"Klok niet terugzetten voor-Bintje-alternatieven" Gladiolenteelt in de akkerbouw (I) Uienpetten, de grote rage G. Lodewijk op voorlichtingsmiddag aardappelteelt: Ondanks slechte weer rekordoogst konsumptie-aardappelen Hoge grondprijzen bedreigen ontwikkeling van de bloembollensektor Emmeioord. 'Het is gewenst elke mogelijke besparing van kosten te realiseren, onder meer door het aantal voor Bintje in de plaats tredende AM-resistente rassen te beperken tot maximaal twee of drie". De heer G. Lodewijk, voorzitter van "de Ver-eeniging ter behartiging van den Nederlandschen Aardappel handel", zoals de naam nog steeds officieel luidt, besefte dat hij er niet aan ontkwam om alternatieven aan te drage. Alternatieven voor 90 procent van het Nederlandse areaal aardappelen, de Bintje. Op de vorige week vrijdag gehouden voorlichtingsmiddag over aardap pelteelt te Emmeioord liet hij blijken dat de medaille twee kanten heeft, waarbij het uniforme en overal te plaatsen produkt zoals dat nog steeds door Bintje wordt vertegenwoordigd zijn charmes heeft voor de handel en de verwerkende industrie. Lodewijk: "We telen hier in Neder land een hoge opbrengst per hectare en bewaren ze tot eind juli. Met nog geen ander ras is dat gelukt. We zijn, dacht ik, niet in slaap gesust, noch hebben we ons onvoldoende inno verend bezig gehouden met de aard appelteelt. Het gehele bedrijfsleven is meer dan wakker geweest door iedere kans die zich voor deed aan te grijpen. Dat heeft ons de mogelijk heid gegeven die grote hoeveelheden af te zetten tegen relatief lagere kos ten. Juist onze hele kennis is aange wend om Bintje ieder jaar verder te brengen dan het voorgaande jaar en dat is van jaar tot jaar gelukt". Toch gaf de voorzitter hiermee aan (onbe doeld?) waardoor er mogelijk knel punten kunnen ontstaan: de ekono- mische noodzaak om alternatieven te zoeken is (nog) niet aanwezig, terwijl het teelttechnisch al wel eens zo zou kunnen zijn dat het maar beter is als dat wel zou gebeuren. In het kader van deze ontwikkeling pleitte Lodewijk evenwel voor het wetenschappelijk onderzoek naar mogelijkheden voor een A.M.-resis tente Bintje. Dit zou, zo was zijn mening, gestalte moeten krijgen door het starten van een Bintje-resisten- tieprojekt op basis van genetische manipulatie. Lodewijk: "Genetische manipulatie zou een heleboel problemen voorko men als we dat zouden kunnen be reiken. En problemen die daarbij kunnen ontstaan met de octrooiwet of zaaizaad- en plantgoedwet moe ten gezamenlijk op te lossen zijn. Een prettige bijkomstigheid in deze si tuatie is dat fondsen uit poot- en konsumptie-aardappelkringen reeds ter beschikking staan om het D.N.A. onderzoek, zoals het genetisch ma nipuleren ook wel wordt genoemd, zo te stimuleren, dat de resultaten zo snel mogelijk en zo eenvoudig mo gelijk aan het bedrijfsleven ter be schikking worden gesteld. Om te voorkomen dat bij aanwen ding van eventuele nieuwe rassen het afzetapparaat de klok jaren terug zou moeten draaien was de heer Lo dewijk van mening dat voorkomen moet worden dat er weer met een heel scala van rassen gewerkt zou gaan worden. Als voorbeeld noemde hij Duitsland en Engeland waar ver schillende rassen met niet-gelijke ei genschappen voor diverse bestem mingen worden geteeld. De terug gang in areaal en afzet in die landen wordt daaraan geweten aldus Lode- wijk. Optimisme Optimistisch toonde de spreker zich over het knelpunt wat te doen als zich inderdaad een vervanger van Bintje aandient. De vraag of dat nieuwe ras in voldoende mate be schikbaar zal zijn voor de konsump- tieteler of dat men afhankelijk zal zijn van de eigenaar c.q. vertegen woordiger wordt dan nl. van belang: "Als een nieuw ras algemeen gewild wordt, en waren we vast al maar zo ver, dan zal de eigenaar van dat ras wel zulke maatregelen nemen dat hij het hoogste rendement heeft en dat zal ongetwijfeld een algemene verbreding zijn. Wellicht dat dat gemakkelijker te bereiken is als overwogen wordt een bedrag per hectare konsumptie-aardappelen aan de kweker te betalen. G. Lodewijk In ieder geval moeten wij als aardap pelbedrijfsleven zelf onze problemen te lijf gaan zonder dat we voor de bedrijven steun vragen, zo besloot Lodewijk. Hij toonde zich een over tuigd voorstander van de mening dat met gebruikmaking van alle inventi viteit die er in het aardappelbedrijfs leven zit, er het snelste resultaten komen. "Natuurlijk zal dat pijn doen, mis schien wel meer dan we zouden wen sen, maar dat werkt beter dan steun, die echte vernieuwing altijd tegen houdt. Aardappelteelt en -afzet is ekonomisch buiten overheidsbemoei enis gebleven, laat dat altijd zo blij ven. Dat heeft deze bedrijfstak levend gehouden". Gerrit J. Schroten. Het NIVAA bestelde onlangs voor de uienreklame-akties in het buitenland een aantal uiencaps. Men verwacht dat dit soort caps dè grote rage gaat worden. Al snel adviseerde de SNUiF dat er wel licht ook in .Nederland belang stelling voor deze caps zou bes taan. Zo gezegd, zo gedaan. Er werd door SNUiF en NIVAA een aan tal caps ekstra besteld. En nu is er ook een beperkt aantal in Neder land te verkrijgen. Daar de beide stichtingen alleen maar uit de kosten willen komen, worden de caps tegen kostprijs aangeboden: ƒ7,- inkl. verzendkosten en btw (afgehaalde caps 5,-). Waar bestellen De caps zijn zowel bij de SNUiF als bij het NIVAA te bestellen. Door overmaking van het bedrag op één van de twee gironummers wordt de pet automatisch naar de betaler verstuurd. - SNUiF (Stichting Nederlandse Uien Federatie), giro 26233, t.n.v. SNUiF, Middelharnis - NIVAA (Nederlands Instituut voor Afzetbevordering van Ak- kerbouwprodukten), giro 553457 t.n.v. NIVAA, Den Haag. schillende "Schaps-genoten" opti male oplossingen te vinden. A. Vermeer Met de invoer van het onkruid knolcyperus is de gladiolensector in de problemen geraakt. En aangezien de gladiolenteelt in hoofdzaak plaatsvindt op gehuurd land bij akkerbouwers is ook de gehele akker bouwsector ten nauwste bij het probleem betrokken. Slechts een drachtige, nauwe samenwerking, kan oplossingen bieden om gladiolen teelt in de benen te houden en de akkerbouwer voor verdere versprei ding van het onkruid te behoeden en mogelijk te verlossen, weer vrij te maken. Gladiolen - opbouw Van belang is het om te weten hoe de opbouw van de gladiolenteelt is. Populair gezegd onderscheidt men 3 categoriëen te weten: kralen pitten bollen De kralen zijn hele kleine knolletjes die het uitgangsmateriaal vormen van de gehele teelt. Men zou het "basis-pootgoed" kunnen noemen, dat aan hoge eisen moet voldoen. Vrij van ziekten, vrij van "ongerech tigheden". Men werkt niet met vier- kantsmaten zoals bij pootaardappe- len maar men werkt met "omtreks- maten". Zo worden bij de kralenteelt knollejtes gebruikt in de maten van 1,5-3 dat wil zeggen knolletjes met een omtrek van 1,5-3 cm. Deze knolletjes worden gezaaid en de oogst hieruit bestaat weer uit een hoeveelheid kleine knolletjes, maar ook een hoeveelheid grotere, zelfs tot boven 4 cm. De kleinsten, tot 3 cm., worden weer opnieuw gebruikt voor de volgende oogst als uitgangsmateriaal en de grotere, de zgn. pitten worden ge bruikt als uitgangsmateriaal voor- de bollen, voor de zgn. leverbare bollen aan de consument, aan gebruikers in maar vooral buiten ons land. Net als in de pootgoed teelt wordt gewerkt met diverse soorten, rassen; men noemt dat "cultivators". Een om met aktuele gladiolen bollen op de inter nationale markt te komen worden regelmatig nieuwe cultivators gek weekt, maar ook geïmporteerd, on der andere uit Amerika. Knolcyperus De knolcyperus is ook een klein knolletje dat hooguit een omtrek be reikt van 3 cm., in sommige gevallen iets groter, maar nooit meer dan 4 cm. En zo is het gebeurd, dat met de im port van cultivars uit Amerika, met de invoer van kralen, van het uit gangsmateriaal, knolletjes van het lastige, gevaarlijkse, snelwoeke- rende onkruid, knolcyperus zijn meegekomen naar Nederland. Men zou kunnen zeggen: is er dan De Nederlandse boeren hebben vo rig jaar ondanks het slechte najaars weer een rekordoogst konsump- tieaardappelen gehaald, namelijk 4,3 miljoen ton, dat is ongeveer 200.000 ton meer dan het vorige rekordjaar, 1982. Vorig jaar werd er op 102.000 hektare konsumptieaardappelen ge teeld, in '82 op duizend hektare minder, zodat er ook per hektare sprake is van een gemiddeld hogere opbrengst. Dit heeft het Nederlands Voorlichtingsinstituut voor Aardap pelen (NIVAA) vrijdag meegedeeld. Volgens het NIVAA is de jarenlange daling van de aardappelkonsumptie in ons land de laatste jaren tot staan gekomen. In 1980 bedroeg de kon- sumptie gemiddeld 83 kilogram per hoofd van de bevolking. Aan het be- 8 gin van deze eeuw was dat nog 130 kilogram. Het Instituut schrijft de daling toe aan de toegenomen wel vaart en een lagere behoefte aan ar- beidskaloriën. De laatste jaren is er volgens het NIVAA een groeiende waardering voor de aardappel. Als "gezonde voedingsbron" Aardap pelen bevatten een hoog gehalte vi tamine C en aanzienlijke hoeveelhe den mineralen en vitamines A, B1 en B2. Ten onrechte denkt ongeveer de helft van de bevolking nog dat aard appels dikmakers zijn, aldus het NI VAA, dat er op wijst dat aardappels geen vet bevatten. Uit recent onder zoek is, aldus het voorlichtingsinsti tuut, gebleken dat de kosten van aardappelen 0,3 procent uitmaken van het totale dagelijkse konsump- tiebudget. Vrijdag 22 februari 1985 word het percel afgekeurd en de oogst vernietigd. Door diverse kra- lentelers zijn al grote stroppen geïn casseerd. Er is een grote mate van bereidheid om te zorgen dat de gla diolen-kralen "cyperus-vrij" naar het huurland van de akker-bouwer gaan. Maar het is bijzonder moeilijk om het allerlaatste knolletje van de knolcyperus de kralen te krijgen. Maar het allerlaatste knolletje voor de gladiolenteler is wel het eerste voor de akkerbouwer. En daar ligt het probleem levensgroot op tafel. Afdoende zou zijn om in één klap alle gladiolen knolletjes en kralen en pitten beneden 4 cm. uit de markt te nemen. Maar dat betekent een streep door alle kralen, een streep door praktisch alle uitgangsmateriaal, een streep door het basispootgoed. Tenslotte De bruto-produktiewaar de van een ha kralen ligt al gauw op 40.000,— per ha. in sommige ge vallen zelfs aanzienlijk hoger! De totale export-waarde van gladiolen ligt in de buurt van de 100,miljoen. Binnen het Landbouwschap wordt naarstig gezocht om voor de ver- De hoge grondprijzen bedreigen de ontwikkeling van de bloembollen sektor. De mogelijkheden voor schaalvergroting zijn vooral beperkt voor de bedrijven in de oude teelt- gebieden in het westen van het land. Ir. P.J. Lardinois, voorzitter van de hoofddirektie van Rabobank Ne derland, heeft dit vrijdag 15 februari gezegd in Bovenkarspel, waar hij de 52ste Westfriese flora opende. Het aantal bedrijven in deze sektor is de laatste vijftien jaar ruim gehalveerd tot 4.000. Het met bloembollen ge teelde areaal is in de zelfde periode gestegen van 12.000 hektare tot 14.500. De gemiddelde grootte per bedrijf ging van 1,4 hektare naar 3,5 hektare. Lardinois noemde het jam mer dat veel bedrijven nu in hun uitbreidingsmogelijkheden worden beperkt. Gevreesd moet worden, al dus Lardinois, dat het beschikbare areaal hoogwaardige bloembollen- grond nog verder zal afnemen. Levensgroot probleem De keuringen op de kralenteelt zijn streng. Als iets wordt gevonden, dan geen importinspectie van de Plan- tenziektenkundige Dienst. Jawel! Maar de ellende is dat de knolletjes van de knolcyperus niet te onder scheiden zijn van de gladiolen kra len. Ook de plantjes op het veld zijn met name bij de kralen teelt nauwe lijks te onderscheidenl. Men moet er als het ware op de knieën door en dan nog., is het uitermate moeilijk.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 8