Stopa meer in
de belangstelling!
tUEUlf/
CENTERLINER
I
kies vooreen
stralende toekomst
LELYi INDUSTRIES NV
Diepe grondbe
werkingen en
hun effekten
unieke gedwongen dosering, waardoor een grotere
afgifte in kg/ha 2x dubbele overlap met een symmetrisch
strooibeeld, dat altijd middenachter de trekker ligt uniek
hydraulisch systeem van kantafstrooien variabele strooibreedte
van 6 tot 27 meter ideaal voor overbemesting waarbij de
sproeisporen tot 27 meter kunnen worden aangehouden
Zojuist verschenen
Uit de heffingen die de poot-
goedsektor opbrengt, wordt niet
alleen de Stopa-garantieregeling
betaald, maar ook het NIVAP
(Nederlands Instituut voor Af
zetbevordering Pootaardappe-
len), ten behoeve van de promo
tie van Nederlandse pootaardap-
pelen.
Afzetbevordering
Ten behoeve van de afzetbevorde
ring van akkerbouwprodukten is in
Den Haag ingesteld het NIVAA
(Nederlands Instituut voor Afzetbe
vordering Akkerbouwprodukten).
Dit NIVAA heeft een "huis" in Den
Haag dat is ondergebracht bij het
Hoofdproduktschap Akkerbouw
produkten. Dat "huis" beschikt over
modern "meubilair" en heeft een
30-tal medewerkers in dienst die min
of meer de wereld doortrekken ten
behoeve van de afzetpromotie van
pootaardappelen, konsumptie-aard-
appelen en uien. Via de naam is er
plaats voor meer akkerbouwproduk
ten, maar voorlopig heeft het NI
VAA met 3 ook de handen vol werk.
Pootaardappelen hebben een jaar
budget van ƒ3 miljoen, kon-
sumptieaardappelen van ruim 2
miljoen en uien van 350.000,—
De 3 produkten zijn in 3 aparte
stichtingen ondergebracht, ieder met
een eigen budget dus, met een eigen
bestuur, met een eigen beleid. En die
3 stichtingen heten NIVA(P), NI-
VA(C), NIVA(UI). Soms wat ver
warrend, maar wel erg logisch. Naar
buiten toe, treden we meestal op on
der de naam NIVA(A). Een goede
samenwerking dus tussen de stich
tingen met gemeenschappelijk ge
bruik van "veel", maar wel met een
aantal specifieke medewerkers per
produkt en met een financiële toere
kening die in principe op tijdschrij-
ving berust!
NIVAP
Evenals de Stopa bestaat het NIVAP
ook reeds meer dan 30 jaren. Eigen
lijk zijn Stopa en NIVAP eikaars
tegenhangers. Hoe beter het bij het
NIVAP gelukt mee te werken aan
export-vergroting, des te minder ko
men er overschotten bij de Stopa.
't Is dan ook bewust dat het NIVAP
een fors budget wordt toebedeeld
van 3 miljoen per jaar. Dat is
100,- per ha pootaardappelen.
Het NIVAP heeft een aparte afde
ling in Wageningen, ten huize van
het RIVRO (Rijks Instituut voor
Rassen Onderzoek) en bovendien
een eigen aardappelbewaarplaats
met mechanische koeling ten behoe
ve van de proefzendingen.
Het NIVAP maakt geen reklame
voor Nederlandse Aardappelrassen
maar voor Nederlandse Pootaardap
pelen.
De Nederlandse rassen en vooral de
"nummers", de in aantocht zijnde
rassen worden beproefd en gepro
moot door de diverse handelshuizen.
Dat het NIVAP naar zijn 150
proefvelden pootaardappelen van
Nederlandse rassen meeneemt is lo
gisch, maar ook van buitenlandse
rassen. En dat alles volgens van te
voren gemaakte "beleidsafspraken",
Maar bij het NIVAP gaat het duide
lijk om de promotie van in Neder
land gegroeide pootaardappelen.
In de objektiviteit is het uiteraard
van het grootste belang dat NIVAP
in deze nauw samenwerkt met het
RIVRO.
Nieuwe richting
Terwijl vroeger het overgrote deel
van het werk bestond uit proefveld-
aanleg en begeleiding daarvan be
gint steeds meer de aandacht zich te
richten op de totale teelt en afzet in
de betreffende landen. Een nauwe
samenhang met Wageningse Institu
ten en Instellingen blijkt steeds van
eminent belang. Het inrichten van
aardappelprojekten van meerdere
hektares en het begeleiden ervan
door speciale projektleiders levert
steeds meer succes op. Het geven van
kursussen in Nederland of in het be
treffende land om de kennis van
teelt, oogst en bewaring verder uit te
breiden slaat steeds beter aan. We
hebben langzamerhand de hele
wereld in beschouwing, althans die
delen en die landen waar aardappels
willen en kunnen groeien. Dat de
aardappelen steeds meer als voed
selbron gewaardeerd wordt in ont
wikkelingslanden, stemt tot genoe
gen.
Het NIVAP is aktief, daar waar mo
gelijkheden zijn voor de afzet van
Nederlands pootgoed.
M
A
WEVERSKADE 10 f POSTBUS 26 3155 ZG MAASLAND TEL. 01899 -12644 TELEX 21617
Kwaliteit
Dat we de laatste jaren de kwaliteit
van het Nederlandse pootgoed goed
op peil hebben gehouden, hier en daar
zelfs verbeterd, past enorm goed in de
strategie van het NIVAP. Hoe verder
we reizen met Nederlandse pootaard
appelen, des te hoger de transport
kosten, des te meer belangstelling én
NOODZAAK om die pootaardappe
len één of meer malen te kunnen ver
meerderen.
Als de kwekers, samen met de han
delshuizen goede rassen ontwikkelen
en als de gezamenlijke telers onder
leiding van NAK en PD de kwaliteit
op het juiste peil houden, dan kan het
NIVAP flink uit de voeten. Op de
meest efficiënte manier! Onze hef-
fingsgelden worden dus niet alleen
besteed voor de Stopa-garantierege
ling.
Bijna 'A deel wordt besteed aan ex
port-promotie via het NIVAP. Het
beleid daartoe wordt mee aangegeven
door bestuurderen die "dichtbij de
markt zitten".
A. Vermeer
Als gevolg van mechanisatie en
intensivering van het bouwplan op
de akkerbouwbedrijven in het
Zuidwesten komen op veel bedrij
ven bodemverdichtingen voor.
Deze verdichtingen kunnen ont
staan zijn als gevolg van het bo-
demgebruik. Ook is soms de on
dergrond van nature dicht. Verder
zijn er de zogenaamde plaatgron-
den, waarvan de ondergrond uit
zand bestaat, waarin de wortels
niet kunnen doordringen.
Over deze bodemproblemen is de
laatste jaren veel studie verricht,
met name door de Stichting voor
Bodemkartering (Stiboka). De
resultaten van deze studie zijn
neergelegd in een brochure, uit
gegeven als nummer 32 in de se
rie "Aktualiteiten".
In deze brochure worden behan
deld:
Een beschrijving van bodem
typen en van verdichtingen
die kunnen voorkomen.
De werktuigen die gebruikt
kunnen worden om verdich
tingen op te heffen. Dit op
heffen kan plaatsvinden door
losmaken of door mengen van
de onder- en bovengrond. Be
langrijk zijn vooral de werk-
diepte en de intensiteit van het
mengen.
De uitslag van onderzoek dat
is verricht naar de effekten
van diepe grondbewerkingen.
Het blijkt, dat losmaken of
mengen lang niet altijd gun
stig werkt. Het kan soms de
problemen verergeren.
- Het bewerken van plaatgron-
den, zoals de werkmethode en
de gewenste werkdiepte.
- De uitslagen van proeven die
de laatste jaren zijn aangelegd
o.a. op de proefboerderijen
Rusthoeve en Westmaas.
Het geheel wordt afgesloten met
konklusies en aanbevelingen, hoe
het best gehandeld kan worden
als er verdichtingen voorkomen.
Het blijkt, dat er beslist niet
lichtvaardig besloten moet wor
den om te woelen of de grond te
mengen.
In deze publikatie van 36 blad
zijden worden veel gegevens ver
strekt om zelf inzicht te verkrij
gen in de situatie.
Deze brochure is te verkrijgen
door het overschrijven van 5,-
op girorekening 3959908 ten na
me van Federatie van Verenigin
gen voor Bedrijfsvoorlichting
voor Zeeland met vermelding
van: "voor aktualiteiten 32".
14
Vrijdag 25 januari 1985