"Reklame" Het bloed gaat weer sneller stromen... Algemene richtlijnen voor de stikstofbemesting in 1985 voor het Zuidwestelijk kleigebied Verslagen met proefveldgegevens verschenen van proefboerderijen "Rusthoeve" en "Westmaas" In dit stukje voor ZUID-BEVE- LAND wilde ik het hebben over de "reklame" in de landbouw. Dit omdat ik vind dat er te weinig gedaan wordt op het gebied van de reklame ten be hoeve van de landbouw. Er is de laatste jaren natuurlijk al veel veranderd: kaas, bintjes en uien worden op grote schaal gepromoot! Maar dat wil niet zeggen dat we er al zijn. Veel maatschappijen, indus- triën en landbouwinstanties zouden wat meer aan reklame moeten doen, om op die manier de verkoop van de in de landbouw geproduceerde pro dukten en halfprodukten, te stimu leren. Als men ziet wat er aan reklame bij andere produkten, zoals wasmidde len, hondebrokken, drank, enz. wordt gedaan, dan moet het voor onze produkten toch ook mogelijk zijn om ze op een "agressievere" manier aan de man te brengen, zowel in binnen- als buitenland. Neem bijvoorbeeld het gewas aard appelen. Dit is misschien, in de ogen van sommige, geen goed voorbeeld, maar het is een gewas dat in grote hoeveelheden wordt geëksporteerd. Er zijn momenteel tientallen aard appelrassen te verkrijgen. In ver schillende kleuren, vormen en sma ken. Als we deze rassen nu eens zou den gaan verkopen, zoals we andere produkten verkopen. Dus: meer reklame op radio en tele visie, via tijdschriften of zelfs via shirtreklame, zodat we de huisvrou wen, want die doen meestal de boodschappen, kunnen bewegen om geen kilo aardappelen maar een kilo aardappelen van een bepaald ras te kopen. Wat het buitenland betreft, daar geldt het bovenstaande ook voor. Daar moet voor ons toch nog een vrij grote markt liggen, die nog niet ontdekt is. Daarnaast reklame voor produkten die niet rechtstreeks afkomstig zijn uit de landbouw, maar waar de landbouw wel rechts treeks de grondstoffen voor levert. Bij ons in ZUID-BEVELAND is men daar druk mee bezig. Samen met industrie, handel, verede ling en een goede reklame moet het mogelijk zijn om onze landbouwpro- dukten af te blijven zetten, tegen re delijke prijzen, zowel in binnen- als buitenland, nu en in de toekomst. Misschien zit er voor ons in de toe komst dan ook nog wel een produk- tieverhoging in. De vorst van de afgelopen maanden heeft veel goeds gedaan aan de zwaar geleden konditie van onze grond. Vooral de laatste periode trok de vorst ver de grond in omdat er toen veel minder sneeuw lag dan de eerste periode. Hopelijk voldoende diep om op THOLEN en SINT PHILIPS- LAND geen last meer te ondervinden van de onder de moeilijke rooiom- standigheden achtergebleven aardap pelen van oogst 1984. Hopelijk heeft de felle zon ook wat ongedierte op geruimd. Vroeger gold de stelregel dat veel schadelijke insekten e.d. een strenge vorstperiode veelal in minder grote getale overleefden. Verwonderlijk was het dan ook te meer, dat nu na de eerste vorstperio de de vrolijk dansende muggen wel dra te zien waren. In de afgelopen weken is er reeds wat kunstmest gestrooid, vooral de laat ste dagen van de vorige week was de grond redelijk te berijden. De grond was bovenop al wat aan het opdro gen zodat er wat veerkracht in kwam. Vooral het mooie weer van afgelo pen zondag doet het-bloed in de boeren aders weer wat sneller stro men. "Het is weer voorbij die mooie zo mer" zong Gerard Cox enkele jaren geleden. Voor de boer lijkt de korte winter weer voorbij. Door het natte najaar was het laat geworden en de strenge vorst zorgde ook voor wat uitstel van het winterwerk. Nu lijkt een vroeg begin mogelijk als de ver wachting voor deze week uitkomt, met wat hogere temperaturen over dag en nachtvorst in de nacht. De tarwe is als een rode draad door heel het boeren wintergebeuren heen getrokken. Er is veelal laat gezaaid en onder soms erg ongunstige om standigheden. Voor het eerst is er ook op grote schaal in één werkgang gespit en gezaaid. De strenge vorst heeft de grond nu erg los gemaakt. Zal dat gevolgen kunnen hebben bij droogte of een natte periode tijdens de oogst? In de graszaadteelt is gebleken dat bij het zaaien van graszaad in één werkgang, te samen met de tarwe, de grond wel eens te los kan blijven Vrijdag 1 maart 1985 Elk voorjaar worden er algemene richtlijnen opgesteld voör de stik stofbemesting in het komende seizoen. Deze richtlijnen zijn voorna melijk gebaseerd op de uitslagen van de stikstofbemonsteringen op praktijkpercelen. Daarnaast wordt voor zover nodig rekening gehouden met faktoren als klimaat, de toestand van de grond e.d. Deze stikstof adviezen zijn algemehe richtlijnen, gebaseerd op de gemiddelde om standigheden van dit voorjaar. Uit de ervaringen van de afgelopen jaren is enerzijds gebleken dat deze richtlijnen de gemiddelde situatie vrij goed aangeven. Anderzijds dat de variatie in stikstofbehoefte van per ceel tot perceel door diverse faktoren zoals zwaarte grond, profielop- bouw, voorvrucht e.d. erg groot kan zijn. Voor konkrete informatie per bedrijf en per perceel, waarbij ook deze faktoren in het advies zijn opgenomen, is het vereist om zelf grond monsters te laten nemen. In het najaar van 1984 zijn met name in de maanden september en oktober veel oogstwerkzaamheden onder slechte omstandigheden uitgevoerd. Vooral op de percelen met bieten en aardappelen is toen veel struktuur- bederf opgetreden. Veel van deze percelen zijn of worden dit voorjaar ingezaaid met een graangewas. De percelen waarop in 1985 rooivruch- ten worden verbouwd zijn, mede dank zij de droge periode in novem ber en december, vaak onder rede lijke omstandigheden op wintervoor geploegd. Tegenover het ongunstige najaar staat een februarimaand die tot nu toe voor de struktuur van de bovengrond uitzonderlijk gunstig is geweest. De droge vorstperiode heeft er voor gezorgd dat de bovenste helft van de bouwvoor momenteel in pri ma konditie verkeert. Bij een droge opdooi kan dit een goede start geven voor het komende groeiseizoen. Door het relatief natte najaar en de lage temperaturen in de maanden januari en februari zijn de stikstof gehaltes in het profiel momenteel vrij laag. De gehaltes zijn iets lager dan de gehaltes van vorig jaar en vrij goed vergelijkbaar met de cijfers uit 1982 en 1983. In 1984 kwam na stik- stofrijkere voorvruchten zoals aard appelen en uien, vooral dieper in het profiel wat meer stikstof voor. Bij het opstellen van de richtlijnen is uitgegaan van de situatie van dit moment en verder van gemiddeld te verwachten omstandigheden. Wij ken deze in de loop van het komende groeiseizoen, in gunstige of ongun stige zin, in belangrijke mate af van normaal dan kan dit vaak alsnog ge- korrigeerd worden. Aanvullende opmerkingen In de praktijk kunnen er altijd situa ties voorkomen die aanleiding zijn om de genoemde giften iets te verla gen of te verhogen. Op een ondiep doorwortelbaar profiel zullen de gif ten voor b.v. bieten iets hoger moe ten zijn. Dit geldt ook bij een slechte struktuur of veel verslemping. Richtlijnen voor kleigronden De cijfers in de kolommen geven de gemiddelde stikstofbehoefte aan in kg per ha tussen de wielsporen om een goede stand te krijgen. Geldt dat voor tarwe ook? De volgende vraag is, hoe is de tarwe de winter doorgekomen? Op dit moment nog niet zo heel veel over te zeggen, maar wel lijkt het verstan dig om vooralsnog op te passen met stikstof i.v.m. verbranding onder de ze omstandigheden. Het nog verder wegzakken van de tarweprijs houdt ook nog steeds de gemoederen bezig. Naarstig werd er op de diverse vergaderingen gezocht naar een vervanger voor de tarwe. Diverse mogelijkheden bieden zich aan, maar veelal teelten met meer risiko en meer arbeidsbehoefte. Vooral de onkruidbestrijding kan voor meer problemen zorgen, terwijl de prijzen van diverse produkten sterk kunnen schommelen van jaar tot jaar. Door het natte najaar zijn veel per celen niet ontsmet kunnen worden, hetgeen Waarschijnlijk ook een gun stige bijdrage levert tot het konstant gewas in 1985 voorvrucht tweede gift derde gift aardappelen bieten graan wintertarwe zomertarwe haver wintergerst zomergerst 70 50 40 50 50 90 70 60 70 70 90 70 60 70 70 50 - 60 40 - 50 30 - 50 40 - 50 0 40 late consumptieaardappelen - 260 250 pootaardappelen - 140 130 suikerbieten 150 - 160 zaaiuien 130 140 140 Op een erg gul of ernstig door ziekten aangetast gewas kan de derde gift beter worden weggelaten. blijven van de oppervlakte suiker bieten. Een redelijk mengprijs is ook voor dit produkt onmisbaar en het zou te betreuren zijn dat die door een te sterke uitbreiding onderuit ge haald zou worden. Al met al blijkt toch weer dat de in ventiviteit van de nederlandse boer vooralsnog vele malen groter blijkt te zijn dan die van onze amerikaanse kollega's. Ook de konditie van de nederlandse agrariërs blijkt optimaal te zijn, zelfs wanneer men getergd wordt door een superheffing. Want het is u toch ook wel opgevallen dat zoveel "boeren" zo snel de Elfstedentocht hebben ge reden, en dat soms nog tussen het melken door. Recent is verschenen "Resultaten van het landbouwkundig onder zoek in Zuidwest Nederland 1984". In deze uitgave zijn naast de algemene gegevens van de ak- kerbouwproefboerderijen "Rust- hoeve" en "Westmaas" de gege vens van ruim 100 proeven opge nomen. Dit jaar zijn op "Rusthoeve" de eer ste schreden gezet op het pad van de automatisering. In de herfst is na melijk een microcomputer geplaatst met verbindingsmogelijkheden naar andere computers en met een eigen werkeenheid. De onderzoeker in de regio, ing. J.G.N. Wander, die bij de Stichting in dienst is, zal deze com puter gaan bedienen. De belangstelling voor de proef- boerderij "Rusthoeve" was ook in 1984 weer erg groot. Naast de alge mene rondleidingen werden een graszaaddag en twee suikerbieten- dagen georganiseerd. De graszaad dag is door velen bezocht. De be langstelling vanuit het eigen gebied voor het belangrijke gewas suiker bieten stond niet in verhouding tot het enthousiasme van de bezoekers van buiten het gebied. Door de medewerking van PAGV en IRS was er gelegenheid de laatste resultaten uit de eerste hand te ho ren. Na jaren afwezig te zijn geweest heeft het IRS op "Rusthoeve" een aantal proeven aangelegd. Van de zijde van de proefboerderij is deze hernieuwde samenwerking als zeer plezierig ervaren. De verslagen zijn opgenomen in de rubrieken rassenonderzoek, teelt methoden, bemesting, mechanisa tie/kuituurtechniek, ziekten en pla gen en onkruidbestrijding. Het on derzoek heeft plaatsgevonden bij een zeer groot-aantal gewassen. Naast het voortgezette onderzoek zijn nieuw opgenomen o.a. rassenonderzoek vlas bij de nieuwe oogstmethode, papierkluitplanten, suikerbieten, groeiregulatoren bij graszaad, zaai- methoden grasgroenbem esters, drijfmest bij snijmais, gebruik vo renpakker op kleigrond en onder zoek bij teunisbloem. Belangstellenden kunnen het verslag bestellen door overmaking van 7,50 op rekeningnummer 3320.52.621 van de Rabobank Klaaswaal t.n.v. rekening Land bouwkundig Onderzoek Zuidwest- Nederland onder vermelding "Ver slag 1984" met duidelijke vermel ding van naam en adres. Het giro nummer van de bank is 428311 Deze mogelijkheid tot bestelling geldt met name voor hen die woonachtig zijn buiten het zuidwes telijk zeekleigebied. Akkerbouwers en veehouders die woonachtig zijn binnen dit gebied en het verslag en andere publikaties jaarlijks automatisch willen ontvan gen, wordt aangeraden lid te worden van een Vereniging voor Bedrijfs voorlichting of Studieklub in hun omgeving. Konsulentschappen voor de Akker bouw en de Tuinbouw in Zuidwest Nederland Na het toedienen van dierlijke orga nische mest zal er als regel iets meer N in het profiel voorkomen en kan de bemestingsgift dus wat worden verlaagd. Bij de teelt van konsump- tieaardappelen hoeft men hiermee nauwelijks rekening te houden. Wintertarwe De meeste wintertarwe is dit jaar vrij laat gezaaid en nog weinig ontwikkeld. Bovendien heeft vooral de vorstperiode in februari de tarwe geen goed gedaan. Tij dig stikstof geven lijkt in die si tuaties belangrijker dan veel stik stof geven. Bij een tijdige N-gift kan de groei zo snel mogelijk op gang komen. De eventueel beno digde ekstra N kan dan beter in de vorm van een ekstra tussengift in de loop van de maand april worden toegediend. Dit laatste kan ook nodig zijn als het stik stofleverend vermogen van de grond nog niet goed op- gang komt b.v. in die gevallen waar vorig najaar veel struktuurschade is geweest. De vorstperiode lijkt deze gevolgen nog niet geheel te hebben hersteld. - Bij de N bemesting op wintertar we is de advisering gebaseerd op een verdeling in 3 giften. De eer ste is gericht op het verkrijgen van een voldoende aantal aren, de tweede gift dient om het aantal aren te behouden en voldoende korrels per aar te vormen en de derde gift is gericht op het ver krijgen van een zo hoog mogelijk duizendkorrelgewicht. Verder dient men het gewas regelmatig te volgen. Blijft het te schraal dan kan worden bijbemest. Bij een gulle stand kan de volgende gift wat worden verlaagd of uitge steld. Zomergerst Het is gebruikelijk om de stikstofbe mesting aan zomergerst in één keer te geven. Het laat beschikbaar ko men van stikstof vergroot de kans op doorwasvorming. Er zijn ook proe ven geweest met een positief effekt van deling van de N-gift. Hierbij werd de tweede gift gegeven in sta dium F4 a F5 (einde uitstoeling - begin strekking). Deze tweedeling lijkt ons nog te weinig uitgeprobeerd om het al als systeem te adviseren. Bieten - Na een goede grasgroenbemester kan de N-gift 20 a 30 kg lager zijn. Na een goed geslaagde vlinder bloemige groenbemester kan wel tot 30 a 40 kg N bespaard worden. - Na stro onderplpegen of op een ondiep doorwortelbaar profiel moet de N-gift 30 kg hoger zijn. Aardappelen De genoemde giften zijn geba seerd op de teelt van late kon- sumptieaardappelen van het ras Bintje. Bij vroeger rooien en bij de meeste andere rassen ligt de optimale N-gift lager. - Op lichte, goed opdrachtige gronden waar men de ervaring heeft dat het gewas vaak wat vroeg afsterft en waar men weinig problemen heeft met misvormin gen en doorwas, is een deling van de N-gift te overwegen. Een deel van de stikstof bijvoorbeeld 50 a 70 kg wordt dan pas na de knol zetting gegeven dus ongeveer in de tweede helft van juni. De voorjaarsgift kan dan lager zijn. Hoge stikstofgiften in het voorjaar, vooral als deze kort vóór of kort na het zaaien of poten worden gegeven, kunnen bij bieten, uien en aardap pelen zoutschade geven. De kans op zoutschade is het grootst op de lich tere opdrachtige gronden. De stikstof kan dan beter in twee keer worden gestrooid. De tweede gift kan bij bieten in het 4 a 6 bladstadium wor den gegeven, bij uien niet later dan 10 k 12 cm gewaslengte en bij aard appelen na het aanaarden of pas na de knolzetting, dus in de tweede helft van juni. J. Kodde

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 9