KNLC
kommentaar
over geld
en goed
Groenboek
Vermogensaftrek, landbouwgrond
en schuld ruilverkaveling
Regeling goedkeuring
vervoermiddelen vee gewijzigd
Prijs landbouwgrond
stijgt fors
Ieder jaar weer vallen er veel
slachtoffers als gevolg van onge
vallen. Met name in het verkeer
zijn kinderen hiervan helaas vaak
de dupe. Doch niet alleen in het
verkeer lopen kinderen risiko,
ook in andere omstandigheden,
waarbij valt te denken aan o.a.
verblijf op school, sport en spel
enz.
In dit artikel zal iets worden ver
teld over de schoolongevallen-
verzekering en daarnaast over de
ongevallenverzekering ten be
hoeve van de jeugd en ten be
hoeve van het gezin.
Schoolverzekering
Wanneer een scholier ten gevolge
van een ongeval een letsel oploopt,
kunnen de financiële gevolgen
enigszins opgevangen worden door
een ongevallenverzekering. Een
scholierenongevallenverzekering is
relatief goedkoop, omdat deze kol-
lektief wordt afgesloten.
Onder deze verzekering vallen:
Ongevallen, ten gevolge hebbend li
chamelijk letsel:
a. tijdens het verblijf in de school of
op het schoolterrein, alsmede tij
dens het deelnemen aan aktivi-
teiten of bijeenkomsten, uitgaan
de van de school.
b. tijdens de tijd, nodig om van huis
naar school, bijeenkomst e.d. te
gaan en omgekeerd, alles op nor
male wijze en binnen redelijke
tijd.
De schoolongevallenverzekering
geldt in binnen- en buitenland.
Aansprakelijkheid
De aansprakelijkheidsverzekering is
afgesloten door de school voor één
miljoen maximaal per gebeurtenis,
waarbij naast schoolbestuur en per
soneel ook de leerlingen zelf zijn
medeverzekerd voor schaden aan
derden. Dit geldt gedurende de tijd,
dat de leerlingen onder toezicht
staan van de school. Dit laatste voor
zover vergoeding niet plaatsvindt
krachtens een bestaande gezins- en
aansprakelijkheidsverzekering.
Ondanks een schoolaansprakelijk-
heidsverzekering is het absoluut
noodzakelijk een gezinsaansprake
lijkheidsverzekering af te sluiten,
want op de schoolverzekering blijft
uitgesloten schade, die leerlingen el
kaar toebrengen (bijv. aan kleding)
alsmede schade welke de leerlingen
aan leerkrachten of aan de school
toebrengen.
Ook blijft uitgesloten de aansprake
lijkheid van uw kind jegens derden
op weg van huis naar school en om
gekeerd. Veroorzaakt uw kind bijv.
onderweg een verkeersongeluk, dan
vergoedt de schoolverzekering niet
de schade van de tegenpartij.
Jeugdongevallenverzekering
Behalve een schoolongevallenverze
kering, die van toepassing is gedu
rende de tijd dat de kinderen op
school verblijven alsmede op de
heen- en terugweg, kennen we ook
een jeugdongevallenverzekering.
Deze jeugdongevallenverzekering is
een jaarlijks doorlopende verzeke
ring tot de 21-jarige leeftijd en is 24
uur per dag van toepassing, dus niet
alleen op school doch ook in de
weekends, gedurende de vakanties,
tijdens sport en spel, enz. Daar het
gaat om een ongevallenverzekering
zal nimmer uitkering kunnen wor
den gegeven door materiële schade
die de kinderen oplopen, zoals bijv.
schade aan kleding, brillen enz. Het
gaat met name om het verzekerd zijn
voor blijvende invaliditeit, en over
lijden, geneeskundige kosten en
tandheelkundige hulp.
(zie tabel 1)
Gezinsongevallenverzekering
Tot slot: het gehele gezin staat jaar
lijks bloot aan ongevallen, in het
verkeer, tijdens vakantie, bij het
beoefenen van sport en spel, in en
rond het huis enz.
De financiële gevolgen van een on
geval kunnen aanzienlijk zijn. Niet
alleen materieel doch ook als gevolg
van het oplopen van letsel of zelfs als
gevolg van overlijden door een on
geval.
Wie zijn verzekerd
de verzekeringsnemer,
de tot het gezin van de verzeke
ringsnemer behorende personen.
(zie tabel 2)
Hier is sprake van een premie van
40,00 per jaar bij kombinatie I en
80,00 voor kombinatie II.
Het zou te ver voeren om alle verze-
keringsvoorwaarden in dit artikel op
te nemen. Het is echter wel heel be
langrijk dat u zich zorgvuldig laat
voorlichten over de voorwaarden, de
premies en de te verzekeren bedra
gen. U kunt hiervoor kontakt opne
men met de school van uw kind(eren),
een verzekeringsmaatschappij of met
de sociaal ekonomische voorlichting
van uw standsorganisatie.
tabel 1
Een veelvoorkomende dekking is bijvoorbeeld
te verzekeren bedragen
Kombinatie A Kombinatie B
2.000,00
80.000,00
2.000,00
300,00
1.000,00
ƒ40.000,00
1.000,00
150,00
ingeval van overlijden
ingeval van blijvende invaliditeit
kosten geneeskundige behandeling
kosten tandbeschadiging per element
Bij dit voorbeeld is er sprake van een premie van 10,00 bij kombinatie A
per jaar per kind, en 20,00 voor kombinatie B.
tabel 2
Hierbij ziet de dekking er bijvoorbeeld als volgt uit:
te verzekeren bedragen:
Kombinatie I
10.000,00
3.000,00
Kombinatie II
20.000,00
6.000,00
50.000,00 100.000,00
ingeval van overlijden door een ongeval
ingeval van overlijden voor personen tot 21
jaar
ingeval van blijvende invaliditeit door een
ongeval.
De vermogensaftrek geeft een belas
tingverlichting die tegemoet komt
aan het belasten van inflatoire win
sten. De aftrek betekent, evenals de
voorraadaftrek, een definitieve en
onmiddellijk toe te passen vermin
dering van de winst uit bedrijf, zon
der dat daar een toekomstige claim
van de fiskus tegenover staat. De af
trek vermindert zonder meer de voor
de belasting aan te geven winst en
wordt berekend over het onderne
mingsvermogen bij het begin van het
boekjaar.
Het percentage van aftrek bedraagt
momenteel 4%. De aftrek betekent
een niet geringe faciliteit.
Landbouwgronden blijven voor de
toepassing van de vermogensaftrek
buiten aanmerking omdat de land-
bouwvrijstelling er in feite toe leidt
dat met betrekking tot gronden een
inflatie-opbrengst niet in de inkom
stenbelasting wordt betrokken.
Vrijdag 30 augustus 1985
Het ondernemingsvermogen dient
voor het berekenen van de aftrek
daarom te worden verminderd met
de boekwaarde van de op de balans
voorkomende landbouwgronden.
Schulden die verband houden met
de financiering van de landbouw
grond blijven bij de berekening van
het ondernemingsvermogen niet
buiten aanmerking. De betreffende
schulden kunnen derhalve niet op de
boekwaarde van de landbouwgrond
in mindering worden gebracht en
daardoor wordi de boekwaarde van
het eigen vermogen meer vermin
derd dan op grond van de verander
de samenstelling van de balans als
gevolg van de verwerving en de fi
nanciering van de grond zou worden
verwacht.
Dat wordt als onjuist ervaren.
Uit het hierna volgende blijkt dat
schulden in bovenstaand verband
echter toch de nodige aandacht die
nen te hebben.
Rekent men het bedrag van een ver
schuldigde ruilverkavelingsrente tot
de aanschaffingskosten van de land
bouwgrond en neemt men de
schuldplichtigheid uit hoofde van de
ruilverkavelingsrente daar tegenover
als schuld op, dan kan voor de toe
passing van de vermogensaftrek de
boekwaarde van de grond worden
verminderd met de boekwaarde van
de schuld voortvloeiende uit.de ruil
verkaveling.
Uit de Ruilverkavelingswet volgt dat
de ruilverkavelingsrente een zake
lijke last is welke verbonden is aan de
grond en niet aan de persoon van de
grondeigenaar en daarom is het juist
dat de vermindering van het onder
nemingsvermogen wordt beperkt tot
de boekwaarde van de landbouw
grond na aftrek van de op de balans
opgenomen schuld ruilverkaveling.
Het vorenstaande is mogelijk gewor
den door een uitspraak van een ge
rechtshof.
De staatssekretaris van financiën liet
blijken de uitspraak van het hof juist
te achten.
Het is verblijdend dat duidelijkheid is
gebracht in een kwestie waarachter
grote fiskaal-agrarische belangen
schuil gaan.
Jaarlijks worden immers grote be
dragen besteed aan investeringen in
ruilverkavelingen. Overigens blijft
regelmatig naar voren komen dat de
wetgever in het fiskale vlak meer re
kening moest houden - men denke
o.a. aan de WIR, de vermogensaftrek,
etc. - met de zeer bijzondere positie
van de landbouw.
J. Spijk
De Europese Commissie, met als eer
ste verantwoordelijke voor de land- en
tuinbouw kommissaris mr. Andries-
sen, heeft ter nadere bespreking en
voor nadere beleidsbepaling een aan
tal opties voor het toekomstig land
bouwbeleid op tafel gelegd onder de
titel Groenboek
De komende periode zal dit "Groen
boek" op vele beleidsniveau''s bespro
ken worden. Deze bespreking zal tot
doel moeten hebben een beleidsvisie te
ontwikkelen en vast te stellen waar
mee de Europese land- en tuinbouw op
weg kan naar het jaar 2000.
Na ongeveer 25 jaar Europees land
bouwbeleid is dit niet alleen wenselijk
maar ook noodzakelijk. Op een aantal
punten is het gelet op een aantal ont
wikkelingen onontkoombaar enige
bijstelling in beleid te plegen. Bij een
dergelijke moeilijke problematiek
zullen echter over een breed front de
ontwikkelingen in de maatschappij
meegenomen moeten worden. Daarbij
dient als uitgangspunt dat land- en
tuinbouw in principe een geïntegreer
de ekonomische aktiviteit is. Het in
komen zal in principe op het bedrijf
verdiend moeten worden op basis van
vakmanschap en ondernemerschap.
Daarbij is het uiteraard zeer bepalend
welke kaders de maatschappij c.q. de
overheden scheppen ten aanzien van
de agrarische ondernemer.
De Europese Commissie konstateert
dat de landbouw de hoeksteen is van
de Europese samenwerking, maar dat
rond die hoeksteen wal cement
afbrokkelt door een strukturele over
schotsituatie voornamelijk bij zuivel
en granen, waardoor markten niet in
evenwicht zijn.
Dat de landbouw een Europese hoek
steen is, willen we gaarne onderschrij
ven en vooral vanuit Nederlandse si
tuatie gezien is het alles wenselijk dat
dit zo blijft. Immers de Nederlandse
land- en tuinbouw is voor ongeveer
zestig procent van haar produktie af
hankelijk van export. Open grenzen
en een beleid dat renationalisatie bij
Europees landbouwbeleid voorkomt
zullen dan ook een hoofdlijn bij nade
re beleidsbepaling moeten zijn.
Voorkomen moet dan ook worden dat
vanuit Europese budgettaire overwe
gingen het kind met het badwater
wordt weggegooid.
En dat wat Europees niet meer kan of
mag, nationaal in Europa omarmd
wordt.
Ook zal bij beleidsbepaling rekening
moeten worden gehouden met in het
verleden bepaalde en niet direkt te ve
randeren kenmerken van de Europese
produktiestruktuur. Ook boeren en
tuinders hebben sociaal-ekonomisch
gezien verworven rechten die niet zo
maar aan de kant geschoven mogen
worden.
De verscheidenheid overigens in de
Europese landbouwproduktiestruk-
tuur maakt de diskussie over een
nieuw beleid niet eenvoudig. Het is
daarbij de vraag of dit zoveel buiten
diskussie moet blijven als het Groen
boek doet voorkomen, zowel Europees
als nationaal gezien. Een bestendige
Europese samenwerking kan een be
paalde mate van het specialisatiebe
ginsel niet afwijzen.
Het is de vraag of het Groenboek in
deze voldoende doortastende visie op
levert. Een op de toekomst gericht
landbouwbeleid vraagt meer dan
prijsverlagingen gekompenseerd met
inkomenstoeslagen. Oftewel een "ve
randerde" benadering, overgoten met
een sociaal sausje, maar ongeveer lei
dende tot dezelfde uitkomst, met be
houd van dezelfde problematiek.
M.J. Varekamp
De prijzen voor landbouwgronden
zijn in een aantal gebieden in ons
land de laatste maanden vrij fors
gestegen. Dat geldt voor de IJssel-
meerpolders, voor delen van Over
ijssel, maar zeker voor Oost-Brabant.
Daar zijn de prijzen het laatste half
jaar zelfs verdubbeld. Landbouw
gronden, die voorheen nog 35.000
gulden per hektare kostten, zijn nu
voor het dubbele te koop en soms
zijn er uitschieters tot boven de
80.000 gulden. Er gaan stemmen op
om de wet agrarisch grondverkeer,
met algemene maatregelen van het
bestuur, te effektueren om op die
manier de ontwikkeling af te rem
men, maar zowel politiek als ook
agrarisch zijn de meningen daarover
sterk verdeeld.
Het Landbouwschap zegt met de
soms forse prijsstijgingen in het al
gemeen niet erg gelukkig te zijn. Een
woordvoerder: "Het risiko zit er in
dat straks alleen maar de grote en
rijke boeren nog aan de bak komen
en de kleintjes zullen verdwijnen,
want die kunnen immers die soms
excessief gestegen prijzen niet beta
len".
Door het betrekkelijk geringe aantal
transakties in het Zuidwesten kan
voor dit gebied in feite in dit gebied
weinig worden gezegd over verande
ringen in de grondprijs.
De achtergrond van de vrij plotse
linge prijsverhoging van landbouw
grond op de zandbouwgronden in
Oost-Brabant zou de angst zijn bij
vooral varkenshouders voor de ge
volgen van de invoering van de
nieuwe meststoffenwet en de wet
bodembescherming, die limieten zal
stellen aan de hoeveelheid dierlijke
mest, die op de grond mag worden
uitgereden.
Een ander argument om nu land
bouwgronden te kopen, namelijk dat
met name melkveehouders daarmee
hun melkquota kunnen vergroten,
speelt in een aantal gevallen ook een
rol.
Vervoermiddelen voor het transport
van paarden, pony's, runderen, var
kens, schapen, en geiten moeten met
ingang van 1 januari 1986 goedge
keurd zijn door de direkteur van de
Veterinaire Dienst van het ministerie
van landbouw en visserij.
De verantwoordelijkheid voor de
veterinaire keuring van veewagens
en aanhangwagens is in 1980 over
genomen door de Veterinaire Dienst.
Vervoermiddelen voor dit gebruik
moesten voldoen aan de inrichtings
eisen volgens de Beschikking Weg
vervoer Vee en Pluimvee 1980. Voor
bezitters van voertuigen die vóór
1980 gekeurd waren gold een over
gangstermijn zodat goedkeuringsbe-
wijzen geldig bleven. Deze over
gangstermijn loopt op 1 januari 1986
af.
Eigenaars van een veewagen, aan
hangwagen, oplegger of éénassige
aanhangwagen (trailer), waarvoor de
Rijksdienst voor het Wegverkeer een
goedkeuringsbewijs veevervoer had
afgegeven, dienen dit vervoermiddel
nu voor het einde van dit jaar te laten
keuren door keuringsambtenaren
van de Rijksdienst voor de Keuring
van Vee en Vlees van het ministerie
van landbouw en visserij.
Om een afspraak voor de keuring te
maken kan men zich wenden tot o.m.
de volgende kringkantoren:
Nijmegen: 080 - 775858
Rotterdam: 010 - 624000
Breda: 076 - 225660
Oss: 04120-25955
Helmond: 04920-52055
Weert: 04950-39185