ik aan geld". Bij een goed uitgewerkte bedrijfs- opzet bleken de banken bereid om het benodigde kapitaal te ver schaffen. Het idee van dit projekt is afkom stig van de heer J. van der Velden, leraar en koördinator van de af studeerrichting. De zestien "beginnende" onderne mingen presenteerden zich op deze beurs op professionele wijze, d.m.v. goed ingerichte stands met posters, produkten promotiemateriaal. Ook de plaatselijke pers was bij deze presentatie aanwezig. Een opvallend idee was het bedrijf "Bomepa" van J. Gerricksens en A. Rodenburg, dat een eenvoudig systeem van verpakken van boe- re nme Ik op de markt brengt. Ar ie Rodenburg, die zijn boerderijstage in Engeland volbracht kwam op het idee om dit reeds langer in En geland gebruikte systeem ook hier in te voeren. Ook het bedrijf Melissanti Ende fruitindustrie van M. v.d. Ende en M. Melissant, dat verschillende verwerkingsproduklen van appels voor bakkerijen levert viel op door de goede uitwerking van de plan nen. Een uniek produkt kwam van het bedrijf Rolé van H. van Leeu wen en R. van Rooijen: het bedrijf heeft een nieuwe toepassing voor twee reeds in de industrie gebruikte wand- en vloerbekledingsproduk- ten voor gebruik in stallen. Verder waren er onder andere ideeën voor: een import- en eksportbegelei- dingsburo voor het midden- en verre oosten (Go East), een agra risch reis- en ekskursieburo, een stalreinigings- en ontsmettingsbe- drijf en een agrarisch uitzendburo (A.U.B.). Een deskundige jury, bestaande uit de heer Schiller van de Kamer van Koophandel, mevr. N. Cornelissen van de Stichting "Schep je eigen werk uit Den Haag en de heer ir. M.J. Vervoort van A grosser B.V. zal uiteindelijk een beoordeling geven van de ondernemingen. De vijf beste uitgewerkte onderne mingen zullen over een maand be kend gemaakt worden. Of de studenten uiteindelijk ook echt hun onderneming zullen star ten is nog de vraag. Dat sommige ideeën een kans van slagen hebben mag zonder twijfel worden gezegd. E. Wöhler Toekomstperspektief jonge ondernemer glastuinbouw niet ongunstig "De algemene situatie in de glas tuinbouw rechtvaardigt vertrouwen in de toekomst en ook de financiële situatie op de bedrijven waar jonge ondernemers, al dan niet in maat- schapsverband werkzaam zijn, leidt bij mij tot een positieve konklusie. Er is dus wel degelijk perspektief voor de jonge tuinder". Dit onder meer zei minister ir. G. Braks op 8 oktober j.l. in Honselersdijk na afloop van een werkbezoek aan het Westland. De heer Braks deelde mee dat hij wat betreft het hogere tuinbouwonder- wijs overleg voert om de mogelijk heid na te gaan een instelling van hoger agrarisch onderwijs tot stand te brengen in het Westen van ons land, mogelijk in de buurt van het Westland. Aan deze instelling zullen, naar zijn mening, verschillénde stu dierichtingen verbonden moeten zijn, waaronder uiteraard tuinbouw. Zowel in de tuinderij zelf, als in de toeleverende en afnemende bedrij ven is steeds meer scholing noodza kelijk. Vrijdag 18 oktober 1985 Bij het aanpakken van de mestover schotten moet ook de loonwerksector intensief worden betrokken. Juist het agrarisch loonbedrijf biedt moge lijkheden voor een gerichte aanpak in de praktijk van dit probleem. Voor de werkgelegenheid in de sector zelf is dit van belang maar ook in ver band met de verspredingsmogelijk- heden en het transport van mest uit de overschotgebieden naar elders. Dit is één van de hoofdpunten uit de beleidsnota Agrarisch loonbedrijf van de afdeling Landbouwambach- ten van het Landbouwschap die door het bestuur is overgenomen in de openbare vergadering van woensdag 2 oktober j.l. De loonwerksector zal, aldus de no ta, ook zelf met initiatieven moeten komen aansluitend op ontwikkelin gen op het terrein van natuur- en landschapsbeheer, milieubeheer en bosbouw. Deze bieden voor de loonwerksector aanknopingspunten die waardevol zijn, met name voor de continuïteit van de bedrijven en de werkgelegenheid. Vooral nu het aan agrarisch loonwerk betaalde be drag een dalende tendens vertoont. Van verschillende kanten werd in het bestuur aangedrongen op een grote re samenwerking tussen de loonwer kers onderling. De heer Rijsbergen, voorzitter van de afdeling Land- bouwambachten, liet echter duide lijk blijken dat hier in de praktijk niet al te veel van verwacht mag worden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 7