Bloemzaadteelt op Thools kleinbedrijf wordt bedreigd! Zaadteeltbericht Violen op Tholen Onrust onder telers: Onrust Evenwicht De sterksten Laatste troefkaart Alternatieve teelten Zoet water Mening zaadfirma's Grote akkerbouwers Bijna iedere ondernemer en dat geldt ook voor veel werknemers, moeten meerdere malen in hun leven omschakelen, willen zij zich in deze maatschappij kunnen handhaven. Sommigen die niet op tijd hebben omgeschakeld zijn op een doodlopende weg terecht gekomen en hebben zich tenslotte uitgeschakeld' En wat nu? Zijn de geslaagden onder ons nu voor de toekomst geborgen en kunnen ze zo door blijven gaan tot aan hun AOW? 't Zou wel verdiend zijn. Zij die hier reeël over nadenken. die hun les getrokken hebben uit het verleden en de huidige ont wikkelingen in de agrarische wereld goed volgen, weten wel beter. Alles is immers aan veran dering onderhevig. Voor hen is er maar êén konklusie: nl. de vinger aan de pols houden en waakzaam blijven. Aankomende verande ringen hoeven nog wel niet direkt een bedreiging te vormen, maar zijn wel een signaal om op je quivive te zijn. Op het gebied van de bloemzaadteelt zijn wat dat betreft al enkele signalen waar genomen. Daarover hieronder meer. Men is algemeen van mening dat de bloemzaadteelt typisch een teelt is die bij het kleinbedrijf thuis hoort. Zo is het van oudsher altijd geweest. De laatste paar jaar echter valt er een tendens waar óe nemen die er op wijst, dat de grote akkerbouwers zich voor deze teelten beginnen te inte resseren. Een teeltverschuiving dus van het kleinbedrijf naar. het groot bedrijf. Dit brengt ongerustheid te weeg onder de oude kern van de bloemzaadtelers. Sommigen waar onder gerenomeerde telers, voelen zich hierdoor opnieuw bedreigd en zijn bang dat het oude liedje zoals dat is gegaan met gewassen als uien, knolselderij, gladiolen enz. zich zal gaan herhalen. Men is bevreesd dat de grotere bedrijven zich op hun nivo proberen te handhaven, door op grote schaal de bloemzaadteelt in hun teeltschema op te gaan nemen. Gelet op het verleden is de hiervoor bestaande angst begrijpelijk. Men is bang dat dit ten koste zal gaan van hun bestaansmogelijkheid. Teneinde te voorkomen dat we el kaar angst gaan aanpraten, geloof ik dat het goed is om ons de vraag te stellen of deze angst wel geheel te recht is. Zoals bekend berust het werk op de grootschalige bedrijven uitsluitend op mechanisatie. Al die gewassen die hiervoor niet in aanmerking komen en dat zijn er vrij veel in de bloemzaadteelt, vallen derhalve af ten gunste van het klein bedrijf. Er zijn echter een aantal ge wassen dat zich, zo is gebleken, vrij goed leent voor mechanisatie. Met de vermeerdering van deze gewassen is men al enkele jaren op grotere schaal bezig. Die zelfde gewassen echter zijn ook zeer in trek bij de kleine telers en dienen vanwege de grote oogstze- kerheid, als basis voor hun bedrijf. Naast deze basisteelten doen de vele andere gewassen, ofschoon niet on belangrijk. toch vaak dienst als aan vulling. De zaadfirma's dienen zich te reali seren. dat als de hier bedoelde grote gewassen zoals: Violen, Leeuwen bek. Phlox, Dahlia, Alyssum etc. voor de kleine telers wegvallen, er gelijktijdig een afnemende belang stelling voor de overige gewassen te verwachten is. De zaadfirma's zullen het evenwicht moeten zien te bewaren tussen de basisteelten voornoemd en de klei nere gewassen. Als deze wordt ver broken en de kleine telers in de toe komst uitsluitend met de meest ar beidsintensieve en meer riskante teelten blijven zitten, vrees ik een sterke terugval van de bloemzaad teelt. De zaadtelers een beetje kennend, heb ik njet de indruk dat ze bij de 16 De kracht van de kleine teler is gele gen in het feit, dat hij bij voldoende inspanning en zorg een produkt kan voortbrengen met een relatief hogere kwantiteit en kwaliteit dan bij teelt in het groot. Een voorsprong op het grootbedrijf die, zo nodig met nog meer inzet, moet worden behouden. Zoet water vergroot de mogelijkhe den voor de toekomst, ook voor de grootschalige bedrijven, daar dit, vooral met 't oog op alternatieve teelten, de kansen vergroot. De bloemzaadteelt is derhalve voor het Thoolse kleinbedrijf de laatste troefkaart. Als deze uit handen wordt geslagen, heeft dat op grote schaal likwidatie van de kleine agra rische ondernemers en een daarmee gepaard gaande toenemende werke loosheid tot gevolg. Een ontwikke ling waar Tholen nou niet bepaald op zit te wachten. Bovendien zou het wegvallen van deze welvaartsbron een negatieve uitstraling tot gevolg hebben op een groot aantal toeleve ringsbedrijven alsmede dienstverle nende bedrijven en instanties zoals b.v. loonbedrijven, drogerijen en eerste de beste donkere wolk het hoofd in de schoot zullen leggen en de strijd zullen opgeven. Integen deel, ze zullen naar mijn overtuiging met grotere waakzaamheid hun ei gen belangen in het oog gaan hou den. In deze strijd zijn de grootsten denk ik niet onvoorwaardelijk de sterksten, maar m.i. die groep van ondernemers, die aan de volgende voorwaarden kan voldoen. 1. Vakkennis. Hieronder verstaan we niet alleen de kennis die men b.v. uit een artikel in deze krant haalt of die door een vertegen woordiger voor een bepaalde teelt wordt aangedragen, nee, dat is veel meer. Dat zijn de fijne kneepjes van het vak die de vak man onderscheidt van de begin neling of gelegenheidsteler. 2. Kleine percelen. De voordelen van kleine percelen zijn: aSneller ter plaatse met klein materiaal om te spuiten tegen onkruid en ziekten. Zeer be langrijk bij slecht weer en als de grond te nat is voor grote machines. b. Bij kleine percelen kan het juiste moment van oogsten beter worden benut. Dat be tekent doorgaans minder zaadverlies en zaad van betere kwaliteit. c. Bij slecht oogstweer zijn er veel mensen bezig op veel kleine percelen, teneinde de oogst zo goed mogelijk te bergen. Méér mensen op méér percelen geeft méér zaad. Een sterke formule waar niet al leen de telers maar ook de fir ma's mee gebaat zijn. d. Als er een keer iets fout gaat waardoor de teelt geheel of gedeeltelijk mislukt dan komt dit, ook voor de firma's, min der hard aan als dat plaats heeft bij een klein perceel dan bij een groot perceel. e. Op kleine bedrijven kunnen veel meer soorten worden ge teeld. Ook de meerjarigen passen op dit bedrijfstype veel beter' Voor de teler het voor deel van meer arbeidssprei- ding en zowel voor teler als firma een betere verdeling van het teeltrisiko. 3. Risikospreiding. De firma's zul len m.i. met 't oog op de ver hoogde risikofaktor bij grote per celen. slechts een klein deel van hun totale teelt aan de grote be drijven toevertrouwen en dan nog in een zeer beperkt sortiment. 4. Vroeg kontrakteren. De teeltaf spraken voor een volgend jaar zo vroeg mogelijk maken en niet wachten tot het laatst in de hoop een dubbeltje meer te vangen. Dan kan het te laat zijn. De fir ma's willen op tijd zekerheid. Bloemzaadteelt is voor Thools kleinbedrijf laatste troefkaart Men zal zich echter wel moeten rea liseren, dat een zich eenmaal inge zette ontwikkeling, niet meer terug gedraaid kan worden. Onder druk van het huidige prijsbe leid voor de akkerbouwprodukten zoeken ook deze bedrijven, in hun streven naar handhaving van hun huidige nivo, naar aanvaardbare al ternatieve teelten. Hun goed recht natuurlijk. Globaal gezien berust een dergelijk streven in principe op de zelfde motieven als die van het kleinbedrijf. Er is echter wel een verschil, nl. dat het kleinbedrijf veel kwetsbaarder is en om die reden moet worden ontzien. Zonder deze teelten is er voor hun als kleine ondernemer geen bestaans mogelijkheid meer. Ze hebben door de jaren heen steeds gediend als aangever voor het grrotbedrijf, maar hiermee is de koek op. We zouden niet weten wat er bij het wegvallen van deze teelten nog voor deze bedrijven ten tonele kan wor den gevoerd. Bij beschikking over voldoende zoet water zouden er zich voor deze be drijven ongetwijfeld nieuwe per- spektieven openen. We kunnen hierbij denken aan vroege teelten van groenten en aan zaadteelt van vroege gewassen, aan kruidenteelt en aan bloembollenteelt met name tulpen, narcissen etc. en aan bloementeelt. Allemaal teelten die aan- veel handen werk kunnen verschaffen en die de bedrijven en de streek tot grote bloei zouden kunnen brengen. Maar. we hebben geen zoet water! En waar is de sterke man die, deze belangen met sukses kan verdedigen bij grootmachten als Rijkswaterstaat en overheid? Zeker, er zijn speciale kommissie's in het leven geroepen die na studie en onderzoek gesprekstof moeten leve ren, om de noodzaak van zoet water voor deze regio te bepleiten bij o.a. rijkswaterstaat. De top van de land bouworganisaties en ook van andere instellingen maken zich hiervoor eveneens sterk. Maar levert dit vol doende kracht op om de plannen van een rijkswaterstaat te beinvloeden dat deze in het belang van de agrariër worden bijgesteld? Een sterk argu ment in deze zou zeker zijn. dat alle agrariërs de noodzaak van zoet water onderschrijven en als één man hun eisen op tafel leggen. banken benevens de neringdoende middenstand. Sommige zaadfirma's hebben daar echter een andere lezing over. Zij schrijven de inschakeling van het grootbedrijf vooral toe aan het feit, dat de behoefte aan bloemzaad dus danig groot is, dat dit niet in vol doende mate bij het kleinbedrijf kan worden ondergebracht. Door in schakeling van het grootbedrijf kan beter aan deze behoefte worden vol daan en wordt voorkomen, dat dit deel van de zaadteelt naar het bui tenland gaat. Het is dus niet een uit schakeling van het kleinbedrijf. In tegendeel, men voorziet voor het kleinbedrijf, dat als een onmisbare schakel in de bloemzaadteelt funk- tioneert, voldoende mogelijkheden. Naast het bestaande sortiment zijn er voor deze kategorie zelfs uitbrei dingsmogelijkheden voor vasteplan- ten- en kruidenzaadteelt. Desondanks zou ik toch de grote ak kerbouwers willen zeggen: "Bezint eer ge begint" en wel om de volgende redenen. a. De teelt van fijne gewassen zoals bloemzaad, vraagt grote nauw keurigheid en precisie. Alleen zij die van nature over deze eigen schappen beschikken en boven dien echt belangstelling hebben voor fijne teelten, kunnen hierin slagen. b. Het risiko van tendele of gehele mislukking bij bloemzaadteelt moet niet worden onderschat. c. Het schoonhouden van het gewas is bij een aantal dezer gewassen een moeilijke en vaak kostbare zaak. d. Buitendien zijn er een aantal zaadteeltgewassen, die voor toe passing in het grotere akker bouwbedrijf, als zeer geschikte alternatieve teelten kunnen wor den aangemerkt. Van oudsher zijn dit: doperwten, tuinbonen, spinazie, koolzaden, blauw- maanzaad, karwij, dille, kervel etc. Tot de nieuwe teelten behoren bora ge en Teunisbloem. Deze gewas sen worden niet tot de bloem- of kruiden- zaadteelt gerekend, daar het zaad hiervan niet voor zaaizaad doeleinden wordt gebruikt, maar voor verwerking in de farmaceuti sche industrie. Hieraan bestaat grote behoefte, daar de hieruit vervaar digde geneesmiddelen over de gehe le wereld in toenemende mate wor den gebruikt. Tegen het grootbedrijf zou ik met klem willen vragen: "Voorzichtig, denk aan uw klei nere kollega's. Zijn niet de groten verantwoordelijk voor de kleinen? D.L. Koppenhol Zaadteeltstudieklub "Eiland Tholen" Schoner dan de schoonste dromen, te midden van veel groen en bomen, groeien en bloeien de violen, levensblij en onverholen Door geschuif in de chromosomen, zijn er veel nieuwe typen bij gekomen, het zijn deze nieuwe selectionen, die nu trots onze velden kronen, Overal op het eiland Tholen, rondom dorpen, stad en molen, vermenigvuldigen zij zich zonder schromen en doen Tholen eer bekomen, Miljoenen zaadjes worden er geboren, door heel de wereld uitverkoren, produkt van kwekers en professoren, zorgen voor Neerlands super violoren Weidehof Vrijdag 18 oktober 1985

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 16