^lEUlv
CENTERUNER
A
kies vooreen
stralende toekomst
LELYi. INDUSTRIES NY
k
De rassenkeuze van enkele
vollegrondsgroentegewassen
Bestrijding verzilting krijgt in Zeeuwse
Waterkwaliteitsplan te weinig aandacht!
(vervolg)
unieke gedwongen dosering, waardoor een grotere
afgifte in kg/ha 2x dubbele overlap met een symmetrisch
strooibeeld, dat altijd middenachter de trekker ligt uniek
hydraulisch systeem van kantafstrooien variabele strooibreedte
van 6 tot 27 meter ideaal voor overbemesting waarbij de
sproeisporen tot 27 meter kunnen worden aangehouden.
II
V
7
7*
7*
j
i
a
f
g
"Het bestrijden van de verzilting krijgt in het door het
kollege van Gedeputeerde Staten van Zeeland uitge
brachte voorontwerp Waterkwaliteitsplan onvoldoende
aandacht".
Dit zegt de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap in
een reaktie op het onlangs uitgebrachte waterkwaliteits
plan voor de provincie Zeeland. De Raad is verder van
mening dat de benadering die het kollege kiest in dit plan
erg ambitieus is en te weinig oog heeft voor het haalbare
en het betaalbare.
3e Raad stemt in met een genuanceerde benadering van
de door het Rijk voorgeschreven basiskwaliteit van het
3ppervlaktewater. Immers, de totale waterhuishouding
in Zeeland wijkt op veel punten af (o.a. afwezigheid zoet
water) van die in andere provincies. De manier waarop
het provinciaal bestuur de zaak verder uitwerkt kan niet
de instemming van de Gewestelijke Raad krijgen. De
Raad is van mening dat de bestrijding van de verzilting
meer aandacht moet krijgen en betreurt een voorgeno
men beleidsombuiging bij het Kollege om het brakke
water te beschermen.
Water met een funktie voor landbouw moet voldoen aan
de eisen die daaraan door het Rijk zijn of worden gesteld.
De raad vindt het voorontwerp tweeslachtig: enerzijds
worden in de agrarische produktiegebieden de rijksnor
men losgelaten omdat ze moeilijk realiseerdbaar zijn
(afwezigheid van zoet water ter bestrijding verzilting)
terwijl anderzijds te hoge eisen worden nagestreefd van
uit het natuurbelang. Bovendien wordt ten onrechte
vooruit gelopen op een wet die nog bij de Tweede Kamer
in behandeling is. Aan de waterschappen dient volgens
de Gewestelijke Raad een grotere dan thans voorgestelde
rol te worden toebedeeld bij onderzoek naar de beheers-
mogelijkheden van de kwaliteit van het oppervlaktewa
ter. De Gewestelijke Raad dringt ten slotte aan op een
algehele herziening van het waterkwaliteitsplan.
Prei
Het areaal van prei in Nederland is
inmiddels bijna 2100 ha. Noord-
Brabant en Limburg zijn veruit de
belangrijkste teeltgebieden. Voor
Zeeland bestaat de indruk dat het
areaal dat bij de meitelling opgege
ven wordt kleiner is dan het werke
lijk geteeld areaal. Dit opgegeven
areaal is beperkt tot ca. 28 ha. De
teelt die in onze provincie plaats
vindt beperkt zich in hoofdzaak tot
de normale winterteelt (oogstperiode
januari en februari) en de late win
terteelt (oogstperiode eind maart en
mei).
Bij de rassenkeuze is de lengte van de
schacht erg belangrijk. In ons gebied
wordt vrijwel niets uitgeplant in
ponsgaten. De schachtlengte wil
daarom wel eens problemen geven
nl. te kort. Rassen met een wat lan
gere schacht hebben de voorkeur,
ook omdat minder vervuiling door
grond in de schacht optreedt. De ge
wasbescherming vraagt bij prei erg
veel aandacht.
WEVERSKADE 10 f POSTBUS 26-3155 2G MAASLAND-TEL. 01899-12644-TELEX 21017
Bloemkool
Bij bloemkool is in Zeeland de teelt
van winterbloemkool het belang
rijkste. In het vorige overzicht (1984)
werden deze rassen reeds aanbevo
len. Bij winterbloemkool is er de af
gelopen jaren geen rassenonderzoek
geweest. Naast de teelt in de winter
bloemkool komt ook de teelt van
zomerbloemkool voor. Dit is alleen
mogelijk op die plaatsen waar men
de beschikking heeft over voldoende
goed water voor beregening. In 1984
werd het onderzoek naar de rassen
voor de zomert eelt afgesloten.
De rassen Andes en Delira hebben
zeer goed in de zomerteelt voldaan.
Bij Delira kan bij bepaalde omstan
digheden valse meeldauw in de kool
optreden. Ballade, Celesta, Fortuna.
Revito en White Summer hebben
vrij goed voldaan in de zomerteelt.
Tot slot
In Zeeland vindt de sterkste uitbrei
ding in de vollegrondsgroenteteelt
plaats in witlof, spruiten en bloem
kool. Als basis voor dit artikel werd
gebruik gemaakt van gegevens uit de
rassenlijst van vollegrondsgroenten
1985.
J. Wals,
Tabel vu T. te Goes
C'erzicht van de raseigenschappen bij prei
voor de nornale winterteelt.
De rassen/selecties zijn alfabetisch gerangschikt.
Onderzoek 1983/84.
ras/selectie
ingezonden door
-X
a
X V
c
X
Blauwgroene Vinter
- Alaska
Royal Sluis
98
102
6
6>
6
6
- Alberta
Royal Sluis
96
95
7J
5
6
6
5
- Blizzard
Bejo
101
104
7i
6
6
6b
b
- Carina
Jjh-a
107
104
7b
5b
7
6b
b
- Castelstar
Enza
101
91
8
5J
6J
6J
5J
- Derrick
Bejo
100
116
7
6J
5J
5J
5
- Hiverbleu
Enza
96
94
8
5J
6
6
- Kajak
Rijk Zwaan
101
103
7
5J
5J
6
5 J
- Lutine
Jos Huizer
104
92
7J
5J
6 J
b'
6
- SG 447
Pannevis
89
91
8b
5>
8
6
5J
- Porino
Nunhem
106
113
6 J
5J
6J
5J
- Santina
Pannevis
105
101
5b
7
7
6
- Silva
Rijk Zwaan
99
96
7>
5>
b'
6 J
5J
1) Relatieve opbrengst: 100 - 364 kg/are. 2) Bladkleur: I zeer lichtgroen;
9 zeer donkergroen. 3) Knobbel: 1 - zeer veel knobbel; 9 geen knobbel.
4) Gevoeligheid voor geelstreepvirus: 1 - zeer gevoelig; 9 - zeer weinig ge
voelig. 5) Vatbaarheid voor bladvlekkenziektenI - eeer vatbaar; 9 zeer
weinig vatbaar. 6) Slijtage: I zeer veel slijtage; 9 - zeer weinig slij
tage. 7) Aanbevolen: - aanbevolen; - - niet aanbevolen.
Tabel VIII
Overzicht van de r;
De rassen/selectie:
Onderzoek 1983/84
ligenschappen bij prei voor de late winterteelt.
:ijn alfabetisch gerangschikt.
ras/selectie
ingezonden doot
jd
o -
o w
Blauwgroene Vinter
- Alaska
Royal Sluis
97
99
7 5
55
6 5
b 5
6
- Alberta
Royal Sluis
105
96
7
55
6
75
7
- Blizzard
Bejo
97
101
75
55
6
55
55
- Carina
Pannevis
100
106
75
55
7
7
6
- Castelstar
Enza
98
93
75
55
65
6
6
- Hiverbleu
Enza
99
96
8
55
75
65
6
- Kajak
Rijk Zwaan
97
103
7
6
55
65
55
- SG 447
Pannevis
87
95
8
5
8
6
55
-
- Porino
Nunhem
109
109
7
65
55
65
5
- Santina
Pannevis
97
100
7
55
7
65
65
-
- Silva
Rijk Zwaan
98
98
7
55
65
7
65
I) relatieve opbrengst: 100 - 455 kg/are. 2) Bladkleur: I - zeer lichtgroen;
9 zeer donkergroen. 3) Knobbel: I - zeer veel knobbel; 9 geen knobbel.
4) Gevoeligheid voor geelstreepvirus: I - zeer gevoelig; 9 - zeer weinig ge
voelig. 5) Vatbaarheid voor bladvlekkenziekten: t - zeer vatbaar; 9 - zeer
weinig vatbaar. 6) Slijtage: I - zeer veel slijtage; 9 - teer weinig slijtage.
7) Aanbevolen: - aanbevolen; - niet aanbevolen.
BIJ de rassenkeuze la de lengte van de schacht erg belangrijk. In ons gebied
wordt vrijwel niets uitgeplant ln ponsgaten. De achachtlengte wil daarom wel
eena problemen geven nlte kort. Rassen net een wat langere achacht
hebben de voorkeur, ook omdat minder vervulling door grond ln de schacht
optreedt. De gewasbescherming vraagt bij prei erg veel aandacht.
Tabel IX
OwarrlHM wam «en •■nul rwwtpemwrhiitpeu wam bloemkool voor de lomerteetl
De ratsen «ja naar alhememib vnreghgHI gwungacthRn
ras
Ingezonden
door
i!
C
if
i
C
1
r
1
J*
1
e-
I
C
I
Celesta
Rijk Zwaan
99
16
6
6-
6
7
7
RS 1848
Royal Sluli
99
13
7
6»
6
6
7
7
Eacorva
Rijk Zwaan
100
14
3»
7
5'
6
6'
6'
Andes
Royal Stuls
104
17
8*
7
6
7
7
7
Fotlona
Rijk Zwaan
104
14
6
6*
6
7
7
7
While Summer
Pannevis
104
16
7»
6
5'
6'
6
6'
Delira
Rijk Zwaan
105
13
V
7
6*
6'
7
7
Ballade
Nkkerson-Zwaan
109
18
V
6
3'
6
7
7
Revito
Enza
113
14
6
6'
7
6"
6
6
Aantal groeidagen: aantal dagen lusten taaldatum en 50* oogsldalura. Lengte oogstperiode: aantal
oogstdagen behoudens eerste en laatste 5* van de planten. 1 Kwal. I: I - zeer laag percentage; 9 -
zeer hoog percentage.') Hoeveelheid blad: I - teer weinig Mad; 9 zeer veel Mad.Zelfdekbaarheld:
I - niet zdfdekkend; 9 - geheel zelfdekkend. Diepte kool: I - zeer plat; 9 - zeer diep. -) Vastheid
kool: I - teer los; 9 - zeer vaat. Bonkigheid kool: I - zeer fijne, gladde kool; 9 - zeer grove, bonki
ge kool. Aanbeveling; - aan te bevelen; - - Met aan te bevelen.
16
Vrijdag 1 maart 1985