Techniek lijkt niet te stoppen Wellicht teveel heffing betaald Luteijn: Beleid vooral richten op zelfstandige Bedrijf en gezin Belangen vaak sterk verweven Technische ontwikkelingen hebben al heel lang grote gevolgen voor onze samenleving. Ook voor de agrarische bedrijven blijven de gevolgen niet uit. Het is een proces, dat in wezen al zo lang aan de gang is, als er bij de mens sprake is van een streven naar vooruitgang. Vaak als een jarenlang geleidelijk voortgaande zaak, maar soms is er ook sprake van sprongen vooruit, als gevolg van bepaalde uitvindingen of ontdekkin gen. Als er tegenwoordig over technische ontwikkelingen wordt gesproken denkt iedereen daarbij aan de com puter. Maar het omvat natuurlijk veel meer. Voor de agrarische sector moeten we daarbij ook denken aan het kweken en veredelen van plan ten, het fokken en selecteren van dieren en allerlei ontwikkelingen op dit terrein. Verder het toepassen van nieuwe teelttechnieken, andere wij zen van veehouden en veeverzorgen, het beschikbaar komen van nieuwe hulpmiddelen "en machines voor verlichten en vervangen van arbeid. In dit alles speelt de computer heel duidelijk ook mee, maar het is slechts een facet van de gehele technische ontwikkeling die gaande is, zij het op dit moment een heel belangrijk facet. Door de plantenveredeling en de veefokkerij is al heel lang getracht meer en betere rassen en dieren te verrkijgen. Dankzij kweek- en veredelingswerk kregen boeren en tuinders de be schikking over gewassen die hogere opbrengsten én betere kwaliteiten leveren en die soms ook beter resis tent zijn tegen ziektes. In de groei cijfers en hogere melkopbrengsten. KI en nu zelfs embryo-transplantatie bieden grote mogelijkheden. De ontwikkeling is nog lang niet ten einde gekomen. Met de gangbare werkwijze zullen de cultuurgewassen Maar niet enkel de financiële relatie; ook de gebruikelijke levenswijze van het agrarische gezin maakt dat er zulke sterke banden zijn tussen be drijf en gezin. Het gezin woont ais regel op het bedrijf. De kinderen maken dagelijks mee hoe vader, en vaak ook moeder, druk bezig zijn met de werkzaamheden op het be drijf. Als ze wat ouder zijn, worden ze daar zelf ook nogal eens bij inge schakeld. In de huiselijke kring vormt het bedrijf heel vaak het ges preksthema. Deze nauwe handen tussen gezin en bedrijf drukken mee hun stempel op het ondernemerschap in de land- en tuinbouw. Veel overleg over het be drijf vindt plaats in de huiselijke kring in het gezin. Gezinsleden kun nen daardoor hun inbreng leveren in allerlei ondernemingsbeslissingen. In die beslissingen moeten gezinsbe- langen wel heel duidelijk meespelen. Wijzigingen Veranderingen in de samenleving hebben ook hun gevolgen voor de verhouding tussen het bedrijf en de leden van het agrarische gezin. Enerzijds wordt, onder invloed van de zich wijzigende positie van de vrouw in onze maatschappij, de vrouw van de agrarische ondernemer van medewerkster meer en meer 14 zeker nog veel verder kunnen wor den verbeterd. Maar nieuwe tech nieken gaan daarbij in de toekomst een grote rol spelen. In dit verband valt met name te denken aan de toe passing van de bio-technologie. Daarmee zullen allerlei (erfelijke) eigenschappen zijn te beïnvloeden en te veranderen; waardoor nog on gekende mogelijkheden ontstaan. Dit alles kan leiden tot produkties die nu nog niet voor mogelijk wor den gehouden. En wellicht krijgt de ondernemer daardoor in de toe komst ook te maken met geheel nieuwe soorten, rassen en kruisingen op zijn bedrijf. Automatisering De computer zal zeker een steeds grotere rol gaan spelen bij allerlei teelttechnieken. Ongetwijfeld zal deze ook meer en meer worden ge bruikt voor de besturing van agrari sche produktieprocessen. Ook de automatisering van allerlei werkzaamheden met behulp van de computer zal in de agrarische sector grote veranderingen teweeg brengen. De melkrobot lijkt er b.v. al aan te komen. Er zullen nieuwe werktuigen worden ontwikkeld voor werkzaam heden die tot dusver niet konden worden gemechaniseerd en geauto matiseerd. Bij het verwerken van bedrijfsgege- mede-onderneemster. Anderzijds is er ook sprake van een toenemend aantal gevallen waar de echtgenote voor kortere of langere tijd kiest voor een werkkring buiten het bedrijf. Steeds meer echtgenotes zijn niet zelf afkomstig van een agrarisch bedrijf. Als gevolg van de ontwikkelingen in de samenleving wijzigt zich ook de opleiding van de kinderen. Daarbij moet er veelal eerder en ook duide lijker een keuze worden gemaakt tussen wel of niet meewerken in het bedrijf, met op de achtergrond de toekomstige bedrijfsopvolging. De grote werkloosheid leidt ertoe dat er steeds vaker meerdere opvolgers op één bedrijf zijn. Degenen die niet zullen opvolgen komen al gauw wat verder van het bedrijf af te staan. De toekomstige opvolgers krijgen eerder een belangrijke positie binnen het bedrijf (maatschappen). Zakelijker Meer dan voorheen lijken de ver houdingen tussen bedrijf en gezin ook in een zakelijker sfeer terecht te komen. Het inzetten van gezins krachten zonder dat daarbij de belo ning ter sprake komt, is bv. niet zo vanzelfsprekend meer. De discussies over de beloning van de meewer kende echtgenote duiden hierop. Een aspect dat nog meer dan voor heen steeds zakelijker moet worden vens is de computer al sterk in op mars endat gaat nog zeker met sprongen verder. Het ziet er naar uit, dat de mogelijkheden voor informa tievoorziening voor de agrarische ondernemer met behulp van de computer nog enorm kunnen toene men. Gevolgen Wat de gevolgen van al deze nieuwe ontwikkelingen zullen zijn, valt nog niet te overzien. Maar sterk stijgende produkties brengen gevaren voor toenemende overschotten in zich, tenzij de afzetmogelijkheden be langrijk kunnen worden uitgebreid. Het is ook zeker niet ondenkbaar, dat door dit alles de schaalvergroting misschien weer zal worden versneld. Dat kan dan inhouden dat nog heel wat bedrijven gedwongen zullen zijn af te haken, met alle consequenties daarvan voor de ondernemers en hun gezinnen. De technische ontwikkelingen zijn niet te stoppen, of we er nu gelukkig mee zijn of niet. Wetenschappers en uitvinders zitten niet stil; ze komen steeds weer met nieuwe ontdekkin gen aandragen. We ontkomen er niet aan, om datgene wat daarvan toe pasbaar is, geleidelijk ook te gaan gebruiken. Vrij maar gebonden De agrarische ondernemer heeft te maken met allerlei technische ont wikkelingen of hij dat nu wil of niet. Hij moet proberen van dit alles een zo goed mogelijk gebruik te maken, voorzover dat past in zijn doelstelling als ondernemer. Er zijn echter ont wikkelingen waar hij gewoonweg niet omheen kan en die gevolgen hebben voor de structuur van de hele land- en tuinbouw. Een goede opleiding en voortdurende bijscholing kunnen de ondernemer in staat stellen tijdig de goede beslissingen te nemen. Zo kan hij ervoor zorgen dat de technische ontwikkelingen hem meer vrijheid geven op zijn bedrijf en juist de ge bondenheid beperken. KNLC-diskussie— thema ONDERNEMER SCHAP TUSSEN VRIJHEID EN GEBONDENHEID bekeken, is de financiering. Men zal een goed inzicht moeten hebben in de mogelijkheden van het bedrijf en in de mate waarin vreemd geld kan worden aangetrokken om bepaalde investeringen te financieren. De banken stellen zware eisen bij finan ciering en de aangegane verplichtin gen zullen in de daaropvolgende ja ren ook hun stempel op het gezin drukken. In het kader van de overgang van het bedrijf van de ouders naar één (of meer) van de kinderen is in veel ge vallen eveneens sprake van een meer zakelijke opstelling van de betrok kenen dan voorheen. Dat geldt zowel voor de ouders en de opvolgers als voor niet-opvolgende kinderen. Dit alles onder invloed van verhoudin gen, opvattingen en normen die zich in de afgelopen jaren sterk wijzigden. Vrij maar gebonden Het hele gezin van de ondernemer in land- en tuinbouw wordt nauw be trokken bij het bedrijf. Vrouw en kinderen helpen mee, zeker in druk ke tijden, en veel gesprekken in ge zinsverband gaan over het bedrijf. De financiële mogelijkheden van de gezinsleden zijn direct afhankelijk van de bedrijfsresultaten. Bij het be palen van het bedrijfsbeleid zal de ondernemer niet kunnen beslissen zonder de gezinsbelangen mee te la ten spelen. Wat betreft de toekom stige opvolger zal veel eerder dan vroeger een keuze moeten worden gemaakt tussen wel of niet boer worden. Omstandigheden van bui tenaf (werkloosheid) bein vloeden mede de keuze. Is die keuze eenmaal gemaakt, dan weten alle betrokke nen, ook in de sfeer van het gezin, zich gebonden aan de afspraken. Ook hier geldt; vrijheid, maar zeker ook gebondenheid. Ombudsman Rang acht het niet on mogelijk dat door de tekortkomin gen van het ministerie van Land bouw eigenlijk teveel superheffing betaald moet worden over het sei zoen 1984/85. Door de langdurige onzekerheid over de juiste omvang van hun heffingvrije quotum, heb ben melkveehouders hun bedrijfs voering in een te laat stadium aan gepast, waardoor zij hun quotum hebben overschreden. "Melkvee houders moeten maanden en maan den vooruit zien bij het doen van in vesteringen en daar is onzekerheid over ontstaan. Men is in het voorjaar van 1984 maar op de goede gok be gonnen. Goedbedoeld is er daardoor toch teveel geproduceerd, wat de veehouders wellicht hadden kunnen voorkomen wanneer alle maatrege len eerder waren afgekondigd". Al dus de ombudsman in een intern view met de CLO-bladen. Professor Rang is zich er pijnlijk van bewust dat hij alleen een onderzoek naar de uitvoering van de superhef fing heeft mogen doen. Wettelijk heeft hij geen bevoegdheid om in houdelijk de beschikking te toetsen. In ons gesprek zet de ombudsman toch een aantal vraagtekens achter het gevoerde beleid, waarbij hij voorop wil stellen ervan overtuigd te zijn, dat minister Braks zich tot het uiterste heeft ingespannen om de Nederlandse melkveehouderij in een zo gunstig mogelijke positie te ma noeuvreren. "Maar ik zou dolgraag willen weten wat er na 14 september 1983 is gebeurd, toen de Europese Commissie verdere voorstellen voor de beperking van de melkproduktie bij de Raad van Ministers heeft in gediend. Hadden toen alniet ophet ministerie in Den Haag beleidsmaa tregelen getroffen kunnen worden, zodat men in het voorjaar van 1984 beter voorbereid was op de invoering van de superheffing?", aldus Rang. Hij wijst erop, dat de Europese au toriteiten hebben gewaarschuwd voor de administratieve moeilijkhe den bij de toepassing van de super heffing. "Dat had voor de nationale overheid een signaal moeten zijn ex tra zorgvuldig op te treden. Overi gens vreest de ombudsman dat na tionale overheden vaker in de pro blemen zullen kunnen geraken, wanneer in kort tijdsbestek EG-ver- ordeningen moeten worden uitge voerd. Prof. Rang zal met zijn colle ga's uit andere EG-landen overleg gen hoe in die situatie klachten van burgers moeten worden behandeld. Dat heeft ook grote belangstelling van de Europarlementariërs. Desgevraagd meent de ombudsman dat de conclusies in zijn rapport er toe kunnen bijdragen dat een melk veehouder sterker staat wanneer hij meent schade geleden te hebben door de wijze van uitvoering van de superheffing. "Het kan meehelpen financiële genoegdoening bij de burgerlijke rechter te halen". Voor het College van Beroep, dat duizen den bezwaarschriften moeten beoor delen, kan het rapport van de om budsman dienen als algemene infor matie voor het beoordelen van de gang van zaken. Rang beseft dat zijn rapport voor de boeren in het algemeen geen geld oplevert. "U moet het vooral zien als een morele genoegdoening voor de melkveehouders, die teleurgesteld zijn in het gevoerde beleid. Het is dooreengenomen een categorie ge zagsgetrouwe mensen, die nu teleur gesteld zijn in de overheid. Ik hoop ook dat het de landbouwspecialisten in het Parlement aan het denken zal zetten, want zij dragen mee in de politieke verantwoordelijkheid voor deze zaak", aldus de ombudsman. Met toch weer een uitstapje naar het beleid zegt Rang: "Qua type maat regel ligt de medeverantwoordelijk heidsheffing op het zelfde vlak als de superheffing. Er kunnen politieke redenen zijn om de medeverant woordelijkheidsheffing te handha ven, maar deze bijt de superheffing wel een beetje". Bartele A. Bokma. Vrijdag 27 september 1985 "Het agrarisch beleid moet in de eerste plaats gericht blijven op zelfstandige agrarische onderne mers, die in belangrijke mate zelf de ontwikkelingen op hun bedrijf kunnen bepalen. Het zijn telken male weer de initiatieven van in dividuele zelfstandige onderne mers die de aanzet tot nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden binnen agrarisch Nederland heb ben gegeven. Wij moeten ervoor waken dat op onze sector niet zo veel regelwetgeving wordt losge laten dar steeds minder boeren en tuinders zich nog geroepen voelen echt ondernemend bezig te zijn? Dat is de mening van ir. D. Lu teijn. Bij zijn officiële afscheid als voorzitter van het Koninklijk Nederlands Landbouw-comité, in april van dit jaar, wijdde hij een gedeelte van zijn toespraak aan het landbouwbeleid dat naar zijn mening het meest wenselijk is voor de ondernemers in deze sec tor. Volgens hem mogen er best onderlinge verschillen zijn. "Het is een volstrekte misvatting te veronderstellen dat een zeer grote mate van gelijkheid in po sitie, van nivellering van inko mens en werksituaties de belan gen van de mensen werkelijk dient. Juist de mogelijkheid om, uiteraard binnen bepaalde wette lijke kaders, in ons dichtbevolkte landje, afhankelijk van inzet, kennis, ondernemerschap en per soonlijke voorkeuren, verschillen tussen bedrijven en de positie van de mensen daarop, zich te laten ontwikkelen, maakt het leven pas ir. D. Luteijn tot een werkelijk positief gebeu ren. In de praktijk van vandaag bete kent dat vooral kiezen voor op lossingen die ruimte openlaten voor voldoende individuele be drijfsontwikkeling en niet leiden tot bevriezing van bestaande structuren en het kunstmatig in stand houden van op zich niet le vensvatbare bedrijven of structu ren. Dat is des te meer nodig nu be langrijke nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden zich aandienen en we zonder twijfel voor grote wijzigingen binnen onze produk- tiestrukturen staan als we als agrarisch exportland bij uitstek willen blijven meetellen". Aldus Luteijn, die ook nog opmerkte dat de laatste 25 jaar de boeren en tuinders steeds meer nuchtere en zakelijk ingestelde ondernemers zijn geworden. Het agrarische bedrijf wordt in hoofdzaak uitgeoefend als gezinsbe drijf. Daarbij zijn verschillende vormen mogelijk. Zo kan ook een alleenstaande met of zonder hulp van anderen, een "gezinsbedrijf' voeren. Er is als regel een sterke band tussen bedrijf en gezin met een grote verwevenheid tussen gezins- en ondernemingsbelangen. De agrarische ondernemer wordt daar dagelijks mee geconfronteerd. Er zijn weinig sectoren waar het gezinsinkomen zo direct en in zo sterke mate afhankelijk is van de resultaten van het bedrijf. Het ver mogen van de ondernemer en zijn gezin is in de land- en tuinbouw veelal geheel vastgelegd in het bedrijf. De bestedingsmogelijkheden voor en door het gezin zijn in hoofdzaak afhankelijk van de ruimte die het bedrijf daarvoor biedt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 12