Landbouwschap bepleit
uitbreiding
landinrichting
Wageningen" en Ministerie van
Landbouw laten het lelijk zitten bij
biotechnologie en informatika
1
Goed jaar voor CSM
Eigen vermogen CZAV
versterkt
POTTEfQ^/
In struktuurschema Landinrichting
Ir. J. Prins Cebeco-Handelsraad:
Wedstrijden
Gezien het grote belang en de groeiende behoefte aan landinrichting
ten behoeve van de land- en tuinbouw, zal jaarlijks een oppervlakte in
uitvoering genomen moeten worden van minimaal 40.000 ha. Mede als
gevolg van recente produktiebeperkingen (zuivel, intensieve veehoude
rij) en de zeer magere prijsvoorstellen voor agrarische produkten in het
komend jaar is de landbouw sterker dan ooit afhankelijk van moge
lijkheden om de kosten te verlagen. Een doelmatige inrichting van het
bedrijf kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Bovendien is land
inrichting voor boeren en tuinders van essentieel belang, omdat zowel
produktie- als werkomstandigheden erdoor worden verbeterd. Achter
stand in inkomens kunnen door landinrichting worden verminderd of
opgeheven.
Dit schrijft het Landbouwschap aan
een bijzondere kommissie van de
Tweede Kamer die zich met de drie
groene struktuurschema's bezig
houdt, als reaktie op het struktuur
schema Landinrichting. In dit sche
ma is het landinrichtingsbeleid uit
gestippeld voor de periode 1985 tot
1994. De plannen worden na de be
handeling in het parlement (over
enkele maanden) vastgelegd in zo
genaamde planologische kernbeslis
singen (pkb's) vaji de regering. Bij
landinrichting gaat het erom dat de
len van het landelijk gebied over
eenkomstig de eraan toegekende
funkties en hun onderlinge samen
hang op een zodanige wijze worden
ingericht, dat de maatschappelijke
betekenis van zo'n gebied zo goed
mogelijk tot zijn recht komt. Het
Landbouwschap kan zich met deze
doelstelling en de hoofdlijnen van
het toekomstige beleid verenigen.
Verreweg het grootste deel van het
landelijk gebied heeft een overwe
gend agrarische funktie. De behoefte
aan landinrichting is, zo wordt in het
schema terecht gesignaleerd, aan
zienlijk. De jaarlijks in uitvoering te
nemen oppervlakte (volgens het
schema 36.000 ha) is in de visie van
het Landbouwschap te beperkt.
Naast de 325.000 ha die al op het
voorbereidingsschema staan, komt
in totaal nog eens 490.000 ha in aan
merking voor landinrichting. Die
behoefte is gebaseerd op prioriteiten
vanuit uitsluitend de land- en tuin
bouw (215.000 ha), en vanuit de
land- en tuinbouw in kombinatie
met andere funkties (landschap
en/of stedelijke invloedssfeer). De
deelplannen voor herinrichtingsge-
bieden in Groningen, Drente en
Midden-Delfland zijn niet in de ra
mingen opgenomen.
Om voor de landinrichting tot een
evenwichtige prioriteitenlijst te ko
men, moeten volgens het Land
bouwschap de selektiekriteria om de
vijf jaar worden geanalyseerd.
Bovendien is het Landbouwschap
van mening dat naast de in kaart ge
brachte gebieden jaarlijks gemiddeld
2000 ha buiten die gebieden voor
landinrichting in aanmerking dienen
te komen. Het schap meent voorts
dat bovendien ruimte nódig is voor
landinrichting met een administra
tief karakter (5000 ha per jaar).
Bezwaar
Het Landbouwschap heeft ernstig
bezwaar tegen de uitspraak van de
regering in het schema, dat bij lan
dinrichting in grote delen van het
landelijke gebied een voorkeur
wordt uitgesproken voor herinrich
ting. Dat deze essentiële uitspraak -
mede ingegeven door de plannen in
het struktuurschema Natuur- en
Landschapsbehoud - nu reeds wordt
vastgelegd, acht het Landbouwschap
ongewenst.
Het druist in tegen de decentralisa
tiegedachte en bovendien wordt de
invloed van de provincie en de be
trokkenen in het betreffende gebied
zeer beperkt. De keuze tussen herin
richting 'en verkaveling kan pas wor
den gemaakt als de natuurwaarden
in het gebied zijn geïnventariseerd en
de knelpunten, die leiden tot landin
richting, zijn geanalyseerd. Aan het
oordeel van het Landbouwschap
kent het Landbouwschap op dit punt
veel waarde toe.
De grotere landelijke gebieden, die
volgens het schema heringericht zul
len worden, zijn nog slechts globaal
aangewezen. De verdere uitwerking
(begrenzing, beschrijving van aan
wezige waarden, opstelling van be
heers- en inrichtingsvisies) moet nog
gebeuren en behoort voor het groot
ste deel tot de taak van de provincie.
De uiteindelijke verantwoordelijk
heid voor de inrichtingsvorm hoort
daarom ook bij de provincie, aldus
het schap.
De keuze herinrichting of verkave
ling is voor de agrarische onderne
mers erg belangrijk in verband met
mogelijke onteigening. Op rijksnivo
nu besluiten tot herinrichting sluit de
mogelijkheid uit, dat de meest be
trokken eigenaren en gebruikers zich
door een stemming kunnen uitspre
ken over een projekt.
Dit zal, zo meent het Landbouw
schap, de akseptatie en de medewer
king van de meest betrokkenen bij de
procedures voor plannen en uitvoe
ring zeker niet ten goede komen.
59
"De land- en tuinbouw zal zich bezig moeten houden met de biotech
nologie, dit om een eenzijdigheid en een te grote afhankelijkheid te
voorkomen. De koöperatieve sektor zal zich in ieder geval samenwer
kend in eigen milieu maar ook met derden konkreet met deze nieuwe
materie bezig gaan houden. Ze lijkt namelijk mogelijkheden te geven
voor het eindprodukt van de boerderij, n.l. voor de zetmeel en de
eiwitten. Als het waar is dat de landbouw zich teveel op voedselpro-
duktie heeft gericht, dan liggen hier kansen om verder door te dringen
als leverancier naar de industrie van verfijnde en hooggekwalificeerde
grond en hulpstoffen of produkten".
Dit zei de algemeen-direkteur van Cebeco-Handelsraad, ir. J. Prins, 14
februari jl. op de algemene- vergadering van Cebeco-Zuidwest in Zie-
rikzee.
Kritiek had de heer Prins op de akti-
viteit van het Ministerie van Land
bouw op dit terrein. Hij noemde het
opmerkelijk dat de "eerste man" van
de biotechnologie in ons land, prof.
Schilperoort, niet uit Wageningen
maar uit Leiden komt. Voorts is het
opvallend, hoeveel stimulansen ko
men van het ministerie van ekono-
mische zaken. "Juist hier zou het
ministerie van landbouw het voor
touw moeten nemen. Veel Ameri
kaanse bedrijven hebben dat al in
handen. Juist deze Amerikaanse
aanpak leent er zich voor om door
het ministerie van landbouw te wor
den aangepakt om geld van derden
voor landbouwkundig onderzoek ter
beschikking te krijgen".
Buitenland...
Vleiende woorden waren er ook niet
voor de aanpak door het landbouw
onderzoek van de nieuwe mogelijk
heden, die de informatika en auto
matisering, bieden. "We kunnen ons
niet aan de indruk onttrekken dat het
landbouwonderzoek althans hierin
niet voorop loopt. Het is voor ons
vaak interessanter om bij de buiten
landse kollega's en bedrijven te gaan
kijken dan ons heil te zoeken bij één
der Wageningse instituten. Boven
dien komt datgene wat aan ontwik
kelingen in ons land tot nu toe toe
pasbaar blijkt, overwegend uit parti-
kulier initiatief'.
Volgens de heer Prins is het niet zo'n
bezwaar als verschillende onderne
mingen met onderscheiden kompu-
terprogramma's en -systemen komen
(te vergelijken met verschillende
merken aardappelrooiers of trek
kers) maar voorwaarde is wel dat ze
onderlinge uitwisselbaar en onder
ling toepasbaar zijn! Vanuit dat
oogpunt werkt ook Cebeco-Han
delsraad. In dit verband kondigde de
algemeen-direkteur aan, dat Cebeco
na het comzog programma voor de
zeugenhouderij, dit jaar komt met
een programma voor de rundvee-
houderij(Comru) en in de tweede
helft van dit jaar met een programma
voor de akkerbouw.
Voor de CSM was 1983/'84 een goed
jaar. In het op 30 september geëin
digde boekjaar steeg de netto winst
met ruim 21% tot 45,2 miljoen bij
een omzet van 1.084 miljoen. Eén
en ander blijkt uit het zojuist ver
schenen jaarverslag, waarin de direk-
tie ook gewag m£akt van enig opti
misme ten aanzien van de netto winst
die over het lopende boekjaar wordt
verwacht.
De Centrale Suiker Maatschappij
omvat de levensmiddelengroep en
het suikerbedrijf. Mede door de toe
treding van De Ruijter nam de omzet
van de levensmiddelengroep toe van
ƒ412 miljoen tot 505 miljoen.
De binnenlandse omzet van het sui
kerbedrijf gaf eveneens een stijging
te zien, maar de eksport-daalde als
gevolg van de kleine bietenoogst in
het verslagjaar. De totale omzet van
het suikerbedrijf liep terug van 679
tot 578 miljoen. Het resultaat van
deze sektor daalde daardoor enigs
zins.
In het suikerbedrijf bleef de produk
tie door ongunstige weersomstan
digheden achter bij het rekord van
1982/'83. De kleinere produktie had
een lagere eksport tot gevolg. Het
resultaat onderging een daling, die
ir. Prins.
relatief klein was, mede doordat een
hoeveelheid suiker uit het voorgaan
de boekjaar naar het verslagjaar
werd overgebracht en daardoor
tegen de betere gegarandeerde prijs
kon worden verkocht. Een kompen-
serende invloed op de winst van het
suikerbedrijf ging ook uit van de
winst van de minderheidsdeelne
ming in de Nederlandse Alkoholfa-
briek Nedalco, die aanzienlijk toe
nam.
In het lopende jaar zijn bietenoogst
en suikerproductie op een normaal
nivo teruggekeerd. De suikerpro-
duktie overtreft dit jaar het maksi-
mum kwotum met 30.000 ton. De
bietenverwerking had een vlot ver
loop.
De netto winst is in het verslagjaar
gestegen van 37.2 miljoen tot 45.2
miljoen, of wel van 14.16 tot
17.22 per aandeel van 10,- nomi
naal.
Hieruit wordt een dividend van
5,25 per aandeel voorgesteld, ter
wijl daarnaast tien procent in aan
delen ten laste van de agio-reserve of
de gewone reserve zal worden uitge
keerd. Deze nieuwe aandelen zullen
vanaf het boekjaar 1984/'85 in de
resultaten delen.
De CZAV heeft de afgelopen vijf jaar
"goed geboerd". De financiële mid
delen die bij de Coöperatieve Zeeuw
se Aan- en Verkoopvereniging in
Wemeldinge in gebouwen, terreinen,
machines en deelnemingen zijn vast
gelegd zijn nu vrijwel geheel afkom
stig uit het eigen vermogen van de
CZAV. De voorzitter van deze koö
peratieve aan- en verkoopvereniging,
de heer J.A. Nieuwenhuijse, deelde
dit onlangs mee op de algemene le
denvergadering van zijn vereniging.
Het leek de voorzitter, zo zei hij, zelfs
noodzakelijk zich te gaan bezinnen
op de besteding van de eksploitatie-
overschotten.
Hij noemde hiervoor vier keuzemo
gelijkheden: Scherpere prijzen voor
de aan te leveren produkten, terug
betaling aan de leden, bijschrijving
op een ledenrekening of besteding
aan nieuwe taken die voor de leden
van aanwijsbaar belang zijn. Wel zei
de voorzitter het belangrijk te vinden
dat er financiële ruimte blijft voor
een dynamisch zakelijk beleid.
Het ledenaantal groeit, nog steeds; in
totaal is 75% van de CZAV-omzet
afkomstig van leden.
De direkteur van de CZAV, de heer
S.C. Rijlaarsdam ging vervolgens in
op de financiële kant van de pro
duktie van graan en erwten. Een
verdere aanpassing van de graan
prijzen in de richting van de wereld
markt zoals door de EEG is voor
gesteld zal volgens hem nauwelijks
plaatsvinden, omdat deze zich al be
vindt op of dicht in de buurt van de
wereldmarktprijs. Hij ziet nog wel
perspektieven in de teelt van gerst en
erwten. De behoefte binnen de EEG
aan erwten ligt op 2 a 3 miljoen ton
per jaar terwijl de totale produktie
dit jaar wordt geschat op 1,5 miljoen
ton. Bovendien leveren erwten een
belangrijk hoger batig saldo op dan
tarwe en gerst.
Waar we het van hebben weet
ik niet, maar we hebben alle-
maal een trekje meegekregen
van "ik ben een beetje beter dan
jij". Dat "beter" betekent dan
ook vaak braver, vlugger, slim
mer, sneller, sterker of mooier.
We zijn allemaal geneigd de
ander een overtreffende trap na
te geven. Dat gaat vaak op
goedmoedige wijze, maar soms
wil men het wel eens bewijzen
en dan loopt het zaakje wel
eens uit de hand en vliegen de
kluiten in het rond. Gelukkig
heeft onze folklore daarin
voorzien. Folklore is zoiets als
herlevende goede trekken èn
schelmenstreken van onze
voorouders. Die zagen indertijd
de bui al hangen. Dat was toen
de porren en klappen van de
hooivorken en dorsvlegels wat
hard aankwamen. Om het na
geslacht voor verminking te
vrijwaren en toch een kans te
geven, hebben onze voorvade
ren volksfeesten en wedstrijden
uitgevonden. Nu kunnen we
heel wat frustraties kwijt zon
der in het gedrang of het ge
vang te geraken. De kop van
Jut verving het hoofd van de
boze buur, en met het ringrij-
den galoppeer je met een lans
op een ring af en niet op het
hart van je tegenstrever. Ieder
is wel ergens goed in, en ben je
niet de vlugste, dan maak je een
goede kans de langzaamste te
worden. De stoom is in alle ge
val van de ketel.
De tijden hebben zich echter
aangepast, en we mogen lezen
over geslaagde wedstrijden in
het t rak tor rijden. Het schijnt
dat je daar ook iets mee winnen
kan. De vlugste? De behendig
ste? Dat is mij een beetje duis
ter, maar ik ben geen traktor-
rijder. Pas nog hoorde ik een
bewonderende vader opsnijden
over zijn traktorbesturende
zoon: "Hij kan ermee lezen en
schrijven!" Nou, van dat lezen
geloof ik wel, maar schrijven??
Niet lang geleden reed ik er
gens naar toe en kwam achter
zo'n akkerbreed gevaarte te
recht. Dat was meer dan een
traktor. Er stak van alles uit en
ik moest gevaarlijk op de linker
weghelft gaan rijden om te zien
of ik er ooit langs kon. Ergens
links boven zat een agrarische
jongere in een soort seinders-
huisje met een zwaailicht naast
hem. Hij scheen de kolos aar
dig te beheren, want hij bleef op
de weg. Kom, dacht ik, laten we
geen risiko's nemen, ik ga wel
binnendoor. En ik sloeg het
nabije B-weggetje-binnendoor
in. En jawel, hoor, even later
zat ik daar bijna onbewegelijk
achter een echte traktorkam-
pioen: hij was bij het laatste
tournooi de langzaamste ge
worden!
POTTEKIJKER
4
Vrijdag 1 maart 1985