"Oppassen voor valse start"
TNO: Oplossing mestproblematiek
via onderzoek naar deelprocessen
Parkpop met melk
Hans Gerritsen (Landbouwschap) over aanpak mestoverschot:
Eerste stap
Kwaliteit
Mestboekhouding
Onderzoek
"Degenen die beweren dat de
boeren nu het mestprobleem op
de lange baan willen schuiven,
hebben zich onvoldoende in de
zaak verdiept. Dit verwijt aan het
adres van de landbouw is niet
juist. In het bestuur van het
Landbouwschap is besloten om
de excessen bij de verspreiding
van drijfmest zo spoedig mogelijk
tegen te gaan en niet meer var-
kensdrijfmest uit te rijden dan
100 ton per hektare. Daar willen
we mee beginnen en dat mag
naar mijn mening als een moedi
ge stap irt de goede richting wor
den beschouwd. De gevolgen er
van zijn namelijk niet geheel te
overzien. De landbouw wil door
deze eerste stap zicht krijgen op
een aantal zaken, zoals de afzet
van mest (buiten de bestaande
mestbanken om) en op het ver
voer van mest, want niemand
weet wat er nu precies met de
mest gebeurt en hoe de boeren op
bepaalde spelregels zullen gaan
reageren".
Milieuspecialist Hans Gerritsen
van het Landbouwschap vindt
dat het hoog tijd wordt stelling te
nemen tegen de steeds algemener
wordende opvatting, dat de boe
ren maar wat aanrommelen met
het milieu en 't mestprobleem
voor zich uit blijven schuiven.
"De ernst van de zaak is de
meeste boeren inmiddels wel
duidelijk", zo zegt hij. "De boe
ren wijzen er echter volkomen
terecht op dat regels wel kontro-
leerbaar moeten zijn en datje de
gevolgen ervan moet kunnen
overzien". Gerritsen, goed inge
voerd in de mestproblematiek,
maakt een tussentijdse balans op.
De intensieve veehouderij maakt
zich grote zorgen over de plannen
die op de diverse departementen
worden uitgebroed. De overheid
heeft over de normering officieel
nog niets bekend gemaakt, maar
het is algemeen bekend dat de
ministers Braks en Winsemius
denken aan een gedetailleerde
regelgeving, met verschillende
normen voor bijvoorbeeld graan
en maïs en bovendien van elkaar
afwijkende normen voor ver
schillende delen van Nederland.
De aanpak is volgens Gerritsen
verkeerd. Hij is van mening dat
een en ander kan resulteren in
een valse start met alle gevolgen
van dien. Zijn devies: "Als je iets
regelt, moet je het direkt goed
doen. De gevolgen van ingrepen
moeten bekend zijn en bovendien
moet de hele zaak goed kontro-
leerbaar zijn. Als je teveel ineens
wilt regelen, wordt 't geheel wel
erg moeilijk uitvoerbaar en kon-
troleerbaar".
Op die valse start hoeven de boe
ren, zo meent Gerritsen, ook niet
happig te zijn, want het is in zijn
visie ook in hun belang dat de
bodemvruchtbaarheid op termijn
wordt verzekerd en de omgeving
niet blijvend Wordt aangetast. De
boeren beseffen zelf heel goed
dat een volgende generatie boe
ren op dezelfde bodem ook nog
uit de voeten moet kunnen. Kor-
te-termijn-denken past niet in
deze filosofie. Maar het door
slaan naar de andere kant en nu
al kiezen voor een ingewikkelde
regelgeving met verschillende
normen, terwijl absoluut niets
bekend is over de gevolgen van
die aanpak, noemt Gerritsen
strijdig met de opvatting van mi
nister Braks dat er sprake moet
blijven van een perspektief bie
dende veehouderijsektor
Over de exakte omvang van het
mestoverschot is lang niet ieder
een het eens. Wie de uit 1978 da
terende IB-normen aanhoudt,
komt uit op 3 miljoen ton. De
fosfaatonttrekkingsnorm leidt in
het huidige perspektief tot een
overschot van 27 miljoen ton.
Gerritsen: "In het huidige per
spektief, omdat dat getal wellicht
kan worden verlaagd. Een manier
om dat 4e bereiken is een beper
king van bijvoorbeeld fosfaat in
veevoeder. Bovendien moet wor
den gestreefd naar een betere
kwaliteit van de mest. Dit zal be
tekenen dat het gemakkelijker in
binnen- en misschien wel buiten
land kan worden afgezet en dat
het niet meer als "overschot" kan
worden betiteld". Ook zijn vol
gens de milieuspecialist van het
Landbouwschap nog verbeterin
gen denkbaar op het terrein van
stallen schoonmaken (minder
watergebruik!) en nieuwe huis
vestingssystemen. Als voorbeeld
van dat laatste noemt hij een sys
teem met vaste kippenmest; voor
deze mest betalen de akkerbou
wers zo'n 50,— per ton. Een
kwestie van kwaliteit.
De Meststoffenwet en de Wet op
de bodembescherming zullen pas
in de loop van het volgend jaar in
werking treden, zo heeft minister
Braks onlangs het dagelijks be
stuur van het Landbouwschap la
ten weten. De streefdatum van 1
januari 1986 is niet haalbaar ge
bleken en daarom loopt ook de
interimwet, die officieel een
"looptijd" heeft van twee jaar,
ongewijzigd door. Gerritsen:
"Dit geeft al aan hoe ingewikkeld
het mestprobleem is. Wij willen
in het begin de excessen tegen
gaan. En vergis je daar niet in: er
zijn heel wat bedrijven met wei
nig grond en veel mest. Die be
drijven komen in een heel lastig
parket. Sterker nog, verschillende
bedrijven zullen erdoor in grote
moeilijkheden komen. Dat staat
vast. We gaan er overigens van uit
dat ook die bedrijven een per
spektief moet worden geboden.
Wij willen op dit moment geen
gedetailleerde normen, omdat er
eerst klaarheid moet komen in
andere zaken. Via mestboekhou-
dingen moet er inzicht ontstaan
in de hoeveelheden mest die op
het eigen bedrijf en elders wor
den afgezet. Bovendien moeten
er passende voorzieningen ko
men voor de opslag, het transport
én de verwerking van mest".
Zou een mestboekhouding bijge
houden moeten worden door alle
veehouders die mest "over" heb
ben of door iedereeji die vee
houdt, of dat nu varkens zijn of
melkvee? Er gaan binnen de
georganiseerde landbouw ook
stemmen op om de rundveehou
derij in de aanloopfase buiten
schot te houden, te meer daar zich
in die sektor geen grote excessen
voordoen. Gerritsen merkt op,
dat die diskussie binnen de land
bouw nog afgerond moet worden.
Persoonlijk vindt hij dat elke boer
die vee heeft, een mestboekhou
ding moet hebben. Juist omdat de
landbouw zelf zicht wil krijgen op
de totale mestafzet en een moge
lijke oplossing van het probleem,
zal iedereen mee moeten doen,
aldus Gerritsen. "Indien uit een
mestboekhouding blijkt dat een
boer mest op een verantwoorde
manier op het eigen bedrijf of in
de naaste omgeving kwijt kan,
heeft hij ook geen problemen.
Papieren rompslomp is voor de
betrokkenen niet prettig, maar
wel noodzakelijk om inzicht te
krijgen in de problematiek. Ik
ben dan ook van mening dat een
dergelijk systeem snel moet wor
den ingevoerd"
De landbouw heeft onlangs 5
miljoen extra uitgetrokken om
het onderzoek naar een oplossing
van het mestprobleem te stimu
leren. Het gaat om een heffing op
veevoeders, die niet over twee
ir. H. Gerritsen
jaar (zoals de bedoeling was),
maar over vier jaar wordt uitge
smeerd. "Het is een goede zaak als
de hele intensieve veehouderij
eens kritisch wordt doorgelicht.
Het bezien van mogelijkheden en
onmogelijkheden kan op den
lange duur zelfs voordeel opleve
ren", meent Gerritsen. Hij filoso
feert: "Wie weet wordt varkens-
drijfmest straks weer geld waard,
kan het waterverbruik worden
teruggedrongen enzovoorts".
Hans Gerritsen is ingenomen met
het feit dat het agrarisch bedrijfs
leven nu zelf tot aktie is overge
gaan. "Op deze manier kunnen we
meepraten en meesturen en ge
beuren er niet zo gauw dingen, die
we absoluut niet willen. Trou
wens, veel keuze hebben we niet.
De overheid gaat door met zijn
plannenmakerij en anders is het
wel de landelijke politiek die de
beslissende zetten zal doen om vat
te krijgen op het mestprobleem.
Zoals het er nu uitziet, komen de
ministers Braks en Winsemius
nog voor het eind van dit jaar met
een algemene maatregel van be
stuur met een bepaalde normering
voor het mestgebruik. Naar ver
luidt zou daarin ook worden inge
gaan op een mogelijk uitrijverbod
van mest in een bepaalde periode
van het najaar en de winter".
Jack Luiten, Landbouwschap
TNO verwacht binnen enkele jaren een belangrijke bijdrage te hebben
geleverd tot het oplossen van de procestechnologische knelpunten voor
het verwerken van varkensdrijfmest. Doelgericht onderzoek naar en
kele geselecteerde deelprocessen zijn hiervoor noodzakelijk. De regio
nale overschotten aan drijfmest kunnen ernstige milieuproblemen ver
oorzaken en schadelijk zijn voor de bodemvruchtbaarheid. Een snelle
oplossing is geboden.
Voor de korte termijn is het verwerken van drijfmest tot voor het milieu
niet schadelijke produkten een van de potentieel beste mogelijkheden.
Hiervoor moeten er mestverwerkingsbedrijven komen. Er is een groot
aantal procesroutes denkbaar, waarvan de meeste nog onvoldoende zijn
onderzocht.
Dit onderzoek heeft zowel betrek
king op de technologie en op de ap
paratenbouw alsook op de daarmee
samenhangende economische aspec
ten van de mestverwerking. De hui
dige deelprocessen zijn in 't alge
meen nog te duur. In de drijfmest
zijn stikstof, fosfor, kalium en koper
de belangrijkste bestanddelen, die de
problemen veroorzaken. Het mest
probleem is vooral een mineralen-
probleem.
Fosfor
Het omzetten van de mestbestand-
delen in biogas lost het probleem niet
op, omdat alle mineralen in het af
valwater terecht komen. Dit mag
zonder vérgaande zuivering niet ge
loosd worden. Dit proces van mest-
vergisten is op middelgrote en kleine
schaal meestal nog niet rendabel.
Afscheiden van de mest levert een
mestkoek op, die vrijwel alle fosfor
bevat en derhalve alleen op die
gronden mag worden toegepast,
waar fosfor geen probleem is. Ver
branden van deze mestkoek is mo
gelijk, maar is als proces nog te duur.
De verbrandingsas bevat o.a. fosfor-
verbindingen. Zuiveren van het af
valwater levert ammonium-, kalium-
en fosforzouten op. Dit zijn in prin
cipe weer meststoffen of grondstof
fen voor veevoer. Resultaten van
anderen en van TNO hebben aange
toond dat aanvullend onderzoek
noodzakelijk is. Uit recent TNO-on-
derzoek is gebleken, dat omgekeerde
osmose potentiële mogelijkheden
heeft.
Procesroutes
TNO is sedert vele jaren in opdracht
van de Commissie Hinderpreventie
en in nauwe samenwerking met o.a.
de RAAD, het IMAG, de LH Wa-
geningen, de TH Eindhoven en
landbouworganisaties bezig om deze
processen te onderzoeken. Evaulatie
van de huidige stand van zaken leidt
tot de conclusie dat het bij een ge
coördineerde aanpak en tijdig be
schikbaar gestelde voldoende mid
delen mogelijk is om binnen enkele
jaren de voor deze processen nodige
apparaten te ontwikkelen en opti
male bedrijfscondities en mogelijk
heden vast te stellen. Op basis van
deze gegevens kunnen dan voor
ieder specifiek probleem procesrou
tes worden vastgesteld en mestver
werkingsbedrijven worden geïnstal
leerd, gebaseerd op de dan beschik
bare goedkoopste oplossing. Dit on
derzoek vindt in hoofdzaak plaats bij
de Hoofdgroep Maatschappelijke
Technologie TNO in Apeldoorn.
Veevoer
De mineralen zijn afkomstig van het
veevoer. Jarenlange ervaring en vee-
teeltkundig onderzoek hebben geleid
tot de huidige samenstelling van dit
veevoer. Voor een oplossing van het
mestprobleem op lange termijn moet
opnieuw aandacht worden besteed
aan de samenstelling hiervan.
Aanvullend onderzoek is vereist om
na te gaan in hoeverre de concentra
tie aan stikstof, fosfor en kalium in
het veevoer kan worden verlaagd, of
koper door andere stoffen kan wor
den vervangen en in hoeverre herge
bruik van afvalstoffen uit de mest
verwerkingsbedrijven mogelijk is.
Behalve aan de gevolgen voor de
vleesproduktie dient ook aan de
volksgezondheid de nodige aandacht
te worden besteed.
TNO kan hierin een belangrijke bij
drage leveren vanuit een jarenlange
deskundigheid op het gebied van de
veevoedkundige aspecten bij het
ILOB te Wageningen en de toxico
logie en de kennis van het vlees zoals
deze aanwezig is in de ClVO-institu-
ten van de Hoofdgroep Voeding en
Voedingsmiddelen TNO te Zeist.
Naast de muzikanten was melk de meest prominente gast op het Haagse
Parkpop. Een jaarlijks terugkerend festijn, dat steeds meer bezoekers
trekt. Dit jaar kwamen er ruim 100.000. 'Melk. de Witte Motor.was in
de publiciteit betrokken, sierde het podium op en was met een verkoop
stand op het terrein aanwezig. Mede dank zij het redelijk zonnige weer
werden duizenden kelen gelaafd met de verkwikkende witte drank.
Deze promotie vormt een onderdeel van de aktiviteiten, die gericht zijn op
de jongeren van 15735 jaar. Melk moet een belangrijker plaats krijgen in
hun belevingswereld. Zij stappen na hun kinderjaren vaak over op andere
dranken omdat die meer bij hun levensstijl zouden passen.
8
Vrijdag 26 juli 1985