Bedrijfsovername ouders kinderen I over geld en goed Landbouwschap en staatssecretaris blijven het oneens over bijstand zelfstandigen De (fiscale) waarde van pachtrechten Tot 1989 jaarlijks 600.000, landschapsbeleidsplannen voor Koöperatieve vorstschaderegeling fruitteelt Leeftijdsgrens wellicht naar 55 jaar ETI positief over uitbreiding kerncentrales Door de ingrijpende maatregelen die de overheid de laatste jaren heeft afgekondigd is de schaalvergroting in de landbouw tot stilstand geko men. Uitbreiding in de rundvee-, pluimvee- en varkenshouderij is door deze maatregelen niet of nauwelijks meer mogelijk. De bedrijfsopvolging is er in deze sektoren dan ook niet gemakkelijker op geworden. Toch zien we dat de vragen over de bedrijfsopvolging niet afnemen. Ondanks de overheidsmaatregelen zijn er nog vele jongeren die het landbouwbedrijf van hun ouders willen overnemen. In een tweetal artikelen zullen we een aantal vraagpunten rond de bedrijfsovername behandelen. De manier van overdracht Er zijn verschillende mogelijkheden waarop het bedrijf kan worden overgedragen. De meest voorkomende zijn: 1. De direkte bedrijfsoverdracht waarbij het bedrijf in één keer overgaat van de ouders naar de opvolger. 2. De overdracht via een pachtkon- struktie. Bij deze vorm van over dracht wordt eerst het bedrijf ge heel of gedeeltelijk door de ou ders verpacht aan de opvolger. Na verloop van tijd kan de op volger het gepachte in eigendom overnemen. 3. De geleidelijke bedrijfsover dracht via een samenwerkings vorm, bijvoorbeeld een maat schap. Hierbij gaat het bedrijf via een samenwerkingsfase geleide lijk over naar de opvolger. Voor welke vorm van overdracht ge kozen moet worden hangt af van de persoonlijke omstandigheden en voorkeuren. Er zijn situaties denk baar waarbij een maatschap zonder meer de voorkeur verdient terwijl in andere gevallen de overdracht via verpachting is aan te bevelen. Het voert in het kader van dit artikel te ver om uitgebreid op de verschil lende vormen van overdracht in te gaan. Inkomen Welke vorm van overdracht men ook kiest, steeds zal het uitgangspunt moeten zijn dat na de overdracht zo wel de ouders als de opvolger over voldoende inkomen zullen moeten beschikken. Dit uitgangspunt vormt in vele ge vallen een probleem. Er wordt im mers veelal een bedrijf overgedragen dat slechts één gezin arbeid en inko men levert. Vroeger werd dit probleem "opge lost" door de bedrijfsomvang enigs zins uit te breiden. Door vergroting van de veestapel werd extra arbeid en extra inkomen verworven. In de overgangsfase konden beide gezin nen juist rondkomen, terwijl na de definitieve overdracht de opvolger door geleidelijk aan doorgevoerde moderniseringen het bedrijf met de zelfde omvang kon voortzetten. Door de eerder genoemde over heidsmaatregelen zoals superheffing en Interimwet pluimvee- en var kenshouderij is uitbreiding in deze sektoren niet meer mogelijk. Een aanvullend inkomen in de over gangsfase van de bedrijfsoverdracht zoals hierboven omschreven is dan ook niet mogelijk. De vraag is dan ook hoe kunnen de twee gezinnen dan wel tijdelijk rondkomen bij de bedrijfsovername. Deze vraag is moeilijk rechtstreeks te beantwoorden. Evenals bij de be drijfsoverdracht spelen hierbij ook de persoonlijke omstandigheden een belangrijke rol. Een aantal moge lijkheden kunnen we echter wel aangeven. 1. Inkomensverbetering door aan passingen in het bedrijf. Ondanks de genoemde beperkende maa tregelen zijn er binnen de bedrij ven nog wel mogelijkheden voor inkomensverbetering. 2. Een inkomen door één van de gezinnen van buiten het bedrijf via: arbeid uitkering van de overheid of andere instantie. Behalve naar het bedrijf zal er dus ook gekeken moeten worden naar de mogelijkheden die zich buiten het bedrijf voordoen. In een volgend artikel zullen wij hier nader op ingaan. H. Robben Op 11 juli trad, bij wijze van experi ment, de regeling bijdragen land schapsbeleidsplannen in werking. Vanaf die datum kunnen gemeenten verzoeken indienen om een financiële bijdrage voor het opstellen van zoge naamde landschapsbeleidsplannen bij de directeur van het Staatsbosbeheer. Dergelijke plannen beogen een amenhangend en doelmatig ge meentelijk beleid met betrekking tot het beheer en de ontwikkeling van het landschap te bevorderen. De Rijksoverheid draagt voor 50% van de begrote en goedgekeurde kosten van het opstellen van het plan bij. Voor de uitvoering van de rege ling, die op 1 januari 1989 vervalt, is jaarlijks 600.000,— beschikbaar. Een landschapsbeleidsplan zal een ondersteunende functie kunnen hebben voor het gemeentelijke be leid met betrekking tot aktiviteiten, die gevolgen hebben voor het land schap. Hierbij is bijvoorbeeld te denken aan de uitvoering van een gemeentelijke kapverordening, het planten van bomen door de ge meente en het beheer van land schapselementen en wegbermen. Verder zal een landschapsbeleids plan een rol kunnen spelen in het kader van de ruimtelijke ordening (bijvoorbeeld bij ontwikkeling en de uitvoering van bestemmingsplan nen). Zo'n plan kan ook dienen ter onder bouwing en ondersteuning van ge meentelijk beleid inzake de uitvoe ring van regelingen waarvoor in eer ste instantie andere overheidsorga nen verantwoordelijk zijn. Veel fruittelers zijn de afgelopen winter zwaar getroffen door de vorst. Het totale getroffen areaal wordt geschat op enige duizen den hektares. Dit betekent voor de betrokken telers nadelige fi nanciële gevolgen voor meer ja ren. Geheel of gedeeltelijk moet er opnieuw worden ingeplant. Een dergelijke nieuwe aanplant is de eerste jaren onproduktief en dus onrendabel. Cebeco-Handelsraad en de be trokken leden-verenigingen heb ben gemeend voor de door de vorst getroffen fruittelers die een zakelijke relatie onderhouden met een van de koöperatieve ve renigingen, een mogelijkheid tot financiële tegemoetkoming te moeten scheppen. Zij stellen zich voor om op basis van de kosten voor benodigde gewasbescher mingsmiddelen voor beschadig de, her in te planten percelen een renteloos voorschot te verstrek ken tot een vastgesteld maxi mum. Nadere informatie over uitwer king van de regeling kunt u ver krijgen bij uw koöperatieve vere niging. In de pachtwet worden op uitvoerige wijze voorschriften gegeven welke de spelregels bevatten voor de handelingen tussen eigenaar en gebrui ker van landbouwgronden Deze voorschriften hebben een sterk be schermend karakter gehad ten behoeve van de gebruiker doch bij de laatste wetswijziging is enige verbetering in de richting van de eigenaar gebracht. Staatssecretaris L. de Graaf (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en het Landbouwschap blijven het oneens over de waardering van land bouwgrond bij de beoordeling van bijstandsaanvragen van zelfstandi gen. De staatssecretaris houdt vast aan de vrije verkeerswaarde, terwijl het Landbouwschap de waarde in verpachte staat het enige juiste uit gangspunt noemt. Dit is gebleken in een gesprek tussen de staatsse cretarissen het Landbouwschap op donderdag 11 juli jl. in Den Haag. De bewindsman bleek ook niet bereid om het maximum van de lening voor bedrijfskapitaal te stellen op 250.000,— overeenkomstigde nu gel dende praktijk; hij wil niet verder gaan dan 200.000,—Wel zal de staatssecretaris aan de ministerraad voorstellen de leeftijdsgrens van de Rijksgroepsregeling voor Oudere Zelfstandigen (ROZ) te verlagen van 58 naar 55 jaar. In de pachtwet is steeds opgenomen geweest de soepele wijze waarop de rechten van de pachter kunnen wor den overgedragen aan een opvol gend kind. Hoewel de pachtkamer op zulk een verzoek naar billijkheid pioet beslissen zal dit veelal niet op problemen stuiten. Bij alle bepalin gen van deze wet wordt er vanuit gegaan dat voor de overgang van de pachtrechten geen vergoeding wordt betaald. Zelfs wordt dit met zoveel woorden verboden op straffe van overtreding van de wet op de econo mische delicten. Toch kan niet ont kend worden dat een enkele keer toch een vergoeding voor overname van pachtrechten wordt betaald. Doch dat betekent nog niet dat daarmee het pachtrecht maatschap pelijk gezien ook steeds op waarde gesteld moet worden. Zeker niet in de familiekring waarbij de pacht rechten krachtens de pachtwet vrij gemakkelijk kunnen worden overge dragen aan de bedrijfsopvolger. Het is dan ook niet gebruikelijk om vooi een pachtoverschrijding aan de be drijfsopvolger een vergoeding te vragen. Een inspecteur der directe belastin gen was het hiermee niet eens en meende dat het pachtrecht op geld waardeerbaar is. Hij corrigeerde de overdrachtswinst van een vader -ontstaan bij de overdracht van het Vrijdag 19 juli 1985 bedrijf aan zijn zoon -met een be paald bedrag voor de overgeschre ven pachtrechten. Het gerechtshof 's-Gravenhage werd te'hulp geroe pen teneinde te oordelen over deze kwestie. In een recente uitspraak (waarbij nog niet bekend is of deze zal worden voorgedragen voor nader oordeel bij de Hoge Raad) sprak het Hof zich uit ten gunste van de vader. Het Hof overwoog daarbij: "dat het om niet doen overgaan van pachtrechten op de bedrijfsopvolger bij familieverhoudingen een maat schappelijk gebruikelijke handels wijze is; dat het bedingen van een vergoeding voor de afstand van het pachtrecht zelfs in strijd zou zijn met het bepaald3 in artikel 71 van de Pachtwet", en ook "dat het Hof in dit verband nog op merkt dat, indien belanghebbende, in de economisch met het onderha vige geval vergelijkbare situatie, als eigenaar van de grond rechtstreeks aan zijn zoon zou hebben verpacht, deze laatste voor de vestiging van het pachtrecht evenmin iets zou hebben behoeven te betalen". Daarmee is het waardebegrip in fis cale zin van de baan behoudens een mogelijk ander voordeel bij de Hoge Raad. Of dit ook zo blijft zal aan de praktijk liggen. Indien vaker dan in cidenteel een bedrag voor pachtrech- De heer M.J. Varekamp, plaatsver vangend voorzitter van het Land bouwschap, wees de heer De Graaf op het relatief lage rendement van landbouwgrond in vergelijking met andere vermogensbestanddelen. De staatssecretaris houdt echter vast aan een 'gelijke behandeling' dat wil zeggen voor alles dezelfde waarde ringsnorm. Door het lage rendement van agrarische grond is er volgens het Landbouwschap juist sprake van een ongelijke behandeling. Staatssecre taris De Graaf vreest echter prece denten, als hij aan de wens van het Landbouwschap tegemoet komt en verwees daarbij naar de onlangs bij gestelde bijstandsregeling voor men sen die een eigen huis hebben. Het Landbouwschap is van mening dat het hier om een andere zaak gaat. De bedoeling van de bijsatnd, na- ten wordt betaald, kan dit tot een waarde in het maatschappelijl ver keer aanleiding geven. Ik hoop dat het niet zover komt. Het kan daarom nuttig zijn de verbodsbepaling uit de pachtwet eens gerechtelijk te laten toetsen. Daarvoor is een proces-ver baal nodig en partijen die dit willen uitprocideren. B. Veerbeek. melijk tijdelijke ondersteuning zodat het bedrijf later weer op eigen kracht verder kan, mag niet uit het oog worden verloren. De economische betekenis van landbouwgrond bij voortzetting van een landbouwbe drijf is een heel ander dan het bezit van een eigen huis, zo vindt het Landbouwschap. Ook wordt bij allerlei berekeningen van agrarische inkomens de waarde van grond in verpachte staat als uitgangspunt ge hanteerd. De staatssecretaris wil de ze argumenten niet ontkennen, maar ziet geen aanleiding om zijn stand punt te herzien. Staatssecretaris De Graaf werkt op het ogenblik aan een nieuw 'Bij standsbesluit', dat in plaats moet ko men van de ROZ en de Rijksgroeps regeling Zelfstandigen (RZ). In de huidige RZ is geen maximum gege ven voor een te verstrekken RZ-le- ning. In de praktijk wordt 250.000,-- als grens aangehouden, terwijl de minister nu een grens aan geeft van ƒ200.000,-. Het Land bouwschap pleitte voor handhaving van de huidige praktijk, omdat voor kapitaalintensieve bedrijfstakken als de glastuinbouw nadelige verschillen zouden optreden. De staatssecretaris wil toch aan een grens van twee ton vasthouden en benadrukte dat het hier gaat om een compromis, dat na langdurig overleg tussen de diverse ministeries tot stand is gekomen. Bij de huidige RZ- en ROZ-regelin- gen is het mogelijk ondanks een re latief hoog vermogen toch een inko mensaanvulling te krijgen in de vorm van een lening. Al eerder had het Landbouwschap de staatssecretaris gevraagd voor deze leningen gedu rende de bijstandsperiode geen rente te rekenen. Staatssecretaris De Graaf liet aan het eind van het ges prek met het Landbouwschap weten, dat hij deze wens wil honoreren. De voor- en nadelen overziende, lijkt uitbreiding van het aantal kerncen trales in Zeeland uit regionaal-eko- nomisch gezichtpunt aan te bevelen, mits de veiligheidsrisiko's acceptabel worden geacht en mits Zeeland c.q. de PZEM geen onaanvaardbare fi nanciële risiko's zal lopen. Dat stelt het ETI Zeeland vast in een rapport waarin dé ekonomische voor- en nadelen van een nieuwe kerncentrale worden behandeld. Als een van de nadelen noemt het ETI nog de (zeer kleine) kans op een ernstige kalamiteit. Bij bodembes- mettingzijn er dan met name voor agrarische gebieden nadelen. Vol gens het ETI moet alles overziende getracht worden de vermelde nade len te beperken en de voordelen te vergroten. Van groot belang hierbij is de uitkomst van de diskussie over het doorsluizen van financiële voor delen aan de elektriciteitsverbruikers in de regio van vestiging van de kerncentrale(s). 3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 3