over geld
en goed
Vereenvoudiging belasting
wetgeving niet zo eenvoudig
Goudse voor premier Fabius
Wijziging AAW-uitkeringsrecht voor part-time
zelfstandigen met wisselend inkomen
Braks wil ecologische betekenis Wetlands
meer gestalte geven
Landbouwmaatschappij wil tweede
woning bij boerderij behouden
Landbouwschap: Alleen beperkte risiko-
aansprakelijkheid bodemverontreiniging is zinvol
Landbouwschap:
Wetsontwerp
Gezondheids- en wel
zijnswet voor dieren
is onevenwichtig
Schouten: Stimulansen voor meer bos zijn
onvoldoende
De bovengenoemde wijziging is vooral van belang voor diegene die voor
een te laag inkomen in de referentieperiode niet voldeden aan de
entree-eis. Tot nu toe was het zo dat om een recht op uitkering te
verkrijgen in het jaar voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid ten
minste de winst een bepaald bedrag moest overschrijden de zogenaam
de entree-eis. Wanneer deze entree niet werd bereikt, bestond er
geen recht op uitkering. Dit was ook het geval wanneer de lage winst in
dat jaar het gevolg was van minder goede bedrijfsresultaten b.v. door
uitzonderlijke slechte weersomstandigheden. Met name voor de mee
werkende vrouw gaf dit vaak problemen, omdat aan haar een bepaalde
percentage van de bedrijfswinst toegerekend werd en wordt.
Na 5 jaar aandringen bij de Staats-
sekretaris van Sociale Zaken door
het bedrijfsleven en door de vrou
wenorganisaties heeft de Staatsse-
kretaris per 23 augustus 1985 een
wijziging aangekondigd. Tot nu toe
werd geen rekening gehouden met
de wisselende inkomsten, die nu
eenmaal wel regel zijn in de agrari
sche sektor.
De gewijzigde regeling houdt in, dat
met terugwerkende kracht tot 1 ja
nuari 1979 beoordeeld wordt of als
gevolg van slechte bedrijfsresultaten,
toevallig in het referentiejaar be
haald, niet aan de inkomenseis kon
worden voldaan. Er bestaat nu de
mogelijkheid om te middelen zodat
het inkomen herberekend kan wor
den.
Voorwaarde is wel dat men hetzelfde
aantal uren heeft meegewerkt of
werkt. Dit alles geldt dus ook voor de
meewerkende echtgenotes. Opge
merkt moet worden dat voor hen
deze wijziging ingaat met terugwer
kende kracht tot en met 1 oktober
1979.
Het ASF regio Tilburg, voor de pro
vincie Noord-Brabant, Zeeland en
Limburg, heeft meegedeeld dal zij
probeert de mensen waarvan zij
denkt dat ze onder die gewijzigde
regeling wel in aanmerking komen
voor een uitkering te benaderen
middels een brief. Mocht u geen be
richt krijgen en denkt u toch voor
deze regeling in aanmerking te ko-*
men dan moet u zelf aan de bel
trekken door middel van een kort
briefje aan ASF Tilburg, Willem II
straat 47, 5038 BD Tilburg.
Als u door deze wijziging van de wet
alsnog voor een uitkering in aan
merking komt en wel met terugwer
kende kracht dan moet u hier wel
belasting over betalen.
De hoogte van de uitkzring hangt af
van het inkomen, de mate van ar
beidsongeschiktheid en de omvang
van de taak in het bedrijf. Hoofdre
gel is dat inkomsten worden belast in
het jaar dat de uitkeringen worden
ontvangen. U zult uw boekhouder
moeten raadplegen hoe dit fiskaal
verwerkt kan worden.
Mocht u naar aanleiding van deze
aankondiging nog vragen hebben,
neem dan kontakt op met de SEV in
uw gebied. Voor Zeeland Lena
Huisman, tel. 01100 - 21010 (kan
toor), 01100 - 30747 (privé); voor
Noord-Brabant mevr. G. Middel
koop - v.d. Ploeg, tel. 01680 - 27921
(kantoor), 01685 - 2338 (privé).
Gelukkig heeft de Staatssekretaris
van sociale zaken een onbillijkheid
in de wetgeving wat betreft de AAW
met betrekking tot het inkomen in
het referentiejaar weggenomen.
Het recht op een uitkering is dus niet
meer van het weer afhankelijk!
G. Middelkoop - v.d. Ploeg
Over de ingewikkeldheid van onze
belastingwetgeving is al zeer veel ge
schreven en wellicht nog veel meer
geklaagd. De grote massa van klagers
heeft bereikt dat het Parlement zich
ermee is gaan bemoeien en dat er nu
een staatscommissie is benoemd die
de vereenvoudiging moet gaan bestu
deren. Overigens zijn vooraanstaande
deskundigen op fiscaal gebied van
mening dat onze wetgeving beslist
niet ongunstig afsteekt met andere
Westerse landen en dë Verenigde
Staten. Daar kopen we natuurlijk
weinig voor, maar waarom is alles nu
zo ingewikkeld gemaakt?
Eerlijkheidshalve moeten wij op
merken dat onder druk van de nodi
ge pressiegroepen allerlei speciale
regelingen in het leven zijn geroepen.
Daarmee is niet gezegd dat deze re
gelingen niet rechtvaardig of onno
dig zijn. Wel is een feit dat ze er
(moeten) zijn en gecompliceerd wer
ken. Een aantal voorbeelden zijn:
1. oudedagsreserve, voorraad- en
vermogensaftrek, zelfstandigen
aftrek.
2. rentevrijstelling, buitengewone
lastenaftrek (dieetkosten!)
3. oudedags- en interingsvrijstelling
voor de vermogensbelasting.
4. de tweeverdienerswetgeving
5. de Wet Investeringsrekening.
Omdat de belastingwetgeving steeds
meer is gebruikt om te "sturen" op
gebied van herverdeling van inko
mens, stimuleren economie en
maatschappijhervorming, zijn de
nodige maatregelen ingevoerd. Of
men zich voldoende heeft afge
vraagd of de invoering van deze
wetten ook praktisch uitvoerbaar
was kan worden betwijfeld. Men
heeft teveel moeten "repareren".
Hoewej alles pleit voor eenvoud kan
men zich afvragen of dit wel goed
mogelijk is. Zullen de groeperingen
in onze samenleving de verworven
rechten zo maar prijsgeven? Zullen
Op het platteland in Overijssel is
volgens de Overijsselse Land
bouw Maatschappij (OLM) on
gerustheid ontstaan over het plan
van de provincie om de bouw van
tweede woningen bij boerderijen
fors te beteugelen. De OLM
meent dat die ontwikkeling leidt
tot wat ze "voor-oorlogse toe
standen" noemt. Jonge gezinnen
en ouders worden zo genood
zaakt weer bij elkaar in een
boerderij te gaan wonen. De
boerenorganisatie vreest dat
hierdoor sociale spanningen ont
staan. Het bestuur van de OLM
wijst erop dat de boerenfamilies
vooral in Twente zeer gehecht
zijn aan de eigen geboortegrond.
Ouders willen daarom graag op
het hen vertrouwde erf blijven
wonen, nadat kinderen het boe
renbedrijf over hebben genomen.
Dit heeft onder meer als voordeel
dat de families elkaar kunnen
helpen bij ziekte en met kinder
oppas. Bovendien kunnen oude
ren hand- en spandiensten in het
bedrijf verrichten, aldus de OLM.
De provincie vindt uit oogpunt
van ruimtelijke ordening de
bouw van tweede huizen op boe
renerven ongewenst en zou graag
zien dat ouderen in dorpen gaan
wonen.
"Veel waterrijke gebieden (zoge
naamde wetlands) hebben in het
kader van het ruimtelijk beleid reeds
funkties en bestemmingen die aan de
ecologische betekenis van deze ge
bieden recht doen. Ik zal bevorderen
dat dit in de toekomst verder gestalte
krijgt. Voorts zal ik bevorderen, dat
de ecologische betekenis en waarden
van wetlands in de diverse beleids
terreinen op adequate wijze tot hun
recht komen". Dit onder meer
schrijft minister ir. G. Braks (land
bouw en visserij) in de notitie over de
uitvoering van de Wetlandsconven
tie, de internationale overeenkomst
inzake water- en moerasgebieden
van internationale betekenis. De no
titie is op 26 september jl. aan de
Tweede Kamer gezonden.
In de notitie geeft de minister een
uiteenzetting van het Nederlandse
beleid ter uitvoering van deze over
eenkomst, waarbij thans 39 landen
partij zijn. Daarbij konstateert de
bewindsman dat zowel wat betreft
het verstandig gebruik van wetlands
als wat betreft het stichten van na
tuurreservaten in wetlands veel is
bereikt.
Ook geeft de Minister zijn opvatting
weer over het aanmelden van gebie
den voor opname in de Internatio
nale Lijst van wetlands. Tot dusver
heeft ons land zeven gebieden aan
gemeld, waaronder de Oosterschel-
de.
Minister Braks is van mening dat pas
tot aanmelding mag worden overge
gaan indien het behoud van zulke
wetlands via nationale regelgeving
wordt bevorderd. Volgens deze ge
dragslijn zal ons land voortgaan met
het aanmelden van wetlands.
Tot slot geeft minister Braks uiting
aan zijn voornemen de voorlichting
over aangemelde wetlands te ver
sterken. Aan in aanmerking komen
de instellingen op het gebied van
natuur- en milieuedukatie zal wor
den gevraagd aandacht te besteden
aan de wetlands.
Vrijdag 11 oktober 1985
de politici hun doelen die zij via de
belastingen kunnen verwezenlijken
niet meer nastreven? Verder moeten
wij niet vergeten dat vereenvoudi
ging grover werkt en niet zo geper
fectioneerd kan werken waardoor
men weer snel zal vinden dat de wet
onrechtvaardig werkt.
Bij een tarief van 20% ligt dit anders
dan bij een tarief van 70%. Of dit het
eenvoudigst is aan te pakken menen
wij ook weer te moeten betwijfelen.
Het een zal niet zonder het ander
kunnen. U merkt het wel de weg naar
vereenvoudiging zal niet zo vlot ver
lopen. Laten we er ons maar geen al
te grote voorstelling van maken.
M.J. Robijn
Afspraken tussen het Landbouw
schap en het rijk over de financiering
van de dierziektenbestrijding moeten
ook in de toekomst mogelijk blijven.
Het Landbouwschap zegt dit in een
reaktie op het wetsontwerp voor de
Gezondheids- en welzijnswet voor
dieren. Een dergelijke afspraak
brengt tot uitdrukking de gezamen
lijke verantwoordelijkheid van over
heid en bedrijfsleven voor de gezond
heidszorg bij landbouwhuisdieren, al
dus het Landbouwschap in een brief
aan de Tweede Kamer.
De opzet van het wetsontwerp wekt
de indruk dat er sprake is van twee
geheel afzonderlijke wettelijke rege
lingen, namelijk enerzijds gezond
heids- en anderzijds welzijnsbepa-
lingen. Het Landbouwschap vindt
het aanbrengen van een dergelijke
scheiding gekunsteld en onjuist om
dat gezondheid en welzijn onlosma
kelijk met elkaar verbonden zijn. Het
schap is daarom voorstander van een
geïntegreerde opzet van het wets
ontwerp.
Scherpe kritiek heeft het Land
bouwschap op het feit dat de minis
ter in dit wetsontwerp bevoegdheden
naar zich toe trekt om heffingen op te
leggen zonder de betrokkenen hier
bij voldoende medezeggenschap te
geven.
Om de verspreiding van smetstof
tegen te gaan is het Landbouwschap
van mening dat het wetsontwerp on
voldoende mogelijkheden biedt om
ook de in het wild levende dieren
zoals reservaatrunderen en wilde
zwijnen veterinair te behandelen.
Het Landbouwschap vindt dat in
voering van een risiko-aansprake-
lijkheid voor schade als gevolg van
bodemverontreiniging uitsluitend
betrekking mag hebben op aktivitei-
ten die een direkt gevaar voor de
bodem betekenen. Te denken valt
hierbij aan toekomstig gebruik van
stoffen die op de zwarte lijst staan en
aan de exploitatie van stortplaatsen
van giftig afval.
Dit schrijft het Landbouwschap aan
de Eerste Kamer als reaktie op het
ontwerp van de Wet bodembescher
ming.
Voor potentieel andere bodemver-
ontreinigende stoffen en aktivitei-
ten die aan algemene regels zijn ge
bonden en die strafrechtelijk zijn te
handhaven, is het volgens het Land
bouwschap minder zinvol een risi-
ko-aansprakelijkheid in te voeren.
De kwestie van de risiko-aansprake-
lijkheid staat in de belangstelling
omdat in de Wet bodembescherming
via een amendement van het CDA-
Tweede Kamerlid G.W.J. Lansink
een artikel is opgenomen waarin de
vervuiler van de bodem daarvoor
aansprakelijk kan worden gesteld.
De Eerste Kamer wijdt binnenkort
een hoorzitting aan deze zaak.
Nederlandse kaas wordt steeds populairder in Frankrijk. Zelfs premier Laurent
Fabius wil wel een stukje proeven. Hij kreeg dit produkt aangeboden bij de
opening van de Foire de Marseille. Dit is een van de grote regionale jaarbeurzen
in Frankrijk waar het Nederlands Zuivelburo aan heeft deelgenomen.
De Nederlandse kaaseksport naar Frankrijk bevindt zich nog stèfds in stijgende
lijn.
Op de foto links premier Fabiusvergezeld van de burgemeester van Marseille
Gaston Deferre.
De kans dat er door boeren in Ne
derland een aan zienlijke hoeveel
heid hout zal worden aange
plant, is tamelijk klein tenzij de over
heid ingrijpt en met aanzienlijk meer
geld over de brug komt. De boeren in
ons land staan in beginsel positief
tegenover mogelijkheden om hout te
produceren, maar zijn tegelijkertijd
zeer skeptisch omdat de opbrengst
van hout moet kunnen konkurreren
met andere teelten.
Als er vanwege de Europese over
produce binnen de Nederlandse
agrarische sektor verschuivingen in
de produktie moeten plaatsvinden,
zullen bepaalde vormen van bos
bouw of houtteelt slechts dan wor
den gekozen als ze voldoende ren
dement opleveren en de grond zijn
agrarische bestemming houdt.
Dit onder meer zei voorzitter drs.
Joris Schouten van het Landbouw
schap op vrijdag 4 oktober j.l. tijdens
een symposium over bosbouw, dat in
Den Haag werd gehouden ter gele
genheid van het 75-jarig bestaan van
de Koninklijke Nederlands Bosbouw
Vereniging (KNBV). Volgens
Schouten zijn de stimulansen, die in
ons land worden gegeven voor de
bosbouw, gering in aantal en inhou
delijk onder de maat. Ook in de Eu
ropese Gemeenschap wordt de bos
bouw onvoldoende aangemoedigd.