Bietenlader met nieuw reinigingssysteem
zorgt voor 30% minder tarra
Jaar
Aantal
verge
lijkingen
Percentage grondtarra
Vermindering grondtarra
praktijkladers
nieuw systeem
verlaging
standaardladers
1982
10
10,4
(5,6 - 12,9
7,9
(2.8 - 12,4)
2.5
24,0
(3 - 63)
1983
6
14.0
(5.3 - 27)
8.9
(3.1 - 23)
5,1
36,4
<15 - 56)
1984
5
34.1
(24,3 - 39,4)
23,4
(17 - 29,5)
10.7
31,4
(22 - 41)
1982
t.e.m
1984
21
19,5
(5.3 - 39,4)
13,4
(2,8 - 29,5)
6,1
(2,5 - 10,7)
31,3
(24-36,4)
Introduktie en demonstratie
bietenlader met nieuw
reinigingssysteem
Door de Tarrawerkgroep worden
voorbereidingen getroffen om
het nieuwe reinigingssysteem in
verschillende gebieden op klei
grond te demonstreren. Hiervoor
zal tijdig een schema met data
worden gemaakt. Er wordt ges
treefd naar bekendmaking daar
van in het volgende nummer van
dit blad.
Ing. J.T. Andringa
Konsulentschap voor Bedrijfsuitrus-
ting in de Akker- en Tuinbouw
J. Gommeren
Instituut voor Rationele Suikerpro-
duktie, Bergen op Zoom
De laatste jaren wordt er veel aandacht besteed aan beperking van tarra
bij de oogst van suikerbieten. Deze aktiviteiten worden landelijk ge-
koördineerd en begeleid door de Tarrawerkgroep van de Nederlandse
suikerindustrie. Door een gezamenlijke inspanning zijn er reeds ver
schillende interessante verbeteringen tot stand gekomen. Een vergelij
king van twee natte oogstjaren, namelijk 1974 en 1984, toont aan dat
het gemiddelde tarra percentage over het hele land in 1984 circa 10%
lager was dan in 1974. Dat is zeker niet gering! In de laatste drie jaar
hebben enkele bedrijven in samenwerking met de genoemde Tarra
werkgroep een nieuw reinigingssysteem in een bietenlader ontwik
keld. Dit systeem is gedurende drie seizoenen beproefd. Vastgesteld
werd dat hierdoor de grondtarra aanzienlijk kan worden verminderd.
De procentuele verlaging bedroeg gemiddeld ruim 30%!
Grondtarraprobleem vooral op klei
grond
Het gehele tarraprobleem heeft be
trekking op kop- en grondtarra. Als
zodanig komt het op alle grondsoor
ten voor. De genoemde 10% verla
ging is grotendeels toe te schrijven
aan verlaging van de grondtarra.
Beter koppen en nakoppen. waar
voor de technische mogelijkheden
aanwezig zijn, blijft onverkort be
langrijk voor alle bieten op alle
grondsoorten.
Wanneer het gaat over grondtarra
spitst het probleem zich toe op de
zwaardere gronden, zoals zavel-,
löss- en kleigronden. Hierbij zijn ook
grote verbeteringen tot stand geko
men. We noemen o.a. regelmatiger
gewassen, aangedreven rooischaren,
betere diepteregeling, hoger ge
plaatste en meer zeefraderen in
rooimachines, meer reinigingsmoge
lijkheden door opraapladers, door
ondieper opnemen, meer zeefrade
ren en enkele andere voorzieningen.
Meermalen is aangetoond en gepu
bliceerd dat het tweefasesysteem
(voorraadrooien en laden) interes
sant is voor beperking van grondtar
ra.
Het doel daarvan is om de bieten
enige tijd in het zwad te laten drogen.
Daardoor kan de grond veel gemak
kelijker en beter door de lader wor
den verwijderd. En wat iedereen
moet aanspreken: het is een goed
koop systeem.
Wij konstateren in de praktijk dat
het tweefase systeem terecht op
grote schaal wordt toegepast, maar
dat de mogelijkheden van iets op
drogen in het zwad duidelijk te wei
nig worden benut doqr een te korte
ligtijd. Dat geldt met name voor de
tarragevoelige, zwaardere gronden.
Zelfs onder gunstige omstandighe
den van grond en gewas en bij een
goede toepassing van de oogstma-
chines komen op zwaardere gronden
tarrapercentages van circa 18% tot
25% regelmatig en op grote schaal
voor.
Doorgaan met vermindering van
tarra
De vraag is vooral hoe we de tarra op
technische en ekonomische wijze tot
een minimum terug kunnen bren
gen. Deze vraag wordt nog onder
streept door een vergelijkend onder
zoek met opraapladers voor bieten
uitgevoerd in 1983.
Toen werd het werk van zes moderne
bietenladers onderzocht en vergele
ken. Vijf van de zes laders hadden
twee of drie zèefraderen. Er werd
telkens met dezelfde machine op
voorraad gerooid. De werkomstan
digheden op deze kleigrond met 48%
afslibbaar waren gunstig. De gemid
delde resultaten na het laden waren:
totaal tarra 23%; koptarra 4,5% en
grondtarra 18,5%. De onderlinge
verschillen tussen de laders waren
gering.
Ongetwijfeld zijn dit voor zware
grond gunstige resultaten, maar er
moet toch nog 18,5% grondtarra
worden getransporteerd en verwerkt.
Een verdere verlaging is daarom zeer
gewenst.
Bietenlader met nieuw
reinigingssysteem
Reeds in 1981 is het idee gerijpt om
een bietenlader te voorzien van een
nieuw reinigingssysteem. De basis
gedachte hierbij is om een hoofdrei
niging, met bijvoorbeeld kettingen
en zeefraderen, te kombineren met
een nareiniging. We hebben de
grondtarra door betere rooitechnie-
ken, meer zeefraderen en richting
veranderingen weliswaar behoorlijk
kunnen verlagen, maar de laatste
grond blijkt met deze middelen toch
moeilijk te verwijderen. Dit komt
mede door de typische vorm die sui
kerbieten nu eenmaal hebben. Een
nareiniger zou daarom vooral de
laatste grond van de meestal onre
gelmatig gevormde bieten moeten
verwijderen. Tegelijkertijd werden
als eisen gesteld dat in vergelijking
met gangbare laders, de bietenbe
schadiging en de -verliezen niet
mochten toenemen en dat de meer
kosten beperkt moesten blijven.
Om deze redenen is gekozen voor de
inbouw van een aangedreven, rote
rend systeem bestaande uit een aan
tal vingerrollen, systeem Bedelifi, en
een aantal sterrollen, systeem Bijls-
ma-Hercules. Dit systeem werd
door Van Gemeren B.V. te Nu-
mansdorp in een Franquet lader ge
bouwd. De opstelling in de lader is zo
dat de bieten na het oprapen eerst
twee zeefraderen passeren en dan
door het nieuwe reinigingssysteem
worden geleid. Daarbij gaan ze tus
sen de vingerrollen (onder) en de
sterrollen (boven) door. Zowel de
vinger- als de sterrollen zijn van
rubber of kunststofmateriaal. Hier
door wordt bietbeschadiging voor
komen. Door de aangedreven vin
gerrollen, worden de bieten getrans
porteerd, vrij sterk in beweging ge
bracht en voortdurend van richting
veranderd. Aan de bovenzijde is de
eveneens aangedreven, sterrollenrei-
niger aangebracht. Deze rollen zijn
voorzien van talrijke rubberelemen
ten met zes punten per rondsel. Het
toerental van deze sterrollen is veel
lager dan van de vingerrollen. Daar
door ontstaat een remmend en een
ekstra reinigingseffekt.
In 1981 werd dit reinigingssysteem in
een drierijige Bedelift rooimachine
gemonteerd en beproefd.
Als alternatief van de sterrenreiniger
werd ook gewerkt met een spijlenrek
boven de genoemde vingerrollen.
Resultaten van het nieuwe reini
gingssysteem
De Franquet bietenlader met het
Bedelift-Bijlsma reinigingssysteem is
in de praktijk gedurende drie seizoe
nen beproefd, namelijk in 1982, 1983
en 1984. In deze ontwikkelingspe
riode zijn diverse, meestal kleine ver
anderingen aangebracht.
Voor de beproevingen werd steeds
op praktijkpercelen gewerkt en wer
den vergelijkingen gemaakt met een
ter plaatse werkende andere lader.
De grondsoort, waarop gewerkt is,
was steeds kleigrond, variërend in
zwaarte van circa 30 tot 50% afslib
baar. Er werd zowel onder goede als
onder slechte omstandigheden ge
werkt.
Tabel 1 vermeldt enkele resultaten.
Uit de cijfers zijn de oogstomstan-
digheden en tarranivo's van de laat
ste jaren af te lezen. Bij de in totaal
21 vergelijkingen die met het nieuwe
reinigingssysteem in deze wisse
lende situaties zijn uitgevoerd, kwam
de nieuwe lader altijd met een lager
percentage grondtarra uit de bus. De
tarrabepaling geschiedde aan de
hand van talrijke monsters door het
IRS of via een intensieve rüprobe-
monstering door de suikerindustrie,
Dit laatste gebeurde als er grote op
pervlakten door twee verschillende
laders werden geoogst. In deze prak
tijksituaties werden dikwijls hoe
veelheden van 30 en soms 450 ton
bieten per lader verwerkt.
Tijdens de beproevingsperiode heeft
de nieuwe lader circa 100 ha be
werkt. Daarbij kwamen geen noe
menswaardige storingen, abnormale
slijtage of breuk voor.
Zeer interessant is dat de hoeveel
heid grondtarra onder de sterk wis
selende omstandigheden gemiddeld
met circa 30% werd verlaagd.
Een zeer gunstig resultaat kwam ook
naar voren toen het nieuwe systeem
werd beproefd op hetzelfde perceel
als waarop het vergelijkende onder
zoek met zes opraapladers in 1983
was uitgevoerd. Het gemiddelde re
sultaat van deze zes laders was 18,5%
grondtarra. In de vergelijking met
het nieuwe systeem gaf eenzelfde
Franquet lader 18,6% grondtarra en
het nieuwe systeem 11,2%. Dat bete
kende een procentuele verlaging van
40%!
Het nieuwe reinigingssysteem biedt
dan ook duidelijk aantoonbare en
soms zelfs spektakulaire mogelijk
heden voor een betere reiniging van
de bieten. En dat terwijl er geen ek
stra werk of bewerking voor nodig is.
Bovendien doet het nieuwe systeem
geen afbreuk aan de kapaciteit. Bij
alle vergelijkingen kon met minstens
dezelfde snelheid worden gereden
als met de betreffende praktijklader.
Het systeem veroorzaakt ook geen
ekstra bietbeschadiging.
Samenvatting
Er is driejaar gewerkt aan een nieuw
reinigingssysteem gemonteerd in een
bietenlader. De uitgangsgedachte
hiervoor is het voorraadrooien en
afzonderlijk laden. Deze oogstmet-
hode is vooral interessant op grond
tarra gevoelige, zwaardere gronden.
Beter reinigen door een lader bete
kent niet alleen schonere bieten,
maar ook:
- de grond blijft zoveel mogelijk op
het perceel; dat is ook gunstig
voor de bedrijfshygiëne;
- minder grondtarra en minder
grondtransport;
- geen ekstra werk en geen kapaci-
teitsdaling;
- het systeem en een eventuele
perfectionering daarvan kan
apart reinigen, bijvoorbeeld van
uit de hoop, overbodig maken;
- gemiddeld werd de hoeveelheid
grondtarra door het nieuwe sys
teem met bijna eenderde ver
minderd; bij 8 van de 21 vergelij
kingen bedroeg de vermindering
zelfs 40% of meer ten opzichte
van een moderne lader in de
praktijk.
Samenvattend kan worden gesteld
dat deze nieuwe ontwikkeling om
verschillende redenen perspektief
biedt voor de oogst van (nog) scho
nere bieten.
Tabel 1 Gemiddelde resultaten en de spreiding daarvan (van tot van een gewijzigde
Franquet bietenlader met Bedelift-Bijlsma reinigingssysteem in vergelijking met diverse la
ders in de praktijk.
AJb. 4 Detail van afb. 3: vooraanzicht van het roterende reinigingssysteem.
Onder: de vingerrollen, boven: de sterrollen
Afb. 2 Vooraanzicht van de Van Gemeren (Numansdorp) lader waarmee gedu
rende drie seizoenen de beproevingen zijn uitgevoerd
Afb. 3 Detail van afb' 2: na de opraapkettingen volgen twee naast elkaar
liggende zeefraderen. Deze brengen de bieten in het beschreven roterend reini
gingssysteem van Bijlsma Hercules (Franeker)
10
Vrijdag 23 augustus 1985