Op naar een nieuw élan
Landbouwschap zeer
bezorgd over "gespleten""
landbouwakkoord
vanuit de,Z.L.IVL gezien
I VRIJDAG 24 IV
zuidelijke landbouw maatschappij
Landbouwprijzenakkoord
%Q(rr Z£> 4- CfTO& A-<S
m
land- an m'jaaroan
tuinbouwblad
Tevreden over het feit dat er eindelijk een besluit is geno
men over de EG-landbouwprijzen, maar tevens zeer be
ducht voor de gevolgen die dit gespleten akkoord kan
hebben voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Dit
zegt het Landbouwschap in een eerste reaktie op het
landbouwprijzenpakket, waartoe de EG-landbouwminis-
ters in Brussel hebben besloten. Ze hebben de graanprijs
buiten dit akkoord gehouden en gaan daarover over enkele
weken opnieuw onderhandelen. Het Landbouwschap vindt
de verbetering van de melkprijs (per saldo 2Vi%) alleszins
redelijk' maar noemt de korting op het Nederlandse
melkkwotum van 0,9% een zware tegenvaller.
De onverzettelijke houding van de Westduitse minister
Kiechle en het gebrek aan een gemeenschappelijke op
stelling zijn erg gevaarlijk voor het Europese landbouw
beleid, zo zegt het Landbouwschap. De dit jaar door de
EG te voeren diskussie over de toekomst van de Europese
landbouw wordt hierdoor bovendien bemoeilijkt. Door
het ontbreken van overeenstemming over de graanprijs
groeit de kans dat lidstaten overgaan tot nationale maat
regelen; deze heilloze weg mag niet verder worden in
geslagen.
Melkprijs
De hogere melkprijs komt tot stand door een prijsverho
ging van 1 xh% en een verlaging van de al jarenlang
bestaande medeverantwoordelijkheidsheffing van 3%
naar 2%. Voorts wordt de betalingstermijn voor de inter
ventie van zuivelprodukten bekort en is er sprake van een
verbetering van de vet/eiwitprijsverhouding, waardoor
de melkprijs per saldo met ruim 2 omhoog gaat. Het
Landbouwschap noemt deze verhoging >een duidelijke
verbetering ten opzichte van de aanvankelijke prijsvoor
stellen. Het Landbouwschap vindt het besluit om de
rundvleesprijs op hetzelfde nivo te houden, mager.
De bloei van pruimenkersen en peren is afgelopen maar de appels stonden deze week in
volle bloei. De vorstschade houdt de gemoederen nog steeds bezig. Terwijl het nadaal bij de
peren over het algemeen mee lijkt te vallenis er bij de appels juist sprake van steeds meer
tegenvallers. Op sommige bedrijven zijn er duizenden dode en zwaar beschadigde bomen. De
Goudreinette Jonagold en Karmijn hebben het meest geledenspeciaal op percelen die laag
gelegen zijn of vo5ig jaar een zeer grote oogst gavenzodat de konditie van de bomen
blijkbaar een grote rol heeft gespeeld.
De plattelandsjongerenorganisaties moeten op naar een
nieuw élan. Dit was het thema van de rede van PJGN-
voorzitter Hans Spieker op de jaarvergadering van zijn
organisatie.
Het is een goede zaak dat in onze tijd jongeren bereid zijn
en de durf hebben te spreken over nieuw élan.
In landelijk verband is het belangrijk om van elkaar te
leren, ideeën uit te wisselen en kennis te nemen van
eikaars specifieke situatie. Kortom te komen tot integra
tie, bewustwording en het kweken van begrip voor el
kaar-. Door Hans Spieker is daarbij de nadruk gelegd op
aktiviteiten op afdelingsnivo. Daar hebben de leden de
mogelijkheid via allerlei aktiviteiten en kadervorming zich
verder te ontwikkelen. Wij willen nadrukkelijk het belang
van de plattelandsjongerenorganisaties onderschrijven.
Nodig "om als jongeren in organisatieverband ontwikke
lingen in de steeds in beweging zijnde samenleving te.
kunnen volgen en meedenken. Ontspanningsmogelijk
heden zoals spel en toneel zijn daarbij zeker ook belang
rijk.
In het Plattelandsjongerenwerk speelt het agrarisch werk
eveneens een belangrijke rol. Dit werk wordt, zoals be
kend, landelijk gebundeld in het NAJK. Door Jan Pieter
Popken, voorzitter van de agrarische kommissie van de
PJGN werd op de jaarvergadering ingegaan op de akti
viteiten van het NAJK. Met een terugblik op de proble
men van de Superheffing, de interimwet, de bedrijfsop
volging en de geslaagde protestbijeenkomst in Barne-
veld.
Opmerkelijk was de vraagstelling of het agrarisch jonge
renwerk zijn doelstelling bewustwording, meoingsvor-
ming en belangenbehartiging niet voorbijschiet en daar
door een vierde standsorganisatie wil worden. Of het
NAJK te politiek bezig is.
Jan Pieter Popken gaf zelf het antwoord dat voor deze
vrees geen enkele grond bestaat. De bal werd daarbij
toegespeeld naar de Standsorganisaties met de vraag
rekening te houden met de ideeën en de belangen van de
jongeren, niet alleen landelijk maar vooral op afdelings
nivo. Dit geluid is niet nieuw maar daarom niet minder
aktueel. Het probleem blijft: hoe los je de generatiekloof
op in de organisatie. Dat ervaren naar mijn mening de
jongeren zelf in het NAJK. Er is een belangrijk verschil
van denken en vooral ook van belangstelling tussen jon
geren van 20-25 jaar en jongeren van 30-35 jaar.
Het NAJK kent een groep jongeren die zelf een bedrijf
hebben of in maatschap-verband werken die ook lid zijn
van een standsorganisatie. Jongeren die denken dat zij
hun belangen beter via het NAJK uit kunnen dragen.
Moeten deze jongeren, zoals Popken zelf de vraag stelde,
nog wel richting geven aan het agrarische jongerenwerk.
Vooral wanneer men zelf de vraag stelt of men niet te
politiek bezig is. Wij kunnen ons aansluiten bij het plei
dooi om vanuit het agrarisch jongerenwerk meer inhoud
te geven aan het technisch agrarisch werk.
Als standsorganisaties zullen wij samen met de jongeren
organisatie zo goed mogelijk te overbruggen. Dat is
generatiekloof zo goed mogelijk te overbruggen. Dat is
evengoed een weg naar een nieuw élan.
Helaas kunnen wij over het EEG Landbouwbeleid niet
spreken over een nieuw élan. Het is bijzonder triest dat
men niet tot een volledig akkoord is kunnen komen. Voor
de akkerbouw is dat een bijzonder zorgelijke situatie. Wij
verkeren nu in een situatie dat met een hard standpunt
van Duitsland die terecht geen prijsverlaging voor granen
wil aksepteren tegenover de andere lidstaten die wel be
reid zijn akkoord te gaan met een prijsverlaging. Voor de
akkerbouw is er nu geen wisselgeld meer beschikbaar
met de zorg van nationale tegemoetkomingen o.a. in
Duitsland, Wat uiteindelijk de uitkomst zal zijn is nu
moeilijk te overzion.
Verder is het zeer teleurstellend dat de streefprijs voor
erwten met 1,9% is verlaagd en die voor veldbonen met
5,4%. Geen ekstra stimulans dus vanuit Brussel voor de
teelt van eiwithoudende produkten om daarmee de pro
blemen ropd de graanproduktie te verlichten. Inklusief de
bevriezing van de suikerbietenprijs is de uitkomst van de
lange onderhandelingen ronduit slecht. Voor de veehou
derij is de uitkomst gelukkig minder negatief. Mede
doordat de afbraak1" van positieve mcb's niet doorgaat,
wat overigens wel een vooruitschuiven is van problemen.
Daardoor komt de melkprijsverhoging van 1 yh% ook de
Nederlandse veehouderij ten goede met daarnaast een
verlaging van de medeverantwoordelijkheidsheffing van
1 Verder een versnelde uitbetaling van de interventie-
gelden voor boter van 1 20 dagen tot 90 dagen. Wel gaat
de korting van 0,9% door.
Daardoor gemiddeld genomen, een minder negatief re
sultaat dan oorspronkelijk werd gevreesd.
Daartegenover staat dat zeer schrijnende problemen van
verschillende individuele bedrijven niet zijn opgelost
Daarvoor is nu 34 min. beschikbaar van de 68 min.
eigen boerengeld.
Het is zeer moeilijk een verantwoorde en rechtvaardige
procedure te vinden om de probleemgevallen opnieuw te
beoordelen. En toch moet daarvoor een oplossing wor
den gevonden. Verder hebben wij nog steeds te maken
met fiskale problemen rond de opkoopregeling. Duide
lijkheid is nodig wat de gevolgen kunnen zijn van de
regeling om 5% onder de landbouwvrijstelling te bren
gen en de rest onder het bijzonder tarief.
Het is bijzonder gevaarlijk fiskaal een waarde toe te ken
nen aan het melkkwotum. Daarbij komt 't steeds weerke
rend probleem van de waardebepaling van de grond. In
elk geval is de waarde van de verpachte grond niet 60%
van de vrije waarde. Al met al is het moeilijk ten aanzien
van het landbouwbeleid te spreken over nieuw élan. Het
élan zal uit moeten gaan van de individuele ondernemers.
Zelf zoeken naar nieuwe mogelijkheden zoals Lardinois
dat aangeeft. Geen eenvoudige opgave in deze tijd maar
wel belangrijk willen wij ons als land- en tuinbouw kun
nen handhaven.
Doeleman