N.T.S. enquête: Weinig enthousiasme over kluitplanten De Dahlia variabilis Witlofkommissie N.T.S. de nar kas weekstaat energieverbruik Dahlia voor zaadteelt Algemeen gedeelte Ln het najaar van 1984 is er door de N.T.S. een enquête-formulier opgesteld om na te gaan hoe de vollegrondsgroenteteler hun ervaringen waren met kluitplanten. De meeste ervaringen zijn opgedaan met koolplanten (spruiten, sluitkool en rode kool). Verder heeft men wat geprobeerd met prei en sporadisch met sla en ijsbergsla. Vrij veel ervaring is opgedaan met speedies en speedlings, maar ook met va rianten van de regionale plantenkwekers. Er zitten grote verschillen in de sa menstelling van het leidingwater. Dit kwam tijdens de onlangs gehouden bijeenkomst van de Witlofkommis sie NTS naar voren toen de water monsters van 10 verschillende drinkwaterbedrijven werden verge leken. Vooral wisselde de EC sterk, namelijk in het gunstigste geval van 0,2 tot zelfs 0,85. Verder grote ver schillen in belangrijke zaken zoals het chloorgehalte, de hardheid van het water, het percentage zuurstof en het nitraatgehalte. De Witlofkom missie heeft aan deskundigen ge vraagd om na te gaan wat het meest ideale leidingwater is voor de trek van witlof op water en wat gedaan moet worden om als men dit water niet heeft er toe te komen. Wortelteelt Wat moet er veranderen om aan meer opzetbare wortels per ha te ko- Vrijdag 1 maart 1985 men? Volgens de kommissie zijn met betrekking tot dit punt belangrijke aspekten: het goed en tijdig klaar maken van het land en eventueel ruggen, een goede temperatuur tij dens de kieming, een goede samen werking met de loonwerker, een juiste hoeveelheid zaad, goed zaad en nog een groot aantal andere as- pekten. De moeilijkheid bij dit alles is dat we met zijn allen nog lang niet weten waar de optimale voorwaar den liggen. Een viertal loonwerkers, dat zich onder andere bezighoudt met het zaaien en oogsten van witlofwortels, was uitgenodigd om met de kom missie van gedachten te wisselen over de witlofwórtelteelt. Naar voren kwam dat een goede samenwerking tussen de witloftrekker, de witlof- wortelteler en zijn loonwerker erg belangrijk is. Verder kwam naar vo ren dat een betere opkomst wordt bereikt bij de vlakveldsteelt ten op zichte van de ruggenteelt. Deze laat ste heeft echter weer tot voordeel dat het rooien makkelijker gaat en dat de wortels afkomstig van ruggen voor de witloftrekker veelal beter zijn, zo is de mening van de kommissie. Goede ervaringen heeft men met gecoat zaad, wat een gelijkere stand en betere opkomst gaf. Het allerbe langrijkste bij de witlofwórtelteelt is echter nog steeds de grondsoort. De Witlofkommissie heeft het voor nemen om de komende tijd veel aan dacht te besteden om te komen tot meer opzetbare wortels. Veel aan dacht hierbij zal ook krijgen het ver schil tussen het aantal witlofwortels net voor het rooien en het aantal op zetbare wortels. In het gunstigste ge val zit hier 25% verschil tussen. De kommissie wil uitvoerig nagaan hoe dit verschil ontstaat. Over het algemeen was men niet echt tevreden over de door de planten- kweker geleverde kluiplanten. Kromme poten, te droog en te jong en weelderig werden veel genoemd. Het liefst heeft men een goed afge harde kluitplant met een stevige wortelpruik. Tevens moet het mate riaal gezond, stevig en uniform zijn. Verder heeft men het liefst een iets droge kluit. Het planten van kluitplanten gaf niet echt veel problemen maar ging niet snel. Uitgezien wordt dan ook naar een niet te dure, handzame en goed bruikbare plantmachine voor kluit planten. In enkele gevallen had men wat pro blemen bij de onkruidbestrijding als deze mechanisch werd uitgevoerd (schoffelen). Vooral als de planten nog niet echt aangeslagen waren, werden er met schoffelen weieens planten losgereden. Weinig verschil zag men meestal in de kwaliteit bij het geoogste produkt van kluitplan ten ten opzichte van losse planten. Wel waren er duidelijk produktie- verschillen, veelal in het nadeel van de kluitplanten. Vooral bij prei was de produktie bij kluitplanten aan zienlijk lager. Dezelfde ervaring had Glastuinbouwverzekerden ontvangen Betonrotbrochure Door de Tuinbouwvoorlichtings- dienst en Hagelunie. is aan alle glas tuinders die bij HAGELUNIE ver zekerd zijn, de brochure "Betonrot: aantasting van prefab kasfunde- ringspalen toegezonden. Deze bro chure geeft een overzicht van de '.hans bekende reparatie- en vervan gingsmogelijkheden van kasfunde- ringspalen die door betonrot zijn aangetast. De Tuinbouwvoorlichtingsdienst le verde de informatie, terwijl HA GELUNIE de bundeling en ver spreiding ervan voor haar rekening heeft genomen. Voor eksemplaren en informatie: tel. 070-514421. men met sla en ijsbergsla. Bij kool waren de ervaringen wisselend, maar zeker niet echt gunstig voor kluit planten. Gezien bovengenoemde ervaringen hebben vrijwel de meeste prei- en slatelers besloten te stoppen met kluitplanten en weer op de oude wijze te werk te gaan dus losse plan ten of perspotplanten. Een groot aantal kooltelers wil ook dit jaar proefsgewijs doorgaan met kluit planten. Dit zijn vooral sluitkool- en spruitkooltelers; De meeste bloem kooltelers stoppen met het zelf ek- sperimenteren van kluitplanten en kiezen voor trap- of perspotplanten. Uit de enquête komt nog naar voren dat het een goede zaak zal zijn als er voldoende onderzoek plaatsvindt om na te gaan wat de voordelen van kluitplanten zijn en hoe men het hoogste rendement bij kluitplanten kan bereiken. De N.T.S. zal bij on derzoek aandringen op bovenge noemd verzoek. Verder zal de N.T.S. met de Nederlandse Vereniging van Plantenkwekers de uitslag van de enquête over kluitplanten bespre ken. De problemen en wensen van de vollegrondsgroenteteler met be trekking tot kluitplanten zullen dan naar voren worden gebrapht. Weer grote export van het ZHR in het vooruitzicht Ondanks de toch redelijk grote EGt appeloogst '84, zijn de Zuidelijk- Halfrond-landen optimistisch over de te exporteren hoeveelheden ap pelen dit jaar. De totale export naar de EG zal naar verwachting een om vang krijgen van 390 min kg, meer dan in de drie voorgaande jaren en 5% meer dan in 1984. Alleen de ex port van Zuid-Afrika - met een aan deel van 37% de grootste exporteur op de EG - zal zoals het er nu naar uitziet 6% kleiner worden. Nieuw- Zeeland verwacht evenveel te kun nen exporteren als het grote kwan tum van vorig jaar, terwijl Chili, Ar gentinië en Australië hun leveranties aan de EG dit jaar flink denken te kunnen uitbreiden. Herkomst Reeds in de 15e eeuw beschreef en illustreerde de spaanse onder zoeker Hernandez de Dahlia (toen nog onder een andere naam) tijdens een expeditie naar Mexico. Reeds in die tijd kendè men al enkele- en dubbelbloemi- gen benevens een grote variatie in kleur. Op het eind van de 17de eeuw werd de plant (die tot de familie der compositen behoort) voor het eerst in Spanje ingevoerd voor uitzaai in de koninklijke tuinen te Madrid. Bij deze gelegenheid kreeg de plant de naam Dahlia. Dit ter ere van de zweed A. Dahl, die in die periode een artikel had gepubliceerd ter nagedachtenis van zijn vroegere leermeester Linnaeus. Introduktie Pas in 't begin van de 19de eeuw werd de Dahlia in Engeland geïntroduceerd, waar hij door de vele enthousiaste tuinliefhebbers gretig werd geaccepteerd. Van hieruit begon de Dahlia zijn triomftocht door Europa. Intus sen is de plant zo algemeen ge worden dat er maar weinig tuinliefhebbers zullen worden gevonden, die deze plant niet in de een of andere vorm in hun tuinen hebben staan. Soortnaam Door kruising en selektie van de Mexico en overig Centraal Ame rika voorkomende soorten, ont stonden een aantal nieuwe kul- tuurvormen. De verschillen in vorm en kleur waren toen al groot, dat men er de soortnaam variabilis aan gaf. Zo ontstond de volledige naam (geslacht- en soortnaam) en zou de plant der halve voor altijd Dahlia variabilis heten. Voor kuituurvariëteiten die later door hybridisatie zijn ontstaan schrijven we Dahlia va- riabilis-hybriden. Toepassing Enkele bekende bloemvormen zijn: Grootbloemige-, Cactus-, Mignon-, Pompondahlia etc. etc. Dat de veelheid aan soorten en rassen in zuiverheid gemakkelijk te handhaven zijn is te danken, aan het feit, dat ze op ongeslach telijke wijze (door middel van stek en knollen) vermeerderd kunnen worden. Ze worden toe gepast voor tuin- en perkbeplan- ting en voor de teelt van snij bloemen. Er zijn in vele landen Dahliave renigingen opgericht. Zo ook in ons land nl. de Nederlandse Dahliavereniging. Deze hebben een belangrijk aandeel in het klassificeren van de duizenden kultivars die in de loop der jaren zijn ontstaan. Zaaidahlia Naast de vegetatieve manier van vermeerderen zoals voornoemd, kan dit ook door middel van zaad. Bij vermeerdering door zaad krijgt men niet de zelfde kultivars terug, integendeel, er ontstaat hierbij een mengsel van velerlei kleur en vorm. D.K. Koppenhol naar de andere te zien vliegen. Toch zeker voor de zaad teler want elke duik in een bloempje is weer een zaadje, denkt hij. Het zijn vooral de langtongigen, zoals bijen, hommels en vlinders, die bij het overbrengen van het stuif meel een belangrijke rol spelen. Een veld met bloeiende Dahlia's Kruisbevruchting De veelheid aan kleuren bene vens de grote variabiliteit binnen een zelfde perceel doet reeds ver- moéden, dat de Dahlia.een over wegend kruisbevruchtend gewas is. Als composiet bestaat de "bloem" uit een groot aantal lintbloempjes. Als de stenpel van een lintbloempje ontvankelijk is voor stuifmeel, is het eigen stuif meel reeds verdwenen, Voor be vruchting is het bloempje derhal ve -afhankelijk van stuifmeel van een andere bloem. Komt dit stuifneel van een bloem van een andere plant, dan spreken we van kruisbevruchting. Komt het stuifmeel echter van een lint bloempje van de zelfde "bloem", dan vindt er zelfbevruchting plaats. Naast kruisbevruchting is zelfbe vruchting niet uitgesloten. Aangetrokken door de mooie vaak felle kleuren komen de in- sekten er in grote menigte op af. Het is een feestelijk gezicht om ze in zo'n grote getale zoenend en fladderend van de ene bloem Perkplant Voor perkbeplanting gaat men bij zaaidahlia vrijwel altijd uit van laagblijvende selektie's. Bij grotere oppervlakten zoals dit vooral in de standsplantsoenen en parken plaats vindt, geven zaaidahlia's een zeer kleurrijk ef- fekt. Bovendien hebben ze het voordeel van een lange bloeitijd. Bij het uitblijven van nachtvorst kan dit tot in november zijn. Door het regelmatig uitbreken van de uitgebloeide bloemen be vordert men de bloeiduur en de bloeirijkdom. Planten Voor dit doel zaait men vanaf begin maart onder glas Voor een goede opkomst en weggroei is een temperatuur van minimaal 20 graden C vereist. Er kan rechtstreeks worden ver- speend in plasticpot of perspot. Na afharding kan tweede helft mei buiten worden uitgeplant. D.L. Koppenhol Zaadteeltstudieklub "Eiland Tholen". Onder het motto dat energiebesparing beter energiebenutting genoemd kan worden, wordt in energiezuinige kassen of bij energiezuinige verwarmings systemen veel meer dan voorheen op een gezond en aktief gewas gewerkt. Dat lukt de ene keer beter dan de andere keer en is vooral 's winters niet eenvou dig. Nu, met een redelijk strenge winter achter de rug, met sneeuw en wat al niet, laten de produkties in de verschillende kastypen zien dat een dergelijke werkwijze tot resultaat leidt. Nog steeds is de acrylplaten het produktiefst en ziet de steenwolteelt er in alle kassen er hoopvol uit. Of dit nu ook een beter rendement oplevert is daarmèe niet onmiddellijk gezegd, dat moet in een kosten en baten analyse uitgerekend worden en zover zijn we nog niet. De weekproduktie was 4,6 bloemen per m2. De LW kas heeft zijn achterstand nagenoeg ingehaald èn de grondafdeling van de standaardkas zakt nu iets terug, een beeld dat we bij de tomaten ook zagen dus dat moet wel met de grond te maken hebben daar. De stooktemperatuur is 18 gr.C. op de dag en 14,5 gr.C. 's nachts. Sinds 1 januari draait de grondverwarming in de enkel glazen kassen, niet in de SDP kas. De rest is ongewijzigd. Hel energieverbruik bedroeg deze week 14339 m3 gas bij een bedrijfsomvang van 10.000 m2. Hel gasverbruik is als volgt Ie verdelen: GRONDTEELT STEENWOLTEELT SDP LW-kas* Kontrole SDP LW-kas* Kontrole Week no. 8 d.d. 15/2-22/2 acrylpl. LW. Aanvul. m.scherm acrylpl. LW. Aanvul. m.scherm verbruik in m3 deze week 119 93 60 147 120 94 63 147 energieverbruik in m3/100 m2 vanaf 1-8-1984 1613 1476 884 2245 1619 1498 893 2321 oogst in stuks per m2 72,2 o068,4 66,6 75,1 69.1 71.4 De buitenomstandigheden waren deze week: - gemiddelde buitentemperatuur - gemiddelde windsnelheid LW laagwaardige warmte, 55 gr.C. (primair) Aanvul. Aanvullende warmte, maximum 100 gr.C. (sekundair). - 2.5 gr.C. DENAR-KAS B.V. 2,1 m/sek. L. Koop 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 15