Schoolverlaters en
hun uitkeringen
over geld
en goed
Landbouwschap pleit voor
zoetwatervoorziening
landbouw op
Schouwen-Duiveland
Topkaderkursus XIV
vrijdag 31 mei afgesloten
Van Hobokenprijs uitgereikt aan
dhr. J.J. Quist en dhr. M. de Regt
Het einde van het schooljaar 1984/1985 nadert. Voor een groot aantal
jongeren is dit het eindeksamenjaar, dat hopelijk wordt afgesloten met
een diploma. Als geen vervolgopleiding wordt gekozen is het dan tevens
het einde van de schoolperiode en zal geprobeerd worden een baan te
vinden. Vanwege de huidige krappe arbeidsmarkt is het niet altijd
mogelijk direkt werk te vinden. Degenen die het niet lukt om na de
schoolopleiding direkt werk te vinden kunnen een beroep doen op de
voor werkloze schoolverlaters geldende regelingen. Om duidelijk te
maken waar werkloze schoolverlaters aanspraak op kunnen maken
moet onderscheid gemaakt worden tussen drie groepen jongeren, na
melijk die van 16 en 17 jaar, die van 18 tot 21 jaar en die van 21 jaar en
ouder.
16 en 17 jaar
Voor werkloze schoolverlaters van
16 en 17 jaar bestaat geen recht op
een zelfstandige uitkering. De 16 en
17 jarigen vallen onder de Algemene
Kinderbijslagwet. Het kinderbijslag
bedrag is afhankelijk van de gezins
grootte en de leeftijden van de kin
deren. De aanvraag voor kinderbij
slag moet door de ouders worden in
gediend bij de Raad van Arbeid. Bij
de aanvraag voor kinderbijslag voor
een werkloze schoolverlater dient het
bewijs van inschrijving als werkzoe
kende bij het Gewestelijk Arbeids-
buro te worden overgelegd.
18 tot 21 jaar
Werkloze schoolverlaters van 18 tot
21 jaar hebben na een half jaar
wachttijd recht op een R.W.W.-uit
kering. Gedurende* de wachttijd
hebben de ouders recht op kinder
bijslag. De aanvraag voor de
R.W.W.-uitkering moet worden in
gediend bij de Gemeentelijke Socia
le Diensten. Bij de aanvraag voor een
R.W.W.-uitkering moet ook het be
wijs van inschrijving als werkzoe
kende bij het arbeidsburo worden
overgelegd.
21 jaar en ouder
Werkloze schoolverlaters van 21 jaar
en ouder kunnen, nadat zij zich heb
ben laten inschrijven als werkzoe
kende bij het arbeidsburo een aan
vraag voor een R.W.W.-uitkering
indienen bij de Gemeentelijke So
ciale Dienst. Voor deze groep geldt
geen wachttijd en gaat hun recht op
een R.W.W.-uitkering in op de dag
waarop de aanvraag bij de Gemeen
telijke Sociale Dienst wordt inge
diend dan wel op het moment waar
op de studiefinanciering ophoudt.
R.W.W.-uitkering en vermogen
De R.W.W. (Rijksgroepsregeling
Werkloze Werknemers) is een on
derdeel van de Algemene Bijstands
wet. Omdat de Algemene Bijstands
wet een aanvullend karakter heeft
wordt gekeken naar het vermogen
van degene die een beroep doet op
de R.W.W. Indien het vermogen van
een werkloze schoolverlater hoger is
dan 7.800,- zal eerst moeten wor
den ingeteerd op het meerdere ver
mogen voordat een recht op
R.W.W.-uitkering bestaat.
- no qo ri3>{i31ad
Hoogte R.W.W.-uitkeringen
De hoogte van de uitkering is afhan
kelijk van de leeftijd en of men thuis
inwonend is of zelfstandig woont
(geen woningdeler). Vanaf 1 april
1985 bedragen de uitkeringen per
maand:
Leeftijd Thuiswonend Alleenstaand
18 jaar ƒ337,85 ƒ719,50
19 jaar ƒ340,50 719,50
20 jaar ƒ426,65 719,50
21 jaar ƒ719,50 770,40
22 jaar ƒ750,50 884,40
23 jaar en ouder ƒ874,95 ƒ1029,90
Behalve de periodieke uitkering
wordt eens per jaar een vakantieuit
kering toegekend.
Degenen die een R.W.W.-uitkering
ontvangen zijn verplicht verzekerd
voor de ziekenfondswet.
Inschrijving arbeidsburo belangrijk!
Zoals al is opgemerkt moeten werk
loze schoolverlaters zich laten in
schrijven als werkzoekende bij het
Gewestelijk Arbeidsburo. Het is van
belang dat dit tijdig gebeurt. Dat wil
zeggen binnen één maand na het
einde van de studie, in de regel vóór
1 augustus.
Voor het recht op R.W.W.-uitkering
of de kinderbijslag voor de ouders
is dat van essentieel belang. Maar
inschrijven alleen is niet voldoende.
Deze jongeren moeten vooral niet
vergeten hun inschrijving bij het ar
beidsburo ook steeds tijdig te ver
lengen. De datum waarop zij dat
moeten doen staat aangegeven op de
inschrijvingskaart die zij van het ar
beidsburo hebben gekregen. Een dag
te laat kan al betekenen dat zij geen
R.W.W. meer krijgen of aan de ou
ders geen kinderbijslag meer wordt
gegeven. Op tijd verlengen van de
inschrijving bij het arbeidsburo is
dus ook echt heel belangrijk.
Als u meer over de regelingen voor
werkloze schoolverlaters wilt weten
kunt u hierover kontakt opnemen
met de Sociaal-Ekonomische Voor
lichting van uw landbouworganisa
tie.
Tj. Scheeper
Het bestuur van het A.S.F. heeft met
ingang van 1 januari 1985 nieuwe
administratievoorschriften voor ge
legenheidswerk vastgesteld.
Hiertoe is een meldingsformulier
ontworpen dat volledig ingevuld
binnen 8 dagen na aanvang van de
werkzaamheden naar het regionaal
kantoor van het A.S.F., waaronder
het bedrijf van de ondernemer res
sorteert, moet worden gezonden.
Zowel de ondernemer als de vakan
tie- (gelegenheidswerker) dienen het
formulier te ondertekenen. De be
doeling van dit alles is om na te gaan
of er verzekeringsplicht danwel geen
verzekeringsplicht bestaat. Bij iedere
arbeidsverhouding moet worden be
keken of er sprake is van een dienst
betrekking. Een dienstbetrekking is
aanwezig indien de werknemer
verplicht is om gedurende een zekere
tijd arbeid te verrichten en de werk
gever verplicht is loon te betalen en
er een gezagsverhouding bestaat tus
sen werkgever en werknemer. Als er
sprake is van een dienstbetrekking is
er ook verzekeringsplicht. Voor ge
legenheidswerkers is het in het alge
meen zó dat indien op tenminste 2
dagen per week wordt gewerkt tegen
tenminste twee vijfde deel van het
wettelijk minimum weekloon verze
keringsplicht aanwezig is. Is men
echter van te voren overeengeko
men, dat gedurende een periode van
korter dan een maand zal worden
gewerkt, dan is er geen verzeke
ringsplicht. Gaat men echter binnen
een maand opnieuw voor dezelfde
Vrijdag 7 juni 1985
werkgever werken, dan bestaat vanaf
de tweede werkperiode wel verzeke
ringsplicht. In het algemeen kan men
stellen dat geen verzekeringsplicht
aanwezig is bij gelegenheidswerkers,
waartoe behoren scholieren, studen
ten, huisvrouwen, met wie geen ge
zagsverhouding bestaat en met wie
van te voren wordt afgesproken, dat
hij/zij vrij is om te komen en te gaan
(dus geen dienstbetrekking) alsmede
dat hij/zij korter dan een maand (ten
hoogste 22 werkdagen) zal werken.
Het Landbouwschap vindt dat minister Smit-Kroes van Verkeer en
Waterstaat, terug moet komen op haar weigering om de aanleg van een
zoetwaterpijpleiding naar Schouwen-Duiveland (vanaf het Zoommeer)
te financieren in het kader van de Deltawerken. In een brief aan de
minister noemt het Landbouwschap het veilig stellen van de zoetwa
tervoorziening van groot belang voor de landbouw op Schouwen-Dui
veland. Al in een eerder stadium heeft het Landbouwschap laten blijken
een duidelijke voorkeur te hebben voor een zoet Grevelingenbekken,
waardoor de zoetwatervoorziening ook voor de landbouw veilig wordt
gesteld. Een definitief besluit hierover is nog niet genomen. De kans dat
de Grevelingen zoet wordt is echter gering; een reden te meer voor het
Landbouwschap om aan te dringen op een snelle en positieve beslissing,
die de zoetwatervoorziening voor Schouwen-Duiveland veilig stelt.
Minister Smit-Kroes reageerde on
langs op vragen van de Tweede-Ka
merleden Te Veldhuis en Eversdijk.
Ze vroegen de minister om aan een
besluit voor een zoute Grevelingen,
tegelijkertijd een beslissing te kop
pelen om de zoetwatervoorziening
voor de agrarische sektor, voor reke
ning van de rijksoverheid, via een
pijpleiding veilig te stellen.
Minister Smit-Kroes heeft dit voor
alsnog geweigerd. Het Landbouw
schap denkt dat haar angst voor een
eventuele precedentwerking de
hoofdreden is voor deze negatieve
reaktie. Een dergelijke vrees is vol
gens het Landbouwschap niet terecht
omdat men in het Deltaplan voor
Schouwen-Duiveland er altijd van is
uitgegaan dat er een zoetwaterbek
ken zou komen. Dit geldt niet voor
andere gebieden in het Deltagebied,
zoals Noord- en Zuid-Beveland.
Minister Braks heeft vorig jaar tij
dens een inleiding in Middelburg, in
tegenstelling tot zijn kollega van
Verkeer en Waterstaat, veel begrip
getoond voor de wens van de zuide
lijke landbouworganisaties om de
zoetwatervoorziening eventueel vei
lig te stellen door middel van een pijp
leiding.
De Tweede Kamer heeft vorig jaar
een motie aangenomen waarin ge
vraagd wordt om een zoetwaterpijp
leiding voor rekening van de overheid
aan te leggen.
De gedachtengang hiervan is dat het
werk moet worden verricht door
mensen die geen aanspraak maken
op enige uitkering ingevolge de so
ciale verzekeringswetten. Als de ge
legenheidswerker inkomsten uit ar
beid geniet dan wel een inkomsten-
vervangende uitkering zoals W.W. of
W.A.O., is altijd verzekeringsplicht
aanwezig. Niet of niet tijdig gemelde
gelegenheidsarbeid zal, wanneer dit
wordt vastgesteld, achteraf altijd lei
den tot premieheffing. Bij fraudu
leuze handelingen, zoals het ver
schrijven van verricht werk op ande
re soms gefingeerde namen etc. zal
bovendien aangifte bij Justitie wor
den gedaan. Men heeft daartoe kon-
troleurs aangesteld die moeten na
gaan of men zich aan de regels
houdt.
Het is maar dat men het weet.
A. Michaël
De geslaagden.
Met een bespreking van de door de
Topkaderkursisten geschreven
werkstukken tussen de leden van de
kommissie Topkadervorming en de
betrokken kursisten is een eind ge
komen aan de veertiende Topkader-
kursus 1985.
De kursisten hebben gedurende drie
weken in het Vormingscentrum He-
denesse te Cadzand de kursus ge
volgd. Daarin is op een intensieve
wijze en onder deskundige leiding
van N. Peterse een zeer wezenlijke
bijdrage geleverd aan de kadervor
ming van jonge boeren en boerinnen
in het zuidwesten.
Aan tien deelnemers kon na afloop
van een geanimeerde gezamenlijke
maaltijd door de voorzitter van de
kommissie ir. J. Salomons, de ver
klaring worden uitgereikt welke ver
bonden is aan het volledig volgen
van de kursus.
Hier volgen hun namen: J.J. van den
Berg, Wissenkerke; J.P.M. Deurloo,
Tholen; A.C. Geluk, St. Annaland;
J. Haak, Hoèk; J. Korteweg, Zeven
bergen; M. Korteweg-v.d. Stee, Ze
venbergen; J.A. Mijs, Achthuizen;
M.J. van Oeveren, Kortgene; P.J.
Risseeuw, Cadzand; L.J.M. de Win
ter, Middelharnis.
De heer Doeleman reikt de prijs uit aan de heren De Regt en Quist.
In dezelfde bijeenkomst in hotel
Terminus in Goes heeft de voorzitter
van de ZLM, de heer A. Doeleman,
de Van Hobokenprijs uitgereikt aan
de heren J.J. Quist en M. de Regt
voor hun werkstuk "Hout als alter
natief landbouwgewas".
Zij schreven dit werkstuk als deelne
mers van de voorgaande Topkader-
kürsus. In zijn toespraak noemde de
heer Doeleman het bijzonder posi
tief dat mensen steeds blijven zoeken
naar alternatieven. De mogelijkhe
den van houtteelt komen steeds
dichterbij nu de prijsvorming van de
gegarandeerde akkerbouwproduk-
t - - uier steeds grotere druk komen
V staan.
Beide prijswinnaars dankten de
ZLM voor de hen toegekende prijs
waardoor hun werkstuk tot lande
lijke bekendheid gebracht werd.
Van officiële instanties is reeds
meerdere malen interesse getoond.
Ook de akkerbouwkommissie van de
landelijke CBTB zal komende week
een werkbezoek brengen aan
Zeeuws Vlaanderen en aandacht
besteden aan de houtteelt aan de
hand van het werkstuk.