nieuws uit brussel Landbouwbeleid economisch succes, maar sociaal zwak Gunstige resultaten bij deelnemingen Suiker Unie Superheffing historische ingreep zonder weerga Prijzen veel lager of alles in quota jan werts Analyse Andriessen: drs. H. Schelhaas in jaarverslag 1984 produktschap voor zuivel: Andriessen bepleit ander landbouwbeleid EG Het huidige Europese landbouwbeleid wordt onbetaalbaar duur. Op korte termijn zijn drastische maatregelen nodig wil men de groeiende overschotten keren. Daarbij is het bestaan van anderhalf tot drie mil joen boeren in de Europese gemeenschap in het geding. Eigenlijk draait alles om de keuze tussen forse verlagingen van de huidige garantie prijzen, danwel het vastleggen in quota (produktievoorschriften). De doelstellingen van het Europees landbouwbeleid zijn economisch en sociaal. Het eerste is een succes geworden. De Europese landbouw speelt vandaag de dag wereldwijd een belangrijke rol. Het gaat er nu om ook voor de toekomst de agrarische bevolking een fatsoenlijk inkomen in het vooruitzicht te stellen. De huidige overschotten en de schriele prijsverhogingen van de voorbije jaren tasten de agrarische inkomens aan. Met deze analyse begint landbouw commissaris mr. Frans Andriessen zijn beschouwing in het "Groen boek". In feite, aldus Andriessen, staat het landbouwbeleid nu op een keerpunt. Het bestaande model, waarbij iedere lente de Europese prijzen werden verhoogd om de agrarische inkomens op peil te hou den, werkt niet meer. Want de ver groting van de produktie die hiermee samengaat, daar is vaak geen afzet voor te vinden. De agrariërs zullen meer in relatie met de vrije markt prijzen moeten gaan werken' aldus Andriessen, die uiteraard alleen doelt op de van de EG-regelingen afhankelijke produkten. Dan volgen de belangrijkste fricties. Onbetaalbaar De kosten van de landbouwpolitiek. Momenteel geeft de EG hieraan per jaar ruwweg vijftig miljard gulden uit. Dat is vergeleken met andere in dustriestaten niet buitensporig veel. Maar de toenamen van die kosten is wel hoog en daarom in de toekomst onbetaalbaar. In reële termen (bovenop de jaarlijkse inflatie dus) stegen de afgelopen tien jaar de uit gaven in Brussel met zeven procent jaarlijks. Van dat geld komt niet zo veel direct bij de agrarische bevol king terecht. Zo gaat 36 procent weg aan exportsubsidies (restituties) en 19 procent aan opslagkosten van voorraden. Tezamen dus al meer dan de helft. Op iedere gulden die men aldus via het FEOGA (garantieprij zen) uitgeeft wordt bovendien nog geen stuiver besteed voor structurele uitgaven, die er dus op gericht zijn de landbouw te moderniseren. Het Europese landbouwbeleid wordt momenteel gekenmerkt door een spectaculaire toename van de op brengsten. Die gaat echter samen met een binnen en buiten de Euro- markt nauwelijks toenemende vraag. In het gunstigste geval zal de Euro pese Gemeenschap in de toekomst meer kunnen exporteren wanneer de boer in staat is tegen lagere prijzen te leveren. Andriessen signaleert intussen dat de Europese landbouw nog verre van modern is. Zestig procent van de boeren werkt op minder dan tien hectare. Driekwart is 45 jaar of ou der. Op een agrarische bevolking van veertien miljoen zijn er maar één miljoen betaalde vreemde krachten. De verbrogen werkeloosheid, met name in het zuiden, is nog steeds enorm. Met de komst van Spanje en Portugal neemt het aantal agrarische bedrijven in de EG met de helft toe. Vanuit deze achtergrond signaleert het Groenboek het risico dat be paalde landen hun eigen agrarische volksdeel Financieel gaan bijsprin gen. Andriessen wil trouwens ook de andere doelstellingen van het huidi ge Europese landbouwbeleid - veili ger voedselvoorziening, betaalbare voedselprijzen, redelijke agrarische inkomens - behouden. Lagere prijzen? Tenslotte komt men dan tot de opties waaruit gekozen moet worden. Alles draait erom de produktie in de toe komst beter te beheren. Dat kan ei genlijk alleen via flink verlaagde prijzen. Prijsbevriezing helpt niet, omdat de alsmaar verbeterende pro- duktiviteit dan blijft stimuleren. Daarbij rekent men ermee dat het enkele jaren zal duren voordat de landbouw als geheel daarop qua produktie-omvang reageert. In quo ta (zoals we die nu hebben in de melk en suiker) ziet de Europese Com missie alleen een tijdelijke oplossing. Behalve duidelijke prijsverlagingen somt men voor de graanteelt nog andere mogelijkheden op: Het leg gen van drempels waarboven de oogst minder opbrengt (bestaat al); het beperken van de mogelijkheid om granen via EG-regelingen af te zetten tot enkele maanden; een me- Tegenover deze buitengewone basis is als buitengewone last een gelijk bedrag genoteerd aan de egalisatie rekening ledentoeslag. Deze voor ziening, die in 1983 was gevormd uit de niet uitgedeelde winst bij verkoop van het belang in CSM, beloopt thans 38,1 miljoen. Zij is bestemd om de ledentoeslag in de bietenprijs zo lang mogelijk op minimaal 10,- per ton te handhaven, indien de eks- ploitatie in komende jaren zo'n toe slag niet zelf kan dragen. Nadat deze een aantal jaren 10 beliep werd over de bietenleveringen op aande len zowel in 1983 als in 1984 een toeslag van 15,- betaald. Inklusief deze toeslagen beliepen de prijzen voor op aandelen geleverde bieten (eksklusief b.t.w.) bij 16% ge halte 120,- per ton in 1984 en 132,50 in 1983. De daling is vooral het gevolg van de stijging van de bietenoogst met ruim 27 procent. Anders dan in 1983 werd het door de EG gegarandeerde kwotum suiker volledig gevuld en werd nog aanvul lend ruim 33.000 ton suiker boven het maksimumkwotum van rond 544.000 ton geproduceerd. De eksploitatiekosten van het sui kerbedrijf werden nadelig beïnvloed door de slechte weersomstandighe- deverantwoordelijkheidsheffing (uit de zuivel al bekend); het bevriezen van de oppervlakte met granen be- teeld. Momenteel kunnen de producenten produkten met structurele (blijven de) overschotten via de interventie- bureau's afzetten. De Europese Commissie vraagt zich af of ze niet terug moet naar de oorspronkelijke bedoelingen van dit systeem. Daarbij wilde men alleen tijdelijk voor de conjuncturele (tijdelijke) voorraden interventie toestaan. Het zal er op neerkomen, dat voor exportproduk- ten ofwel de prijzen die de boer ten minste ontvangt omlaag gaan, dan wel hij een mederisico krijgt bij de afzet elders. Het "Groenboek" is bedoeld als dis cussiestuk. Wannee de boerenorga- nisaties, andere belanghebbenden en de politici deze zomer gereageerd hebben, wordt in Brussel de balans opgemaakt. Rekening houdend met de (beperkte) Financiële mogelijkhe den, doet Andriessen dan eind van het jaar concrete voorstellen. In hoe verre dat dan uitdraait op prijsverla gingen, zoals hiervoor beschreven, valt nog te bezien. Deze lente liepen de landbouwministers immers al vast op min 1,8 procent van de granen. den van najaar 1984. De resultaten van de deelnemingen toonden een aanmerkelijke stijging van 12,8 naar ƒ23,1 miljoen. Deze verbetering werd met name bereikt in de zaaizadensektor, waarin thans Interstate Seed Company te Fargo (V.S.) is begrepen; sinds eind 1983 een volledige dochteronderneming van Vanderhave U.S.A. Inc. te Wil mington, Delaware. Deze acquisitie heeft het werkterrein van Vanderhave uitgebreid met een interessant aandeel in de markt van zonnebloemzaden. Verwachte gang van zaken Voor oogst 1985 wordt een landelijk bietenareaal verwacht van ruim 130.000 hektaren. De prijsbesluiten van de EG voor het verkoopseizoen 1985/1986 houden een verhoging van de marge tot dekking van de fa- brikagekosten van suiker in van ruim 3 procent. Deze verhoging lijkt on voldoende kompensatie te bieden voor de verder gestegen kosten van onder meer de energievoorziening zodat de eksploitatie-uitkomst van het suikerbedrijf onder druk zal staan. In de sektor nevenprodukten lijken pulpprijzen het nivo van vorig jaar niet te kunnen handhaven. Dat staat te lezen in het nog vertrou welijke "Groenboek" dat de Euro pese Commissie mogelijk eind van deze week publiceert. Landbouw commissaris Andriessen was in de Europese Commissie deze week nog druk bezig met onderhandelingen over de deFinitieve tekst. Hij wilde ons geen ander commentaar geven dan "dat de boodschap hard zal aankomen bij de betrokkenen". Granen De graanteelt wordt gepresenteerd als sector waar snel maatregelen no dig zijn. De oogst zal voorlopig met gemiddeld drie procent per jaar toe nemen. Forse prijsverlagingen, die bovendien jaren achtereen worden toegepast in combinatie met andere maatregelen, zijn hier noodzakelijk, aldus het Groenboek. Men beveelt in het algemeen aan de producent financiëel medeverant woordelijk te maken voor de export van overtollige landbouwprodukten. Volgens Andriessen zijn veel agra riërs momenteel dankzij de EG-prij- zen al te zeer afgeschermd van de wereldmarkt. Dat blijkt temeer nu de "Een historische ingreep zonder weerga", zo noemt de Voorzitter van het Produktschap voor Zuivel te Rijswijk, drs. H. Schelhaas, in het woensdag verschenen jaarverslag 1984 van het produktschap de in april 1984 ingevoerde superheffing. Hij erkent dat de met de superhef- Fing beoogde daling van de EEG- melkproduktie van 4.1% inderdaad is bereikt. Zonder superheffing zou een groei van zeker 2 a 3% zijn op getreden. De EEG-produktie van boter en mager melkpoeder - de bei de interventieprodukten - daalde met resp. 13 en 20%. De voorraad mager melkpoeder is inmiddels te ruggebracht tot een normale om vang. De botervoorraad echter is nog steeds veel te- groot. De afbouw daarvan moet de eerste prioriteit zijn van het Europese Zuivelbeleid. Door de superheffing zal de Neder landse zuivelsector niet meer kunnen groeien in de breedte; verder groeien iq de diepte blijft echter wel mogelijk en wordt zelfs belangrijker. Voor de toekomst van de Neder landse zuivelsector acht drs. H. Op langere termijn bestaat afhanke lijkheid van en onzekerheid over de EG-suikerregeling voor de jaren 1986 tot en met 1990, terwijl ook het zetmeelbeleid van de Gemeenschap, dat aan herziening toe is, van belang is voor de suikerindustrie. Investeringen Reeds in 1983 is besloten tot het in vesteringsplan 1983 tot en met 1990 ten bedrage van ƒ710 miljoen. Het merendeel van die investeringen zal in 1988 zijn afgerond. Voor de jaren 1985 tot en met 1988 zijn investerin gen, waarin nu ook investeringen uit hoofde van het researchprogramma zijn begrepen, voorzien ten bedrage van 575 miljoen op prijsbasis 1984. Op gelijke prijsbasis komt hiervoor naast de investeringsfaciliteiten van de overheid en de eventuele saldi van de eksploitatierekening ƒ320 mil joen uit ten laste van het suikerbe drijf komende afschrijvingen ter be schikking. EG voor een toenemend aantal pro dukten een overschotgebied is ge worden. Wie het rapport van Andriessen leest moet vaak denken aan het befaamde plan-Mansholt uit 1968. Zo sugge reert ook de huidige landbouwcom missaris om in totaal ruwweg tien procent van de Europese landbouw gronden uit de produktie te nemen. Net als Mansholt destijds stelt An driessen voor om de boeren, die het anders niet redden sociaal op te vangen, danwel Financiëel op weg te helpen naar modernisering. Daarbij kan gekozen worden uit: Vervroegde pensionering vanaf 55 jaar tegen ruwweg tienduizend gulden per jaar; tijdelijke Financiële steun voor boeren, die nu al Financieel ver achter liggen; sociale hulp voor de afvloeiers, die gemiddeld niet eens de helft verdienen van hun collega's, dit per streek berekend; premies voor het stilleggen van de produktie, danwel het in exploi tatie houden van zeer dunbe volkte landbouwgebieden. Schelhaas het volgende van groot belang: een verdere ontginning van nieuwe markten (China, Indonesië); reële onderhandelingen met de Ve renigde Staten, zodat een handels oorlog kan worden voorkomen; verdere vergroting van de aanwen dingsmogelijkheden voor kaas; oplossing van het boterafzetvraag- stuk; een alert gebruik van de grote, nieu we technologische mogelijkheden; een betere daadwerkelijke zuivel- voedselhulp. Herstel wereldzuivelmarkt Door devproblemen rondom de su perheffing bleef het herstel van de zuivelmarkt in 1984 bijna onopge merkt. De wereldhandel in zuivel- produkten steeg in 1984 met 15%, bereikte het equivalent van 24 mil joen ton melk en naderde hiermee het topniveau van 1980. In bijna alle Europese landen steeg verder het verbruik van zuivelprodukten, voor al van kaas. Zo steeg in Nederland het kaasverbruik met 4% en het bo- terverbruik met 5,8%. Weer Amerikaanse tarwe- bloemeksport naar Noord-Afrika Na een Amerikaanse offerte aan tar webloem van 1 miljoen ton tarwe bloem, is thans door de Amerikanen aan Egypte 600.000 ton tarwebloem aangeboden, een en ander in het kader van het omvangrijke Ameri kaanse steunprogramma van 2 mil jard dollar ten behoeve van de agra rische eksport. De argumentatie is dat het Ameri kaanse aandeel aan de wereldmarkt voor tarwebloem is gedaald van 50% tot ongeveer 15% in 1984/85 en dat het aandeel van de Europese Ge meenschap is gestegen van 20% tot 65%. De genoemde 600.000 ton tar webloem komen overeen met onge veer 40% van de Egyptische jaarlijkse importbehoefte. 'In 1983 hebben de Amerikanen tegen gemakkelijke betalingsvoor waarden en lage prijzen ongeveer 1 miljoen tarwebloem aan Egypte ge leverd. Suiker Unie en haar deelnemingen behaalden in 1984 een netto-omzet van 1,4 miljard. Na afschrijvingen ten bedrage van 95 miljoen beliep het resultaat 37,2 miljoen, tegen 25,5 miljoen over 1983. Laatstge noemd saldo was negatief beïnvloed door een reorganisatievoorziening (van 5 miljoen na belasting), die verband houdt met de voorgenomen sluiting per einde 1987 van de suikerfabriek te Zevenbergen. De eks ploitatierekening over 1984 toont een buitengewone bate van 14 miljoen ten gevolge van het vrijvallen van belastingvoorzieningen over voorgaande jaren. Vrijdag 12 juli 1985 5

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 5