Resistentieproblemen steken duidelijk de kop op! Op de 31e Zeeuwse spuitdag blijkt Opnieuw was de (grote) zaal van "De Prins van Oranje" te Goes op de 31e Zeeuwse spuitdag 4 januari j.l. geheel gevuld. Gezien deze belang stelling een alleszins zinvolle traditie. De leiding was - voor de eerste keer - in handen van de heer A.M. Wielaard, namens de Boval, een der organisaties die deze bijeenkomst op touw zetten. Hij herinnerde in zijn openingswoord aan enkele zaken die in 1984 naar voren kwamen, zoals het vroeg EN laat optreden van de phytophthora, onvoldoende resul taten bij de kleefkruidbestrijding, de "verlating" van de gewassen als tarwe, uien en aardappelen en (mede als gevolg van dat laatste) het feit dat kweekbestrijding en grondontsmetting dit najaar vrijwel niet mo gelijk waren. Ing. D. van der Wal van het Konsu- lentschap in Algemene Dienst te Wageningen ging in zijn inleiding eerst in op enige algemene zaken. Zo is gekonstateerd dat resistentieproble men duidelijk de kop opsteken. Te noemen valt: zwarte nachtschade, melganze- voet en straatgras met betrekking tot atrazin; uit Duitsland komen berichten over resistentieproblemen bij duist ten aanzien van chloortolu- ron (o.a. Dicuran) en metha- benzthiazuron (o.a. Tribunil); Uit Engeland idem wat betreft benzimidazolen tegen oogvlek- kenziekte; ook zilverschurft en fusarium blijken door benzimidazolen niet meer overal en afdoende bestre den te worden; Ridomil (metalaxyl) roept zeer snel resistentie op bij de aardap pelziekte; meeldauw in tarwe blijkt minder gevoelig te worden voor Bayleton, Tilt en Sportak. Bodemgebonden aantastingen Deze zijn vrijwel steeds terug te brengen tot een foute vruchtwisse ling en of een te intensief bouwplan. Met name noemde hij: aardappelmoeheid; - bietemoe heid; - rattekeutelziekte; - verticil- lium; - rhizoctonia (niet alleen in aardappelen) - witrot in uien. Nieuwe problemen zijn: - knolcype- rus; - rhizomanie (bij de bieten); - - gerst-geelmozaiekvirus (in winter- gerst). In dit verband dient ook genoemd te worden dat de grondontsmettings- middelen voor aaltjesbestrijding plaatselijk neiging gaan vertonen zo snel af te breken dat de werking ern stig tekort schiet. Problemen rond mestoverschotten en zuiveringsslib mogen dan minder rechtstreeks van invloed zijn op het effekt en de goede naam van de be strijdingsmiddelen, indirekt dient men waar het gaat over grond-, wa ter- en luchtverontreiniging, al deze faktoren in hun samenhang te be zien. De Gewasbeschermingsnota met als uitgangspunt dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen drastisch be perkt moet worden, vraagt een op de praktijk gerichte, kritische beoorde ling en begeleiding. Bij een intensief bouwplan zal het gebruik van che mische middelen nog eerder toe- dan afnemen. Bij het gebruik van bestrijdingsmid delen behoren echter een aantal spelregels in acht genomen te wor den, mede om de aanleiding tot kri tiek tot een minimum te beperken. Zoals: gericht werken, niet méér spuiten dan nodig is; middelen afwisselen; gebruik maken van resistente rassen; de mechanische bestrijding van onkruid niet uit het oog verlie zen; waar mogelijk alternatieve bes- trijdingsmethoden, zoals "de groene vlieg" toepassen; werken volgens een "geleide" bestrijding, zoals bij vergelings- ziekte (luizetellingen), aardap pelziekte (radioberichten) en bij graanziekten (Epipré); - door BEDRIJFSHYGIENE de kans op verspreiding van ziekten en plagen tot het uiterste beper ken. De Plantenziektenkundige Dienst doet op dit terrein al veel op landelijk niveau. Dit kan eventueel in de Vorm van kant- en klaarprodukten, waarmee men de bestrijding van de afrij- pingsziekten in één keer rond zet. Laaf u niet verleiden te vroeg met captafol te gaan spuiten, spuiten bij begin bloei levert bij één keer spuiten van dit middel het hoogste rende ment. Geelmozaiekvirus in wintergerst valt op door mozaiekverschijnselen in het blad, geel worden hiervan en dwerg- groei. De overbrenging vindt op de zelfde wijze plaats als bij rhizomanie in bieten, namelijk in de grond door een schimmel. De schade kan aan zienlijk zijn. Een bestrijding is nog niet bekend. In Duitsland werkt men met resistente rassen. Steeds meer zal uit zowel kosten- als milieuoveringen gespoten moeten worden met de juiste middelen en met zo gering mogelijke hoeveelheden. Graanziekten Onnodig spuiten tegen de oogvlek- kenziekte kost niet alleen geld, maar heeft ook tot gevolg: dat de kans op resistentie toe neemt en dat het optreden van de scherpe oogvlekkenziekte (in 1984 op vrij grote schaal ook op kleigrond aangetroffen) mogelijk irr de hand gewerkt wordt. Houdt u dus aan de norm van 15% aangetaste halmen. Afwisselen van middelen moet het oog op resistentie heeft bij oogvlek kenziekte geen zin. De hiervoor goedgekeurde middelen behoren namelijk tot dezelfde groep. Tegen meeldauw in tarwe, winter gerst en haver, komt er een nieuw middel op de markt, namelijk Bayfi- dan. Dit op basis van triadimenol, dat ook de aktieve stof vormt van het zaadbehandelingsmiddel Baytan. De werking vertoont veel overeenkomst met die van Bayleton (triadimefon), de aanvangswerking verloopt snel ler. Ook bij gebruik van Bayfidan wordt aangeraden bij meer keren spuiten af te wisselen met Corbel. Bij wintergerst wordt afgeraden om op het zaad Baytan en in het gewas Bayfidan te 'gebruiken, om het "minder gevoelig" worden niet in de hand te werken. Wat bruine roest betreft blijkt van de thans voor dit doel toegelaten mid delen Corbel nog steeds het sterkste middel. Het kriterium (wordt nog niet in de Handleiding 1985 ver meld) luidt: zodra aantasting wordt waargenomen in de periode tussen het verschijnen van het laatste blad en begin bloei. Tegen de bladvlekkenziekte(n) ve roorzaakt door de septoriaschim- mel(s) blijft het advies om één keer te spuiten met captafol bij begin bloei. Onkruidbestrijding in granen Reeds vorig jaar kon een aantal nieuwe middelen worden aangekon digd die mogelijk een goede stal be tekenen in de richting van een meer afdoende kleefkruidbestrijding in granen alsook in mais en aardappe len. Genoemd kunnen worden: Bandur (aclonifen) toe te passen bij de zaai van wintertarwe; Bifenix N (bifenox isoproturon). Eveneens voor toepassing in het na jaar, met dien vérstande dat Bifenix N betere resultaten gaf bij toepassing na de opkomst dan bij die bij het zaaien. Maar ook wat de voorjaarstoepas- sing betreft tegen kleefkruid, zijn er een aantal middelen bijgekomen. Genoemd kunnen worden Anitop, Verigal (nieuwe naam voor Vergal!), Foxtar DP en Foxtril DP. Alle vier met een vrij brede werking die naar gelang de samenstelling nogal wat variatie te zien geeft, o.a. met be trekking tot muur en kamille. (Van deze vier middelen bèstrijdt alleen Foxtar DP ook duist, zodat op per celen waar naast kleefkruid duist voorkomt men nu ook dit middel kan inzetten. Voorheen was men hierbij aangewezen op een middel als Tol- kan S.) De praktijk zal leren in hoe verre deze middelen een verbetering zijn ten opzichte van de kombinatie Basagran P wat betreft de gevoelig heid voor de weersomstandigheden. Het afgelopen jaar viel de werking van Basagran P, maar ook van an dere mecoprop-bevattende kombi- naties, op kleefkruid vaak tegen. Het zou te ver voeren op alle kombi- naties, eigenschappen en effekten, uitvoerig in te gaan. Blijft echter de komende maanden de berichten in deze natiwkeurig volgen. Er zit in heel de onkruidbestrijding in de wintertarwe toch wel "muziek". Een interressant gegeven daarbij is onge^ twijfeld dat de verschillende midde len nu kunnen laten zien wat ze waard zijn als er in het najaar niet gespoten is. Waarbij de vraag aan de orde is of een behandeling bij het zaaien (nog) wel zo nodig is. Doen we dat niet wat te automatisch? Ook met de toepassing van Roundup voor de oogst van de tarwe is in 1984 in de praktijk enige ervaring opge daan. De ervaringen met de bestrij ding van o.a. aardappelopslag en kleefkruid zijn niet ongunstig. Al leen.... bij kleefkruid is op dat mo ment het zaad natuurlijk al gevormd. En wat de juiste spuittechniek betreft is men er nog niet helemaal uit. Zaadbehandeling bij bieten Bietenzaad wordt vrijwel altijd afge leverd behandeld met thiram tegen kiem- en bodemschimmels. Pillen (ingehufti zaad) bevatten naast thi ram ook Mesurol tegen bietekever tjes en springs taarten. Ingehuld zaad waarin de Mesurol vervangen is door carbofuran is nog beter beschermd tegen het bieteke vertje. Carbofuran is echter niet on gevaarlijk voor de kiemplant en wordt daarom alleen geadviseerd voor percelen waar zeer veel biete kevers worden verwacht. Al met al lijkt de plaats voor granu laten bij de bieteteelt steeds kleiner te worden. Toepassing van hymexazol tegen Pythium-wortelbrand of "afdraai- ers" is op de zavel- en kleigronden niet nodig. Aaltjesbestrijding bij bieten Zeker nu er het afgelopen najaar veel minder aan grondontsmetting is ge daan dan de bedoeling was, komt er de vraag wat men mag verwachten van een toepassing van een gramu- laat bij de zaai van de bieten. Het antwoord kan kort zijn: verwacht er niet teveel van. Op de proeven bleek dat deze toepassing zich niet of am per betaald maakt. De bedrijfsze kerheid laat te wensen over. Vandaar dan ook de duidelijke voorkeur voor een "natte" behandeling in het na jaar. Bij een zware bezetting (van 100$ a 1200 eieren larven en hoger) is het niet waarschijnlijk dat men door Te- mik bijvoorbeeld, beneden de scha- degrens komt. Het is dan zaak zich af te vragen of het zelfs wel verant woord is nog bieten te zaaien en of er niet naar een alternatief gewas moet worden uitgezien. Terecht gaat in zuidwest-Nederland de belangstelling met name uit naar Temik. Hierbij moet nog opgemerkt worden dat volgens gegevens van het IRS, 12 kg Temik in de rij ongeveer hetzelfde effekt heeft als 25 kg aan gebracht (met een speciale leiding) enkele cm ndast de rij. In de rij is meer dan 12 kg beslist niet verant woord. Nog een enkele opmerking wat betreft de teelt van (meer of minder) aaltjesresistente bladrame- nas of gele mosterd. Het blijkt na melijk dat er nog steeds 20 a 30% niet-resistente planten voorkomen na het uitzaaien hiervan. Dit heeft tot gevolg dat bij zaaien na 1 augus tus en/of bij een hoge aaltjesbezet ting deze teelt wel eens een averechts effekt zou kunnen opleveren en er zelfs sprake zou kunnen zijn van toename. Onkruidbestrijding in de bieten In feite geen opvallende verschui vingen. Het schema dat dit jaar aan gehouden wordt wijkt niet veel af van dat van vorig jaar. Het uitgangs punt voor de klei- en zavelgronden blijft een behandeling bij het zaaien met Goltix of Pyramin. Wel is er zachtjesaan voor de toepassing na opkomst zulk een reeks van moge lijkheden dat die voor-opkomstbe handeling steeds minder bepalend is voor het uiteindelijk effekt. Dat zou kunnen inhouden dat - om elke kans op kiemremming die naast andere faktoren o.a. door Pyramin of Goltix in de hand gewerkt wordt te voorko men - men voor opkomst met wat kleinere hoeveelheden gaat werken. Nieuw is in het schema de 2 Goltix 4- 2 Oliocin, een kombinatie die toegepast kan worden als de eerste kiemplanten van onkruiden zich ver tonen, vóór, tijdens, direkt of wat ruimer na de opkomst van de bieten. Het ontwikkelingsstadium van de biet speelt eenvoudig geen rol. Dit heeft in 1984 zeer goed voldaan en het lijkt ons toe dat dit met name een plaats heeft bij een onregelmatige opkomst, als de vooropkomstbehan- deling blijkt te falen of deze niet is uitgevoerd kunnen worden. Zaak is echter om na de eerste toepassing de Ing. D. v.d. Wal onkruidsituatie nauwlettend te vol-^ gen, zo nodig binnen een week deze behandeling te herhalen of bijvoor beeld met Goltix Betanal verder te gaan. Daarmee wordt dan tegelijk de hoeveelheid bodemherbicide op peil gebracht. In elk geval, de 2 Gol tix 2 Oliocintoepassing is de moeite waard om het in petto te houden. Opvallend veilig voor het gewas! Een tweede kombinatie die opvalt op het schema - voor toepassing in een later stadium, minstens duidelijk twee bladeren - is die van 3 Betanal 2 Goltix 1 Tramat. Op de proeven kwamen bepaalde kombi- naties goed voor de dag waar door de praktijk dan op ingespeeld wordt. De 3 2 1 is er daar één van. In de praktijk zal blijken dat, afhankelijk van tal van faktoren, deze verhou ding moet worden toegepast. Te denken valt aan: onkruidsoort, de grootte van de onkruiden, de grootte van de bieten, het weer, de gezondheidstoestand van de bieten. Wat het laatste punt betreft blijkt de gevoeligheid toe te nemen bijvoor beeld bij aantasting door wortel- brand, insektenschade, en nacht vorst, maar ook na een bespuiting met parathion of als gevolg van stui ven. Een behandeling met een gras- doder, plus olie verdraagt zich slecht met een Batanalbespuiting wanneer de tijd daartussen te kort is. Kortom, er zijn tal van mogelijkheden, maar ook moeilijkheden die.een bepaald schema doorkruisen. Kennis van de onkruidsoorten en het volgen op de voet, bij wijze van spreken van dag tot dag, van de ontwikkeling van het gewas, zijn de voorwaarden om tot een optimaal resultaat te komen. Het advies met betrekking tot de. grasbestrijding in de bieten bleef vrijwel ongewijzigd. Tegen duist - zeker in wat groter stadium - doet Fusilade Agral LN het wat beter dan Fervinal. Hetzelfde geldt ook voor de kweek. Tegen opslag van raaigras laat Fusilade het echter weer wat zitten. In de praktijk blijkt de toepassing van Avadex - tegen duist, vóór de zaai ingewerkt - terrein te verliezen. Nog steeds worden echter met deze - goedkopere - wijze van duistbestrij- ding goede resultaten geboekt. (Hierbij moet worden opgemerkt dat men gemakkelijk het risiko van struktuurbederf door de extra grondbewerking die Avadex vraagt, over het hoofd ziet. Zeker op zware grond moet men dat risiko niet on derschatten - P.V.). De aardappelziekte Deze aantasting treedt de laatste drie jaar ernstiger op dan een tiental jaren daarvoor. Wat 1985 betreft moet ge rekend worden met (weer) een flink aantal besmettingsbronnen, met na me: aardappelafvalhopen; aangetast pootgoed; aardappelopslag. Hiervan zijn de aardappelafvalhopen veruit het meest belangrijk. Het voorkomen van uitloop op plaatsen waar afval gestort is en knollen kun nen kiemen, is van uitermate groot belang. Ieders medewerking is noodzakelijk om dit risiko tot het uiterste te beperken. Gezien de matej waarin het afgelopen jaar de ziekte is gekonstateerd op pootgoedpercelen moet ook hieraan de nodige aan dacht geschonken worden. Alle zieke knollen opsporen in de partij poot goed zoals die op het bedrijf wordt afgeleverd, is vrijwel onmogelijk. (vervolg in volgend nummer) 12 Vrijdag 25 januari 1985

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 12