Met opwarmen van aardappelen
kan blauw worden voorkomen
Pootgoed naar
Griekenland
Een belangrijke maatregel om de
blauwgevoeligheid van aardappe
len te beperken, is het opwarmen
voor ze worden gesorteerd of af
geleverd. Matig blauwgevoelige
partijen kunnen tot 15 gr.C. doch
voor sterk blauwgevoelige aard
appelen is opwarmen tot 18 a 20
gr.C. aan te bevelen. Dit geldt ze
ker dit seizoen.
De lucht mag echter nooit warmer
zijn dan 22 gr.C. Het is verstandig
om voor het opwarmen van aard
appelen minstens 3 dagen de tijd
te nemen.
Het proces bij de opwarming van los-
gestorte aardappelen
Bij het opwarmen van aardappelen
wordt gebruik gemaakt van warme
lucht die met behulp van het venti
latiesysteem door het gestorte pro-
dukt wordt geblazen. De aardappe
len die het eerst in kontakt komen
met de warme lucht (de onderste la
gen) worden eerst opgewarmd. Door
de warmte-afgifte aan deze aardap
pelen wordt de lucht afgekoeld en
komt met een lagere temperatuur in
de daaropvolgende laag. Na het pas
seren van een bepaalde laag aardap
pelen wordt de lucht afgekoeld tot de
oorspronkelijke temperatuur van de
aardappelen en hogerop vindt voor
lopig geen opwarming meer plaats.
Er ontstaat dus een opwarmingszone
bij de luchttoevoer in de partij (on
derin) en verderop blijft de tempe
ratuur van aardappelen voorlopig
onveranderd. Langzamerhand ver
plaatst de opwarmingszone zich in
de richting van de luchtstroom (om
hoog). Het duurt dus een hele tijd
voor de temperatuur boven in de
partij begint te veranderen. Op dat
moment zijn öe aardappelen onderin
tot een bepaalde hoogte reeds op de
temperatuur van de warme lucht ge
komen. Hoe hoger de storthoogte is
hoe langer het duurt voor de boven
ste laag aardappelen is opgewarmd!
Uitgaande van een ventilatiekapaci-
teit van 100 m3 lucht/uur per m3
aardappelen is bij een oorspronke
lijke aardappeltemperatuur van 5
gr.C. en een konstante luchttempe
ratuur van 20 gr.C. het volgende
temperatuurverloop in de partij te
verwachten:
uur (exklusief 10% warmteverliezen
door lekkages).
De kapaciteit van de meeste oliege-
stookte luchtverhitters is niet regel
baar en het verdient aanbeveling om
de maximum kapaciteit van de ver
hitter af te stemmen op de ventila-
torkapaciteit.
Hiervoor geldt als norm: maximale
kapaciteit verhitter (kcal/uur) 2,5
x kapaciteit ventilator (m3/uur) of
max. kapaciteit verhitter (kJ/uur)
10 x kapaciteit ventilator (m3/uur).
Voor 300 ton aardappelen is een
ventilatorkapaciteit nodig van 46.000
m3 lucht per uur. De kapaciteit van
de verhitter mag dan max. 2.5 x
46.000 115.000 kcal per uur zijn.
Aantal verhitters
Een verhitter met een te grote kapa
citeit zal (mits thermostatisch gere
geld) vrij snel worden uitgeschakeld.
In de praktijk is gebleken dat 2 ver
hitters van bijvoorbeeld elk 40.000
kcal dan praktischer zijn dan één
verhitter van 80.000 kcal. Wanneer
de temperatuur maar met 4 a 5 gr.C.
wordt verhoogd geeft dit de volgende
voordelen t.o.v. een temperatuur-
verhoging van 10 gr.C.:
Kans op te hoge inblaastempera-
turen is vrijwel uitgesloten.
De vorming van kondens is ge
ringer.
Wanneer de aardappelen wat
langzamer worden opgewarmd
heeft dit een positieve invloed om
"blauw" nog verder te beperken.
Voorbeeld:
Aanwezige verhitter 80.000 kcal per
uur.
Opwarmen 200 ton aardappelenVan
6-18 gr.C.
Kapaciteit ventilator 30.000 m3
lucht.
aOpwarming 80.000 kcal 30.000
m3 x 0,3 SW 9 gr.C.
Wanneer de verhitter bij 21 gr.C.
afslaat, zijn de bovenste aardap
pelen nog maar 21 - 9 12 gr.C.
Na intern ventileren wordt dit
gemiddeld 16lA gr.C., terwijl de
bedoeling 18 gr.C. is.
b. Tijdsduur 200 ton x 860 kcal x 12
gr.C. 80.000
kcal 20.640.000 80.000
25 5 intern 30 uren
opwarmtijd
temperatuur in gr.C. op een laaghoogte
vanaf de bodem van:
0,25 m
1 m
2 m
3 m
3,50 m
4
18,1
8,8
8,0
5,0
5,0
12
19,9
18,7
12,8
7,6
6,8
16
20,0
19,6
17,5
11,8
9,4
20
20,0
20,0
18,7
16,1
13,6
24
20,0
20,0
19,4
17,8
16,7
28
20,0
20,0
20,0
19,7
19,1
Hieruit blijkt dat de temperatuur van
de aardappelen op een hoogte van
3,5 meter pas na ca. 10 uur opwar
men begint te veranderen. In theorie
duurt het ruim 30 uur voordat
bovenin de aardappelen op 20 gr.C.
zijn gekomen. In de praktijk zal het
opwarmen meer tijd vragen omdat
door de wanden, vloeren en lucht-
lekken immers veel warmte verloren
gaat.
De goedkoopste en eenvoudigste
methode is om van warmere buiten
lucht gebruik te maken. Een merk
baar effekt mag reeds worden ver
wacht wanneer de buitenlucht een
temperatuur heeft die 4 a 5 gr.C. ho
ger is dan die van de aardappelen.
De kapaciteit van de luchtverhitter
Het opwarmen van 1 ton aardappe
len met 1 gr.C. vraagt een hoeveel
heid warmte van ongeveer 1 kWh
860 kcal of 3600 kJ(oule). Om de
temperatuur van 300 ton aardappe
len van 6 gr. naar 18 gr.C. te verho
gen vraagt dus in theorie 300 x 12 x
860 3.096.000 kcal. Wil men deze
opwarming in b.v. 3 dagen bereiken,
dan moet de verhitter een kapaciteit
hebben van:
3.096.000 72 uren 43000 kcal per
In dit voorbeeld geeft de verhitter te
veel warmte. Het gevolg is dat de
verhitter steeds aan- en afslaat en het
opwarmen ook te snel gaat. Mengen
met koude buitenlucht is een moge
lijkheid.
Olie- en gasgestookte luchtverhitters
In het algemeen worden zowel olie
als gasgestookte luchtverhitters voor
het opwarmen van aardappelen ge
bruikt. Omdat deze veelal in kapaci
teit niet regelbaar zijn, moet öe be
nodigde warmteproduktie worden
afgestemd op öe ventilatorkapaciteit
van de bewaarplaats. Er kunnen
luchtverhitters met of zonder rook
gasafvoer worden ge.bruikt. Bij de
eerste worden de verbrandingsgas
sen afgevoerd via een rookkanaal.
Het rendement daalt hierdoor even
wel met ca. 20%. Door de verhitter
buiten de bewaarplaats voor de
luchtinlaatopening op te stellen,
voorkomt men dat zuurstof aan de
bewaarruimte wordt onttrokken.
Wel moet daarbij al de door de ver
hitter aangezogen lucht worden op
gewarmd, hetgeen veel energie kost.
Ook direkte gestookte verhitters
worden op dezelfde manier voor dit
doel benut. Deze zijn goedkoper,
AARDAPPELBE WARING
CONtUlINTKHM IN ALOfMCN!
DUNST VOOR SOS ROOI) SO UW
IN -INRICHTING (dl.)
POSTSUS «X «NS AA W AG! N ING IN
A«
-
AB42
maar hebben geen aparte rookgasaf
voer. Door een dergelijke verhitter in
een bewaarplaats op te stellen, wordt
niet alleen zuurstof hieraan onttrok
ken maar tevens C02 toegevoegd.
Zonder voldoende luchtverversing is
de kans groot dat het apparaat door
zuurstofgebrek uitgaat en de aard
appelen zwarte harten gaan verto
nen. Dergelijke knollen zijn uiterlijk
niet te herkennen en alleen nog maar
voor veevoer geschikt. Een grote op
lettendheid is hierbij daarom vereist.
Om dit te voorkomen moet bij di
rekte luchtverhitters ca. 60 m3 verse
lucht per liter verbrande olie worden
toegevoerd.
Luchtverhitters met aparte luchttoe
voer
Sinds kort zijn door enkele fabri
kanten direkte oliegestookte lucht
verhitters ontwikkeld waarbij alleen
de voor de verbranding benodigde
lucht door een afzonderlijke buis van
buiten de ruimte, waarin de verhitter
is opgesteld, wordt aangezogen.
Hierdoor kan in de ruimte zelf nim
mer zuurstofgebrek optreden en
worden verdere energieverliezen
door geopende deuren voorkomen.
Bovendien slaat bij dergelijke ver
hitters geen vuil op de brander neer,
waardoor deze beter blijvend funk-
tioneert. Wel komen de verbran
dingsgassen nog in de ruimte vrij,
doch door de veelal grote inhoud van
de bewaarplaats en de luchtverver
sing door de aparte toevoer zal dit
geen problemen opleveren.
Geschikte brandstof
De direkte oliegestookte verhitters
werken overwegend op petroleum
maar enkele merken verhitters kun
nen ook met HBO I (gas- of diesel
olie) worden gestookt. Deze brand
stof is wat goedkoper maar minder
zuiver - vraag hierover advies aan de
leverancier.
De opstelling van de luchtverhitter(s)
Bij het opwarmen van aardappelen is
het zaak om energieverliezen te be
perken.
- Op de aardappelen
Dit moet sterk worden afgeraden.
Het steeds moeten bijvullen op
gladde aardappelen van een war
me verhitter is levensgevaarlijk
en brandgevaarlijk.
- Buiten vóór een inlaatluik
Dit is een veilige opstelling maar
Konsulentschappen voor de Akker
bouw en de Tuinbouw in Zuidwest
Nederland
de door de verhitter aangezogen
lucht moet ook worden opge
warmd. Een verhitter van b.v.
40.000 kcal heeft veelal een ven
tilator van 1000 m3 lucht per uur.
Om deze lucht b.v. 15 gr.C. op te
moeten warmen, vraagt 4500 kcal
of een xh liter brandstof per uur.
Indien een luchtverhitter buiten
voor het inlaatluik wordt ge
plaatst, is een luchtdichte afslui
ting tussen de luchtgeleidingsko-
ker en inlaatluik noodzakelijk.
In het centraal ventilatiekanaal
Bij de opstelling in het centrale
ventilatiekanaal moet om brand
te voorkomen enkele meters van
de wanden achter de verhitter
worden bekleed met bijvoorbeeld
staal- of asbestcementplaten. Tij
dens het opwarmen moet er re
kening mee worden gehouden
dat de ventilator, welke het
dichtst bij de verhitter is opge
steld, de meeste warmte zal afne
men.
Bij gebruik van b.v. twee verhit
ters kan dit probleem worden
voorkomen.
In een ruimte vóór de bewaar
plaats
Dit is de beste oplossing. De ver
hitter^) worden hierbij in 'n met
b.v. plastik afgescheiden ruimte
geplaatst. Door intern te ventile
ren wordt de warmte vervolgens
door de aardappelen geblazen.
Bij deze opstelling kunnen meer
dere ventilatoren tegelijk draai
en. Zorg wel voor aanvoer van
verse lucht voor de verhitter(s).
Warmteproduktie aardappelen (Bur
ton)
1 gr.C5 gr.C.10 gr.CL5 gr.QO gr.(25
Het komt onze pootgoedtelers
goed van pas dat Griekenland nu
bij de EEG behoort. Want met
z'n allen exporteren wij ieder jaar
zo tussen de 6.000 en 17.000 ton
pootgoed naar het Helleense
schiereiland. Maar de Griekse
boeren zouden wel twee maal
zoveel van onze rassen willen ko
pen. Het Griekse Ministerie van
Landbouw laat zoveel import
echter niet toe, omdat het de
Griekse boeren wil stimuleren
om zelf pootgoed te produceren.
Die beperking zal echter niet lang
meer duren. Zodra de EEG-
overgangsregeling is afgelopen,
mogen wij (maar ook de Fransen,
Schotten en Duitsers) net zoveel
exporteren als dé Griekse boeren
maar willen kopen. Dan pas zijn
Bewaartemperatuur in gr. C.
gr.C.
Warmteproduktie in W/ton/24 uur 558 233 291 328 558 768
Deze warmteproduktie is echter te
gering waardoor het opwarmings-
proces te lang zal gaan duren.
Let op:
Lucht opwarmen om b.v. uien te
drogen vraagt 0,3 kcal (1,25 kJ)
per m3 lucht per gr.C. per uur.
Het opwarmen van een produkt
vraagt een andere benadering;
voor aardappelen per ton per
gr.C. opwarmen is nodig 1 kW of
860 kcal of 3600 kJ per uur.
Voor een groot deel is dit echter
theorie omdat door lekkages in de
bewaarplaats veel warmte verloren
gaat. Het is daarom beter om min
stens 10% overkapaciteit te nemen.
wij echte EEG-broeders (en -zus
ters).
Op de "Agrotika", de Griekse
landbouwbeurs die vorige week
in Thessaloniki werd gehouden,
presenteerde het NIVAA Neder
lands pootgoed. Op die manier
hopen - en verwachten - wij de
vraag naar Nederlands pootgoed
nog verder te vergroten.
Op de foto ziet U ing. H.R. Baar-
veld, de pootgoedspecialist van
het NIVAA voor Griekenland en
het Nabije Oosten, uitleg geven
aan een paar van de vele geïnte
resseerde boeren die uit alle hoe
ken van Griekenland waren ko
men kijken. Van Rhodos tot
Kreta en van de Peloponesus liet
men zich vertellen waarom Ne
derlands pootgoed het beste ter
wereld is.
Ing. Henk R. Baarveld (tweede van rechts) van het NIVAA vertelt vele
Griekse boeren op de tentoonstelling "Agrotika" dat Nederlands pootgoed
het beste ter wereld is.
T emperatuurbewaking
Voorkomen moet worden dat de
lucht teveel wordt opgewarmd. De te
gebruiken luchtverhitter dient daar
voor met een oververhittingsther-
mostaat te worden uitgerust. De
voeler van deze thermostaat dient
achter of onder de ventilator in het
luchtkanaal te worden geplaatst.
Door deze op 20 a 22 gr.C. af te stel
len wordt de temperatuur van de
lucht alvorens de onderste aardap
pelen te bereiken bewaakt. Bereikt
de lucht deze ingestelde waarde, dan
slaat wel de luchtverhitter maar niet
de ventilator af. Indien men de wer
king van de thermostaat heeft ge-
kontroleerd en de luchtverhitter slaat
af, dan is verder opwarmen niet meer
mogelijk en kan de verhitter worden
uitgeschakeld. Door 5 a 6 uren intern
te ventileren kan öe temperatuur in
de partij vervolgens verder worden
geëgaliseerd.
Tijdens het opwarmingsproces mag
de ventilator van de bewaarplaats
nimmer uitvallen zonder dat de
luchtverhitter wordt uitgeschakeld.
Dit is mogelijk indien de stroomtoe
voer van de luchtverhitter via de
thermische beveiliging van de venti
lator loopt. Zodra de ventilator door
oververhitting uitvalt, woröt tevens
de luchtverhitter buiten werking ge
zet en daarmee brand voorkomen.
Meer inlichtingen kunt U verkrijgen
via Uw bedrijfsvoorlichter.
De specialisten Kwaliteit en Bewa
ring,
J.H. van Nieuwenhuizen
K. Bosma
Vrijdag 22 februari 1985