Ziekten en plagen in stamslabonen,
bruine bonen, tuin- en veldbonen,
blauwmaanzaad en knolselderij
Jaap v.d. Veen: subsidie overheid
voor opleiding bedrijfsverzorger
niet stoppen
AKTIE ZUIDWEST
Duitsland ziet voorlopig af van
aardappelmarktverordening
Arbeidsomstandig
heden in land
en tuinbouw
In een vorig artikel zijn de ziek
ten/plagen van erwten en uien
behandeld. In dit artikel komen
stamslabonen, tuin- en veldbonen,
blauwmaanzaad en knolselderij
aan de orde.
Stambonen
(Stamslabonen en bruine bonen)
Dit gewas wordt gezaaid vanaf eind
april tot half juli. De ene ziekte doet
soms sterker van zich spreken bij
vroeg zaaien en de andere bij laat
zaaien.
Vetvlekkenziekte
Deze ziekte gaat met het zaad over.
Uit het besmette zaad groeien plan
tjes die na opkomst snel afsterven. Op
de bladeren komen eerst ronde olie
achtige vlekken voor. Door regen
druppels worden de bakteriên ver
plaatst. Door in het tweebladstadium
te spuiten met 5 kg koperoxychloride
in een regenrijke periode kan deze
aantasting voorkomen worden.
Vlekkenziekte
Ook deze ziekte gaat met het zaad
over. Pas bij de tweede of derde blad
etage is dit zichtbaar. Op de
bovenkant zijn bruine vlekken te
zien, maar aan de onderkant van het
blad zijn de bladnerven bruin. Bij
aantasting spuiten met 4 kg zineb of
maneb per ha. De bespuiting om de
10 a 14 dagen herhalen.
Botrytis (puntrot)
De grauwe schimmel komt vrij alge
meen voor, onafhankelijk van de
zaaitijd. De weersomstandigheden
zijn zeer belangrijk. Hoge lucht
vochtigheid en temperaturen bene
den de 15 graden C versnellen de
aantasting. Deze schimmel ontwik
kelt zich zeer snel op afgevallen
bloemblaadjes, die op de plant blij
ven kleven. De eerste schimmelspo
ren worden via de lucht aangevoerd.
Het gewas wordt geïnfekteerd en de
aangetaste plantedelen gaan rotten.
Een bestrijding is mogelijk tijdens de
bloei met 1 kg of liter Ronilan, 1.5 kg
of 2 liter Rovral of 1 kg Sumisclex.
Sclerotinia (rattekeutelziekte)
Dit is een schimmelziekte die steeds
meer in omvang toeneemt. Diverse
gewassen worden er door aangetast.
In een aantal gewassen is geen be
strijding mogelijk. In stambonen,
maar ook in karwij en koolzaad is
een effektieve bestrijding uit te voe
ren. In stamslabonen en in bruine
bonen zijn, indien men aantasting
verwacht, twee bespuitingen nodig,
n.l. bij begin bloei en een week na
dien. Bestrijding is mogelijk met de
middelen, die genoemd zijn bij bo
trytis.
Bladluizen
In de bonen kunnen bladluizen
vooral door zuigschade de opbrengst
zeer riadelig beïnvloeden. Bij zomer-
zaai kan de kiemplant er al veel van
te lijden hebben maar bij vroege zaai
is het vooral de peul die wordt aan
getast. Deze verandert daardoor van
vorm en krijgt een vuil en vies uiter
lijk.
Door op tijd te spuiten met een luis-
dodend middel is hiervan geen scha
de te verwachten.
Tuin- en veldbonen
Bladrandkever
Bij tuin- en veldbonen kan de blad
randkever nogal wat schade doen
aan het kleine plantje. Dit heeft na
genoeg geen effekt op de opbrengst.
Deze kever legt eieren aan de voet
van de plant. De larven die uit de
eieren komen kruipen in de grond en
vreten de stikstofknolletjes uit. Dit
geeft grote schade wat met een ekstra
stikstofgift niet is goed te maken.
Daarom bij het waarnemen van de
bladrandkevers, meestal bij een ge-
3 mei 1985
waslengte van 5 cm, spuiten met
1,5 1 parathion per ha. Voor een goed
resultaat minstens 400 1 water per ha
gebruiken.
Bladvlekkenziekte
Er komen in veld- en tuinbonen twee
schimmelziekten voor, n.l. bladvlek
kenziekte en chocoladevlekkenziek-
te. De ziektebeelden lijken zeer veel
op elkaar. Op de bladeren en de
peulen roodbruine stippen en vlek
ken en op den duur totale bladsterf-
te. In de proeven van de laatste twee
jaren is gebleken, dat enkele bespui
tingen met 5 kg zineb per ha dcbeste
resultaten geven. Beginnen zodra de
eerste bloemblaadjes vallen en dit 2 a
3 maal herhalen met een tussen
ruimte van 7 tot 10 dagen.
schade geven als een van deze ge
wassen geen voorvrucht is. Daarom
bij opkomst van het blauwmaanzaad
zeer goed kontroleren of er trips
aanwezig is. Bij twijfel of wegval van
enkele plantjes spuiten met para
thion, liefst veel water, ±500 1 per
ha. gebruiken.
Blauwmaanzaadgalwesp
De laatste jaren wordt er steeds meer
aandacht besteed aan dit insekt. Via
vangbakken wordt de vlucht be
paald. Wanneer er behoorlijke aan
tallen gevangen worden wordt het
advies gegeven om 7 dagen nadien te
spuiten met 0.2 1 permethrin en dit
na 10 dagen te herhalen.
Bladluizen
Ook in dit gewas kunnen bladluizen
veel schade berokkenen. Op tijd, zo
dra zuigschade wordt waargenomen,
spuiten met een luisdodend middel.
Knolselderij
Van de insekten die in knolselderij
voorkomen zijn bladluizen en want
sen de belangrijkste schadeveroor
zakers.
Bladluizen
Vooral vroeg in het groeiseizoen, di-
rekt na het planten, kunnen bladlui
zen ernstige zuigschade veroorzaken.
Het is op dat moment ook belangrijk
om zonodig een bestrijding uit te
voeren. Later in het groeiseizoen
worden de bladluizen wel meegeno
men met de bestrijding van wantsen.
Wantsen
De schade ontstaat doordat wantsen
in het hart van de planten steken. Dit
Tuinboon met verdikte wortels veroorzaakt door het wortelknobbelaaltje.
Bladluizen
In dit gewas voelt de zwarte boneluis
zich goed thuis. Zodra deze waarge
nomen wordt een bestrijding uitvoe
ren omdat de zuigschade erg groot
kan zijn. In een later stadium zal het
nodig zijn nogmaals een bestrijding
uit te voeren. Virusziekten die ook
door bladluizen worden overge
bracht, worden niet bestreden.
Blauwmaanzaad
Tripsen
In blauwmaanzaad kan de schade
van de vroege akkertrips zeer groot
zijn. Tripsen blijven over op percelen
waar erwten, tarwe of vlas heeft ger
staan. Deze gewassen zijn daardoor
zeer slechte voorvruchten voor dit
gewas. Tripsen kunnen echter ook
Konsulentschappen voor de Akker
bouw en de Tuinbouw in het Zuid
westen
Serie kleine gewassen nr. 9
is meestal na half augustus het geval.
De hartblaadjes groeien niet meer en
worden zwart. Bij vochtig weer kan
later boven in de knol rot optreden.
Voor de bestrijding kan 0.5 1/ha me-
vinfos worden gebruikt in minstens
500 1 water. Herhaling van de be
spuiting na 10-14 dagen kan nodig
zijn.
Bladvlekkenziekte
Deze schimmelziekte heeft in 1984
vrij veel schade teweeg gebracht.
Door de zeer vroege aantasting, het
vochtige weer in juni en soms te late
bespuiting, heeft bij een aantal telers
deze ziekte de opbrengst zeer nadelig
beïnvloed.
Om deze reden is het belangrijk dat
1985 ons niet meer mag verrassen.
Zodra de planten goed aan de groei
zijn starten met de bestrijding. Nor
maal wordt hiervoor gebruikt 2 kg
maneb-tin per ha. Afhankelijk van
de weersomstandigheden de bestrij
ding na 14 dagen herhalen. Bij
snelle groei en warm broeierig weer
echter reeds na 7 dagen. Komt aan
tasting voor dan 1 a 2 keer een be
strijding uitvoeren met een syste-
misch werkend middel op basis van
benomyl, carbendazim of thiofa-
naatmethyl.
Boriumgebrek
Boriumgebrek of bruinrot kan voor
al in droge jaren en op lichte kalk-
rijke grond snel veel schade doen.
Om dit te voorkomen verdient het
aanbeveling te spuiten met 2 kg Ma-
neltraborium of 5 kg Solukor per ha.
Onder droge omstandigheden be
ginnen half juli en dit in augustus of
september nog een keer herhalen. Is
juli vrij vochtig dan pas in augustus
beginnen en in september de be
spuiting een keer herhalen.
De specialist gewasbescherming,
A.C.M. Mulders
Het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid mag de geldkraan
voor de opleiding voor nieuwe bedrijfsverzorgers niet stop zetten.
Voorzitter Jaap van der Veen van de samenwerkende bedrijfsverzor-
gingsdiensten heeft hiertoe een krachtig beroep gedaan op de overheid.
Hij deed dat tijdens de uitreiking van diploma's in het Gelderse Almen
aan 33 geslaagden bij de Bedrijfsverzorgingsdienst Oost Nederland.
Met zijn oproep voor geld reageerde Jaap van der Veen op berichten,
dat de overheid de subsidie aan deze kursus wil staken. "Gelet op de
resultaten, die behaald zijn met deze kursus, zou dat volstrekt niet te
rechtvaardigen zijn", vond de landbouwvoorman.
krijgen, doordat deze de laatste jaren
een sterke groep-heeft doorgemaakt.
Die groei zet zich nog steeds door, zo
bleek uit de woorden van voorzitter
A. Ooms van de Bedrijfsverzor
gingsdienst Oost Nederland. Bij deze
organisatie viel in het eerste kwartaal
een stijging waar te nemen met
30.000 uren meer hulp, die werden
verleend.
Volgens Jaap van der Veen is deze
groei bij de bedrijfsverzorging niet
vanzelf tot stand gebracht. "De effi
ciënte organisatie heeft een belang
rijke rol gespeeld. Bovenal is de toe
name mogelijk geworden door de
hoge kwaliteit van de arbeid, die
door de bedrijfsverzorgers wordt ge
leverd.
Tegen de achtergrond van de kon-
kurrentie van uitzendburo's e.d.
toonde Jaap van der Veen zich een
warm voorstander van bijscholing
van bedrijfsverzorgers. "Want de
ontwikkelingen in de agrarische sek-
tor gaan erg snel".
Hij gaf aan, dat het ministerie van
sociale zaken al een paar jaar de
kursus voor toekomstige bedrijfsver
zorgers voor een belangrijk deel fi
nanciert. Dat gebeurt met geld, dat
beschikbaar is om de positie van
vooral jongeren op de arbeidsmarkt
te verbeteren. "Wat dat betreft heeft
het ministerie van sociale zaken vol
ledig waar voor zijn geld gekregen.
Alle kursisten, die aan de eerste drie
opleidingen met succes hebben,
deelgenomen, konden daarna direkt
als bedrijfsverzorger in dienst wor
den genomen. Dat iedereen een baan
kreeg, kan lang niet van alle andere
kursisten gezegd worden, die andere
kursussen volgen, waaraan het mi
nisterie een behoorlijk bedrag be
taalt", aldus Jaap van der Veen. Hij
stelde vast, dat de kursisten bij de
bedrijfsverzorging een baan konden
zojuist verschenen
Door recente ontwikkelingen, met
name op het gebied van de wetgeving
in Nederland, is de belangstelling
voor de arbeidsomstandigheden in
land- en tuinbouw de laatste jaren
sterk toegenomen. Het IMAG wordt
in deze gekonfronteerd met een toe
nemende belangstelling voor onder
zoek en onderzoekresultaten.
Het onderzoek in het kader van ver
betering van de arbeidsomstandig
heden vindt op het IMAG plaats
vanuit de vakgebieden ergonomie en
veiligheid en is multidisciplinair van
aard. Om die reden zijn de onder
zoekers die zich op dit terrein bezig
houden, terug te vinden in meerdere
hoofdafdelingen. Een werkgroep
binnen het IMAG heeft recentelijk
een inventarisatie gemaakt van het
onderzoek op het terrein van de ar
beidsomstandigheden. Deze publi-
katie tracht, binnen een zeker theo
retisch kader, een inzicht te geven in
de onderzoekmethodieken die thans
ter beschikking staan. Daarbij wordt
tevens globaal ingegaan op de toe
passingsmogelijkheden in de land
en tuinbouw.
Deze publikatie is te bestellen door
overmaking van 15,- op giroreke
ning nr. 3514771. tn.v. IMAG Wa-
geningen, met vermelding van pu-
blikatienummer.
De minister van landbouw en voed
selvoorziening van Duitsland, Ignaz
Kiechle, ziet voorlopig geen aanlei
ding voor het opnieuw in diskussie
brengen van een EG-aardappel-
marktordening. In een brief aan de
voorzitter van de Vereniging van
Duitse aardappelfabrikanten, Josef
Bruner, wijst hij er op dat "wegens
principiële verschillen in de grondbe
ginselen en een te grote produktie
van enige lidstaten een adekwate
marktordening tot nu toe niet door de
Raad aangenomen kon worden."
Kwaliteitsklassen
In Duitsland zullen voor konsump-
tieaardappelen vanaf 1 juni nieuwe
kwaliteitsklassen gaan gelden. Met
een verordening van het ministerie
van landbouw en voedselvoorzie
ning, die nu van kracht is geworden
worden hogere minimumeisen aan
de kwaliteit gesteld. Voor konsump-
tieaardappelen en vroege konsump-
tieaardappelen gaan alleen nog maar
de klassen "Ekstra" en "I" gelden;
^oor de klasse II komt niets meer te-
*ug-
De aanduiding van de kooktypes is
,op basis van in de praktijk opgedane
j ervaringen duidelijker omschreven
en uitgebreid met de vroege aardap
pelen.
Minimale grootte van de konsump-
tieaardappelen is volgens de nieuwe
regeling 30 mm voor de lange tot
ovale soorten en voor ronde tot ovale
soorten is dit 35 mm.