Wat leert onderzoek op Cranendonck?
Contingentering van de
melkproduktie leidt tot sluiting van
méér bedrijven
Kwaliteit
Service
Agriben geeft
graslandgebruikskalender uit
DMV Campina bv presenteerde plan "Reallocate 1985
Verloop van de
temperatuursom
in 1985
GOED GRASLAND
Binnenkort komt het jaarverslag 1984 van het Regionaal Onderzoek
Centrum Cranendonck uit. Hierin zijn bedrijfsresultaten opgenomen
en uitslagen van onderzoek, dat in dat jaar is uitgevoerd. Cranendonck
heeft tot taak praktijkgericht onderzoek uit te voeren: wat vooral
samen en in overleg met onderzoekers van het Proefstation voor de
Rundveehouderij wordt gedaan. Het snijmaisonderzoek wordt uitge
voerd in samenwerking met het Proefstation voor de akkerbouw.
In dit artikel wordt op een aantal onderzoekingen de aandacht geves
tigd. Uiteraard kan dit slechts kort.
1. Vaste krachtvoergift bij melkvee:
Een vaste krachtvoergift is gedu
rende 3 jaar vergeleken met
normvoedering. Een systeem dat
goed mogelijk lijkt als er goed
ruwvoer beschikbaar is dat onbe
perkt verstrekt kan worden.
2. Snijmais als enig ruwvoer in
rantsoenen voor melkvee. Deze
eerste oriëntatie heeft goed vol
daan en geeft aanleiding om het
onderzoek voort te zetten. De
opname aan droge stof via snij
mais is hoog.
3. Maiskorrels in mest. De laatste
jaren komt steeds meer appara
tuur op de markt om de harde
korrels te breken. Door slechte
vertering van de korrels en brok
stukken kunnen bij afgerijpte
snijmais aanzienlijk hoeveelhe
den zetmeel in de mest terecht
komen.
4. Na elkaar weiden van melkvee en
jongvee. Bij dit systeem van be
weiden wordt een perceel eerst
beweid door de melkkoeien en
nageweid door pinken en droog
staande koeien. Het is noodzake
lijk dat percelen ongeveer dezelf
de oppervlakte hebben, omdat de
beweidingsduur gelijk moet zijn.
Er is 2 dagen voorgeweid met
melkkoeien en 2 dagen nageweid
met pinken en droogstaande
koeien.
5. Vergelijking van diverse stro-
rantsoenen voor jongvee. Aan
groepen dieren in de leeftijd van
7-14 maanden is lang stro en ge-
hakseld stro gevoerd. Door het
hakselen is de opname van stro
aanzienlijk verhoogd; op de
krachtvoergift kan dan bezuinigd
worden. Bij het hakselen komt
nogal wat stof vrij.
6. Opfok van kalveren in een geslo
ten en in een open stal. Pasgebo
ren vaarskalveren worden om en
om gehuisvest in een gesloten en
in een open stal. Problemen van
enkele jaren geleden, zoals long
aandoeningen, komen niet meer
voor. In beide stallen is de groei
van de kalveren goed.
7. Toetsing groeiritmepatroon tij
dens opfokperiode van kalf tot
melkvaars. De basis voor een
goed ontwikkelde vaars wordt
gelegd tijdens de opfok geduren
de de eerste vijftien levensmaan
den. Niet alléén de leeftijd van de
vaarzen maar ook het levend ge
wicht vlak na afkalven is van in
vloed op de latere produktie. Een
hoger lichaamsgewicht na afkal
ven betekent een hogere produk
tie.
8. Invloed van beweidingstechniek
en ontwormingsmaatregelen op
groei en immuniteitsopbouw bij
kalveren. Om kalveren in de wei
de goed te laten groeien hebben
ze goed en voldoende weidegras
nodig. Vooral de bedrijfsomstan
digheden zoals veebezetting en
verkaveling bepalen vaak voor
welke methode van beweiding
men zal kiezen. De laatste jaren
zijn verschillende nieuwe midde
len op de markt verschenen
waarmee de dieren kunnen wor
den ontwormd of preventief
kunnen worden behandeld.
9. Urinebrandplekken in grasland
op zandgrond. Het onderzoek in
1984 heeft zich uitsluitend gericht
op de botanische aspekten van
urinebrandplekken. Er is een
overzicht gegeven van de gemid
delde schade over de jaren 1980
t/m 1983 en het verloop van de
botanische samenstelling van het
perceel.
10. Preventie-onderzoek van urine
brandplekken. Hoewel met pin
ken een duidelijke vermindering
van schade door urinebrandplek-
Vrijdag 5 april 1985
ken kon worden voorkomen door
het laten drinken van melasse-
water, is dit niet gelukt met
melkkoeien. De dieren hadden
een stérke voorkeur voor melasse
water. Toch is de wateropname
niet verhoogd. De schade door
urinebrandplekken was hoog.
11.Grasgroei bij standweiden. Elke
week werd de voorraad gras
vastgesteld. Veelvuldig is het
aantal dieren aangepast om de
graslengte op 6-8 cm houden.
12. Graslandvernieuwing. Jonge
grasplantjes worden dikwijls be
laagd door o.a. aaltjes, schimmels
en fritvlieg. Het reeds vroeger
aangevangen onderzoek is voort
gezet.
13. Vliegenbestrijding bij jongvee in
de weide door middel van ear-
tags. Eind mei. zijn bij 3 groepen
in de leeftijd van 7-8 maanden
eartags aangebracht die de dieren
vrij gehouden hebben van vlie
gen.
14. Onderzoek stalhygiëne. Door
middel van strooiselmonster,
swabmonsters van spenen en
monsters van melkfilters wordt
getracht inzicht te verkrijgen in
besmettingen, zoals kiemgetal en
aërobe sporevormers. Dit is na
gegaan op rantsoenen met enkel
snijmais en snijmais voor-
droogkuil.
15. Het celgetal in de melk van indi
viduele koeien. Elke maand
wordt van de avondmelk van elke
koe een melkmonster genomen.
Hierin wordt het celgetal be
paald. Dit verschaft inzicht welke
dieren een hoog celgetal hebben
en hoe het celgetal is opgebouwd.
16. Warm water voor bedrijf en wo
ning via melkkoeling. De warmte
die vrijkomt bij het koelen van
melk wordt door een warmte
pompboiler gebruikt voor de be
reiding van warm water. Dit wa
ter wordt gebruikt in het bedrijf
en in een op afstand gelegen wo
ning. Het gebruik van de warm
tepompboiler geeft een besparing
aan energiekosten.
17. Snijmais in kontinueteelt bij ver
schillende behandeling van de
bodem. Evenals vorig jaar heeft
de verdichting onder de bouw-
voor de beworteling belemmerd
waardoor een droogteperiode
snel tot een opbrengstderving
leidt.
18.N-bemesting op snijmais naast
drijfmest waaraan Didin is toe
gevoegd. Opnieuw bleek dit jaar
dat met een kombinatie van
drijfmest en kunstmest-N, hogere
opbrengsten te realiseren zijn dan
met alleen kunstmest-N. De N-
besmetting van in het voorjaar
uitgereden mest lag naar ver
wachting hoger dan die van in het
najaar uitgereden mest. De toe
voeging van Didin gaf hierbij een
wisselend effekt.
19. Bij zaaien of overzaaien na
slechte opkomst van snijmais.
Wanneer het plantgetal 6/m2 of
lager is treedt duidelijk op
brengstderving op en is ingrijpen
noodzakelijk. Ondanks het vrij
late tijdstip van bij- en overzaaien
worden met bijzaaien goede re
sultaten bereikt. Bijzaaien blijkt
te verkiezen boven overzaaien.
20. Opbrengstmogelijkheden van
maisrassen als snijmais en als
Corn Cob mix. De resultaten la
ten geen konklusies toe over ras
verschillen wat betreft de ge
schiktheid als CCM. In een goed
en een slecht maisjaar lopen de
opbrengsten uitéén van 9 tot 5 ton
ds/ha. De verschillen in voeder-
waarde van CCM-rassen zijn zeer
gering.
21.Mais zaaien onder plastik folie.
In 1984 is de opbrengstverhoging
beperkt gebleven tot 1,4 ton
ds/ha. Omdat elders ook wel
grotere verschillen zijn voorge
nomen wordt dit onderzoek
voortgezet.
In het jaarverslag komen veel onder
werpen aan de orde. Wie belangstel
ling heeft voor dit jaarverslag kan dit
bestellen door het storten van 11,-
op bankrekeningnummer
14.79.01.464 ten name van ROC-
Cranendonck te Soerendonk, onder
vermelding van jaarverslag 1984.
ing. J. Dapper
Zoals reeds eerder werd medege
deeld, heeft de contingentering van
de melkproduktie (superheffing) ge
leid tot een trendbreuk, die ook voor
de coöperatieve zuivelonderneming
DMV Campina bv de nodige conce-
quenties met zich meebrengt. Dat
wordt nog eens duidelijk bevestigd in
een nota, die maandag 1 april te
Veghel is gepresenteerd aan de werk
nemersorganisaties en de Centrale
Ondernemingsraad.
In de prognoses, die als basis dien
den voor het plan "Reallocatie
1982", waarover in maart 1984 over
eenstemming werd bereikt met de
vakbonden en de COR, werd er
vanuit gegaan, dat de melkaanvoer,
conform de ontwikkelingen in de af
gelopen jaren, geleidelijk zou groei
en tot circa 2800 miljoen kg in het
jaar 1989. Als gevolg van dé contin
gentering echter moet voor minstens
de eerstkomende vijf jaren rekening
worden gehouden met een gelijk
blijvende melkaanvoer van jaarlijks
circa 2250 miljoen kg. Uitvoering
van het plan "Reallocatie 1982", zal
derhalve in diverse bedrijven van de
onderneming tot onaanvaardbare
personeelsbezettingen leiden. De
vandaag gepresenteerde nota "Real
locatie 1985" toont dan ook aan dat
verdergaande bedrijfssluitingen - en
daarmee ook het verlies van 56 ar
beidsplaatsen méér dan in maart
1984 op basis van het plan "Reallo
catie 1982" werd overeengekomen -
onontkoombaar zijn.
Van kracht blijft echter de destijds
met de vakbonden en de COR ge
maakte afspraak, die er in voorziet
dat geen gedwongen ontslagen be
hoeven plaats te vinden. De contin
gentering van de melkproduktie zal
bij DMV Campina met name direkte
gevolgen hebben voor de sektoren
boter, mager melkpoeder en trans
port. In vergelijking met de uit
komsten van het plan "Reallocatie
1982" (later aangevuld met de extra
arbeidsplaatsen die een gevolg zijn
van de arbeidstijdsverkorting) zal dit
in de sektor boter leiden tot een ver
lies van 65 en in de sektor transport
tot een toename van 9 arbeidsplaat
sen.
gekonkludeerd dat met name in de
sektor boter de hoeveelheid beschik
bare grondstof ingrijpend zal dalen,
hetgeen de volgende consequenties
met zich mee zal brengen:
zoals ook reeds was voorzien in
het plan "Reallocatie 1982" zul
len de boterproduktiebedrijven
in Venray en Boekei moeten,
worden gesloten;
bovendien dient ook de boter-
produktie in de bedrijven te
Weert en 's-Hertogenbosch, als
mede in de boter-afdeling van het
bedrijf in Bergeijk te worden
beëindigd;
gehandhaafd blijft de zeer mo
derne boterproduktie-afdeling
van het bedrijf in Zevenberg-
schenhoek;
daarnaast wordt in Veghel een
nieuw boterproduktiebedrijf ge
sticht. Dit nieuwe bedrijf was
eveneens reeds voorzien in het
plan "Reallocatie 1982", maar
thans ligt het in het voornemen
om de kapaciteit van deze nieuwe
fabriek te verdubbelen.
Investeringen
Met de realisering van deze plannen
voor de sektor boter is een bedrag
99
gemoeid van bijna 50 miljoen gul
den. De berekeningen wijzen uit dat
het verwerken van de ingrijpend
verminderde hoeveelheid melk tot
boter in de met het plan "Reallocatie
1982" beoogde opstelling per jaar
circa 7 miljoen gulden méér zou-gaan
kosten dan in de nu volgens het plan
"Reallocatie 1985" voorziene eindsi
tuatie, die naar verwachting binnen
een termijn van drie tot vier jaar kan
worden bereikt. Bovendien zal de
realisering van de nieuwe plannen
leiden tot een hogere graad van pro
cesbeheersing, hetgeen nog additio
nele besparingen en een aanzienlijke
kwaliteitsverbetering zal opleveren.
De nieuwe fabriek in Veghel zal niet,
zoals oorspronkelijk in de bedoeling
lag, worden ondergebracht in een
bestaand gebouw op het huidige fa
brieksterrein. Om verkeerstechni
sche redenen is de volledige nieuw
bouw aan de overzijde van de Zuid-
Willemsvaart gesitueerd.
Weerstation
Datum
13-3
20-3
27-3
Leeuwarden
110
120
158
Eelde
104
111
151
Den Helder
103
114
148
Valkenburg
125
137
172
Twente
107
112
155
Schiphol
135
146
183
Soesterberg
139
149
190
De Bilt
136
148
187
Swifterbant
106
116
151
Deelen
116
125
163
Rotterdam
141
153
192
Zierikzee
129
147
184
Volkel
150
163
206
Gilze-Rijen
163
176
216
Vlissingen
131
145
176
Eindhoven
159
171
214
Zuid-Limburg
140
149
187
Temperatuursom van 1 januari
tot 27 maart
Schatting van de datum waarop een
Den Helder
Valkenburg
Twente
Schiphol
Soesterberg
De Bilt
Swifterbant
Deelen
Rotterdam
Zierikzee
Volkel
Gilze-Rijen
Vlissingen
Eindhoven
2-4
27-3
1-4
27-3
26-3
26-3
2-4
30-3
26-3
27-3
24-3
21-3
27-3
22-3
Zuid-Limburg26-3
17-4 1-4
12-428-3
15-431-3
11-4 26-3*
11-425-3*
11-425-3*
16-431-3
14-430-3
10-425-3*
10-426-3*
8-423-3*
6-422-3*
10-427-3
7-422-3*
10-426-3*
16-4
12-4
14-4
11-4
10-4
10-4
15-4
13-4
9-4
10-4
7-4
6-4
11-4
6-4
10-4
T-som in werkelijkheid bereikt
bepaalde waarde van de T-som wordt
bereikt
Advertentie I.M.
Boter
In de nota "Reallocatie 1985'
wordt
Weerstation -
van
Schatting uitgaande
de temperatuursom op
Datum
20-3 20-3 27-3 27-3
T-som
180 280 180 280
Leeuwarden
Eelde
1-4 16-430-3 15-4
2-4 17-431-3 16-4
Agriben Nederland B.V. te Etten-
Leur heeft een herdruk uitgegeven
van de bekende graslandgebruikska
lender, die in 1983 voor het eerst is
verschenen.
De kalender is bedoeld voor rund
veehouders voor planning en regis
tratie van het gebruik van hun gras
land. Alle gegevens kunnen erop
worden aangetekend m.b.t. bemes
ting, beweiding, maaien, vernieu
wing, etc.
Deze herdruk bevat tevens een paar
verbeteringen, o.a. omdat meer
ruimte is gereserveerd voor bemes-
tingsgegevens.
De kalender - met een uitgebreide
gebruiksaanwijzing - zal vanaf eind
maart/begin april gratis verkrijgbaar
zijn bij een groot aantal leveranciers
van gewasbeschermingsmiddelen.
f! i
Graslandkalender - t
17