Koeien staan op stal en
oogst rot op het land
Moeilijke tijden pootaardappelteelt
Zomer 1985 breekt in Noord-Nederland regen-rekords
Groningen
Friesland
Veenkoloniën
Drente
Z.W. Nederland
Tuinbouw
Regen, regen en nog eens regen. Zo was de situatie de laatste tijd met
name in de noordelijke provincies. In Buren, op het eiland Ameland,
boekte men eind juli het rekord van 104 millimeter in drie dagen tijd.
Andere plaatsen in Friesland en Groningen kwamen daar dicht bij.
Deze week laat de zon zich gelukkig wat meer zien, maar aan het
onstabiele weer lijkt nog steeds geen einde te komen. Voor veel boeren
in het hele land levert dat zo langzamerhand groeiende zorgen op.
Akkerbouwprodukten rotten op het land en de koeien moesten op stal
gehaald worden, Op deze pagina geven we een globaal overzicht van de
situatie medio deze week.
In Groningen schetst men de ont
wikkeling in de laatste weken als
"een klein drama". Als het weer niet
snel verbetert zou het zelfs kunnen
uitlopen op een regelrechte ramp.
Was tot voor kort de stand van de
meeste gewassen zeker niet slecht, de
aanhoudende regen gooide zowel in
de akkerbouw als in de veehouderij
behoorlijk roet in het eten. De
graanoogst (met name in het Old-
ambt het voornaamste gewas in het
bouwplan) stagneert behoorlijk.
Datgene wat tussen de buien door
geoogst wordt, is minder van kwali
teit en heeft hoge vochtgehalten. Een
deel van het koolzaad ligt nog steeds
in het zwad, vooral in Noord-Gro-
ningen lopen de verliezen bij dit ge
was sterk op (uitval en uitloop).
Sommigen beschouwen de oogst hier
reeds als verloren. Bij koolzaad dat
van stam geoogst wordt is er even
eens schade, doch deze zal minder
aanzienlijk zijn. De erwten voor de
droge oogst staan er slecht voor. Ze
zijn gelegerd en beginnen er, vooral
op de lichtere gronden, steeds zwar
ter uit te zien. Ook hier ontstaan
oogstverliezen, naar verwachting wel
tot 70 procent. Een aantal akker
bouwers zou zelfs overwegen dit ge
was niet meer te oogsten, maar te
bestemmen voor veevoer. Veel win
tertarwe is aangetast door fusarium
en septoria. Opbrengstdervingen van
1.500 tot 2.000 kg per ha worden
verwacht. Een nieuw gewas als de
teunisbloem is dit jaar in Groningen
zeker geen sukses. Het graszaad is
veelal gelegerd, met veel doorwas en
uitval als gevolg.
In Friesland was eind vorige week
heel wat minder vee in de wei te zien,
dan normaal het geval is. De melk- Op veel bedrijven moeten de koeien terug op stal worden gezet.
veehouders met een ligboxenstal
hielden praktisch allemaal hun koei
en binnen, omdat het buiten houden
teveel schade aan de grasmat zou
betekenen. Ook grupstalboeren na
men de beslissing om hun koeien op
te stallen. Daarbij kwam het voor dat
de koeien tweemaal per dag van stal
moesten, om op het erf in de door
loopmelkwagen gemolken te wor
den. Op stal melken zou betekenen
dat eerst de hele melkinstallatie
moest worden omgebouwd. Vee
houders die de koeien buiten laten
lopen, worden nu gekonfronteerd
met een flinke produktiedaling, ter
wijl het grasland sterk te lijden heeft.
Gras maaien heeft eveneens veel
schade aan de grasmat tot gevolg. In
naar schatting de helft van de lig-
boxenstallen wordt daarom kuil ge
voerd.
De zware regenval eind juli verraste
ook de provinciale waterstaat in
Friesland. Naar de mening van velen
stelde men te laat de gemalen in
werking. Het hoge water betekende
niet alleen direkte schade en over
last, zoals rot in aardappelen en het
verlaten van de oogst, ook de werk
zaamheden in ruilverkavelingen
kwamen tot stilstand.
De Friese akkerbouwers kampen
met rot in de aardappelen. Nog ern
stiger is de toename van ziekten toen
het doodspuiten en het looftrekken
in de pootaardappelen onmogelijk
werd. De fytophthora lijkt fors toe
geslagen te hebben. De NAK advi
seert daarom de gevaarlijkste perce
len niet te vroeg te rooien, zodat de
aangetaste aardappelen in de rug
kunnen wegrotten, ook al zal dat de
rhizoctonia weer in de hand werken.
In de Veenkoloniën is het aanvanke
lijke optimisme over de komende
oogst in korte tijd omgeslagen. Zwa
re regenbuien met sterke windvlagen
deden veel graan legeren, de fabrieks-
ardappelen konden niet worden
bespoten en op vele percelen suiker
bieten sloeg de grond volkomen dicht.
De situatie is hier met name ernstig,
omdat de phytophthora overal toe
slaat in de fabrieksaardappelen.
Nu de ergste regen voorbij is, pro
beert men nog te redden wat er te
redden valt. Inmiddels is echter wel
bekend dat het middel Ridomil
slechts schaars ter beschikking komt.
Alle middelen moeten nu worden
benut om de fabrieksaardappel-
oogst, van zeer groot belang voor het
inkomen van de Veenkoloniale ak
kerbouwer, nog zoveel mogelijk te
redden. Avebe heeft de start van de
voormalersregeling met een week
uitgesteld.
Zeer wisselende situaties doen zich
voor in Drente. Op plaatsen waar de
grond hoog en doorlatend is staan de
V
De problemen begonnen al in het voorjaar, toen door zware buien de grond dicht
slempte, zodat de velden blank stonden.
gewassen er nog redelijk voor. Op
lage gronden en waar zich leemhou-
dende lagen bevinden, zijn evenwel
trieste zaken te konstateren. Vooral
de akkerbouw heeft het hier zwaar te
verduren. Men meldt zelfs percelen
waar de aardappelen zodanig ver
rotten, dat het op de weg te ruiken is.
Een aantal bietenvelden zien er erg
geel uit, men verwacht daar een op
brengstderving van 20 tot 40 procent.
Zorgen bestaan er ook om het gele
gerde graan en de erwten. De mais
op de hogere gronden is redelijk tot
goed, op de lagere gronden daaren
tegen slecht. Ook in deze provincie
staan veel koeien op stal en wordt
reeds van de wintervoorraad ge-
voörd.
In Overijssel en de IJsselmeerpolders
ligt de situatie iets gunstiger, hoewel
ook hier problemen zijn. Zo meldt de
Overijsselse Landbouw Maatschap
pij dat in het noordwesten van deze
provincie veel meer regen is gevallen
dan in de rest van Overijssel. Veel
boeren hebben hier hun koeien op
stal, het gras kan niet worden ge
maaid en de melkproduktie daalt.
In de Noordoostpolder stagneerde
het rooien van het pootgoed. Deze
week kon men daar echter weer mee v
verdergaan, al waren de omstandig
heden nog niet ideaal. Gewassen als
graan en aardappelen hebben ook in
de polders veel te lijden van ziek
teaantastingen.
Dezelfde geluiden als in de laatste
gebieden worden ook gemeld in
Gelderland, Utrecht, Noord- en
Zuid-Holland. Vooral de lage gron
den ondervinden overlast en veel
veehouders zouden nu graag snel
weer aan de ruwvoeroogst beginnen.
Het is improviseren met de ziekte
bestrijding in de akkerbouw en de
mais heeft veel last van de kou.
Evenals in de noordelijke provincies
groeit ook hier het onkruid opper-
best maar is het moeilijk met machi
nes op het land te komen.
In Zuidwest Nederland is de situatie
minder ongunstig. Niettemin is er
ook duidelijk schade, vooral bij de
erwten en het graszaad zelfs veel
schade. Bij het vlas is er sprake van
kwaliteitsachteruitgang. De gewas
bescherming bracht veel ekstra kos
ten met zich mee en de bespuitingen
waren zeer moeilijk uit te voeren.
Dikwijls moest de hulp van het
vliegtuig worden ingeroepen.
Plaatselijk is het graan gelegerd,
maar overigens is de stand van de
hoofdgewassen: tarwe, aardappelen,
suikerbieten en uien tot nu toe over
wegend vrij goed tot goed. In de
veehouderijsector kon een goed ge
was kuilgras worden opgeslagen. De
berichtgevers benadrukken echter de
zinsnede "tot nu toe", want beter
weer is dringend nodig.
In de vollegrondstuinbouw zijn tot
nu toe de aardbeien, de vroege ker
sen en de bonen het meest getroffen.
Bij de aardbeien trad veel rot op,
doch de mindere opbrengst wordt in
het algemeen voor een groot deel
goedgemaakt door hogere prijzen.
De vroege kersen in de Betuwe laten
ook vrij veel vruchtrot zien. Hier is
waarschijnlijk geen "prijskompensa-
tie" te verwachten. Ondanks de vorst
waren er toch veel bessen. Bij dit
produkt viel de rot wel mee, evenals
bij de frambozen, omdat de tempe
ratuur veelal aan de lage kant was.
De bramen waren op veel plaatsen al
allemaal bevroren. De appels en pe
ren ondervinden geen nadelige ge
volgen van de regen. Daar is echter
wel sprake van schurft.
Jan van Liere
als het zwaard van Damocles boven
je hoofd hangt? Vooral de basis-
pootgoed-telers hebben tot nu toe de
zwaarste strijd te voeren tegen de
natuurelementen.
De einddata voor de klasse S en SE
vallen reglementair verplicht sa
men met de adviesdata voor de klas
se E. Overschrijding van de E-data
betekent onherroepelijk klasse-ver
laging van de klassen S en SE. Dat is
in sommige gevallen hard, bikkel
hard.
Maar wijziging van de reglementen in
deze, tijdens het seizoen is onmoge
lijk, maar ook onjuist.
De klap komt waarschijnlijk het
zwaarst aan in het midden en noor
den van het land. Door de verschil
len in luizensituatie is er een verschil
in rooidata, in loofvernietigingsdata,
tussen zuid, midden en noord. En
wie dan het slechtste weer dan maar
treft! Gelijke "technische" behande
ling van alle pootaardappelvelden in
heel Nederland is een groot goed. In
dit jaar is dat niet voor iedereen even
gemakkelijk om dat te waarderen.
Het enige soulaas wat de Geweste
lijke Keuringsdiensten konden bie
den was de week ekstra voor E.G.
eigen gebruik, zodat S-materiaal of
SE-materiaal voor het eigen bedrijf
voor het volgende jaar hier en daar
behouden kon blijven.
Normaal!?
De akkerbouwer in het algemeen.
maar de pootgoedteler in het bijzon
der moet vaak de strijd aanbinden
met de natuurelementen. En toch
maar het hoofd koel houden is voor
menigeen niet eenvoudig. Het ek-
streme luizenjaar 1959 met zijn zwa
re virusinfektie zal menigeen niet
gauw vergeten. Hoge percentages
viruszieke-planten selekteren was
toen schering en inslag. Met man en
macht er door een wagen erbij. Ook
de jaren '75 en '76 zullen we niet
licht vergeten. En wat te zeggen van
voorjaar 1983. De regen hield im
mers nooit op. Zeer uitzonderlijk:
poten in juni!
Eigenlijk is er elk jaar wel wat bij
zonders. Maar wat wil je, in een gril
lig klimaat als het onze, als het Ne
derlandse.
Maar gemiddeld groeien er in dat
grillige klimaat, met al zijn hinder
nissen, goede pootaardappelen. Te
koud, te warm, te droog, te nat, er is
altijd wel wat.
Tenslotte
Welke omstandigheden, welke na
tuurelementen ook bedwongen moe
ten worden, we moeten als pootgoed-
telers het hoofd koel houden en
steeds weer handelen met de be
schikbare mogelijkheden. Het zijn
vaak dezelfden die "geluk" hebben,
zei eens een bekend landbouwvoor-
man.
A. Vermeer
Swifterbant
Loofvernietigingsdata en overtollige regen behoren niet bij elkaar.
Grootse plannen voor looftrekken, loofklappen en/of een chemische
behandeling van het gewas pootaardappelen komen dan op de tocht te
staan.
En toch zijn abnormale situaties voor een pootaardappelteler "nor
maal" om te overwinnen.
Loofvernietigingsdata
Als ik dit schrijf, zondagmiddag 4
augustus, zijn voor het gehele land
praktisch alle data, alle loofvernieti
gingsdata, vastgesteld. Bij de één
passen de data nogal slechter dan bij
de ander, want het land is nat, klets
nat, terwijl de weerberichten voor de
komende dagen niet veel goeds in
houden.
Behalve misschien op de Drentse
zandgronden, is het land praktisch
onbegaanbaar. Het waren dan ook
geen gemakkelijke besluiten voor de
Vaste Kommissie van de NAK in
Ede en voor de Gewestelijke Keu
ringsdiensten. De konfrontatie was
hard! Slechte weersomstandigheden,
onbegaanbare landerijen aan de ene
kant, toenemende hoeveelheden
perzikbladluizen en keiharde regle
menten aan de andere kant. Dati
moeten er prachtige velden, gezonde
velden, pootaardappelen staan. Het
was een goed groeiseizoen. Er mag
een redelijke, tot goede oogst van
verwacht worden. Hier en daar wat
"minder tal", waardoor tamelijk
grove partijen. Maar het totaalbeeld
was goed.
En dan nu deze ekstreme omstandig
heden tijdens de loofvernietiging.
Er zijn en worden in deze dagen toch
weer staaltjes van ondernemerschap
getoond. Toch nog spuiten tussen de
buien door op de aller onmogelijkste
momenten van de dag of nacht. En
ook nog looftrekken op de wat min
der zware gronden. Onder verre van
ideale omstandigheden. Maar wat
moet je, als ook nog de rhizoctonia
Door de vele regen zijn er ook bij de pootaardappelteelt grote problemen.
Vrijdag 16 augustus 1985
5