Knolcyperus zorgt
voor slapeloze nachten
Besteed veel aandacht
aan de
voorjaarsbekalking
Kwaliteit
Service
Van Bloois kreeg z'n bedrijf weer schoon
Vernietigen
Niet verslappen
Landbouwschap en P.D. zetten
aanval in op knolcyperus
Geen goede zaak
Niet hopeloos
"Je ligt er wel een paar nachten van wakker. De hele avond zitje er aan
te denken en 's nachts ben je er konstant mee bezig. Overdag ga je
geregeld weer naar de kavel om te kijken of er nog meer te vinden is".
Aan het woord is de heer Leen van Bloois, tuinder in de Noordoost-
polder, op wiens bedrijf twee jaar geleden knolcyperus werd gevonden.
Gelukkig was het slechts een lichte besmetting. Dank zij een goede
aanpak kon het bedrijf eind vorig jaar weer vrij van knolcyperus worden
verklaard.
Nog meer dan vorige jaren zal de grondgebruiker dit voorjaar extra
aandacht moeten besteden aan de bekalking. Door de zeer slechte
weersomstandigheden in het najaar van 1984 moest in de meeste ge
vallen de geplande herfstbekalking noodgedwongen worden uitgesteld
naar een later tijdstip. Er schiet dus weinig anders over dan zo gauw het
weer en de grond het toelaten die gewenste bekalking dit voorjaar uit te
voeren. Vooral op die percelen waarop gewassen worden geteeld die
hoge eisen stellen aan de pH van de grond is het zeker zinvol een
aangepaste bekalking uit te voeren.
Van Boois geeft toe dat een derge
lijke werkwijze kostenverhogend
werkt. Het schoonspuiten kost al
gauw 1 tot 1 xh uur. "Uiteindelijk
betaalt de boer de kosten. Toch is het
alleszins de premie waard. Houden
we hier niet de hand aan, dan kost
het nog veel meer", waarschuwt Van
Bloois.
Toch rijst de vraag of alleen deze
bedrijfshygiëne een eind kan maken
aan het knolcyperusprobleem. Er
wordt, wat betreft de gladiolen, ge
praat over vernietiging van plant-
materiaal van besmette percelen. "In
de eerste plaats moet er vanzelfspre
kend een strenge kontrole zijn. Als
gekonstateerd is dat een partij be
smet is, sta ik er achter om de kralen
van die partij te vernietigen, al kan
de schade soms in de honderddui
zenden guldens lopen. Daarnaast zal
men er in de gladiolen- en lelieteelt
altijd op bedacht moeten blijven dat
er in het plantgoed, al is het vrij ver
klaard, toch knolcyperus kan zitten.
Vooral een onervaren bollenteler,
die zijn vakliteratuur niet leest en een
besmetting niet signaleert, kan er
binnen enkele jaren onder zitten".
Wat dit betreft signaleert Van Bloois"
nog een aktueel gevaar: "In de tra
ditionele teeltgebieden krijg je, mede
dank zij de knolcyperus, voor de
normale prijs geen grond meer.
Daarom schuift de gladiolenteelt op
naar nieuwe gebieden. Daar zal de
knolcyperus op een gegeven moment
ook komen. Juist in die gebieden is
het gevaar van onachtzaamheid
groot".
Een verbod op het telen van knol- en
wortelgewassen op besmette bedrij
ven gaat Van Bloois iets te ver. "Ik
kan me dat voorstellen voor een be
drijf wat er helemaal onder zit. Is
echter maar een gedeelte van het
perceel besmet, dan wordt het an
ders. Zo'n verbod betekent toch een
ontzettend zware last voor een be
drijf".
"Naar mijn mening zal vooral de
verspreiding met machines en grond
een groter risiko opleveren dan via
"het gladiolenplantgoed. Een groot
gevaar zit er op de akkerbouwbe
drijven waar bij onderlinge samen
werking de bedrijfshygiëne wat
vlugger wordt vergeten dan bij de
loonwerker.
Met een goede bedrijfshygiëne en
door er voortdurend alert op te blij
ven moeten we het evenwel onder de
knie kunnen krijgen.
Laten we toch vooral de vinger aan
de pols houden en niet verslappen",
vraagt Van Bloois zijn kollega-boe-
ren en tuinders.
Jan van Liere
Het Landbouwschap en de Plan-
tenziektenkundige Dienst gaan
gezamenlijk de aanval openen op
de knolcyperus. Woensdag zijn in
het dagelijks bestuur van het
Landbouwschap de hoofdpunten
van beleid vastgesteld. In principe
wordt bij de bestrijding van de
knolcyperus dezelfde werkwijze
toegepast als bij de bestrijding van
aardappelmoeheid. Er zal op de
besmette percelen een teeltverbod
gaan gelden voor dat deel waarop
de besmetting is gekonstateerd.
Niet meer geteeld mogen worden
alle rooiprodukten in de ruimste
zin van het woord (inklusief
bloembolgewassen, planten,
heesters enz.). Wel mogen op de
ze percelen bijvoorbeeld granen
en mais worden verbouwd.
Het verbod gaat in op 1 juli. De
op dat moment op de besmette
percelen aanwezige gewassen
mogen nog wel worden geoogst,
zij het onder toezicht van de P.D.
Van de rooivruchten is alleen vlas
uitgezonderd omdat niet mag
worden aangenomen dat met de
kleine wortels van dit gewas
knolletjes meegenomen worden
bij het rooien. De besmette per
celen zullen openbaar bekend
worden gemaakt ten gemeente
huize. Het gaat in Noord-Brabant
om een relatief groot aantal per
celen tegen de grens met Zuid-
Limburg. Hier bevindt zich de
belangrijkste besmettingshaard.
Overigens komen in alle provin
cies wel enige besmette percelen
voor. In Zeeland zijn er ca. 5. Bij
de bestrijding zal de boer zorg
moeten dragen voor een bespui
ting met Roundup om de 2 a 3
weken.
Van Bloois, zeer aktief in de stands
organisaties op regionaal en lande
lijk nivo, vindt het niet nodig om een
drama te maken van het knolcype-
rus-probleem. Wel is hij van mening
dat iedereen ervan doordrongen
moet zijn dat alleen met uiterste
waakzaamheid erger kan worden
voorkomen, en op den duur de
knolcyperus kan worden terugge
drongen.
Aan de rand van Espel, een dorpje
ten noordoosten van Emmeloord,
ligt de boerderij van de familie Van
Bloois. Op het 24 hektare grote be
drijf wordt een groot deel van het
inkomen gehaald uit de teelt van
tuinbouwprodukten als waspeen,
tulpen en gladiolen. Het is het be-
drijfstype dat het meest gekonfron-
teerd wordt met het probleem van de
knolcyperus. Van Bloois voelde dan
ook meteen wat er aan de hand was,
toen in de zomer van 1983 de keur
meester die de gladiolen had gekon-
troleerd, niet in z'n auto stapte, maar
aanklopte aan de keukendeur. "Ik
dacht bij mezelf: dit is geen goede
zaak", zo herinnert hij zich. Dat
voorgevoel bleek uit te komen, de
keurmeester had twaalf plantjes van
het gevreesde onkruid gevonden.
Meteen werd aktie ondernomen. De
- overigens goed bekend staande -
kralenteler werd op de hoogte ge
steld en in het gladiolenperceel ging
men door de knieën om een nauw
gezet onderzoek in te stellen. "Ge
lukkig bleek het te gaan om een plek
van slechts enkele vierkante meters.
We hebben alles nauwkeurig nage
zocht, twaalf mooi ontwikkelde
plantjes uitgespit en in plastik zak
ken afgevoerd", aldus Van Bloois,
die die dag de schrik wel aardig in de
benen had. Een zware besmetting op
zijn intensief gevoerde bedrijf zou
zeer in-grijpende gevolgen hebben.
Zijn nachtrust was de eerste tijd dan
ook niet optimaal. Gelukkig brach
ten intensieve nakontroles nog
slechts twee nieuwe plantjes aan het
licht. Vorig jaar kon de Planteziek-
tenkundige Dienst op het betreffen
de perceel niets vinden, zodat het
bedrijf van Van Bloois weer vrij van
knolcyperus is verklaard.
"We kunnen er een drama van ma
ken, maar dat is volgens mij niet no
dig. In vergelijking met vijf jaar ge
leden 'wordt het probleem van de
knolcyperus veel beter onderkend.
Iedereen weet nu wat het is.
Wanneer een besmetting direkt het
eerste jaar wordt onderkend, dan is
de situatie nog niet hopeloos. In de
Noordoostpolder zijn zo'n veertig
bedrijven besmet, waarvan de mees
te in lichte mate. Die zijn in enkele
jaren weer vrij te krijgen. Er zijn
echter een paar bedrijven waar 1 tot.
1,5 hektare besmet is. Dan wordt de
situatie natuurlijk veel moeilijker",
zo meent Van Bloois.
Hij vertelt hoe sommigen het aan
pakken door een afrastering rond de
besmette plek aan te brengen en re
gelmatig met Roundup te bespuiten.
Er wordt niet geploegd of bewerkt en
de bespuitingen zorgen ervoor dat de
betreffende plek niet groen kan
worden. "Deze methode lijkt sukses
te hebben, al ben je er niet in één jaar
vanaf. Natuurlijk kan dit ook alleen
maar als de besmetting tot een kleine
oppervlakte beperkt is.
Bedrijfshygiëne is volgens Van
Bloois het allerbelangrijkste om de
knolcyperus in bedwang te krijgen.
Naar zijn mening zijn de loonwer
kers in de Noordoostpolders daar
goed van doordrongen.
"De loonwerker weet dat hij met een
schone machine moet komen. Hij
heeft de cleaner dan ook altijd bij
zich. Het afgelopen seizoen is er voor
het eerst zo gewerkt en er is heel goed
de hand aan gehouden. Het is zelfs
een paar keer voorgekomen dat een
machine die niet goed schoon was,
Waarom kalk
Kalk dient niet zozeer gestrooid te
worden als plantenvoedende stof
maar veel meer als bodemverbete
raar. Met een regelmatige bekalking
bereikt en onderhoudt de grondge
bruiker een goede pH (zuurgraad)
van de grond. Deze goede pH be
vordert het rendement van de aan
gevoerde organische- en kunstmest
stoffen. Tevens heeft de plant de
mogelijkheid in een grond met een
goede kalktoestand een intensief
wortelstelsel te ontwikkelen voor een
maximale opname van vocht en
voedingsstoffen. Het komt er dus op
neer dat het bemesten pas dan zin
heeft wanneer naast een goede kui
tuurtoestand van de grond ook de
pH hiervan in orde is.
Op tijd strooien
Vrijwel alle kalkmeststoffen die
worden toegepast bestaan hoofdza
kelijk uit koorzure kalk. Deze kalk is
vrij moeilijk oplosbaar in water. Ze
dient eerst in het koorzuurhoudend
bodemvocht te worden omgezet in
een oplosbare vorm. Om deze
reaktie snel te doen verlopen is het
een vereiste dat het materiaal vol
doende fijn is, dus een groot aanra
kingsoppervlak bezit. Bovendien is
het van zeer groot belang dat de kalk
droog is om ze zodoende zo regel
matig mogelijk met de moderne
kalkstrooiers over de grond te kun
nen verdelen. Immers de gestrooide
hoeveelheid kalk is bestemd en be
rekend voor de totale bouwvoor. Na
het strooien is het dus zeer gewenst
het materiaal zo snel mogelijk ge
lijkmatig door de grond te werken.
Dat wordt alleen dan bevorderd
wanneer in de eerste plaats het
strooien op een uitstekende wijze
wordt uitgevoerd.
Kortom, de voorjaarsbekalking staat
weer voor de deur. We willen U
graag adviseren deze bekalking zo
vroeg mogelijk uit te voeren, d.w.z.
wanneer de grond het maar enigszins
L.v. Bloois: wakker liggen...
werd teruggestuurd. Het lijkt mis
schien kinderachtig, maar het moet
wel!"
toelaat. Indien deze bekalking dan
wordt toegepast op de als boven
omschreven wijze dan kan de
grondgebruiker nog op een hoog
rendement rekenen. Hij bereikt dan
een pH van de grond die mede borg
staat voor een uitstekende groei van
met name de zgn. kalkminnende ge
wassen opgenomen in het bouwplan
1985.
Kalktips
Jaarlijks verliezen de kultuurgron-
den een bepaalde hoeveelheid kalk
door uitspoeling en opname van de
gewassen. Om deze kalkverliezen te
kompenseren is af en toe een zgn.
onderhoudsbekalking van 1.500
2.000 kg kalkmeststof eens per drie
jaar noodzakelijk. Het voorjaar leent
zich voor een dergelijke bekalking
bijzonder goed.
De onderhoudsbekalking wordt als
regel toegepast op die gronden
waarop een gewas geteeld gaat
worden dat hoge eisen stelt aan de
pH. Suiker- en voederbieten - gerst -
tarwe - erwten - bonen en mais be
horen tot die zgn. kalkminnende ge
wassen.
Wanneer graslandvernieuwing
wordt uitgevoerd is het zaak een
eventuele te lage pH tegelijkertijd te
repareren. De diverse bewerkingen
geven volöoende gelegenheid de
gestrooide kalk intensief door de
grond te werken. Goede grassen zijn
kalkminnend.
Probeer een voorjaarsbekalking zo
vroeg mogelijk uit te voeren. De fijne
droge kalk heeft dan nog ruim
schoots de gelegenheid, mits regel
matig gestrooid en ingewerkt de pH
op het juiste tijdstip op voldoende
hoogte te brengen voor een vitale
beginontwikkeling van het kalkmin
nende gewas.
Verschillende kalkmeststoffen be
vatten nog diverse nevenbestandde
len zoals o.a. magnesium-fosfaat en
kali. Wanneer deze passen in het be
mestingsplan geeft dat o.m. het
voordeel meerdere plantenvoedende
stoffen in één werkgang te strooien.
Op de zgn. lichte gronden (zand- en
dalgronden) komt de teelt van erw
ten steeds meer in de belangstelling.
Voor een produktieve teelt van dit
vlinderbloemig gewas is een goede
pH van de grond van het allergroot
ste belang.
Een goede pH van de grond bevor
dert het rendement van de overige
meststoffen en een goede wortelont
wikkeling van de plant. Samen zor
gen ze voor een vlotte beginontwik
keling van het gewas en düs een
snelle bodembedekking.
Advertentie I.M.
Vrijdag 22 maart 1985
7