Op weg naar de nieuwe
Landinrichtingswet
POTTEK/,/
Falende zomer en falend beleid
Voorbereiding van
Landinrichting
Superheffing
De zienswijze
WIR
Overige aangelegenheden
Werkwijze
Landinrichtingskommissie
PAO-kursus
"Besturen en
organiseren"
Bestaande
ruilverkavelingen
Boerenherberg
Dagelijks bestuur besprak:
Op 7 mei 1985 nam de Eerste Kamer de Landinrichtingswet aan. Deze
wet gaat de Ruilverkavelingswet 1954 vervangen en zal dit najaar in
werking treden.
In de afgelopen maanden heeft de Centrale Kultuurtechnische Kom
missie (CCC) zich intensief bezig gehouden met de gevolgen van deze
nieuwe wet voor alle ruilverkavelingen.
Het voert in het kader van dit artikel te ver om uitgebreid in te gaan op
alle verschillen tussen de Ruilverkavelingswet en de Landinrichtings
wet.
Wie daarin geïnteresseerd is kan worden verwezen naar de artikelen
serie in "De Landeigenaar" van de hand van de heren Georg en Crijns.
In dit artikel wordt nader ingegaan op een aantal beslissingen en
adviezen van de CCC met het oog op de invoering van de nieuwe wet.
De Landinrichtingswet kent twee
mogelijkheden om een projekt voor
te bereiden: 1. gefaseerd, d.w.z. eerst
wordt een programma opgesteld en
na de inspraak- en bezwarenproce
dure wordt een plan opgesteld,
waarna een tweede inspraak- en be-
zwarenronde volgt; 2. vereenvou
digd: in dat geval stelt de landin
richtingskommissie direkt een plan
op-
In maart 1985 bracht de CCC advies
aan de Staatssekretaris van Land
bouw uit over de wijze van voorbe
reiding. De komplexiteit van de pro
blematiek in een landinrichtingspro-
jekt is met name bepalend voor de
keuze tussen vereenvoudigde of ge
faseerde voorbereiding.
Als landbouw, natuur- en landschap
en rekreatiebelangen nauw zijn ver
weven èn als het provinciaal plano-
Verder ziekte in granen en slecht te
gebruiken grasland. Hopen op snel
droog en zonnig weer, zo was uiter
aard het parool.
Het dagelijks bestuur vond op zijn
agenda debiting van grote ontevre
denheid van de Akkerbouwkommis-
sie, mede onderschreven door de
Groninger Mij van Landbouw. En
wel over de manier waarop het
voorstel van de hoofdafdeling en de
kommissie over een nieuw EG-
graanbeleid was behandeld, niet al
leen in het bestuur van het Land
bouwschap, maar ook in de laatstge
houden hoofdbestuursvergadering.
Toegelicht werd dat de verwerping
met onvoldoende argumenten van
het konstruktieve voorstel (o.a. in
houdende een in overleg tussen de
EG en de VS in te voeren bescher
ming voor eiwithoudende produk-
ten) het algemenere probleem stelt of
nog wel een evenwichtige belangen
behartiging in het K.N.L.C. mogelijk
is. Besloten werd dat het dagelijks
bestuur op korte termijn de zaak zal
bespreken met een delegatie van de
Akkerbouwkommissie.
Het dagelijks bestuur is met de Vee
houderijkommissie eens dat kritische
kanttekeningen op hun plaats zijn bij
het "nieuwe beleid", dat de minister
van landbouw zegt te willen voeren,
o.a. met het kwotum van de nieuwe
opkoopregeling (hij noemde al niet-
groeiers en bedrijfsopvolgers).
Er moet dan wel eerst worden ge-
konstateerd dat, vooral door de on
toereikende fiskale behandeling, die
opkoopregeling nog niet loopt. Ver
der moet vrijkomend kwotum in de
eerste plaats worden gebruikt voor
achtergebleven groepen slachtoffers
van de superheffing (door persoon
lijke omstandigheden te weinig
kwotum, pas gestarte bedrijven, door
samenloop van meer faktoren zwaar
logisch beleid onduidelijk is, kiest de
CCC voor een gefaseerde procedure.
De vereenvoudigde procedure ver
dient voorkeur als op die wijze een
optimaal plan kan worden opgesteld.
Voor gebieden die al langer in voor
bereiding waren adviseert de CCC
de vereenvoudigde procedure toe te
passen voor alle projekten, waarvoor
al een schetsontwerp is opgesteld.
Bovendien wordt in geval van ruil
verkaveling ook voorkeur uitgespro
ken voor de vereenvoudigde voor-
bereidingswijze.
Al met al adviseerde de CCC om
voor 56 projekten in voorbereiding
de vereenvoudigde voorbereidings-
wijze toe te passen en voor 6 projek
ten de gefaseerde procedure.
Wie een verzoek om landinrichting
indient, mag binnen twee jaar een
zienswijze van de Centrale Landin
richtingskommissie (CLC, opvolger
van de CCC) verwachten.
getroffenen). En dan moet kwotum
worden ingezet om tot vermindering
van het aftrekpercentage (van 9.55
tot 8.65 ten opzichte van de levering
1983) te komen. Daarna kunnen o.a.
zij worden bedacht, die in het kader
van het nieuwe rentesubsidiebeleid
nog kunnen uitbreiden.
De georganiseerde landbouw kan
volgens het dagelijks bestuur niet
anders dan krachtig protesteren
tegen het plan dat de overheid heet te
hebben om de z.g. negatieve aanslag
bij de WIR-premieverlening te
schrappen (d.w.z. voorzover de
WIR-uitkering in dat jaar groter is
dan de te betalen belasting). De uit
komsten voor land- en tuinbouwbe
drijven plegen immers sterk te wis
selen en de investeringspremie zou
vervallen als die juist hard nodig is.
Er zouden geen investeringen meer
kunnen worden gepland. En starten
de bedrijven zouden in het bijzonder
worden benadeeld vanwege hun
aanloopverliezen.
In dit verband betreurde het dage
lijks bestuur ook zeer dat Financiën
in een resolutie niet het verlangen
van land- en tuinbouw heeft geho
noreerd om bij de waardebepaling
bij bedrijfsovername in familiever
band de verpachte waarde te hante
ren.
De maatregelen die genomen zijn ter
bestrijding van de vorstschade in de
boomkwekerij en de fruitteelt baren
het dagelijks bestuur nog wel zorgen.
In feite worden de slachtoffers eerst
geheel "uitgekleed" voordat er een
tegemoetkoming komt. Naar ver
luidt zou de EG-bijdrage voor de
rentesubsidieregeling gaan manke
ren; dat geld moet dan alsnog natio
naal worden verstrekt.
Provinciale Staten moeten met deze
zienswijze rekening houden als zij
jaarlijks voorstellen doen aan de
Minister van Landbouw betreffende
landinrichtingsprojekten die moeten
worden voorbereid. De zienswijze
wordt ook opgesteld voor oude aan
vragen tot ruilverkaveling (na 1975
ingediemd), die bij de overgang van
Ruilverkavelingswet naar Landin
richtingswet als verzoeken om land
inrichting worden beschouwd.
In de zienswijze worden opvolgende
punten opgenomen:
- een beschrijving van het verzoek
om landinrichting
- karakteristiek van het gebied
- ruimtelijke ontwikkeling
- beschrijving van de bestaande
toestand
- wenselijke geachte inrichting
- konklusie en begrenzing, waarbij
wordt bepaald welke vorm van
landinrichting wenselijk is (bijv.
ruilverkaveling of herinrichting)
en op welke wijze de voorberei
ding moet plaatsvinden (vereen
voudigd of gefaseerd).
De Ruilverkavelingswet kent een
Voorbereidingskommissie en een
Plaatselijke Kommissie. Onder de
nieuwe Wet is er echter één Landin
richtingskommissie, die zowel tijdens
de voorbereidende als de uitvoeren
de fase bestaat.
Deze Landinrichtingskommissie
Nu zowel de Akkerbouw- als de
Groenteteeltkommissie niets blijken
te voelen voor een aparte nieuwe
Landbouwschapskommissie voor al
leen de vollegrondsgroenteteelt, sluit
het dagelijks bestuur zich daarbij
aan.
Het dagelijks bestuur sprak ook over
het "Groenboek" van de EG-Kom-
missie, in het bijzonder dan over de
wenselijkheid om dat goed te doen
bestuderen door de organisaties; er
staan nogal wat principieel belang -
rijke ideeën in, hoewel in konkreto
het direkt om niet veel meer lijkt te
gaan dan mogelijk wat "sociale saus"
bij een graanprijsverlaging. In de vol
gende vergadering(en) komt het weer
aan de orde. Ook het konsept-be-
leidsprogramma van het Landbouw
schap zal de volgende keer nog eens
kritisch worden bekeken.
Met medewerking van de vakgroep
Bedrijfskunde van de Landbouwho
geschool organiseert het Buro van de
Stichting PAO-LH in Wageningen
de PAO-kursus "Besturen en orga
niseren". Deze zal in Wageningen
worden gehouden op 16, 17 en 24
oktober 1985 en bestaat uit 7 blok
ken, die elk een ochtend of een mid
dag in beslag nemen. Alleen blok 3
vindt plaats op de avond van de eer
ste dag.
De kursus is in de eerste plaats bes
temd voor afgestudeerden van de
LH en het HAO, alsmede voor an
deren, die met een opleiding van
vergelijkbaar nivo werkzaam zijn in
de landbouwkundige sfeer in de
ruimste zin van het woord. Deelne
mers dienen ongeveer 5 jaar ervaring
te hebben in een funktie waarin lei
ding wordt gegeven aan een afdeling
of een projekt.
Aan de kursus kunnen maksimaal 30
personen deelnemen.
De kursuskosten bedragefn 600,-
per persoon, waarbij kosten voor
syllabi, lunches, diner op 16 oktober
en koffie/thee inbegrepen zijn.
wordt ingesteld door Gedeputeerde
Staten.
De Minister van Landbouw bepaalt
de werkwijze van deze kommissie.
Onlangs heeft de CCC een advies
uitgebracht .aan de Minister over de
regelen betreffende de werkwijze
van de Landinrichtingskommissie.
In dit advies wordt grotendeels aan
gesloten bij de huidige gang van za
ken en de geldende instruktie voor
de Plaatselijke Kommissie.
Daar de Landinrichtingskommissie
zich ook bezig houdt met de voorbe
reiding van het projekt, moesten hier
ook regels voor worden gesteld, me
de gelet op de nieuwe wet, waarin
sprake is van een vereenvoudigde en
van een gefaseerde voorbereidings
wij ze.
In beide gevallen stelt de kommissie
een schetsontwerp op en ten behoeve
van dit schetsontwerp worden de ge
bruikelijke deeladviezen uitgebracht
betreffende de landbouwstruktuur,
landschapsbouw, natuur- en land
schapsbehoud en openluchtrekrea-
tie. De CCC adviseert in het schet
sontwerp als regel de volgende pun
ten op te nemen:
- aanduiding ruimtelijke ontwik
keling
- beschrijving van de deeladviezen
- analyse van de wensen
- alternatieve schetsen voor de
verbetering van de inrichting
- samenvatting van de evaluatie
van deze alternatieven
- aanbevelingen voor het vooront
werp
De evaluatie vindt plaats met behulp
van de bekende HELP-methode,
waarvan overigens onlangs een
meerderheid in de Tweede Kamer
vond dat deze dezelfde informatie
verschaft als milieu-effektrapporta-
ge. Het is dan ook niet nodig landin
richtingsprojekten MER-plichtig te
maken, daar de Landinrichtingswet
verplichtend een beschrijving van
milieu-effekten voorschrijft.
Voorts wordt geadviseerd de CLC de
bevoegdheid te geven op advies van
de Landinrichtingskommissie te be
sluiten, dat er geen schetsontwerp
wordt opgesteld of geen deeladvie
zen worden uitgebracht. Vooral in
ruilverkavelingen met administratief
karakter kan dit aantrekkelijk zijn.
•Wat te doen met bestaande ruilver
kavelingen in uitvoering, als de Lan
dinrichtingswet in werking treedt?
Welke wet zal bepalend zijn bij de
voltooiing van deze projekten? De
Staatssekretaris vroeg onlangs de
CCC om advies, waarbij hij tevens
aangaf dat rekening gehouden moest
worden met het volgende'
De Ruilverkavelingswet moet niet
langer dan strikt noodzakelijk naast
de Landinrichtingswet funktioneren.
Gewaakt moet worden tegen de ver
lenging van de uitvoeringsduur. De
CCC konstateert dat er twee uiter
sten mogelijk zijn: enerzijds het
standpunt dat alle ruilverkavelingen
in uitvoering onder de Ruilverkave
lingswet moeten voltooid en ander
zijds het standpunt dat alle projekten
onder de nieuwe Landinrichtingswet
moeten worden afgerond.
Tussen deze twee uitersten zijn vele
proceduremomenten, waarvoor kan
worden gekozen.
Gelet op de door de Staatssekretaris
genoemde uitgangspunten lijkt het
de CCC gewenst zoveel mogelijk
ruilverkavelingen onder de werking
van de nieuwe wet te brengen.
Daar waar dit zal leiden tot ondui
delijkheden en vertraging kan beter
voor de Ruilverkavelingswet worden
gekozen.
Na een uitvoerige analyse van alle
mogelijkheden heeft de CCC uit
eindelijk geadviseerd alle ruilverka
velingen, waarvoor op het moment
van inwerkingtreding van de nieuwe
wet bezwaren tegen de lijst der gel
delijke regelingen in behandeling
zijn of zijn geweest, af te ronden
volgens de Ruilverkavelingswet
1954. Dit betekent dat 6 a 7 ruilver
kavelingen volgens de oude wet
worden voltooid.
Alle overige ruilverkavelingen in
uitvoering (circa 100) zullen dan on
der de bepalingen van de Land
inrichtingswet worden afgerond.
Tot zover dit summiere overzicht van
recente zaken die in de CCC hebben
gespeeld met het oog op de invoering
van de Landinrichtingswet.
J. Brinkman/sekretaris Grondge
bruik K.N.L.C.
In een knus dorpje, ergens in MQ
ons groene land, legden wij nog-
al eens aan bij een herberg
waar ons "boerenpannekoe
ken" werden aanbevolen.
Waaraan deze lekkernij die
agrarische naamgeving te dan
ken had is mij nooit geheel
duidelijk geworden, tenzij het
was omdat ze zo groot als wa
genwielen waren. Het was een
gezellige eetgelegenheid, wat
aan de donkere kant, maar op
gevrolijkt met tafelkleedjes van
echt boerenbont schortegoed.
Op de tafels prijkten tuiltjes
korenbloem met tarweaar.
Men waande zich in een geëi
gende boerenomgeving. De
plaats werd zuinig verlicht met
oude stallantaarns. Een juk
met houten emmertjes versier
de een wand. Tussen de ven
sters waren wat hoofdstellen,
halsters en ander paardetuig
aangebracht, omgeven door
met weidebloempjes gevulde
klompen. Een plank vol kaas
tonnetjes en boterspanen
spreidde eên zuivele sfeer en
een karnton, van waaruit een
subtropische plant zich alle
kanten op begaf, vulde een wat
verwaarloosde hoek. Foto's van
kampioenhengsten en fokstie
ren gaven aan welke gasten
men hier des avonds aan de tap
kon ontmoeten. Men zou ver
wachten hier aangesproken te
worden door een struise moeder
in klederdracht, hoge stapels
dampende pannekoeken tor
send, maar neen, een hip jong
ding van achttien kwam de
bestelling opschrijven: spek-
pannekoeken.
Op een keer, toen wij ons het
gerecht goed lieten smaken,
viel er een wat luidruchtig per
soon binnen die het de waard
moeilijk begon te maken met
de aankleding van zijn uit
spanning. "A l dat nostalgische
gedoe maakt op de buitenlui
een verkeerde indruk", zo
meende hij, "ruim het op! Het
moderne boerenbedrijf komt
met die stallantaarns in een
kwaad licht te staan. Wij gaan
met onze tijd mee! Jij toch
ook?"
Wij schrokken nogal van deze
onbesuisdheid en vermoedden
dat de man naast zijn wagen
wiel een forse slok genoten had.
Doch nee: deze figuur heeft in
de plaatselijke kieskring toch
wel wat invloed want toen we,
veel later, weer eens terug
kwamen stapten we een mo
dern bedrijf biünen vol chroom
en vlekvrij staal en met saaie
witte kleedjes van afwasplas-
tiek over de tafels. Op de plaats
van het melkjuk hing nu een
viernippelig melkstel met be-
rubberde afnamecilinders. De
boterspanen waren vervangen
door nevelspuiters en oormer
ken en waar het paardehoofd-
stel hoorde, zagen we nu een
soort etappewoeler of biet en -
topper.
De kampioenhengsten hadden
plaats gemaakt voor hoogwie-
lige traktoren met de meest
vreemdsoortige aanhang
seis, en je rook er dieselolie in
plaats van paardezweet. Aan
een zelfbedieningstoonbank
mocht je nu zelf je hapje bij
elkaar kiezen. We zijn er nooit
meer terug geweest.
POTTEKIJKER
Vanzelfsprekend kwam in de vergadering van het dagelijks bestuur van
het KNLC op 12 augustus jl. al direkt de tot dusverre slechte zomer aan
de orde. Gewag werd gemaakt van flinke opbrengstverliezen bij ge
wassen als aardappelen, erwten en graszaad, vooral in het noordelijke
deel van het land.
4
Vrijdag 16 augustus 1985