BASF zoekt nieuwe mogelijkheden voor bescherming van gewassen A ardappel: een gezonde opschepper Kwaliteit Service Feiten en cijfers VIC0N vestigt landbouwwerktuigenfabriek voor akkerbouw in Noord-Amerika Informatiemap bladrammenas De publieke opinie over gewasbeschermingsmiddelen is niet altijd even goed. Dit is een kwestie waar de fabrikanten van gewasbeschermings middelen regelmatig mee te maken hebben. Al hebben zij hun uiterste best gedaan een goed en veilig middel te maken, als de gebruiker er niet goed mee omgaat, krijgt het middel vaak de schuld. Dat was ongeveer het beeld dat BASF in het Duitse Ludwigshaven schetste voor de agrarische pers die een bezoek aan het bedrijf bracht. BASF, een chemie-gigant die wereldwijd 115.000 mensen in dienst heeft, wint kolen, olie en gas en maakt lakken, verven, inkten, pigmenten, vezels, kunststoffen, gewasbeschermingsmiddelen, audio en videobanden en nog wel meer. Het belangrijkste industriekomplex van BASF staat in Ludwigshaven. Het bedrijf is een stad op zich; ruim zes vierkante kilometer oppervlakte. Er staan praktisch alleen maar fa brieken, met elkaar verbonden door 2000 km bovengrondse pijpleidin gen. Dit alles wordt op gang gehou den door drie energiecentrales die 5300 miljoen kilowatt-uur per jaar leveren. Er worden meer dan 6000 verschillende produkten gemaakt. Een kleine 2000 vrachtwagens en 25 schepen zijn iedere dag in touw om de produkten af te voeren. Tegenstanders BASF produceert ook gewasbe schermingsmiddelen. Gewasbe scherming is een omschrijving voor methoden die planten, insekten of schimmels weren die schadelijk kunnen zijn voor de gewassen die de mens nodig heeft. Er zijn echter nog al wat tegenstanders, vindt BASF, en daarmee valt slecht te praten. De grootste groep van de bevolking heeft geen mening over bestrijdings middelen, maar is wel beïnvloedbaar via de media en door de tegenstan ders. Overbodig en onjuist gebruik brengt de gewasbescherming in een onjuist daglicht. En dit is niet nodig zegt BASF. Een bestrijdingsmiddel is op alle werkingen getest en heeft zware eisen moeten doorstaan. De ontwik keling neemt soms wel acht jaar in beslag, en zo'n middel heeft dan al 50 miljoen gulden gekost, voor het vol doet aan alle produkt- en toelatings eisen. Gebruiksaanwijzing De boer die dan uiteindelijk met het produkt gaat werken is wel verplicht Behalve onderzoek naar plant en middel, onderzoekt BA SF ook hoe de opname is van de plant, hoeveel middel er doorspoelt en de afbraak van het middel in de grond. Dit doet BASF in de zgn. lysemiter, dit zijn dichte bassins met grond waarop gewassen worden geteeld. Onderin de bassins wordt het water afgetapt en regelmatig onderzocht. Zo wordt een beeld gekregen van de hoeveelheid gewas beschermingsmiddel in het bodemvocht en hoelang het duurt voor dat dit is afgebroken. om alles precies volgens de gebruiks aanwijzing te doen; die is er ook niet voor niks. In Nederland zijn juist drie gevallen van vissterfte geweest door onjuist gebruik van een gewas beschermingsmiddel. Dit zijn fouten van de gebruiker. Deze hoort het middel verantwoord toe te passen en dan is het noodzakelijk dat de wet telijke voorschriften worden nage leefd. Fouten komen evenwel in de media en worden door tegenstanders ge bruikt om aan te tonen dat gewasbe schermingsmiddelen verkeerd zijn. Dat is niet juist. Er is alles aan ge daan de middelen zo veilig en goed mogelijk te maken. De gebruiker moet dan ook zijn best doen om de middelen zo goed en zo weinig mo gelijk toe te passen, stelde BASF. Het punt van resistentie tegen bepaalde middelen komt hier om de hoek kij ken. In het belang van BASF en van de boer is het belangrijk dat een middel lang werkzaam blijft. Ge bruik de middelen niet routinematig, maar pas ze toe in een bestrijdings- plan. Geleide en geïntegreerde methoden De gewasbeschermingsfabrikanten werken hard in het onderzoek naar gezondere gewasbeschermingsme thoden. In deze onderzoeken zijn in grote mate de geleide en geïntegreerde bestrijdingsmethoden betrokken. Buiten het gebruik van chemische middelen zullen deze methoden echter waarschijnlijk niet kunnen. De geleide bestrijding houdt in dat er gewerkt wordt met de gebruikelijke bestrijdingsmiddelen. Ze worden echter pas ingezet nadat is vastge steld dat het aantal schadelijke insek ten of de omvang van een aantasting een tevoren vastgestelde ekonomi- sche schadedrempelwaarde over schrijdt. Dit wordt met behulp van waarneming van de boer en waar schuwingssystemen vastgesteld. Bij de geïntegreerde bestrijding wordt er naar gestreefd om een zo efficiënt mogelijk samengaan van teelt-, technische-, biologische-, en chemische methoden. De omstan digheden voor de natuurlijke vijan den van schadelijke organismen zul len hierbij zo gunstig mogelijk moe ten worden gemaakt. Op deze ma nier wordt geprobeerd te bereiken dat de ziekte of plaag beneden een aanvaardbare schadedrempel blijft. Lukt dit niet dan wordt er een che mische bestrijding uitgevoerd. Bij geïntegreerde bestrijdingsmethoden kan bijvoorbeeld één van de aanwe zige insekten biologisch, door roof- insekten laten bestrijden, bovendien kunnen met de selektief werkende chemische bestrijdingsmiddelen dan de andere aanwezige insekten wor den gedood. Organische middelen Bij de ontwikkeling van nieuwe ge wasbeschermingsmiddelen wordt gestreefd naar zo weinig mogelijk chemische stoffen op het land. Er wordt gewerkt aan nieuwe werkzame stoffen die alleen nog met organische oplos- en andere hulpmiddelen we den aangemengd. Ook de toepas baarheid van natuurlijke afweerstof- fen in dienst van de gewasbescher ming wordt verder onderzocht. Voor deze ontwikkeling en onderzoek heeft BASF een aantal laboratoria, proeftuinen, en een boerderij om de middelen zowel op laboratorium- als op praktijkschaal uit te proberen. J.B. De Nederlandse aardappel staat de laatste tijd volop in de belangstel ling. De export van pootaardappe- len loopt als een trein. Dit jaar zullen er 2000 ha pootaardappelen meer worden verbouwd. Nederlan ders hebben kans gezien de woes tijnen vruchtbaar te maken en aardappels te verbouwen. De lage opbrengstprijzen van de oogst 1984, de problemen van een bepaalde aardappelverwerkende industrie en de voorspelling dat een aantal aardappelen het veld moe ten ruimen, kunnen de positieve geluiden niet overstemmen. Enige feiten en cijfers uit het jaarverslag van het Produktschap voor Aardappelen. De totale op pervlakte in deze wereld die be- teeld wordt met aardappelen be draagt ongeveer 20 miljoen hec tare. Ongeveer 12 miljoen ha. daarvan ligt in Europa en een kleine 6 miljoen ha in Azië. De aardappel heeft dus haar baker mat - Amerika - in grote aantallen verlaten. De totale opbrengst aan aardappelen nadert de 300 mil jard kologram, waarvan in Eu ropa een kleine 180 miljard kg In de Europese Gemeenschap wordt ruim 1 miljoen hectare met aardappelen geteeld. West- Duitsland, Frankrijk en het Ver enigd Koninkrijk verbouwen elk zo'n 200.000 ha gevolgd door Nederland met 160.000 ha. De Nederlander is dus niet alleen een goede aardappeleter, maar ook een goede aardappelverbouwer. Hij is dat ook gebleven de laatste 15 jaar, hetgeen niet gezegd kan worden van de EG'ers, waar in deze periode - in totaal - de op pervlakte aardappelen terug liep tot 56%. Vooral Duitsland, Frankrijk en Italië lieten het af weten. Van elke hectare worden niet evenveel aardappelen ge oogst. De Europese Gemeen schap noteerde vorig jaar een ge middelde opbrengst per ha van 31.500 kg, dat was 7000 kg. van elke ha meer dan in 1970. Neder land steekt met kop en schouders uit boven de andere landen als het gaat om de aarappelprestatie per ha. De opbrengst per ha was vorig jaar meer dan 41.500 kg, dus 10.000 kg boven het gemid delde. De Griekén brachten het tot de helft van wat de Nederlan ders er van wisten te maken (20.000 kg). Tussen Nederland en Griekenland liggen de andere landen. De Europese bevolking eet niet alle in hun gebied ver bouwde aardappels op. Ongeveer de helft gaat rechtstreeks in con sumptie, 12.5% wordt verwerk tot aardappelproduktie, 12.5% wordt verwerkt tot zetmeel en alcohol, 7.5% dient als pootgoed om aardappels te kunnen blijven eten en 2% wordt geëxporteerd. De 16% die dan nog overblijft wordt aan het vee vervoederd of gaat verloren. De Nederlander is een goede aardappeleter met zijn 85 kg per jaar, maar de Belgen (en Luxem burgers) brengen het tot 105 kg en de Ieren zelfs tot 125 kg. De Italianen eten liever wat anders, maar laten zich tot nog 35 kg aardappelen lekker smaken. De overige Europeanen zitten met het smullen van de piepers tussen de Ieren en Italië in aan tafel. Deze gegevens zijn te vinden in het jaarverslag van het Produkt schap voor Aardappelen over 1984. Het zijn slechts een paar cijfers, van de geweldige hoe veelheid gegevens die in dit ver slag over aardappelen voorko men. P. Westra Vicon landbouwwerktuigenindustrie Nieuw-Vennep gaat een tweede produktiebedrijf in Noord-Amerika vestigen. In de buurt van Winnipeg West-Canada, zal een werktuigen programma voor de "dryland far mer" worden gefabriceerd 0.9. be staande uit machines voor grondbe werking en zaaien, graanmaaiers en kombines. De produkt-knowhow hiervan heeft Vicon gekocht van Canadian Cooperative Implements Ltd., een grote koöperatie die deze werktuigen tot voor kort zelf produ ceerde voor een eigen distributie-or ganisatie bestaande uit 52 dealers, verdeeld over Alberta, Saskatche wan en Manitoba. Deze verkoop punten (stores) blijven binnen de koöperatie bestaan en zullen nog dit jaar door Vicon beleverd gaan wor den. Daarnaast zullen ook de boeren in de U.S.A. het op de "wheatbelt" afgestemde werktuigenprogramma van Vicon kunnen gaan betrekken. Vicon is in de internationale land- bouwmechanisatiewereld vooral be kend om haar machines voor de ruwvoederwinning zoals grasmaaiers en conditioners, harken en balen persen die zowel in de enige jaren geleden gevestigde fabriek in Cam bridge Ontario als in de Europese Vicon-fabrieken gemaakt worden. Het nieuwe projekt in West-Canada biedt de mogelijkheid om in één keer op grote schaal door te breken in de "breadbasket of the world". Ook voor produktontwikkeling, ver koop en distributie zijn nieuwe or ganisaties in Winnipeg opgezet die zich volledig op de "Wheatbelt" zul len koncentreren. De provincie Ma nitoba, voor wie Nederland een van de belangrijkste handelspartners is, zal het Vicon-projekt steunen met maximaal 1 miljoen Canadese dol lars. De federale regering heeft een subsidie voor research in het voor uitzicht gesteld. Door het gebruik van steeds zwaar dere machines op de akkerbouwbe drijven gaan de bodemvruchtbaar heid en de bodemstruktuur achter uit. Lagere opbrengsten van de ak kerbouwgewassen zijn het gevolg. Bovendien wordt door het veelal nauwe bouwplan met veel suiker- Advertentie IM bieten de besmetting van de bodem met het bietecysteaaltje een steeds groter probleem. Een goede groen- bemester is van onschatbare waarde voor de instandhouding van de bo demvruchtbaarheid en_een verbete ring van de bodemstruktuur. Een bezwaar van sommige groenbemes- ters is echter, dat zij waardplant zijn voor het bietecysteaaltje. In 1984 zijn op veel plaatsen in Ne derland tegen het bietecysteaaltje resistente groenbemestingsgewassen ingezaaid. De mogelijkheden om in de late stoppel nog een geslaagde groenbemester te telen, zonder het •risiko van vermeerdering van het bietecysteaaltje, zijn daardoor sterk toegenomen. Een van de nieuwe groenbemesters is Pegletta-bladrammenas. Dit ras is vorig jaar op grote schaal - en met succes - uitgezaaid. Cebeco-Handelsraad heeft in ver band met de grote belangstelling voor Pegletta een informatiemap sa mengesteld. De map kan gratis wor den aangevraagd bij de afdeling Zaaizaad en Pootgoed van Cebeco- Handelsraad, tel. 010-544335. Vrijdag 21 juni 1985

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 9