Wrevel over toepassing superheffing blijft
Milieuvriendelijke phytophtora...
Geslaagde
fokveedag
voor jonge
veehouders
Achter de wolken schijnt altijd de zon
is een gezegde waar we dit jaar ook in
DE LANGSTRAAT wel aan gewend
zijn geraakt.
Veel te weinig zon en vooral de afge
lopen dagen is er veel neerslag geval
len, donderdag het plots opkomende
noodweer, waarvoor veel veehouders
moesten vluchten, hun voordroog
en/of hooi achterlatende op het land,
en vandaag, zaterdag, is hier opnieuw
ruim 30 mm neerslag gevallen.
Het vee moest hier en daar zelfs
worden opgestald, terwijl er nogal
wat gras op het land is achterge
bleven, waarvan de kwaliteit straks te
wensen zal overlaten. Nu het eenmaal
half augustus is geweest kunnen we
de voervoorraad voor deze winter
bekijken en mogen we konkluderen
dat er in dit gebied doorgaans vol
doende ruwvoer is gewonnen, terwijl
de kwaliteit van de voorjaarskuilen
gelukkig beter is dan vorig jaar.
Ook de afgelopen weken, toen wij
toch niet al te veel neerslag kregen te
verwerken, is er vrij goed ruwvoer
gewonnen. Toch zet zich de tendens
ook hier voort, dat men steeds meer
overgaat tot het hakselen van gras.
Men moet zich hierbij wel realiseren
dat de konservering van het produkt
beter is, doch de voederwaarde niet
verbeterd wordt.
Het is hier en daar zelfs een rage
geworden, terwijl men toch ook zeer
goede resultaten met een opraapdo-
seerwagen kan bereiken, hetgeen wel
voordeliger is.
Door het broeierige weer is er de af
gelopen weken voldoende gras ge
groeid waarover we doorgaans deze
zomer niet mogen klagen. Met de
kwaliteit van het hooi wil het echter
dikwijls niet erg lukken, terwijl het
voor (te) hoge prijzen zowel door
koöperatieve als vrije handel wordt
verkocht.
De snijmais staat er redelijk tot goed
bij, uitgezonderd de plaatsen die on
der water hebben gestaan. Steeds
meer blijkt dat de mais toch een
grondbewerking na opkomst in de
vorm van bijvoorbeeld schoffelen op
prijs stelt.
De prijs zal die van vorig jaar ver
moedelijk weinig of niet te boven
gaan.
Het plan van toedeling in het ruil-
verkavelingsgebied "ZAK-Beneden-
Donge" heeft onlangs ter visie gele
gen. De bezwaren en opmerkingen
moeten inmiddels ingediend zijn,
hopende dat deze door de plaatse
lijke kommissie kunnen worden op
gelost, zodat de aanvang van de fei
telijke verkaveling kan beginnen.
Gelaten zullen we het maar weer
over ons heen iaten komen dat ter
stimulering van het onderzoek naar
de oplossing van de mestproblema
tiek, de bestaande heffing op vee
voedergrondstoffen nu al wordt ver
hoogd tot 3,5 cent per 100 kg. Het
besluit moet formeel nog worden
genomen, maar dat zal vast wel
doorgang vinden. Alle veehouders in
Nederland hebben van de minister
van landbouw onlangs een brief in
de bus gekregen, waarin het er sterk
op leek dat hij het vertrouwen van de
veehouders probeert terug te win
nen.
Doch een man die zijn verkiezings-
toernee zo inzet, nadat hij zo diep in
de portemonnee van veel gezinnen
heeft getast, verdient dit gewoon
niet.
De vereveningsregeling is bij zeer
veel veehouders als onbillijk overge
komen evenals zoveel voorgaande
besluiten. Zou het voor de georgani
seerde landbouw niet verstandiger
zijn, voor een fabriekskwotum te
kiezen, daar veel veehouders de melk
dan onderling kunnen vereffenen of
verkopen. Hetgeen nu strafbaar is.
Veehouders mogen de melk niet on
derling verhandelen, terwijl dit na
afloop van het jaar alsnog wel door
de Minister wordt gedaan.
Al met al werkt het averechts en is de
produktie sinds april weer behoorlijk
gestegen. Een grove nalatigheid is
het ook dat de over- of onderschrij-
ding sinds de ingang van het 2e su
perheffingsjaar nog steeds niet op de
melkafrekeningen staat vermeld,
maar ja, geduld overwint alles. De
veehouder wordt als zo dikwijls in
het ongewisse gelaten, het wordt tijd
dat de gehele georganiseerde land
bouw als een man opstaat en niet
alsmaar alles mopperend blijft ak-
septeren.
Tot slot mogen we hier in de Lang
straat terug kijken op een geslaagde
opendag het weer werkte die dag
niet helemaal mee, doch alle lof voor
de deelnemers die het werk en de
gastvrijheid er voor over hadden.
Voor de meeste Nederlanders is de
vakantie weer voorbij. Ook in MID
DEN- EN OOST-BRABANT zijn de
vakantieweken niet zo best geweest.
Gedurende deze periode is nogal wat
neerslag gevallen. Nu, omstreeks half
augustus, gaat er bijna geen dag
voorbij, of het regent. De ene keer
ontzettend veel, b.v. een onweersbui,
die blijft hangen. De andere keer
komt er zwaar noodweer waarbij in
dit geval de grootste schade is aan
gericht in het midden van Nederland.
In geringere mate hebben we in het
zuiden ook hiermee te maken gehad.
In het algemeen, als je de zaken
overziet, is het deze zomer bar slecht
geweest. Nu is het wel zo, dat in au
gustus de meeste neerslag valt in
mm. Vaak zijn het grote hoeveelhe
den ineens. Vorig jaar hebben we in
augustus naar verhouding weinig
neerslag gehad en verschillende zo
merse dagen. Dit jaar zijn er in au
gustus nagenoeg geen zomerse dager
geweest. In het noorden van het lanc
schijnt de-toestand nog dramatischei
te zijn. Daar heeft men vanwege de
zeer grote neerslaghoeveelheden in
eens het vee moeten opstallen. Dit is
een kwalijke zaak, gezien de voeder-
voorraadpositie.
Vooral de koude en natte weersom
standigheden zijn de oorzaak van de
trage groei. Op de meeste plaatsen
groeit er slechts voldoende voor di-
rekt gebruik bij de veestapel. Aan
voorraadvorming kom je niet toe.
Als je door Oost-Brabant rijdt, kun je
waarnemen, dat de laatste tijd weinig
graslandpercelen bestemd zijn voor
de voederwinning (wintervoorraad).
Er is in het veld weinig aktiviteit.
Zeker, als het een regenachtige dag
is. Hiermee zijn we de laatste tijd
royaal bedeeld. Gezien de toestand
van de snijmais zijn de te verwachten
opbrengsten zeer wisselend. Er zijn
6
Tussen de buien door werd hier en daar een begin gemaakt met de graanoogst.
Het vochtgehalte was uiteraard hoog
redelijk optimistische geluiden, hoe
wel deze zeer sporadisch zijn. De wat
hoger gelegen percelen zouden het
hoogste kunnen skoren. De laat ge
zaaide percelen en die lager gelegen
zijn vallen in het algemeen flink
tegen. Een mogelijke opbrengst van
50% of lager zal zeker tot de moge
lijkheden behoren. Diverse percelen
staan momenteel in de pluim, terwijl
de gewaslengte te wensen overlaat.
De kolfvorming is begonnen. Het
verloopt allemaal in een langzaam
tempo. Er zal nog veel groeizaam
weer nodig zijn om tot aanvaardbare
opbrengsten te kunnen komen.
We zullen afwachten, hoe het groei
verloop tot de oogst zal zijn.
Dit jaar heeft het Agrarisch Jonge
renwerk kring Eindhoven voor het
eerst een fokveedag georganiseerd
voor de jonge boeren-veehouders
(rundvee). Het bijzondere hieraan is,
dat deze keer de onderscheiding is
gemaakt tussen melktypische dieren
en dubbeldoeldieren (melk en vlees).
Op de traditionele fokveedagen
wordt het onderscheid gemaakt door
o.a. de kleur van de koe en de rasty-
pische eigenschappen. U zult hieruit
begrijpen, dat de melktypische en
dubbeldoelrichting zowel voor de
roodbonte als de zwartbonte dieren
in aanmerking kunnen komen. Ge
zien het grote deelnemeraantal kan
men spreken van een geslaagde
proef. Vanwege de gewijzigde opzet
van het fokveedaggebeuren krijg je
toch een ander zicht We zullen be
kijken, in hoeverre de op dit moment
ingeslagen weg gevolgd gaat worden.
Eveneens vermeldenswaard is het
feit, dat in Oost-Brabant voor het
eerst voor de zwartbontveehouders
een rundveefokdag wordt georgani
seerd te Veghel. Deze wordt echter
een week later gehouden dan de ge-
kombineerde Bondsfokveedag voor
het MRY, nl. 10 september. Naar
verwachting zullen op beide fokvee
dagen de beste dieren uit de streek
getoond worden.
De weersomstandigheden zijn in
WEST-BRABANT-ZUID de afgelo
pen twee weken weinig verbeterd.
Dagelijks kregen we te maken met
soms forse buien en onweersbuien.
Met de oogst van wintertarwe is een
begin gemaakt. Al is op veel percelen
wel te vroeg gedorsen wat blijkt uit
het vochtpercentage van 20%. Bij
een sporadische zonnige dag is het
verleidelijk om de loonwerker te bel
len om alvast een blok te dorsen.
Kopers voor tarwestro zijn er dit jaar
voldoende. Doordat er veel minder
graszaadhooi beschikbaar is wordt
gerste- en tarwestro hiervoor in de
plaats gekocht.
Op enkele veebedrijven wordt het
tarwestro ontsloten met ammoniak
wat een verhoging geeft van 200
VEM en 20 VRE per kg droge
stof. Op deze manier wordt van tar
westro toch een volwaardig ruwvoer
gemaakt. Veel percelen suikerbieten
gaan nu ook de sporen van de over
vloedige regen vertonen.
Vooral op de vooreinden of kopak-
kers en de lager gelegen stukken zie
je deze verschijnselen.
Er zijn nog goede percelen waar niets
aan te zien is, maar de vraag is voor
hoe lang.
Hetzelfde is ook te zien bij de snij
mais.
De stand van de mais is over het al
gemeen niet slecht, al zijn er sommi
ge streken waar de mais het inkuilen
niet waard is.
Struktuurbederf en een slechte ont
watering zijn hier de oorzaak van.
Een zorgenkind zijn op dit moment
de aardappelen. De phytophtora is
amper in toom te houden en er wordt
vaak tweemaal per week gespoten
om verspreiding te voorkomen. Voor
verschillende boeren is dit een ekstra
uitgave omdat normaal gesproken
vanaf begin augustus in ons gebied
de eerste zandbintjes worden gerooid
voor de verwerkende industrie. Door
het lage prijspeil van aardappelen op
dit moment is het voor geen enkele
teler aantrekkelijk om nu aardappe
len te verkopen. Wat de aardappel
ziekte betreft wordt het hoog tijd dat
er van hogerhand maatregelen wor
den genomen om bespuitingen te
verplichten. Aardappeltelers die hun
percelen dicht bij volkstuinen heb
ben liggen kunnen de phytophtora
bijna niet meer baas.
Veel volkstuinders die aardappelen
telen weigeren om bespuitingen uit
te voeren onder het mom dat ze mi
lieuvriendelijk bezig zijn.
Een goede voorlichting onder het
zelftuinieren zou op zijn plaats zijn.
In enkele plaatsen worden volks
tuinverenigingen opgericht die met
financiële medewerking van de ge
meente volkstuinkomplexen gaan
eksploiteren.
Het zou een goede zaak zijn dat deze
verenigingen op de hoogte worden
gebracht van de wettelijke bepalingen
die er gelden ten aanzien van de teelt
van verschillende land- en tuinbouw-
gewassen. Zelf tuinieren breidt de
laatste jaren sterk uit.
Het hebben van een volkstuin wordt
niet alleen gezien als een kreatieve en
gezonde bezigheid maar ook als een
ontmoetingsplaats van mensen.
"Pappen en nat houden" is tegen
woordig het type weer waar we aan
gewend zijn geraakt. Onze provin
cie Zeeland komt er thans toch wel
goed van af, want in vergelijking
met andere gebieden in den lande
hebben we niet te klagen. Nat weer
is niet altijd even gemakkelijk,
want het vertraagt de werkzaam
heden te velde. De graszaad- en de
erwtenoogst zijn er door geremd.
Erg geleden heeft de kwaliteit van
het graszaadhooi en toegenomen
zijn de oogstverliezen bij de erw
tenoogst. Toegenomen is ook de
groei van de aardappelen, maar bij
de bieten is dat toch wat minder
dan we verwacht hadden. In ons
gewest groeien de bieten te veel in
het loof en te weinig in de wortel.
Het suikergehalte lijkt toch weer
moeite te hebben om het gemid
delde te halen. Jaarlijks vraagt
men zich geregeld af waar de sui
kergehaltes van vlak na de tweede
wereldoorlog zijn gebleven. Toen
noteerden we gehaltes van 20-23%
en bij nader inzien gaven we toen
ook minder stikstof. "De suiker
moet er in gehakt worden was een
oud gezegde onder de bietenboe-
ren, maar dat past niet meer in de
huidige verpleging van het bie
tengewas.
Onze laat gezaaide wintertarwe
houdt zich ondanks de vele regen
buien redelijk op de been. Wan
neer we geen CCC hadden toege
past, dan zouden vele tarweperce-
len nu plat gelegen hebben. Vorige
herfst is het tarwezaaibed erg on
gelijk geweest en daarom zijn te
veel gelegerde percelen nu moeilijk
zonder verlies te maaidorsen. Een
nadeel van CCC toepassing is, dat
later bij natte weersomstandighe
den de kans op afrijpingsziekten
groter is. Wat het zwaarst is, moet
ook het zwaarst wegen en daarom
geven wij toch de voorkeur aan de
toepassing van CCC in de tarwe,
want het schept de mogelijkheid
om de benodigde hoeveelheid stik
stof te geven, wat dus weer resul
teert in een opbrengstverhoging.
Momenteel zorgt de regen er voor,
dat de graangewassen lange tijd
aan de groei blijven en de korrels
ook voldoende uitgroeien. Die
nattigheid verergert echter ook de
roestschade en dat schijnt breed-
werpig zaaien ook te doen. Boven
dien werken zware stikstofgiften
de roestaantastingen ook in de
hand. De moderne tarweteelt is
gebaseerd op meerdefe faktoren en
het is daarom zaak, dat de teler
daar goed garen uit weet te spin
nen.
Tegenwoordig is zomergerst erg
struktuurgevoelig en er is afgelo
pen voorjaar heel weinig op een
gezond zaaibed gezaaid. Boven
dien is het een vlakwortelend ge
was en dus erg dankbaar voor re
gen en dat heeft ze dit jaar wel
gehad. Thans is de zomergerst ge
deeltelijk al gedorsen en de op
brengsten zijn heel goed te noemen
en eigenlijk veel beter dan ooit te
voeren. Zo staat men als teler dik
wijls perplex en te gauw is men
ongerust, want het komt meestal
beter uit dan men verwacht had.
Een kostenvergelijking van win
tertarwe met zomergerst is de
moeite waard, want in ons vak gaat
het om het onderste regeltje.
In vroegere jaren was er op ieder
dorp wel een mussengilde. Deze
gilden trachtten de door de mussen
aangebrachte schade aan de
graangewassen binnen de perken
te houden. Om hun doel te berei
ken hadden de gilden diverse mid
delen, reden waarom op onze
kringvergadering ook jaarlijks om
subsidie werd gevraagd. Veelal
ging men 's morgens vroeg om
streeks zonsopgang de mussen al
verjagen als ze te veel kwaad
dreigden aan te richten in de rij
pende tarwe. Voor de graanoogst
hebben wij droger weer nodig,
want anders dreigt het gevaar van
schot ook nog en dat moeten we nu
juist niet hebben.
Vrijdag 23 augustus 1985