Formidabele gang
Loonwerker
Werktuigen
De hotlijn
Zita vraagt zich af wat die lui hier
doen....
Voorts is West-Duitsland een afzet
markt voor hengstveulens die daar
als ze volgroeid zijn worden ingezet
bij het distribueren van de biervaten
op de bekende bierwagens.
Alle op het bedrijf van Mol gefokte
paarden gaan door het leven met de
naam van de stal: "Van Waarde".
Maar Mol heeft met de fokkerij niet
zo'n geluk. Het bedrijf wordt geteis
terd door veulensterfte. Het laatste
decennium werden twee hengsten
goedgekeurd. Unicum en Wodan
van Waarde. Overigens is de ge
boorte van merrieveulens financieel
aantrekkelijker.
"Opmerkelijk" zegt Mol spontaan
als hij langs de paarden in de stal
loopt, "hoe sterk het trekpaard ver
andert is in de loop van de laatste 50
jaar. Als je nu in een museum loopt
en je ziet het paard 50 jaar geleden en
nu dan zitten er zeker voor een ken
ner enorme verschillen in. Zo is de
bouw door een doelgericht fokken
sterk verbeterd. Het paard heeft lan
gere lijnen gekregen die vooral tot
uiting komen bij de wat langere hals.
Het huidige type is minder rond. De
voskleur is verdrongen door de
bruinschimmel. Eerstgenoemde ver
andering heeft tot gevolg gehad dat
ook de gang van het paard duidelijk
verbeterd is. "Formidabel, die gang
van toch zo'n zwaar paard".
De familie Mol mag dan het hart aan
het trekpaard verpand hebben dat
wil nog niet zeggen dat de zware
viervoeters het hele jaar door gratis
in pension zijn. Er moet voor de kost
worden gewerkt. Mol: "vroeger
moesten ze alles doen op het bedrijf
maar nu neemt ook de loonwerker
een deel van het werk voor zijn re
kening. Maar er blijft toch nog ge
noeg over. In het voorjaar worden de
meststoffen met een (Vicon) pendel
strooier op het land gebracht. Ook
voor het zaaiklaar maken van het
land worden ze voor de eggen en
slepen ingezet. Verder worden ze van
stal of uit het land gehaald voor het
Het tuig, een aanzienlijke hoeveelheid
leerwerk
zaaien van de granen, net schoffelen
van de bieten, het maaien van de lu
cerne en het schudden van het hooi.
Natuurlijk worden ze ook ingezet bij
het binnenhalen van de oogst. Toch
hebben ook de gemotoriseerde
paardenkrachten een vaste plaats op
het bedrijf. Zo wordt voor het rooien
van de aardappels een trekker ge
huurd en voor andere werkzaamhe
den zoals het klaarmaken van het
aardappelland en het maaien van het
gras wordt de loonwerker met zijn
trekkers en machines ingehuurd.
Evenals voor het dorsen van het
graan en het rooien van de bieten.
Aan werktuigen beschikt Mol over
een Melotte- en een Huardploeg plus
diverse eggen. Hiervoor is een goede
smid onmisbaar en die is er gelukkig
ook in Kruiningen, vader en zoon
van Boven. Onderdelen voor een
Hassia zaaimachine vormen geen
probleem, evenmin die van een Vi-
hotlijn - loeie (Bevelanden), - ploeg-
liene (Schouwen) - trekt onder het
uitspreken van arom - arop op
Schouwen - dan gaat het paard naar
links. Geeft men korte rukjes (snok
ken) aan de hotlijn en zegt men
huutoom of huutom, of hop tiko, ook
wel tiko-oom in West Brabant, of ito
in Schouwen in Noord Beveland,
dan gaat het paard naar rechts.
Het gezegde van hot naar haar sturen
vindt hier zijn oorsprong.
In het woordenboek van Koenen
vinden we onder hot: bij paarden
rechts. En onder haar: herwaarts,
voermanstaai links. In Zuid-Afrika
net andersom. En in een oud woor
denboek van Verschueren en
Brounts vinden we als laatste onder
haar (ten vijfde): her(waarts) links:
den paarden gebiedt men door haar
en hot. En onder hot (ten tweede)
vinden we hot: rechts: de voerman
wilde hot en de paarden haar. Hot en
haar: her en derwaarts. Hot en haar
is geen regionale
naar dat van het linkerpaard en zo
ook de linkerpaarden.
Het werken met paarden eist veel
ervaring, zowel mens als dier moet
het vroeg leren. Het rijden met de
hotlijn is een kunst apart. Zeer wei
nigen bekwamen zich hier nog in.
Een typisch iets uit het zuidwesten
staat op het punt historie te worden.
Want hoewel Cees Mol ook duidelijk,
besmet is met de bacil van de paar-
denliefhebberij ziet hij het werken
met de paarden als hij er ooit alleen
voor komt te staan nog niet direkt zo
zitten. Hij verwacht dat het zeer ge
ringe aantal boeren dat nog op deze
manier met paarden werkt de ko
mende jaren nog sterk terug zal lo
pen. Maar voorlopig gaan vader en
zoon Mol nog door. Daarom, nu kan
er nog een geluidsfilm van worden
gemaakt! Misschien is deze reporta
ge hiertoe een aanzet.
Zoon Cees met zijn driespan, hij heeft er geen mooi weer bij
Ir. M. Sanders
J. Wierenga
con pendelstrooier. Ook leveren de
wagens geen problemen op. Zwingen
zijn tot roofgoed verheven: als die bij
de ploegen op het land blijven lig
gen, zijn ze de volgende morgen ver
dwenen. Voor het repareren van de
tuigen en garelen zorgt zadelmakerij
Paree uit 's Heerenhoek, voorzover
men het zelf niet kan. Paree maakt
zelfs nog authentieke nieuwe garelen
met niet gemaaidorst roggestro. De
strengen zijn niet meer van touw,
maar van nylon.
Cebeco-Zuidwest heeft een goede
rijdende hoefsmederij en in de heer
Kurz een bekwame hoefsmid, die
vier vijf keer per jaar de paarden
vóór op de ijzers zet. Achter zijn de
paarden niet beslagen, dat is niet
nodig omdat ze weinig op de ver
harde weg komen.
In grote delen van het zuidwesten
wordt in de landbouw met de hotlijn
gewerkt. Merkwaardig genoeg ge
beurt dit in Walcheren niet, hier
werkt men zoals in de rest van Ne
derland met de dubbele lijn, de
dubbele teugel, waarmee de paarden
gestuurd worden: aan de rechter
teugel trekken - of nageven met de
linker - doet het paard rechts wen
den. Bij de hotlijn hebben we te ma
ken met één enkele teugel in de hand
van de voerman, die bij het bit in
tweeën gesplitst is. Het bit is vaak
met langere scharen voorzien dan
elders. Bij de hotlijn wordt één paard
"gestuurd". Bij een span zit de hot
lijn of loeie aan het linker paard, bij
een driespan aan het middelste
paard. Het sturen berust min of meer
op een afspraak met de paarden,
want men kan niet naar rechts of
links aan de teugel "trekken". Er is
nu een kombinatie van teugelhulp en
stemhulp ontstaan. Als men aan de
uitdrukking, maar zelfs een interna
tionale en kwam ook voor in België
en Duitsland (ing. J.H. Lantinga).
Waarschijnlijk zullen vele mensen
hot en haar al niet meer weten thuis
te brengen en dat zullen er in de
toekomst eerder meer dan minder
worden.
Misschien hebt u zich al afgevraagd:
hebben die andere paarden geen
teugel aan? Op de foto's is goed te
zien, dat ze allen een bit in de mond
hebben en dat daar ook een teugel
aan zit. Maar die teugel - de stuitreep
op Zuid Beveland, loopkoord in
West Brabant, kardeel in Zeeuws
Vlaanderen - heeft de voerman niet
in de hand, maar die is zodanig be
vestigd aan de zwing achter het an
dere paard, dat deze stuitreep in
werking komt, als het paard teveel
voorwaartsdrang heeft. Zodoende
blijven de paarden mooi gelijk op
trekken. Ook zijn de paarden met
een touw aan elkaar verbonden.
Veelal zit het halstertouw van het ene
paard vast aan het gareel van het
paard dat gestuurd wordt. In de
wending nemen ze elkaar zodoende
mee. In uitzonderingsgevallen, bij
jonge paarden die de kunst nog
moeten leren, wordt de lijn van het
jonge paard ook door de voerman
gehanteerd (kouterliene).
Bij het rijden voor een wagen met
een span hebben beide paafden,
evenals elders, een bit en een teugel
aan. De hotlijn van het handpaard -
het linkse paard van een span - wordt
dan verbonden met de roelijn van
het roepaard - het rechtse paard - en
heeft men een zogenaamde dubbele
lijn, maar dit is heel iets anders dan
de gebruikelijke kruislijn, waarmede
beide paarden naar rechts en links
gestuurd kunnen worden, want de
rechterteugel splitst zich naar de
rechterkant van het bit van het rech-
terpaard en via een wat langer stuk
Hier is duidelijk te zien dat het middelste paard gemendwordt op de hotlijn
(loeie). Van het rechter vandehands) paard is de stuitstreep goed te zien
Een gevulde mestput zoals we die nu niet zo veel meer zien en zeker niet gevuld
met paardenmest. Rechts in de schuur de paardestallen
Zwingenroofgoed