Er zijn aardappelen en aardappelen
zegge en schrijve
zuidelijke landbouw maatschappij
AVEBE
T arwezetmeel
Tegengesteld
öq<^:b -v ^oi 4
VRIJDAG 11 OKTOBER 1985
65e JAARGANG NO. 3802
land- en
tuinbouwblad
Telefoonnummers O.V.M. vanaf 21 oktober a.s.
Polisafdeling: 01100 - 38880
Schademeldingen: 01100 - 38888
Algemeen nummer: 01100 - 38000
Geen nostalgie, geen demonstratie van "zo ging het
vroeger" maar gewoon boerenpraktijk anno 1985. Bij
landbouwer D.C. Boonman aan de Westerguitedijk te
Heinkenszand klopte het hart wel sneller toen hij na meer
dan een kwart eeuw weer plaats nam op het ijzeren
stoeltje van een 40 tot 50 jaar oude binder. Na wat aan
loopmoeilijkheden "het is natuurlijk wel even wennen
want je bent veel vergeten", heeft hij er de vorige week
een bijna 2 ha groot teunisbloemenperceel toch vrij vlot
mee gemaaid. Boonman die dit jaar voor het eerst op
kontrakt bij Nickerson en Zwaan teunisbloemen teelt,
heeft de oude binder ingezet om daarmee zaadverlies
zoveel mogelijk te voorkomen. Als het gewas goed rijp is,
dan treedt er bij het moderne combinen toch zo'n 30%
verlies op. Door hinderen, stuuken en vervolgens dorsen
hoopt hij het verlies'tot ca. 5 a 10% te beperken "en dat
komt neer op ca. 400 kg per ha en een bedrag van zo'n
2.500.— a 3.000,— zo heeft hij uitgerekend.
De heer Boonman is over de voor hem nieuwe teelt van
teunisbloemen tevreden. Het is een sterk gewas dat een
paar keer gedeeltelijk onder water heeft gestaan maar
daar toch nauwelijks van heeft geleden. Er zit ook veel
zaad op.
De heer Boonman op de oude binder die hij bij Brasser in
St. Laurens op de kop heeft weten te tikken en die wel
zo'n kwart eeuw stil moet hebben gestaan. Boonman jr.
(r.) kontroleert of de schoven wel gebonden worden.
Dankzij enkele weken fraai najaarsweer is de aardappel
oogst in ons werkgebied een heel eind gepiept. Wat een
verschil met vorig jaar toen we met totaal tegengestelde
weersomstandigheden te maken hadden. Ik denk dat er
op de goede afloop hier en daar wel een borreltje is
gedronken. Verder hoor ik uit de praktijk dat de phyto-
phthora in de knollen in ons werkgebied erg meevalt. Een
en ander wordt bevestigd door het konsulentschap.
Als er al reden tot zorg zou zijn dan zou dat nog eerder
eventuele rooibeschadigingen betreffen. Afgezien van de
prijzen geen redenen tot klagen dus. De prijzen zijn over
igens zo slecht dat ze eigenlijk alleen maar beter kunnen
worden. Voorlopig zullen we het daar maar op houden.
Vorige week ben ik te gast geweest bij de aardappelzet
meelindustrie AVEBE te Ter Apelkanaal: de enige in Ne
derland, de grootste ter wereld. Als je zelf uit een over
wegend konsumptietelersgebied komt is er veel om je
over te verbazen. Hoofdzaak voor AVEBE is dat er vol
doende aardappelen worden aangeboden om de kapaci-
teit maximaal te benutten. Om aan de benodigde 2,5
miljoen ton aardappelen te komen worden er momenteel
veel aardappelen uit Duitsland aangevoerd.
Bestuur en direktie zijri druk doende het vertrouwen van
de fabrieksaardappelen in AVEBE te herstellen. Daartoe is
een strategisch plan opgesteld dat er toe moet leiden dat
het koncern in 1987/'88 weer uit de verliezen is. De
telersprijs voor de fabrieksaardappelen bedraagt
1 44,— per ton. Per hektare is dat vergelijkbaar met de
bietenteelt in dat gebied. De laatste jaren hebben de
telers daarvan echter 5 a 10% bij moeten dragen in de
verliezen. De telersprijs komt nu verder onder druk te
staan vanwege de dalende tarweprijzen. AVEBE is trou
wens toch sterk afhankelijk van het Brusselse beleid
vanwege de zetmeelregeling. AVEBE heeft te kampen
met een aantal gigantische problemen. De vervuiling op
basis van inwonerequivalenten is vergelijkbaar met die
van Amsterdam en Rotterdam samen. Door de slechte
eigen vermogenspositie moet het bedrijf alleen al aan
rente 70 miljoen gulden per jaar opbrengen. Ook de
slechte oogsten in '82 en '83 hebben veel geld gekost.
Niettemin zijn bestuur en direktie vast van plan deze
problemen op te lossen. Men wil dat doen via de uitvoe
ring van het reeds genoemde strategische plan. Nodig is
in ieder geval dat de aanvoer van aardappelen op een
struktureel hoger nivo wordt gebracht. Verder gaat men
meer doen aan gerichte research onder meer in de rich
ting van de biotechnologie. Op die wijze hoopt AVEBE
nog veel meer (nieuwe) toepassingen te vinden voor de
derivaten. Reeds nu sta je er overigens versteld van waar
de AVEBE produkten allemaal hun toepassing vinden.
AVEBE produceert (met name in Frankrijk) ook tarwezet-
meel. Dit is onder meer van belang voor de aanvullende
grondstoffenstrategie. Uiteraard was ik erg benieuwd
naar de ervaringen daarmee. Uit de beantwoording bleek
dat er op dit vlak nog heel wat moeilijkheden zijn te
overwinnen. Zeer belangrijk is de soort tarwe die gebruikt
wordt d.w.z. de eisen die gesteld moeten worden aan met
name de hardheid en het vet- en eiwitgehalte. De pro-
duktie blijkt nog niet uitgesproken winstgevend te jijn.
AVEBE heeft dan ook nog geen beslissing genomen of
men door zal gaan met de tarwezetmeelproduktie.
Ik heb voor mezelf de konklusie getrokken dat wij in het
zuidwesten dus niet al te veel hoop moeten hebben dat er
op korte termijn veel muziek zit in het verwerken van onze
tarwe tot zetmeel. Het rapport "Zeeuwse Produktstro-
men" is op dit punt te optimistisch. Tenzij we natuurlijk
uitgaan van andere tarwerassen die wel perspektief bie
den. De keuze is dan uiteindelijk een kwestie van op
brengst maal prijs.
Ik heb - als iemand die komt uit een konsumptietelersge
bied - bij AVEBE veel wonderbaarlijke dingen gezien en
gehoord. We hebben natuurlijk gesproken over de nauwe
teelt (één op twee) met daartussendoor als het kan ook
nog bieten. Dit vraagt natuurlijk enorm veel van de grond
en regelmatig ontsmetten is dan ook een vereiste. In
middels heeft AVEBE ook een eigen landbouwkundige
dienst opgezet om de boeren te adviseren hoe de op
brengsten kunnen worden opgevoerd. Hulpmiddel daar
bij kan zijn het gebruik van varkensdrijfmest. Mij werd
echter verteld dat deze mest nu nog te duur is. We heb
ben het verder gehad over de (on-)mogelijkheden om de
kampagne te verlengen via opslag en bewaring. Ik ben
tenslotte tot de konklusie gekomen dat de fabrieksaard
appelteelt wel heel iets anders is dan de konsump-
tieaardappelteelt. Sterker: de belangen van beide teelten
liggen in feite tegengesteld. Niettemin ben ik met de
gedachte weggegaan dat er wellicht een methode is te
vinden om elkaar in minder goede tijden te steunen.
Immers, gezien de slechte konsumptieprijzen zouden wij
het voor fabrieksprijzen kunnen doen. Maar dat moeten
wijzere mensen dan ik maar uitzoeken. Ik ben in ieder
geval onder de indruk gekomen van AVEBE en de vol
hardende wijze waarop bestuur en direktie vastbesloten
zijn van deze onderneming weer een gezonde boerenzaak
te maken.
Oggel