"Eigenbelang van boeren te groot om met
armen over elkaar af te wachten"
Voorstel wijziging van
landbouwvrijstelling
Felle protesten tegen
aanpak mestoverschot
Milieudeskundige Gerritsen (Landbouwschap) over mestproblemen:
Met ingang van 1 juli
Premie opkoop-regeling
melk toch belast
Fasering, onderzoek en financiering.
Dat lijken de sleutelwoorden in de
discussie over de mestoverschotten,
die in politiek Den Haag in een
stroomversnelling is geraakt. Die
discussie kondigde zich al aan, toen
minister Braks eind vorig jaar door
middel van een noodwet een halt toe
riep aan de uitbreidingsdrang van
varkens- en pluimveehouders.
Ir. Hans Gerritsen, milieudeskundi
ge van het Landbouwschap, hecht
zeer veel waarde aan het uitgangs
punt, dat de ministers Braks en
Winsemius bij de aanpak van het
mestoverschot op het oog hebben.
Dat uitgangspunt is, zo staat letterlijk
in de notitie, "de instandhouding van
een perspectief biedende veehoude
rij, mede vanwege het belang daar
van voor de nationale economie en
de werkgelegenheid". Gerritsen
voegt er direct aan toe: "Een bo-
dembeschermingsbeleid, zoals ge
schetst wordt in de mestnotitie aan
de Kamer en een optimaal produce
rende landbouw behoeven niet strij
dig te zijn, indien de mestgift wordt
afgestemd op onttrekking van fosaat.
Als de fosfaattoestand van de bodem
ruim voldoende is, blijven er bij deze
normstelling mogelijkheden om op
timaal te blijven boeren. Maar onze
mening wordt er in de notitie onvol
doende ingegaan op de noodzake
lijke extra stikstofgift en het op peil
houden van de organische stof-
fractie. Het behoud van het agrarisch
produktievermogen van de grond op
de langere termijn moet voorop
staan".
Veevoeder
Wat betreft de aanpak van het mest
probleem zou er tussen de boeren en
de overheid volgens Gerritsen in
hoofdlijnen eenstemmigheid moeten
bestaan. Hoe de ministers hun doel
willen bereiken is echter niet duide
lijk. Er wordt een aantal mogelijk
heden genoemd, die in elk geval bij
dragen aan een oplossing van het
mestprobleem. De hoeveelheid mi
neralen in het veevoer zou terugge
schroefd kunnen worden. De aan
wezigheid van zware metalen in de
mest (koper, cadmium en zink) moet
worden teruggedrongen. Dit kan
door een veranderde samenstelling
van het veevoeder. Beide maatrege
len hangen nauw samen met een
verbetering van de kwaliteit van de
mest. Het is een publiek geheim dat
veel akkerbouwers de varkensmest
weren, omdat ze de kwaliteit niet
vertrouwen. De acceptatiegraad
dient dus verhoogd te worden. Vol
gens Gerritsen zijn er diverse moge
lijkheden om op dit punt aktie te
ondernemen, alhoewel hij er in één
adem aan toevoegt dat daarvoor uit
gebreid onderzoek en veel geld nodig
zal zijn. Er is ook veel geld nodig
voor onderzoek om het mestover
schot uit de markt te nemen. Gerrit
sen: "Je kunt denken aan verwerken
of er in elk geval iets mee doen, zodat
van verantwoord gebruik of verbruik
gesproken kan worden".
Omdat ook de ministers met zoveel
woorden toegeven dat aan alle te
nemen maatregelen nog legio onze
kerheden en onduidelijkheden
kleven, is nu de hamvraag hoe de
doelstelling bereikt moet worden. Er
bestaan zekere mogelijkheden, maar
die moeten voor een belangrijk deel
nog worden onderbouwd door ver
der onderzoek. Gerritsen: "Invoe
ring van de fosfaatnorm op korte
termijn is absoluut niet haalbaar.
Dat beseffen de bewindslieden ook
wel want ook zij 'zijn voornemens
deze normering gefaseerd in te voe
ren'. De ministers geven niet aan
welke fasering zij voor ogen hebben,
dus ook dat behoort bij de reeks on
duidelijkheden waar de overheid én
het bedrijfsleven nu voor staan".
Oplossingen bieden
Gerritsen is van mening dat het be
reiken van de doelstelling van de
ministers hand in hand moet gaan
met het bieden van oplossingen. Juist
die oplossingen zijn er" (nog!) niet.
Hij is ervan overtuigd dat het land
bouwbedrijfsleven op de belang
rijkste fronten (hoe loopt het verder
met de fasering, het onderzoek en de
financiering ervan) invloed kan ui
toefenen. Nog stelliger is zijn over
tuiging dat het eigenbelang van de
boeren dermate groot is, dat het
agrarische bedrijfsleven het zich niet
kan permitteren met de armen over
elkaar af te wachten wat er verder
gaat gebeuren.
Mogelijkheden daartoe zijn volgens
de milieudeskundige van het Land
bouwschap nog volop aanwezig.
"Laten we ons allereerst concentre
ren op de voorstellen van de com
missie Latijnhouwers. De inhoud er
van moet een regelrechte uitnodiging
zijn aan het adres van het land
bouwbedrijfsleven en de overheid de
aanbevelingen in daden om te zetten.
Het rapport van de commissie La
tijnhouwers werd meestal alleen ge
noemd, als het ging om de omvang
van het probleem, maar er staat heel
wat meer in.
Het is zonneklaar dat op brede
schaal initiatieven moeten worden
genomen om onderzoek uit te bou
wen en waar nodig te starten. Al het
bestaande onderzoek moet onmid
dellijk gecoördineerd worden, wil je
op niet al te lange termijn zicht krij
gen op mogelijke oplossingen. Alles
ir. H. Gerritsen
Naar onze mening wordt er in de notitie onvol
doende ingegaan op de noodzakelijke extra stik-
stofgift en het op peil houden van de organische
stoffraktie.
bij elkaar gaat dat veel geld kosten.
Er mag geen misverstand over be
staan dat de overheid een zeer be
langrijk deel daarvan zal moeten be
kostigen. Dat er daartoe ook een be
roep gedaan zal worden op het be
drijfsleven is onontkoombaar". Vol
gens Gerritsen zijn er nog volop
kansen voor het Landbouwschap en
de daarin samenwerkende organisa
ties om over de oplossing van het
mestprobleem mee te praten. En dat
moet ook gebeuren, want voorop
staat dat er een oplossing, moet ko
men. Als die oplossing namelijk uit
blijft, dan zal de politiek wel met
oplossingen komen. Ik sluit niet uit
dat we dan nog verder van huis zijn.
m
Staatssekretaris Koning van Financiën heeft aan de Tweede Kamer een
wetsvoorstel aangeboden tot wijziging van de landbouwvrijstelling voor
de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting. Als datum van
ingang wordt nu voorgesteld 1 juli a.s. Aanvankelijk was er sprake van 1
maart. Het wetsvoorstel houdt enerzijds een verruiming in van de
landbouwvrijstelling voor meerdere bedrijfstypen, maar betekent an
derzijds een beperking waar het gaat om belastingheffing over winsten
die voortvloeien uit een bestemmingswijziging van de landbouwgrond,
buiten de agrarische sfeer. Het wetsvoorstel van de staatssekretaris
geeft uitvoering aan de motie - Van der Linden.
De landbouwvrijstelling houdt thans
in dat voordelen uit landbouwbedrijf
ten gevolge van waardeveranderin
gen van landbouwgronden - daaron
der begrepen de ondergrond van ge
bouwen - niet tot de winst worden
gerekend en dus buiten de belas
tingheffing blijven, behoudens voor
zover de waardeverandering in de
uitoefening van het bedrijf is ont
staan.
veehouderij, de bedrijven die in feite
zijn aangewezen op ingekocht voer.
Bij veefokkerijen gaat het onder
meer om het fokken van koeien,
varkens, schapen, paarden, kalveren,
kuikens, kippen, kalkoenen, eenden
en nertsen. Veehouderij houdt voorts
in het exploiteren van een station
voor kunstmatiée inseminatie ten
behoeve van de agrarische sektor.
Zeer verontwaardigd heeft het bestuur van het Landbouwschap
woensdag gereageerd op de voorstellen van de ministers Braks en
Winsemius om de mestproblematiek aan te pakken. "Als een gure
maartse bui zijn de voorstellen van de ministers over de veehouders
gekomen", zei KNLC-woordvoerder Lokhorst. "De intensieve vee
houderij lijkt opeens een wegwerpartikel te zijn geworden. Zo kan men
toch niet met mensen omgaan?" voegde hij er aan toe. Latijnhouwers
(KNBTB): "De uitgangspunten van de ministers zijn in hun conse
quenties zeer bedreigend voor de gehele veehouderij, maar ook voor de
akkerbouw. "Veel kritiek was er ook op het vrijwel ontbreken van
overleg tussen overheid en Landbouwschap over deze zaak welke voor
de veehouderij van levensbelang is.
Verruiming
De verruiming van de huidige land
bouwvrijstelling houdt in dat voor
taan onder landbouwbedrijf wordt
verstaan een bedrijf dat is gericht op
het voortbrengen van produkten van
akkerbouw, van weidebouw of van
tuinbouw - daaronder begrepen
fruitteelt en het kweken van bomen,
bloemen, bloembollen en padde
stoelen - dan wel op het in het kader
van veehouderij fokken, mesten of
houden van* dieren.
De hier genoemde begrippen moe
ten ruim worden opgevat. Voortaan
zullen niet alleen beörijven die bo
demkuituur in de open lucht of als
glaskuituur toepassen door bouw
land als voedingsbodem te gebrui
ken, maar ook bedrijven die gebruik
maken van een andere voedings
bodem, bijvoorbeeld van kweekta-
bletten, onder de vrijstelling vallen.
Bij bedrijven die vee houden, gaat
het voortaan niet alleen om bedrij
ven die voornamelijk eigen voer ge
bruiken, maar ook om de intensieve
Beperking
Waardestijgingen van landbouw
grond die zijn toe te rekenen aan een
bestemmingswijziging van die
grond, doordat die voortaan buiten
de agrarische sfeer wordt aange
wend, worden volgens het voorstel
voortaan tot de belaste winst gere
kend. Gedacöt kan worden aan si
tuaties waarin landbouwgrond wordt
verkocht ten behoeve van de aanleg
van industrieterreinen, voor woning
bouw, e.d. De boekwinst die in die
situaties wordt gekonstateerd, zal
voortaan moeten worden gesplitst in
een vrijgesteld deel (voor zover de
boekwinst toe te rekenen is aan
waardeveranderingen als landbouw
grond) en een belast deel (voorzover
de boekwinst verband houdt met de
waardestijging ten gevolge van'een
bestemmingswijziging van de grond
voor doeleinden buiten de agrarische
sfeer, alsmede ook thans als belaste
waardeveranderingen die in de uit
oefening van het bedrijf zijn ont
staan).
Aan het begin van de bestuursverga
dering zette voorzitter Schouten nog
eens op een rijtje wat er de afgelopen
weken is gepasseerd. Hij sprak van
een stroomversnelling in de discussie
door de behandeling van de wet Bo
dembescherming in de Tweede Ka
mer. Daarnaast verscheen de Me
morie van Antwoord op de Mest
stoffenwet en kwam de Centrale
Raad voor de Milieuhygiëne met een
advies over het bodembescher-
mingsbeleid, waarin gepleit wordt
voor het terugdringen van de veesta
pel. De ministers Braks en Winse
mius spraken zich in een notitie aan
de Tweede Kamer uit voor een nor
mering van het mestgebruik op basis
van de fosfaatonttrekking door het
gewas. Schouten wees er op dat dit
alles tot grote ongerustheid en zelfs
tot verontwaardiging heeft geleid
onder de veehouders.
De Landbouwschapsvoorzitter be
nadrukte nog eens dat de georgani
seerde landbouw het probleem van
de mestoverschotten erkent en be
reid is aan de oplossing ervan mee te
werken. Maar bij de overheid mist
hij de bereidheid tot een zakelijke en
uitvoerbare aanpak, ook sociaal. "De
ministers spreken wel over het zoveel
mogelijk instand houden van een
perspectief biedende veehouderij,
maar zij geven niet aan hoe dat kan
worden bereikt", aldus Schouten.
Boycot zuiveringsslib
Niet alle bestuursleden verzetten
zich tegen de fosfaatnorm voor het
mestgebruik. Nieuwenhuize (FNV)
zei deze norm als uitgangspunt voor
de politiek te willen accepteren. Ook
zei hij niet te willen afwijken van het
principe dat de veroorzaker betaalt.
"Het bedrijfsleven heeft jarenlang
deze problematiek voor zich uit ge
schoven. Het gaat er nu om hoe wij
de schade zoveel mogelijk kunnen
beperken met het oog op werkgele
genheid en inkomen". Aldus Nieu
wenhuize, die de KNLC-er Nysingh
bijviel om te komen tot een verbod
van het gebruik van zuiveringsslib in
de landbouw. Dat is nu urgenter dan
ooit, volgens Nysingh.
Spoedoverleg
Vorige week vrijdag heeft op het mi
nister van Landbouw spoedoverleg
plaatsgevonden met het dagelijks
bestuur van het Landbouwschap.
Daarbij heeft minister Braks nog
eens benadrukt dat uitgangspunt
voor het beleid blijft het behoud van
een perspectief biedende veehoude
rij. Er zal dan ook sprake zijn van een
stapsgewijze invoering van normen,
die na overleg met ondermeer het
landbouwbedrijfsleven worden vast
gesteld.
In de openbare bestuursvergadering
zei Schouten woensdag dat minister
en Landbouwschap met de haren
overeind tegen elkaar hadden geze
ten, maar dat deze gaandeweg het
gesprek waren gladgestreken. Het
Landbouwschap heeft nu de mest-
stoffennotitie van de bewindslieden
van gedetailleerd commentaar voor
zien. KNLC-voorzitter Luteijn
drong er op aan dat het Landbouw
schap zo snel mogelijk reageert en
zijn standpunten aan de volksverte
genwoordigers duidelijk maakt van
wege de behandeling van de wet Bo
dembescherming. "Daar worden za
ken aangescherpt waar wij later nog
veel problemen mee kunnen krij
gen". Aldus Luteijn.
G.J.M.Braks
De voorzitter van het landbouw
schap drs. J. Schouten is er zeer
onlangs ten onrechte van uitge
gaan dat ondanks de afspraken die
waren gemaakt over het karakter
van de tweede opkoopregeling de
premie geheel of grotendeels bui
ten de inkomstenbelasting kon
blijven. Nadat hierover later toch
weer onduidelijkheid was ont
staan heeft hij een gesprek met de
staatssecretaris van Financiën
gevoerd. De staatssecretaris ziet
geen reden voor een algemene be
lastingvrijstelling van de premie.
Wel is hij bereid, samen met het
landbouwschap te zoeken naar
mogelijkheden in de fiscale sfeer,
om de opkoopregelingen beter
aan hun doel te laten beantwoor
den.
4
Vrijdag 5 april 1985