Ondernemerschap veelzijdig begrip
Over 10 jaar, iedere
boer een computer
Melkrobot, ook voor het kleine bedrijf
Melkrobot nog niet
op Landbouw RAI
Voorlichting dreigt
achterop te raken
Wat het begrip ondernemerschap inhoudt, is niet gemakkelijk met een
paar woorden aan te geven. De ondernemer in land- en tuinbouw kan
omschreven worden als iemand die geheel zelfstandig voor eigen reke
ning en risiko een bedrijf voert. Met ondernemerschap wordt bedoeld
het totale handelen om een zo goed mogelijk bedrijfsresultaat te ver
krijgen. Het is evenwel afhankelijk van de visie van de ondernemer, wat
als een optimaal resultaat wordt beschouwd. Hij zal ernaar streven met
zijn onderneming een resultaat te bereiken dat zo goed mogelijk over
eenstemt met zijn opvattingen over welvaart en welzijn. Ondernemer
schap hoeft dus zeker niet alleen maar ekonomisch gericht te zijn.
Bovendien geeft de betrokkenheid van het gezin in veel gevallen een
extra dimensie aan het ondernemerschap in de agrarische sektor.
We bekijken in dit artikel drie belangrijke facetten van het onderne
merschap, namelijk het aanwenden en beheren van de produktiefakto-
ren, het uitvoeren en leidinggeven en de invloeden van buiten.
Aanwenden en beheren
Ondernemerschap is erop gericht te
komen tot een optimale aanwending
van de produktiefaktoren grond, ka
pitaal en arbeid. Daarbij krijgt de
ondernemer te maken met techni
sche, ekonomisch-financiële en so
ciale aspekten. Zijn handelen is erop
gericht de produktiefaktoren zo te
benutten, dat het gestelde onderne-
mingsdoel zo dicht mogelijk wordt
benaderd. De ondernemer is zo bezig
met een vorm van beheer van de
verschillende aspekten.
De technische aspekten van het on
dernemerschap kunnen worden sa
mengevat in het begrip vakman
schap. Voor de ondernemer op het
agrarisch bedrijf betekent dat onder
meer kennis van teelttechnieken; het
benutten van scholings- en voorlich
tingsmogelijkheden en het bijhou
den van een administratie van de
technische resultaten en het benutten
van deze gegevens.
De ekonomisch-financiële aspekten
van het ondernemerschap houden
daarmee nauw verband. Hierbij gaat
het om zaken als inzicht in de invloed
van technische resultaten op het in
komen en de financieringsmogelijk
heden; het regelen van aankoop en
afzet van produkten en het bewaken
van kosten; het voeren van een
boekhouding en inzicht in de wijze
waarop de daaruit verkregen gege
vens benut kunnen worden.
De sociale aspekten van het onder-
Het KNLC-diskussiethema voor ko
mende winter.
nemerschap hebben met name te
maken met de relatie bedrijf en ge
zin, de afweging tussen welvaart en
welzijn en de belangenbehartiging
voor het bedrijf naar buiten. Van
belang zijn daarbij onder meer het
zicht op risiko's en mogelijke maat
regelen om deze in te perken; het
afwegen en op encaar arsiemmen van
gezins- en bedrijfsbelangen; weer
baarheid en bestendigheid tegen
moeilijkheden en -krisissituaties; het
maken van keuzes voor de met het
bedrijf na te streven doelstellingen
en het bekwaam optreden voor het
bedrijf tegenover anderen.
Uitvoering en leidinggeven
De ondernemers in land- en tuin
bouw houden zich met dit alles be
zig, zowel in de uitvoerende als in de
leidinggevende sfeer. Technische,
ekonomische, financiële en sociale
aspekten worden daarbij beoor
deeld, afgewogen en met elkaar in
verband gebracht. Aan de hand
daarvan worden keuzes gemaakt en
beslissingen genomen om het be-
drijfsgebeuren zo goed mogelijk te
besturen. Dat alles bij elkaar moet
dan leiden tot het resultaat dat de
ondernemer wil bereiken.
Behalve een beleid op korte termijn
is hierbij ook een beleid nodig voor
de langere termijn. Het gaat niet al
leen om de direkte resultaten; ook de
mogelijkheden voor het voortbe
staan van het bedrijf (de kontinuïteit)
zijn belangrijk. Het ondernemer
schap zal zich daar eveneens op
moeten richten.
Invloeden van buiten
Ondernemerschap is niet los te zien
^van het gehele maatschappelijk ge
beuren. De land- en tuinbouwbe
drijven vormen een onderdeel van
het gehele ekonomische en maat
schappelijke bestel. Allerlei invloe
den van het overheidsbeleid en uit de
samenleving hebben invloed op de
gang van zaken in het bedrijf. Ook
dat is een belangrijk gegeven bij het
uitoefenen van ondernemerschap.
Een bijzonder aspekt van het onder
nemerschap in de agrarische sektor is
de afhankelijkheid van de natuur.
Boeren en tuinders werken met le
vend materiaal. Zij zijn in hoge mate
afhankelijk van natuurlijke proces
sen, die maar ten dele te beïnvloeden
zijn. Dat maakt dat de agrarische
ondernemer steeds te maken heeft
met een stuk onzekerheid over de
resultaten van zijn bedrijfsvoering.
Vrij maar gebonden
Ondernemerschap, zelfstandigheid
en vrijheid worden nogal Neens aan
elkaar gekoppeld en tot op zekere
hoogte als synoniem beschouwd. Dat
is maar ten dele waar. De vrijheid
van de zelfstandige ondernemer is
niet onbeperkt. Hij zal steeds reke
ning moeten houden met allerlei
ontwikkelingen van buitenaf en met
het doel waar het bedrijf voor ge
voerd wordt. Kontinuïteit mag daar
bij niet uit het oog worden verloren.
Het overheidsbeleid bepaalt in be
langrijke mate de vrijheid van de
ondernemer en hij is afhankelijk van
de natuur. De bedrijfsgebondenheid
is in het algemeen vrij groot, zowel
door de aard van het produktiepro-
ces als door de (geringe) omvang van
de bedrijven. Zeker voor de agrari
sche sektor geldt dan ook dat onder
nemerschap een zaak is van vrijheid
en gebondenheid.
Over tien jaar heeft iedere boer een computer. Daar zijn de heren
Blauw en Van der Linde als directie van Gascoigne Melotte in Emmel-
oord stellig van overtuigd. Vorige week kwam dit bedrijf nog in het
nieuws vanwege een mammoet-transport van twaalfhonderd koeien
naar Eypte. Eerder kreeg het bedrijf ook buiten de landbouw bekend
heid door de presentatie van een melkrobot in het tv-programma
Brandpunt in de Markt. Gascoigne Melotte mag gerekend worden tot
de toonaangevende bedrijven, die mede de technische ontwikkelingen
in de melkveehouderij bepalen. Algemeen directeur Blauw heeft vast
omlijnde gedachten over de toekomst.
Blauw rechts op de foto) en van der Linde, met op de achtergrond het nieuwe
hoofdkwartier van Gascoigne Melotte in Emmeloord.
Alles overheersend in de melkvee
houderij is de superheffing. "Wij
gaan ervan uit dat de quotering van
de produktie voorlopig blijft. De in
dividuele boer zal dus binnen de
hem toegewezen produktieruimte
een inkomen moeten verdienen. In
die situatie is het van wezenlijk be
lang de kosten zover mogelijk te
drukken, aldus Blauw. Zijn stelling is
dat de superheffing zowel boer als
industrie dwingt te zoeken naar mo
gelijkheden om de efficiency te ver
hogen: "Dat houdt de gemeente
goed wakker!"
Naar 10.000 liter
Blauw en Van der Linde zien het als
een taak van de toeleverende indus
trie het de melkveehouders mogelijk
te maken de melkproduktie per koe
op te krikken: "De boer moet straks
met een tienduizend-liter-koe (of
misschien iets minder) goed uit de
voeten kunnen. Een bijdrage aan die
ontwikkeling leveren is ons be
staansrecht." Zij zijn van mening dat
de gemiddelde melkproduktie per
koe heel snel over de 6.000 liter zal
gaan. "Ons idee is dat je over enige
tijd met 75 koeien evenveel melk
produceert als voorheen met 100
koeien. Daarvoor is wel een betere
besturing van het bedrijf nodig dan
voorheen." Het gaat om belangrijke
zaken als voedering, gezondheid,
drachtigheid en selectie. En dan
komt de elektronica, zeg maar de
computer, om de hoek kijken.
"Onze. filosofie is dat je de elektro
nica nodig hebt om de kosten te be
waken teneinde onder het regiem
van de melkquotering nog wat geld
te verdienen op de boerderij", zo zegt
Blauw en hij voegt eraan toe: over
tien jaar heeft iedere boer een com
puter.
Vrijdag 27 september 1985
Koeherkenning
De basis voor "computerisering" van
het melkveehouderijbedrijf is het
elektronische koeherkenningssys
teem. Dit systeem is nu reeds op drie
a vierduizend bedrijven in gebruik.
Nederland loopt voorop in deze ont
wikkeling en beheerst ook groten
deels de markt.
Het koeherkenningssysteem maakt
niet alleen individuele voedering
mogelijk, maar kan ook benut wor
den om verscheidene waarnemingen
met behulp van de elektronica aan
de computer door te geven en te
verwerken. Door koppeling aan an
dere informaties kan de veehouder
snel en zo volledig mogelijk geïnfor
meerd worden. Aan de hand van de
verkregen gegevens kan hij dan zijn
beslissingen nemen. Men koopt nu al
informatie- en voersystemen, die
meer toepassingen in de toekomst
mogelijk maken", vertelt Blauw. De
melkrobot past ook in dat systeem. Je
krijgt dan een combinatie in de vorm
van een "melkvoerautomaat".
Kleinere bedrijven
Wie mocht denken dat de melkauto-
maat straks alleen gebruikt zal gaan
worden op de grotere bedrijven,
heeft het mis. Bij Gascoigne Melotte
is men er van overtuigd dat reeds een
melkveestapel van 30 tot 35 koeien
de mogelijkheid biedt om rendabel
een melkrobot te gebruiken. De
aanschafwaarde zal rond de vijftien
duizend gulden bedragen.
Uit praktijkproeven is gebleken dat
een koe zich vaker dan twee keer per
etmaal door een melkrobot laat mel
ken. Dat werkt niet alleen produk-
tieverhogend, maar komt ook de ge
zondheid van de koe ten goede. Zo is
met automatische melken de inves
tering snel terug te verdienen.
KNLC-diskussie—
thema ONDERNEMER
SCHAP TUSSEN VRIJHEID
EN GEBONDENHEID
"Denk ook eens aan de nevenbedrij-
ven met koeien", zegt Blauw. "In
West-Duitsland zijn nogal wat van
dergelijke bedrijven waar de vrouw
melkt. Voor haar is zo'n melk-voer-
box ideaal. Het geeft haar meer vrij
heid, terwijl de echtgenoot zijn baan
elders blijft uitoefenen".
Buitenlandse projecten
Direct na de intrede van de super
heffing beperkten de boeren hun in
vesteringen. Dat merkte men ook bij
Gascoigne Melotte. Men spreekt
daar over een "marktaanval van 75
procent voor de gehele branche. "In
zo'n markt wordt wel gevochten om
iedere order met als gevolg dat de
marges flink onder druk komen te
staan. Het heeft vooral geleid tot in
krimping van de produktiebedrijven.
Maar het betekent ook dat er door-
eengenomen minder geld beschik
baar is gekomen voor onderzoek,
voor nieuwe ontwikkelingen.
Gascoigne Melotte heeft tijdig de
bakens kunnen verzetten en richt
zich nu vooral op buitenlandse
De melkrobot zal op de Land-
bouw-RAI in januari volgend
jaar nog niet te koop zijn. "Mis
schien zullen wij wel de techniek
laten zien", zegt directeur JJlauw
van Gascoigne Melotte. Volgens
hem is op dit moment de melk-
automaat nog niet rijp voor de
praktijk. Op het ogenblik worden
proeven op praktijkschaal geno
men. "Maar op het moment dat
de eerste melkrobot geplaatst
wordt, moet ook het service-ap
paraat klaar zijn voor een ra
zendsnelle hulpverlening", aldus
Blauw en hij voegt eraan toe:
"Wij gaan nu rustig door met de
ze nieuwe ontwikkeling.
markten. "Zestig procent van onze
omzet halen wij in het buitenland",
zegt Van der Linde, die door de hele
wereld reist op zoek naar nieuwe
projecten. De revenuen daarvan
worden gebruikt om de binnenland
se positie te versterken, zo ook voor
de ontwikkeling van de melkrobot.
De buitenlandse projecten waar
Gascoigne Melotte zich mee bezig
houdt zijn soms zeer grootschalig,
zoals in het Midden-Oosten. Daar
worden niet alleen stallen met alles
erop en eraan gebouwd, maar ook
een voerfabriek, zuivelfabriek, KI-
station en een hoogproduktieve
melkveestapel van een paar duizend
koeien. Zelfs het management van
zo'n bedrijf kan door Gascoigne
Melotte geleverd worden. De op
drachtgever krijgt zo kant en klaar
een bedrijf opgeleverd. Hij hoeft
slechts de sleutel van de toegangs
poort om te draaien. Derhalve wor
den deze opdrachten aangeduid als
"turn key-projecten". Gascoigne
Melotte werkt daarbij nauw samen
met een aantal bedrijven, die ieder
hun specifieke kennis inbrengen,
terwijl de praktijkschool voor vee
houderij en.weidebedrijf te Oenkerk
managers en personeel voor de pro
jecten in het buitenland' kan oplei
den.
Wisselwerking
Volgens Blauw en Van der Linde
kost het nogal wat moeite om aan de
buitenlandse vraag naar Nederlands
vee te voldoen, vooral waaneer het
gaat om FH-bloed. "De Nederlandse
boer wil een goede FH-koe nog niet
verkopen, omdat hij nog volop bezig
is met de opbouw van zijn veestapel
met hoog-produktieve dieren. Over
twee a drie jaar zullen er weer vol
doende dieren voor export beschik
baar zijn", aldus Blauw.
Hij benadrukte de wisselwerking tus
sen een hoog ontwikkelde veehoude
rij in ons land en de mogelijkheden
voor export. Door de voorsprong van
de Nederlandse boeren op buiten
landse collega's is het mogelijk
kennis en uitgangsmateriaal te ex
porteren alsmede een geavanceerde
bedrijfsuitrusting, die hier in de
praktijk reeds is beproefd. "Mede
daarom is een behoorlijk opleidings
niveau van de boeren heel belangrijk",
aldus Blauw. "Gezien trouwens de
smalle marges tussen kosten en op
brengsten zullen alleen de beter op
geleide boeren en de meest vinding
rijke boeren blijven.
In het moderniseringsproces in de
melkveehouderij dreigt de over
heidsvoorlichting achterop te ra
ken. Dat is de mening van de heer
Blauw, directeur van Gascoigne
Melotte te Emmeloord. Volgens
hem dient de voorlichting toch
voorop te lopen bij het geven van
informatie ober de toepassings
mogelijkheden van nieuwe tech
nieken. Nu is het zo dat het op
leidingsniveau van de voorlichter
nauwelijks meer hoger ligt dan
dat van de boer met wie hij
spreekt.
"Ik heb de indruk dat de overheid
te weinig geld beschikbaar stelt
om de voorlichters in het veld
voldoende bij te scholen in de
nieuwe ontwikkelingen. Daar
mee dreigt het gevaar dat de
voorlichting alleen nog een soort
registrerende functie overhoudt",
aldus Blauw.
13