Wisselwerking onderwijs, voorlichting en onderzoek intensiveren Emancipatie van de vrouw Meer kontrole AID wordt versterkt Onverschilligheid kenmerkt beleid land- en tuinbouw Landbouwbegroting 1986 Landbouw-Comité verontrust Beperkte toename agrarisch inkomen? Grondprijs niet buitensporig hoog Eén van de kernpunten van de verwezenlijking van het beleid van het ministerie van landbouw en visserij is een samenhangend instrumenta rium voor onderwijs, voorlichting en onderzoek. Zowel op het niveau van de beleidsbepaling, als dat van de organisatie en van de uitvoering dient sprake te zijn van een onderlinge wisselwerking tussen deze drie komponenten. Het streven is erop gericht deze wisselwerking te inten siveren. Dit onder meer staat in de paragraaf onderwijs, voorlichting en onder zoek van de Memorie van Toelichting op de begroting 1986 van het ministerie van landbouw en visserij. Eén van de stappen die zal worden gezet om de wisselwerking te inten siveren is de assistenten-in-opleiding hun onderzoek niet alleen aan de Landbouwhogeschool te laten ver richten, maar ook aan de instituten voor landbouwkundig onderzoek. In het middelbaar agrarisch onder wijs zal de aandacht gericht zijn op de inhoudelijke vormgeving van va krichtingen binnen de afdelingen en een betere afstemming op de wensen van het bedrijfsleven. Verder is het informatika-onderwijs van groot belang. Dat geldt zowel voor de voorlichting als voor de (toekomstige) ondernemers. In de voorlichting zal in de komende tijd aandacht worden besteed aan de mestproblematiek; In de sektoren akker- en tuinbouw ook aan de ge wasbescherming. Deze voorlich- tingsaktiviteiten worden onder steund door een intensivering van het onderzoek met betrekking tot opslag, verwerking en kwaliteit van mest en de verhoogde aandacht van het onderzoek voor biologische bes- trijdingstechnieken en resistentieve- redeling. Onderwijs De instroom van leerlingen in het voortgezet onderwijs zal in 1986/1987 evenals in 1985/1986 la ger zijn, dan in eerdere prognoses is aangegeven. Dit betekent voor het lager agrarisch onderwijs mogelijk een lichte teruggang van het totale aantal leerlingen en in het middel baar agrarisch onderwijs een gerin gere groei. De studentenaantallen in het hoger agrarisch onderwijs en aan de Landbouwhogeschool ontwikke len zich globaal wel volgens de ver wachtingen. Agrarisch voortgezet onderwijs Bij de ontwikkeling naar agrarische opleidingscentra is een intensieve samenwerking binnen het voortgezet agrarisch onderwijs van groot be lang. In dit kader zullen nieuwe pro- jekten kort middelbaar agrarisch onderwijs (KMAO) worden toege wezen aan bestaande scholen voor middelbaar agrarisch onderwijs, waarbij de in een samenwerkings verband opgenomen scholen vooi lager agrarisch onderwijs meestal als uitvoeringslokaties zullen dienen. Bi de uitbreiding van het aantal studie richtingen bij bestaande KMAO vestigingen zal als voorwaarde wor den gesteld, dat de aan het lagei agrarisch onderwijs verbonden over eenkomstige leerlingstelsels op korte termijn in het samenwerkingsver band worden ingebracht. Onderzoek Een notitie over taak en omvang van het landbouwkundig onderzoek wordt binnenkort afgerond. Op dit moment wordt er ook gewerkt aan een Ontwikkelingsplan voor het de partementale landbouwkundig on derzoek, dat in het najaar van 1986 aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden. Dit ontwikkelingsplan voor de jaren 1987-1990 zal, op basis van een analyse van de aanwezige onderzoekkapaciteit, en tegen de achtergrond van maatschappelijk en wetenschappelijk gevraagde resp. verwachte ontwikkelingen, uitspra ken bevatten over de vraag welke funkties en taken het onderzoe- kapparaat met welke intensiteit moet vervullen. Onderzoek naar de invloed van het grondgebruik op de bodemgezond heid, met inbegrip van het gebruik van bestrijdingsmiddelen en mest, zal gestimuleerd worden. Hiervoor krijgt de Stuurgroep Bodemekolo- gisch Onderzoek voor drie jaar de beschikking over 2,7 min. Voor proces-technologisch onder zoek staat thans een onderzoekplan op stapel om de toepassingsmoge lijkheden van primaire agrarische produkten als grondstof voor indus triële verwerking te bevorderen. Met dit plan zal de toepassing van de biotechnologie in de verwerkende industrie een belangrijke impuls krijgen. Het gebruik van kunstmatig sub straat voor de teelt van groenten en sierteeltgewassen krijgt bij verdere intensivering nadelen onder meer op het punt van de verwijdering van restanten voedingsstoffen en bestrij dingsmiddelen. Teneinde de techni sche voordelen te optimaliseren en de nadelen te elimineren wordt eind 1985 een onderzoekprogramma bij instituten en proefstations tot uit voering gebracht. In samenwerking met het bedrijfs leven zal ernaar worden gestreefd de energiebesparende elektrische visse rij op platvis te toetsen, aan te passen en zo mogelijk te introduceren. De Algemene Inspektie Dienst (AID) wordt uitgebreid. Minister Braks kondigt aan dat er 25 for matieplaatsen ekstra komen bij deze dienst. Door superheffing, Interimwet en vangstbeperking in de visserij konstateert de be windsman grotere spanningen dan voorheen tussen AID-ambtenaren en "gekontroleerden". Hij wijst er verder op dat ook de voorschriften met betrekking tot de toediening van hormonale stoffen aan slachtdieren ekstra aandacht in de kontrole zullen moeten houden. Met betrekking tot de superhef fing is inmiddels met de teniet- doening van frauduleus verkre gen heffingvrije kwota begonnen. De toetsing van de betreffende aanvragen zal worden voortgezet. Fraudebestrijding heeft trouwens in zijn algemeenheid voortdu rend de aandacht van de opspo ringsdienst. De AID zal in ver sterkte mate de naleving van de Interimwet beperking varkens- en pluimveehouderijen kontrole- ren. In het kader van de zorg voor de instandhouding van het milieu kontroleert de AID tevens of het gebruik van bestrijdingsmiddelen overeenkomstig de wettelijke ge bruiksvoorschriften geschiedt. Nieuwe elementen daarbij zijn het toepassen van bestrijdings middelen door luchtvaartbedrij ven en het verantwoord gebruik in waterwinningsgebieden, aldus Braks. Bijna één pagina in de memorie van Toelichting wordt besteed aan de emancipatie van de vrouw. De minis ter onderschrijft de betekenis van de meewerkende echtgenote voor een goed funktioneren van het agrarisch bedrijf. Volgens de minister dienen onderwijs, onderzoek en voorlichting daar meer dan voorheen op te zijn toegesneden. Hij wijst er op dat bij het landbouw onderwijs het agrarische volwasse nenonderwijs wordt bevorderd dat met name agrarische vrouwen kan sen biedt. Voorts wordt bekeken hoe de deel name van meisjes en vrouwen aan het landbouwonderwijs kan worden gestimuleerd. Van belang daarvoor is de invoering pp inmiddels 80% van de lagere agrarische scholen van de verbrede vakrichting, waardoor een verschuiving van het beroepsvoor bereidende naar het beroepsoriënte rende karakter plaatsvindt. Op een viertal middelbare agrarische scho len is de mogelijkheid geopend deze deeltijd te volgen. De helft van het aantal deelnemers bestaat thans uit vrouwen. In de landbouwvoorlichting hebben enkele konsulentschappen een (voorzichtig) begin gemaakt met het organiseren van kursussen voor vrouwen. Daarnaast is een vervol gonderzoek in voorbereiding op het door het Landbouw Ekonomisch In stituut in 1984 gepubliceerde rapport "Boerinnen en tuindersvrouwen in Nederland". Niet alleen onderwijs en voorlichting zijn faktoren die meetellen voor het funktioneren van de vrouw in het agrarische bedrijf. Ook haar mede betrokkenheid bij onder meer lan dinrichtingsprojecten moet daarbij in het oog worden gehouden. Het LEI is naar de participatie van de boerinnen in landinrichtingspro- jekten een onderzoek begonnen. Daartoe is de begeleidingskommissie "Vrouwen en landinrichting" inges teld. Hierin zijn onder meer de Emancipatieraad en het landbouw bedrijfsleven vertegenwoordigd. Tenslotte zullen uit het oogpunt van vrouwenemancipatie ook voor het landbouwbeleid de resultaten van belang zijn die de "Kommissie mee werkende vrouw in het eigen bedrijf' boekt. Deze Kommissie heeft tot taak de problemen te inventariseren, alsmede daarover oplossingen aan te 10 Het Koninklijk Nederlands Land bouw-Comité, de algemene centrale landbouworganisatie KNLC, is ve rontrust over de onverschilligheid waarmee het kabinetlandbouwpoli tiek bedrijft. In de Memorie van Toelichting op de Landbouwbegroting is sprake van een "keerpunt" in het beleid. Het KNLC mist evenwel een duidelijke beleidsvisie op de toekomst. Het elan ontbreekt in deze begroting om de mensen in land- en tuinbouw enig perspektief te bieden. Het KNLC acht duidelijke pro gramma's voor bepaalde sektoren noodzakelijk, gezien de graan- en zuiveloverschotten, mestproblema tiek, hoge energieprijzen en het zoe ken naar alternatieve teelten. Met teleurstelling stelt het KNLC vast, dat van de toegezegde lasten verlichting in deze kabinetsperiode nauwelijks iets terecht is gekomen. De afschaffing van de negatieve WIR-aanslae betekent zelfs een las tenverzwaring, waar onvoldoende kompensatie tegenover staat. dragen met betrekking tot de positie van de in het eigen bedrijf meewer kende vrouwen, op juridisch en fis- kaal gebied, op het gebied der sociale verzekeringen en op het gebied van scholing en opleiding. Vrouw krijgt speciale aandacht van minister in Memorie van Toelichting van de marktontwikkelingen. In dit .jaar met zijn strenge koude en natte zomer is bovendien weer eens dui delijk geworden hoezeer voor het agrarische ondernemerschap de weersomstandigheden een factor van betekenis zijn. Aldus de minister. Hoewel er in het afgelopen jaar sprake was van een duidelijke stij ging van het grondprijsniveau, kan niet van een excessieve (buitenspori ge) ontwikkeling worden gesproken. Overigens is de situatie op de grond markt door de invoering van het systeem van de superheffing minder doorzichtig geworden, aldus minister Braks. Het eerste jaar na de invoe ring van de superheffing is een sys tematische invloed op de grondprijs van het al dan niet aan de grond verbonden zijn van een melkquotum niet zichtbaar geweest. Het laatste halfjaar lijkt dit wel het geval. Of en, zo ja, onder welke omstandigheden een dergelijke invloed werkelijk op treedt, wordt thans in een aantal ge bieden nader onderzocht. De minis ter ziet thans geen aanleiding in te grijpen in de ontwikkeling van de grondprijzen. Vrijdag 20 september 1985 Hoewel het een riskante onderne ming blijft om tijdens het produktie- seizoen al voorspellingen over be- drijfsuitkomsten en inkomensont wikkelingen, schrijft minister Braks dat "gemiddeld een beperkte toena me van het inkomen lijkt te kunnen worden verwezenlijkt". Hij wijst daarbij op de beslissingen in het Eu ropese markt- en prijsbeleid en de maatregelen ter beperking van de produktie-groei in - vooral - de dier lijke sector. Voor de individuele on dernemers blijft echter veel afhan gen van de eigen- bedrijfssituatie en Steun aan ruimer bouwplan akkerbouw Er staat een plan voor proces- technologisch onderzoek op sta pel om de toepassingsmogelijk heden van primaire agrarische produkten als grondstof voor in dustriële verwerking te bevorde ren. Met dit plan zal de toepas sing van de biotechnologie in de verwerkende industrie een be langrijke impuls krijgen. Mede in verband hiermee, maar overigens ook vanwege gewasbescher- mings- en bodemhygiënische as pecten, zal aan de verruiming van het bouwplan in de akkerbouw sector opnieuw aandacht worden geschonken, aldus Minister Braks.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 10