ƒ21 miljoen voor vorstschade
in boom- en fruitteelt
Kapaciteit nieuwe
ZON-fabriek nu
al volledig benut
Gemiddelde melkprijs in 1984
Nog niet stoppen met enten
tegen varkenspest
V\
Het bestuur van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de land
bouw heeft besloten een bedrag van maksimaal ƒ21 miljoen beschik
baar te stellen voor schadegevallen in de fruit- en boomteeltsektor als
gevolg van de vorst in de afgelopen winter. Dit bedrag is bestemd voor
herinplant op fruitteelt- en boomkwekerijbedrijven, als ook voor een
uittredingsvergoeding voor werknemers, die als gevolg van een door de
vorst opgetreden daling in de arbeidsbehoefte op een bedrijf zijn ont
slagen of nog zullen worden ontslagen.
Bijdragen voor herinplant
Voor een bijdrage voor herinplant
van fruitopstanden en boomteeltge
wassen komen die fruittelers en
boomkwekers in aanmerking, die
voordat de opstanden verloren gin
gen:
- hun hoofdberoep in de landbouw
hadden
Uit het verloop van de mengvoeromzet blijkt, dat vooral in de zeventi
ger en tachtiger jaren een geweldige omzetstijging is opgetreden. De in
het boekjaar 1984/1985 bereikte omzet zit al dicht in de buurt van de
100.000 ton, zodat de kapaciteit van de nieuwe fabriek nu al volledig
wordt benut. De produktiekapaciteit kan worden vergroot tot 120.000
ton. In de opzet van de nieuwbouw is daarmee reeds rekening gehouden.
Dit staat te lezen in de brochure die
de ZON uitgeeft ter gelegenheid van
de opening van haar nieuwe meng
voederfabriek.
Tijdens de bouw van de fabriek
bleek de mengvoeromzet van de
Z.O.N. alle verwachtingen te over
treffen. De jaarlijkse omzetstijging
bedroeg meer dan 10.000 ton!
De in 1985 gereedgekomen meng-
voerfabriek van de Coöperatieve
Landbouwvereniging Zuid-Oost
Nederland B.V., bestaat uit een
grondstoffensilo en een gereedpro-
duktsilo met daartussen een produk-
tiegedeelte, waarin zich de maal-
menglijn en de perserij bevinden. De
fabriek kan op jaarbasis meer dan
100.000 ton mengvoer produceren.
De grondstoffen voor de mengvoer-
fabrikage worden per schip en per
vrachtauto aangevoerd.
De maal-menglijn van de fabriek is
uitgevoerd in een in Nederland nog
niet eerder toegepast maalsysteem,
waarbij in 2 stappen wordt gemaald
en gezeefd. Hierdoor wordt met na
me bij meelvoeders een homogener
mengsel van ideale struktuur ver
kregen. Dit levert een belangrijke
verbetering van het eindprodukt op.
Het hele produktieproces wordt
elektronisch gestuurd vanuit een
centrale regelkamer. Veel aandacht
is in de fabriek besteed aan het
voorkomen van stof- en geluidsover
last voor de omgeving. Aan alle mi
lieu-eisen is ruimschoots tegemoet
gekomen.
Het gehele fabriekskomplex kwam
tot stand onder verantwoordelijk
heid van het Ingenieurs- en Bouw
bureau van Cebeco-Handelsraad.
- beschikten over een bedrijf, dat
voldoende levensvatbaar was
(besparingen en liquiditeitssaldo
moesten daadwerkelijk of poten
tieel positief zijn).
De bijdrage zélf bestaat uit rente
subsidie over bankleningen tot een
maksimum van 250.000,-, die
noodzakelijk zijn voor investeringen
in herinplant. Voor de fruitteelt is de
rentesubsidie 4% gedurende een pe
riode van 5 jaar. Voor de boomteelt
bedraagt de rentesubsidie 4gedu
rende een periode van 3 jaar.
Subsidie per ha
Wanneer deze rentesubsidie bij de
beoordeling van aanvragen ontoe
reikend is, kan een subsidie per hek-
tare worden toegekend. Voorwaarde
is echter, dat het voortbestaan van
het bedrijf niet kan worden verze
kerd met gebruikelijke financie
ringsmogelijkheden, inklusief het
Borgstellingsfonds voor de land
bouw. Deze bijdrage per hektare, die
dient ter medefinanciering van de
direkte kosten van herinplant heeft
als maksimum:
voor fruitteelt 20.000,- per ha
voor boomteelt
a. vruchtbomen 25.000,- per ha
b. overige gewassen 50.000,- per
ha
Onder noodzakelijke investering in
herinplant vallen ook de financiële
lasten voor de instandhouding van
werkgelegenheid op het bedrijf. De
hoogte van een eventueel toe te ken
nen bijdrage per ha is afhankelijk
van de individuele bedrijfssituatie.
Ook de instandhouding van de
werkgelegenheid op het bedrijf is
hierbij van belang. Ook wordt bij de
toekenning van een eventuele bij
drage onderscheid gemaakt tussen
Veel jonge boompjes hebben de stren
ge winter '84-'85 niet overleefd.
verouderde en niet-verouderde op
standen.
Verouderde opstanden
Onder verouderde opstanden wordt
in de regeling verstaan:
- appelbomen, die zijn ingeplant
vóór 1 september 1972
- perebomen, die zijn ingeplant
vóór 1 september 1964
- boomteeltgewassen, waarvan de
teelt niet langer vergt, dan één
groeiseizoen
Verouderde opstanden inklusief de
percelen met 1-jarige gewassen val
len niet onder de regeling.
Op fruitteeltbedrijven wordt de op
pervlakte, die voor een bijdrage in
aanmerking komt, verminderd met
10% van hef totale fruitteelt-areaal
minus de verouderde opstanden.
Voor boomteeltbedrijven wordt een
korting van 20% toegepast. Dit op
grond van de nu beschikbare gege
vens. Wanneer het beschikbare be
drag voor de regeling dreigt te wor
den overschreden, kunnen deze per
centages worden verhoogd. Deze
korting is niet van toepassing op be
drijven, waarvan 50% of meer van
het totale fruit- of boomteelt-areaal
is bevroren. Ook hier geldt, dat de
verouderde opstanden en de perce
len met 1-jarige gewassen niét tot het
totale areaal worden gerekend.
Aanvragen voor een bijdrage kunnen
vanaf 1 oktober 1985 tot uiterlijk 1
januari 1986 worden ingediend bij de
distriktsburohouder. De inplant moet
uiterlijk zijn uitgevoerd in het plant
seizoen 1988/1989. Deze regeling
wordt van kracht, wanneer de Euro
pese Kommissie geen bezwaar maakt.
U ittredingsvergoedingen
Als gevolg van vorstschade kan op
fruit- en boomteeltbedrijven de ar
beidsbehoefte sterk zijn gedaald.
Wanneer een werknemer als rechts
treeks gevolg van door vorst opge
treden daling in de arbeidsbehoefte
op het bedrijf is of wordt ontslagen
voor 1 januari 1986, dan komt hij of
zij indien hij of zij voldoet aan onder
meer de volgende voorwaarden in
aanmerking voor een uittredingsver
goeding van 12.000,-.
De uittredingsvergoeding wordt toe
gekend aan werknemers, die:
- op de dag van beëindiging van de
arbeidsovereenkomst jonger dan
65 jaar waren,
- sinds 1 januari 1983 verzekerd
waren bij het Bedrijfspensioen
fonds van Landbouw,
- een ontslagvergunning van het
gewestelijk arbeidsburo kunnen
overleggen,
- vóór 1 maart 1985 tenminste an
derhalf jaar ononderbroken in
dienst geweest zijn bij de werk
gever, die de ontslagaanvraag in
dient,
- een arbeidskontrakt voor ten
minste 40 werkweken of 200
werkdagen hadden.
Werknemers moeten hun aanvraag
voor een uittredingsvergoeding voor
1 januari 1986 indienen bij de dis
triktsburohouder. Ook dient de
werkgever een aanvraag voor de re
geling herinplant te hebben inge
diend.
M'/w.
'BW-/.
Dhr. D. Kommer, directeur van de Z. O.N., voor de nieuwe bedrijfsgebouwen van
de coöperatie.
Vrijdag 27 september 1985
In 1984 was de gemiddelde netto
opbrengst van de afgeleverde melk
ƒ72,15 per 100 kg met 4,129% vet,
af-boerderij of ƒ68,00 per 100 kg
melk met 3,7% vet. De netto-op
brengst was daarmee 5,16 of 7,6%
lager dan de voor 1984 geldende
richtprijs. De aan veehouders uitbe
taalde melkprijs bedroeg bij werke
lijke gehalten 73,02 per 100 kg (bij
4,132% vet en 3,370% eiwit). Deze
melkprijs werd herleid naar unifor
me gehalten namelijk 71,52 per 100
kg bij 4% vet en 3,35% eiwit en
68,74 bij 100 kg bij 3,70% vet. De
uitbetaalde melkprijs kwam 0,87
per 100 kg hoger uit dan de netto
opbrengst bij werkelijke gehalten.
Regionale verschillen
Regionaal liepen de melkprijzen wat
uiteen. In de regio Noord was er een
plus van 1,7% in West een plus van
0,5%, voorts een min van 0,4% in
Oost en 1,3% in Zuid. In absolute
cijfers waren de melkprijzen bij 4%
vet en 3,35% eiwit de volgende:
Noord ƒ72,06; Oost ƒ70,53; West
ƒ71,93 en Zuid ƒ71,79.
Rijdende melkontvangst
Het aandeel r.in.o.-melk bedraagt
momenteel 98%. Deze omschakeling
leidde tot een kostenverlaging voor
de fabriek en een verhoging van de
kosten op de boerderij.
De melkprijsverhoging is derhalve
geheel of ten dele nodig ter dekking
van dé kosten op de boerderij. De
aanvoerkosten per regio van de
boerderijmelk per r.m.o. waren in
1984 de volgende: Noord 1,24;
Oost 1,53; West 1,80; Zuid 1,54
per 100 kg.
Ontwikkeling melkprijzen 1980/1984
Het Produktschap gaf volgend over
zicht van de ontwikkeling van de
melkprijzen in de vier regio's van
1980 tot 1984, op basis van melk met
4,0% vet en 3,35% eiwit,
Overzicht gemiddelde opbrengsten
gemiddelde
gemiddelde
opbrengst 1*
richtprijs
/1
1980
57,75
59,66
- 3,3%
1981
61,57
64,90
- 5,4%
1982
66,74
69,68
- 4,4%
1983
68,29
72,68
- 6,4%
1984
68,00
73,16
- 7,6%
1* basis 100 kg met 3,7% af-boerderij.
basis 1980
100
1980
1981
1982
1983 1984
Noord
100
108,7
115,6
114,6
116,6
Oost
100
107,5
112,6
115,8
115,3
West
100
108,3
115,6
118,4
118,9
Zuid
100
108,2
115,8
120,6
119,1
Gemiddeld
100
108,1
114,7
116,9
117,2
In de omgeving van Turnhout (B.) is
de laatste maanden weer een tiental
gevallen van varkenspest voorgeko
men. Vorige week werd er nog een
besmet bedrijf in Minderhout aange
toond.
Er zijn enkele nieuwe entgebieden
ingesteld in de provincies Antwerpen
en Oost-Vlaanderen. Ook in Duits
land komen nog steeds nieuwe ge
vallen voor. In Nederland hebben
wij in tien weken geen positieve be
vinding meer te melden gehad. Dit is
hoopgevend! Er zijn nu al weer var
kenshouders die vragen of men nog
niet met enten kan ophouden. Dit is
zeker nog niet verantwoord daar er
in Nederland zelf vermoedelijk nog
virus aanwezig is. Houden we verder
rekening met het over België en
Duitsland vermelde, dan hoeven wij
voorlopig niet over stoppen te den
ken.
Men stelt zich voor de entingen zeker
tot januari 1986 te kontinueren.
Er leven in de praktijk ook gedach
ten om de entingen, vooral voor de
fokdieren, nadien nog voort te zet
ten. Deze gedachten verdienen o.i.
ondersteuning.
Is het wel reëel te verwachten dat als
we over enkele maanden echt vrij
zijn, er niet binnen afzienbare tijd
vanuit het buitenland weer virus
binnenkomt?
Wordt Jjet niet tijd dat de varkens
houders, nog duidelijker dan voor
heen, deze mening aan de Overheid
mededelen?
Gezondheidsdienst voor
Dieren in Noord-Brabant