Akkerbouwers die investeren in mestopsiag kunnen WIR-milieutoeslag krijgen Maandelijks gesprek minister-jlandbotjwschap Raad Bedrijfsontwikkeling Noord-Brabant nam land bouwvoorlichting onder loep Landbouwschap verzet zich tegen aantasting WIR Wettelijke regels mestgebruik komen later De Meststoffenwet en de Wet op de Bodembescherming zullen pas in de loop van volgend jaar in werking treden. Het uitwerken van de bemestingsnormen levert zoveel problemen op dat de streefdatum van 1 januari 1986 niet meer wordt gehaald. "Daardoor kan ook de Interim- wet op die datum niet ophouden te bestaan", zo zei minister Braks woensdag in zijn maandelijks gesprek met het dagelijks bestuur van het Landbouwschap. De minister is het met het Landbouwschap eens dat de nieuwe wetgeving in het begin vooral gericht moet worden op het bestrijden van excessen. Van een gedetailleerde normering kan volgens het Landbouwschap pas sprake zijn als er via een mestboekhouding inzicht is in de hoeveelheden mest op individuele bedrijven en als er voorzieningen zijn voor de opslag, de verwerking en het transport van mest. Het Landbouwschap wil op korte termijn het initiatief nemen voor de oprichting van een landelijke mest bank. Minister Braks staat positief tegenover dit plan, waarbij hij wel zogeel mogelijk het partikuliere be drijfsleven wil betrekken. Het Landbouwschap heeft de voor zitter van het Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten, dr. ir. M.P.M. Vos, gevraagd als voorzitter van de stuurgroep die het meston- derzoek gaat begeleiden. In de stuurgroep is zowel het landbouw bedrijfsleven als de overheid verte genwoordigd. Vorstschade Het ministerie en het Landbouw schap gaan op zeer korte termijn be kijken wat er kan worden gedaan voor de bedrijven in de fruitteelt en de boomkwekerij die afgelopen win ter ernstig geleden hebben van de strenge vorst. Uit de inventarisatie blijkt dat er in totaal zo'n 600 a 700 bedrijven een schade hebben van meer dan een ton. De bewindsman maakte wel duidelijk dat hij er niets voor voelt de getroffen bedrijven om te beginnen te helpen met een bij drage in de herinplantkosten van ƒ25.000,- per hektare. Volgens het Landbouwschap is deze kapitaalin- jektie noodzakelijk om de herop bouw van de bedrijven mogelijk te maken. Minister Braks vindt dat er in de eerste plaats gekeken moet wor den naar bestaande regelingen als het Borgstellingsfonds en de Rijk groepsregeling zelfstandigen. Voor zover dat niet voldoende is zou er een "solidariteitsfonds" moeten worden gevormd, waaraan behalve de over heid ook de banken en de sektor zelf moeten bijdragen. Uit.de tot nu toe beschikbare gegevens blijkt dat circa 100 bedrijven een beroep op zo'n fonds zullen moeten doen. Ongeveer daarvan zijn fruitteeltbedrijven. Mcb-kompensatie Minister Braks bevestigde desge vraagd dat de Europese Commissie heeft voorgesteld om Nederland een EG-bijdrage van 80 miljoen toe te kennen voor het kompenseren van de mcb-afbraak per 1 januari van dit jaar. Tot nu toe was er sprake van slechts 20 miljoen. Het voorstel van de Commissie moet nog goedge keurd worden door de Europese mi nisterraad. Volgens minister Braks komt het geld bovendien alleen vrij Akkerbouwers die op hun bedrijf een opslagplaats hebben aangelegd voor dierlijke mest van veehouders, kunnen in beginsel in aanmerking komen voor een milieutoeslag van 15% in het kader van de WIR (Wet Investeringsrekening). Ook de afdekking van een opslagplaats kan onder het regiem van de WIR-milieutoeslag vallen. Dit is gebleken na overleg tussen het Landbouwschap en de Dienst Investeringsrekening (DIR) van het ministerie van Ekonomische Zaken. Voor zover nu bekend is in een zestal gevallen aan akkerbouwers, die dergelijke voorzieningen voor mestopsiag ten behoeve van veehouders hebben aangelegd, een WIR-milieutoeslag toegekend. Een belangrijke voorwaarde voor de milieutoeslag is dat de bedrijfsvesti ging waar geïnvesteerd wordt voor het tijdstip van ingebruikneming van de betrokken investering minstens twee jaar moet bestaam Het gaat na drukkelijk niet om de voorwaarde dat gedurende een periode van twee jaar ook daadwerkelijk mest op het bedrijf was opgeslagen. Voorts moet de investering minimaal 5000,— bedragen (heeft geen betrekking op gebruikte materialen) en gelden en kele aanvullende voorwaarden. Verontreiniging De uit 1980 daterende aanwijzings beschikking milieutoeslag WIR is o.a. gericht op de investeringen, die geheel of nagenoeg geheel worden gedaan om milieuverontreiniging te voorkomen of te beperken. De ver ontreiniging moet hoofdzakelijk veroorzaakt zijn door de investeren de ondernemer. De milieutoeslag wordt derhalve niet verleend voor investeringen die dienen voor mi- lieu-aktiviteiten ten behoeve van derden. Veehouders die met een overschot aan dierlijke mest zitten, benaderen vaak akkerbouwers met het verzoek de mest van hen af te nemen en al vorens deze te gebruiken op te slaan. Volgens diverse betrokkenen zou de milieutoeslag dan worden gewei gerd, omdat de investerende akker bouwers, die niet in hoofdzaak de producent van de mest is, de vervui ling niet veroorzaakt. De Dienst In vesteringsrekening (DIR) gaat van het standpunt uit dat niet de mest het milieu verontreinigt, maar het daar uit vrijkomende percolaat (de door sijpelende vloeistof)- Dit percolaat is bij opslag van mest in een silo af komstig uit de inrichting van de in vesterende ondernemer (akkerbou wer); derhalve komt deze voor de milieutoeslag in aanmerking, omdat de akkerbouwer hier als "de vervui ler" wordt aangemerkt. Eind vorig jaar is de beschikking ge wijzigd en heeft de wetgever exakt geformuleerd om welke objekten het gaat. De nieuwe omschrijving luidt als volgt: "Investeringen in vloei als de Nederlandse regering zelf voor de mcb-kompensatie ƒ20 miljoen meer op tafel legt dan het vorig jaar vastgestelde bedrag van 100 mil joen. Het Landbouwschap heeft er bij monde van voorzitter drs. Schou ten de nadruk op gelegd dat extra middelen uit Brussel op dezelfde manier verdeeld moeten worden (per sektor) als deze 100 miljoen. Superheffing Het Landbouwschap heeft opnieuw de aandacht van de minister ge vraagd voor melkveehouders die door de superheffing in zeer ernstige problemen zijn geraakt. Minister Braks blijft bij zijn standpunt om geen bedrijven op basis van een in dividuele beoordeling te helpen. Wel kunnen deze gevallen een rol spelen bij het uitwerken van kriteria voor nieuw beleid. Hierover zal om te be ginnen overleg met het Landbouw schap worden gevoerd. In de tweede helft van augustus zullen de voor stellen beschikbaar zijn voor bespre king in de organisaties. Bedrijfsbeëindiging Het Landbouwschap heeft minister Braks tot slot gevraagd de land- bouwbeëindigingsregeling van het O en S-fonds niet op te schorten, gezien de gevolgen daarvan voor de struk- tuur van de landbouw. Volgens de bewindsman denkt hij er over de "horizontale" bedrijfsbeëindigings regeling in de toekomst te vervangen door sektorale regelingen, die naar zijn mening efficiënter werken. Het Landbouwschap wil verder dat er een eenmalige mogelijkheid komt het onkruid knolcyperus te bestrij den met methylbromide. Het minis terie is al bezig de mogelijkheden hiertoe te onderzoeken. Provinciale Staten heeft het voorstel van G.S. inzake de medefinanciering van de aktiviteiten uit het aktiepro- gramma mestdistributie en -verwer king van de Stuurgroep Mestproble matiek Noord-Brabant geaksepteerd. De financiering van het aktiepro- gramma is daardoor een duidelijke stap verder gekomen. Een en ander werd bekend gemaakt op de vergade ring vrijdag 17 mei j.l. van de Prov. Raad voor de Bedrijfsontwikkeling in Noord-Brabant. i Landbouwvoorlichting Ir. P. Koks, direkteur Landbouw en Voedselvoorziening, gaf een inlei ding op de nota, die is opgesteld me de naar aanleiding van de interne reorganisatie binnen het Ministerie. De nota gaat uit van het belangrijke drieluik Onderzoek, Voorlichting, Onderwijs en schenkt tevens aan dacht aan het inspelen door de voorlichting op de gevolgen van de superheffing en Interimwet. Ook de automatisering wordt gezien het be lang daarvan behandeld in de nota. Door de spreker worden dwarsver banden gelegd naar de specifieke Noord-Brabantse situatie. De verga dering ging vervolgens in grote lijnen in op de volgende punten. Men stelt dat de kontakten met het onderwijs niet optimaal verlopen. Dit kan wel licht deels worden verklaard uit het feit dat er geen extra taakuren voor de betrokkenen worden toegekend. Bovendien is de mate van betrok kenheid een punt van zorg. De koördinatie met de partikuliere voorlichting is belangrijk en verloopt veelal goed. In een aantal gevallen laat de samenwerking evenwel te wensen over. Dit laatste kan zijn oorzaak vinden in het nastreven van het eigen inzicht, alsmede door het andersoortige belang dat de partiku- liere-voorlichter in deze kan hebben. De relatie van de overheidsvoorlich ting met de SEV wordt ten onrechte wat marginaal belicht. De automati sering is groeiende en vertoont mo menteel nog groeistuipjes. De lijnen zijn uitgezet via de takorganisaties. Daarnaast bestaat er behoefte aan een band met de partikuliere bedrij ven in verband met de standaardise ring. De voorlichting van de overheid in Noord-Brabant verloopt zonder we zenlijke problemen. Wel merkt de vergadering op dat het huidige voor lichtingsapparaat op sterkte dient te blijven. Tevens ware te letten op het behoud van de sekundaire arbeids voorwaarden, mede het kunnen blij ven vervullen van de wezenlijke taken en ook met het oog op de konkurren- tie door de partikuliere voorlichting. Beregening melkveebedrijven In het rapport "Rendabiliteit van beregening op melkveebedrijven en waterbehoefte van Gelderse land bouwgronden", zijn de onderzoekers tot de konklusie gekomen dat een beregeningsinstallatie voor weidebe- drijven bedrijfsekonomisch gezien niet rendabel is. De vergadering merkt in reaktie hierop het volgende op: Noord-Brabant is niet in alle op zichten vergelijkbaar met Gelder land. Een beregeningsinstallatie is een soort verzekeringspremie. In één droog jaar kan, dankzij het winnen van een geslaagde oogst, de gehele beregeningsinstallatie grotendeels worden terugverdiend. Bij gewasmis lukking als gevolg van droogte is vervangend ruwvoer nauwelijks of niet te koop. Ook de fiskale en sociale aspekten spelen een rol. De vergadering acht het gewenst dat met name de des kundigen (specialisten) in het eigen gebied hun oordeel geven. Het on derwerp is ook van belang in verband met het op grond van de wet Water huishouding door de provincie op te stellen geïntegreerd waterplan. In een volgende vergadering zal op deze ma terie worden teruggekomen. De heer Verpalen, voorzitter van de Brabantse Boomkwekers Bond doet tenslotte uitgebreid verslag van de enorme schade die de vorst heeft aangericht aan de boomkwekerij-ge wassen, waarbij met name de vruchtbomen zwaar getroffen zijn. stofdichte lagen beton, bitumen of kunststofvliezen, voorzien van op staande randen, bestemd voor de opslag van dierlijke mest, met uit zondering van eventuele steun- en draagkonstrukties op of boven de vloeistofdichte laag". Een toevoe ging die nodig was om voorzienin gen, die daadwerkelijk verontreini ging van de bodem beperken, te kunnen blijven premiëren. Na een procedure voor het College' van Be roep voor het Bedrijfsleven werd duidelijk dat uitsluitend de investe ringen voor een milieutoeslag in aanmerking komen die expliciet worden genoemd op de aanwijzings beschikking milieutoeslag WIR. In de praktijk gaat het om de voorzie ningen die de mest van de bodem scheiden (vloer en buitenwanden van een mestopslagplaats of mestsi- lo). Ook de afsluiting van de opslag plaats of silo komt in beginsel voor de milieutoeslag in aanmerking, omdat het om een investering gaat in het kader van het tegengaan van luchtverontreiniging. In de nieuwe omschrijving wordt gesproken 'over overspanningen of afdekkingen van de buitenopslag van dierlijke mest en mestvergisters. Ondernemers die menen in aanmer king te komen voor een opslag, kun nen kontakt opnemen met de Dienst Investeringsrekening van het minis terie van Ekonomische Zaken, post bus 10073, 8000 GB Zwolle, tel. 038- .281911. Men kan hier terecht voor nadere inlichtingen en aanvraagfor mulieren. Het Landbouwschap vindt dat de Wet op de Investeringsrekening (WIR) niet mag worden afgeschaft. Wel kan de overheid zonodig maatregelen nemen om oneigenlijk gebruik tegen te gaan. Voorzitter drs. Joris Schouten zei dit woensdag aan het begin van de openbare bestuursvergadering. Hij reageerde hiermee op de diskussie over de toekomst van de WIR, die in 1978 in de plaats kwam van twee tradi tionele belastingfaciliteiten voor bedrijven, namelijk de investeringsaf trek en de vervroegde afschrijving. Het Landbouwschap is van oordeel dat juist de agrarische sektor de WIR hard nodig heeft. Een meerderheid in de Tweede Ka mer pleitte er vorige week voor om de investeringssteun van de WIR met ingang van 1 januari 1986 geleidelijk te beperken en al op korte termijn een streep te zetten door de zoge naamde negatieve aanslag. Door de ze negatieve aanslag kunnen ook verliesgevende ondernemingen van investeringssteun profiteren. Het is bekend dat buitenlandse bedrijven met een vestiging in Nederland van deze bepaling misbruik maken, waardoor.geld naar elders wegvloeit. Schouten benadrukte dat het schrappen van de negatieve aanslag voor de bedrijven in de land- en tuinbouw zeer ingrijpende en zeer negatieve gevolgen kan hebben. "Het gaat immers om bedrijven met van jaar tot jaar sterk wisselende in komens waar bovendien in sommige jaren relatief zeer hoge investeringen noodzakelijk zijn in de vorm van stallen en kassen. Door toevallige omstandigheden zouden boeren en tuinders de investeringspremie .mis kunnen lopen. Zover mag het zeker niet komen", aldus de Landbouw schapsvoorzitter. Teleurstelling Schouten reageerde in zijn ope ningstoespraak teleurgesteld op het resultaat van de Europese topkonfe- rentie eind vorige week in Milaan. De impasse rond het Europese graanbeleid duurt voort, terwijl de regeringsleiders ook met een betere besluitvorming in de EG niet veel verder zijn gekomen. Opvallend noemde Schouten wel dat de Duit sers nu bereid zijn het veto-recht te laten vallen. Volgens hem een reden te meer om de EG-landbouwminis- ters op korte termijn bijeen te roe pen. De voorzitter van het Landbouw schap herhaalde verder zijn kritiek op de manier waarop minister Braks de verevening van de superheffing heeft uitgevoerd. Het Landbouw schap beschouwt het als onrecht vaardig dat bij de verevening ook ondernemers worden ontzien die zonder de druk van bijzondere om standigheden hun melkproduktie hebben gehandhaafd of uitgebreid. Vrijdag 12 juli 1985

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 6