Ruding moet over de brug komen Aantal probleemgevallen superheffing neemt toe Kortingspercentage superheffing komend melkprijsjaar hoger dan verwacht "Samen sta je niet alleen" Joris Schouten: Superheffing van 11% kan niet Open BRIEF aan de Minister van Landbouw, de heer Braks: Verbod varkensvervoer regio Oss "Ik kan mij heel goed voorstellen, dat veehouders opstandig worden wanneer zij na 1 april dit jaar nog eens hun melkproduktie met onge veer Vh procent moeten verlagen. Maar het heeft geen zin de beuk er in te gooien. We moeten met beide benen op de grond blijven staan en probereirtnet elkaar een uitweg te vinden. Ik vind dat wij dan over een tweede opkoopregeling moeten durven praten. Dat zal wel problemen geven in het Kabinet, maar minister Ruding van financiën zal er van doordrongen moeten worden dat er een soepele opkoopregeling voor melk komt. Daarmee moet voorkomen worden dat individuele onder nemers er onderdoor gaan". Aan het woord is Joris Schouten, voorzitter van het Landbouwschap. Wij vragen zijn reaktie op de pas verschenen evaluatienota over de superheffing van minister Braks. Die nota biedt tevens gelegenheid vooruit te kijken naar het zuivelbe leid in 1985/86. Belangrijk is de keuze tussen de verschillènde kwo- tum-systemen, kortingspercentage, gebondenheid aan de grond, mede verantwoordelijkheidsheffing en prijsaanpassing. Danig geschrokken Schouten zegt "danig geschrokken" te zijn van de hoeveelheid melk, welke om verschillende redenen ek- stra is toegewezen aan bepaalde ka- tegoriën veehouders. Bovenop de inkrimping van de produktie met 6,6 procent ten opzichte van 1983 is een ekstra korting toegepast van 2,05 procent om daarmee ruimte te ma: ken voor ekstra kwotumtoewijzing aan zogenaamde hardheidsgevallen. "Dat dit ekstra kortingspercentage overschreden zou worden had ik wel verwacht, maar niet in deze mate. Joris Schouten Wij moeten de konsekwenties daar van nu onder ogen zien". Minister Braks praat derhalve al over een produktiekorting van 11 procent in het komende prijsjaar. Alhoewel Schouten vindt dat deze 11 procent veel te veel is, wil hij wel zo realis tisch zijn te erkennen dat wanneer "geen andere kanalen kunnen wor den aangegeven, waardoor ekstra melk beschikbaar komt, er verder niets anders opzit. Een groot aantal boeren voelt zich nu ongelooflijk ve rongelijkt omdat zij geen ekstra kwotum toegewezen-hebben gekre gen. Was dat echter wel gebeurd, dan zou iedere boer na 1 april met nog meer dan 11 procent gekort moeten worden. Van zo'n situatie zeg ik: Dat kan niet!" Aldus de Landbouw schapsvoorzitter. Opkoopregeling Hoe is een ekstra produktiekorting te voorkomen? Schouten: "Er is waar schijnlijk een vrij groot aantal vee houders dat het kwotum niet vol zal melken. Die hoeveelheid niet gele verde melk zou je voor volgend jaar moeten inrekenen in de uiteindelijke aftrek". Schouten weet niet om hoe veel melk het hierbij gaat: "Maar iedere drietiende procent is natuur lijk meegenomen". Als tweede punt noemt hij j'dat de opkoopregeling voltekend moet worden". Helaas loopt het de laatste weken niet zo vlot met de aanmel dingen. Bij een tekort schietende be langstelling zullen naar Schouten's mening de voorwaarden gewijzigd moeten worden. "Dat kan niet door de prijs van 65 cent flink te verhogen. Een verhoging van twintig procent bijvoorbeeld betekent een zelfde percentage minder melk met als ge volg datje toch weer in de buurt van de 11 procent produktiekorting komt te verkeren". Bij de vaststelling van het kortingspercentage in het kader van de superheffing voor het melkprijsjaar 1985/86 dient men rekening te houden met de gevolgen van het gevoerde beleid en met eventueel nieuw te voeren beleid. Zonder ekstra vrijkomende heffingvrije hoe veelheden uit de opkoopregeling en zonder nieuw beleid ten behoeve van speciale kategoriën zou het kortingspercentage voor het melk prijsjaar 1985/86, gemeten aan de huidige situatie, de 11% reeds dui delijk te boven gaan. Dit schrijft minister ir. G. Braks (landbouw en visserij) in de Evalua tienota superheffing, die hij op 18 januari jl. naar de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft gezonden. Voor deze stijging van het kortings percentage noemt hij de volgende oorzaken. De Europese Raad van Landbouw ministers heeft voor het melkprijs jaar 1985/86 voor Nederland eén heffingvrije hoeveelheid vastgesteld van 11.929.000 ton. Dit is 123.000 ton (1%) minder dan de heffingvrije hoeveelheid voor het melkprijsjaar 1984/85. Melkveehouders, die op basis van art. 11 van de beschikking (investe- ringsgevallen) een ekstra heffingvrije hoeveelheid melk kregen, is voor het melkprijsjaar 1984/85 slechts een deel van de berekende ekstra hef fingvrije hoeveelheid toegewezen. Dit, voorzover zij hun uitbreiding pas sinds kort in gebruik hebben. Op grond van de toewijzingen, zoals die midden december 1984 waren ge daan, is naar schatting voor het melkprijsjaar 1985/86 circa 150.000 ton melk nodig. Deze ekstra heffing vrije hoeveelheid is hoger dan aan vankelijk werd ingeschat. Deze verhoging komt in de eerste plaats voort uit de verruiming die naar aanleiding van een advies van de Landelijke Kommissie Superhef fing medio 1984 in de investerings- kategorie is aangebracht. Daarnaast is de vergroting van het aantal standplaatsen per bedrijf gemiddeld groter geweest dan aanvankelijk werd ingeschat. Dit geldt met name voor die melkveehouders, die in 1983 en 1984 met de melkafleveringen zijn gestart. Ekstra toewijzingen aan alle andere knelgevallen in het melkprijsjaar 1984/85 hebben geleid tot een over schrijding van de gereserveerde hoe- Vrijdag 25 januari 1985 veelheid van voorlopig 102.000 ton. Voor melkveehouders in ruilverka- velingsgebieden en melkveehouders, die hun bedrijf naar de Flevopolder verplaatsen is evenals voor het in het lopende melkprijsjaar gevoerde be leid circa 12.000 ton nodig. Uit de opkoopregeling tenslotte is voor het melkprijsjaar 1985/86 on geveer 100.000 ton (stand medio de cember 1984) beschikbaar. Aange nomen mag worden dat deze hoe veelheid nog zal stijgen. Hoewel het streven erop gericht is dit te vermijden, zal de 11% mogelijk worden overschreden. De mate waar in dat zal gebeuren is, volgens minis ter Braks enerzijds afhankelijk van het sukses van de opkoopregeling (met de uitgetrokken financiële mid delen kan circa 230.000 ton heffing vrije hoeveelheid worden verworven) en anderzijds van de vraag of en aan welke groep(en) in het komend melk prijsjaar ekstra kwotum zou moeten worden toegewezen. De bewindsman zal het definitieve kortingspercenta ge kort voor 1 april a.s. bekend ma ken. In de Kommissie Voorlichting van het KNLC komen beleidszaken aan de orde die verband houden met de bedrijfsontwikkeling en de agrari sche voorlichting. Tijdens de vergadering van 16 januari jl. van deze kommissie werd onder andere gesproken over de stand van zaken ten aanzien van het aantal bedrijven dat kampt met zeer ernstige financiële moeilijkheden, de toekomst van de bedrijfsontwikkeling en de super heffing. Eens per half jaar wordt binnen de bij het KNLC aangesloten provin ciale landbouworganisaties een in ventarisatie gehouden van het aantal bedrijven waarbij de sociaal ekono- mische voorlichting (SEV) wordt in geschakeld in verband met ernstige financiële moeilijkheden. Uit de in ventarisatie per 1 november 1984 blijkt dat het aantal nieuw gemelde bedrijven over het laatste halfjaar 130 bedraagt. Gezien de zomerpe riode is dit aantal normaal te noemen in vergelijking met de vorige jaren. Het totaal aantal gevallen dat in be handeling is bij de SEV bedroeg op 1 november jl. 375. Nog steeds een aanzienlijk aantal. Zowel bij de lo pende gevallen als bij de nieuwe is Schouten is er daarom voorstander van dat het plafond van 250.000 kg wordt losgelaten en dat bovendien gesproken gaat worden over een ge deeltelijke beëindiging van de melk produktie. "Ik heb de indruk dat Braks zich daar wel sterk voor wil maken in Brussel", voegt hij er aan toe. Opnieuw kiezen Voor het nieuwe melkprijsjaar biedt de EG aan ieder land de mogelijk heid opnieuw een keuze te maken uit de twee kwotasystemen: Per indivi duele veehouder (systeem A) of per zuivelfabriek (systeem B). Ook de gebondenheid van de kwota aan de grond vraagt aandacht. "In de februarivergadering van het Landbouwschap zullen wij hierover moeten praten en de richting bepa len. Als wij het beleid willen beïn vloeden, dan zullen we ruim vóór 1 april moeten zeggen wat we willen. In het verleden hebben we weieens teveel achter de feiten aangelopen en alleen maar gezegd wat we niet wil len. We zullen nu heel duidelijk met ons water voor de dokter moeten komen", zegt Schouten. Bij het maken van een keuze tussen systeem A en B lijkt men in veehou derijkringen nu de voorkeur te heb ben voor een kwotering per fabriek. "Persoonlijk voel ik daar ook wel voor, maar ik ben er tegenstander van wanneer dit zou leiden tot een soort mengprijs, waarbij de veehou der die het kalm aan doet moet meebetalen voor een veehouder die zijn produktie flink uitbreidt". Ook een Europese opkoopregeling is volgens Schouten bespreekbaar, waarbij er dan wel gewaakt moet worden dat de totale Europese melkproduktie zoveel afneemt dat bij een herstel van de zuivelmarkten de EG niet zou kunnen eksporteren. Bartele A. Bokma ongeveer de helft afkomstig uit de melkveehouderijsektor. Bij de SEV- diensten leeft de verwachting dat het aantal probleemgevallen in de melkveehouderij (superheffing) maar ook in de akkerbouw aanzien lijk zal toenemen. De gebondenheid van de kwota aan de grond is momenteel in diskussie. De Kommissie Voorlichting is nog niet tot een definitief oordeel geko men. Een versoepeling van de gebon denheid is uit oogpunt van bedrijf sontwikkeling aan te bevelen. Ondui delijk is echter wat de fiskale gevol gen van een versoepeling zijn, met name moet hier gedacht worden aan de bedrijfsovername. Drs. A.A. Jaarsma "Naar aanleiding van de zeer ernsti ge gevolgen die de huidige uitwer king van de Beschikking Superhef fing voor onze bedrijven heeft, willen wij u hierbij enkele voorstellen tot alternatieven aandragen om tot een meer eerlijker verdeling van het Ne derlandse kwotum over de Neder landse melkveehouders te komen. Er is door de Minister van Land bouw de heer Braks altijd gezegd dat er geen bedrijven failliet mogen gaan door de superheffing. Daar willen wij de Minister graag aan houden. Ons is uit eigen ervaring gebleken dat bij de huidige uitwerking van de Beschikking Superheffing wel dege lijk een aantal bedrijven kapot gaat, puur en alleen aan de gevolgen van de superheffing. Om dit të voorko men is naar onze mening een indivi duele beoordeling van alle pro bleemgevallen noodzakelijk. Onze bezwaren richten zich vooral op de problemen die ontstaan bij starters en bedrijfsopvolgers. In die gevallen van een dreigend faillisse ment moeten snel en adekwaat, dat wil zeggen nog geldend voor dit melkjaar, maatregelen genomen worden. Hieronder noemen wij de punten waar ons inziens aan moet worden voldaan om een betere rege ling te krijgen voor jonge, sinds kort gestarte melkveehouders. a. Voor probleemgevallen onthef fing van de %- en 50% regeling b. Voor starters afschaffing van de 10% regeling. Een beginnend on dernemer kan het niet lijden dat zomaar 10% ekstra van de pro- duktiekapaciteit wordt wegge vaagd. c. Bij uitbreidingsinvesteringen neemt men het voorafgaande jaar Met onmiddellijke ingang is het ver boden om in de regio Oss varkens te vervoeren om te voorkomen dat de varkenspest in dat gebied zich kan uitbreiden. Alle biggen van twee weken oud moeten bovendien wor den ingeënt tegen de ziekte. Dit moet voor 5 februari gebeuren. Staatsse- kretaris Ploeg (landbouw) heeft dit besluit dinsdag bekend gemaakt. Het vervoerverbod geldt voor het gebied dat binnen de denkbeeldige lijnen Uden-Gennep-Mook-rivier de Maas-Hedel-Den Bosch-Oss-Uden ligt. Het verbod geldt niet voor var kens van buiten dit gebied, die naar een slachthuis binnen de begrenzing worden gebracht. als referentiejaar. Bij overname hebben we vaak te maken met al of niet om gezondheidsredenen "freewheëlende" ouders of schoonouders, waaruit voor de bedrijfsopvolger een te laag kwo tum voortvloeit. Deze bedrijven moeten beoordeeld worden op een rentabiliteitsbegroting of moeten 5500 kg melk per stand plaats of 15.000 kg melk per ha toegewezen krijgen. d. Waarom komen alleen investe ringen in ekstra-standplaatsen in aanmerking voor ekstra melk? Bedrijfsopvolgers investeren vaak grote bedragen terwijl er wel voldoende standplaatsen aanwe zig zijn (ongebruikt!). Zij krijgen hiervoor echter geen ekstra melk terwijl zij minder bijdragen aan het zuiveloverschot dan degenen die investeringen in ekstra stand plaatsen. 1 e. Er mag geen superheffing geïnd worden als er nog een beroeps schrift loopt. Dit om achteraf on nodige schade of zelfs faillisse menten te voorkomen. f. De 10% regeling uit artikel 12 is voor starters en uiterwaarden- boeren te zwaar. De onlangs in het leven geroepen liquiditeits- overbruggingsfinanciering, de zogenaamde LOF-regeling, biedt in zijn huidige vorm voor starters en bedrijfsopvolgers geen soe laas. Het resultaat is alleen groter wordende schulden, terwijl er geen strukturele verbeteringen plaats vinden. De LOF-regeling met een daaraan gekoppelde toe wijzing van het benodigde ekstra kwotum is wel een oplossing. Wij vinden echter dat het begrip "niet-levensvatbaar zijn" niet van toepassing mag zijn op de groep bedrijven die door de huidige uitwerking van de superheffing in de problemen zijn gekomen. De ze bedrijven moeten via een in dividuele beoordeling ekstra melk toegewezen krijgen. In de praktijk is het namelijk gebleken dat het merendeel van niet-le- vens-vatbaar verklaarde bedrij ven op den duur toch weer ge zond blijkt te zijn. Vanzelfsprekend zijn wij bereid één en ander nader toe te lichten. Ver trouwende dat u naar aanleiding van dit schrijven spoedig uw invloed aanwendt om aan deze voor velen onhoudbare situatie een eind te ma ken, zien wij met belangstelling uw reaktie tegemoet. Namens de groep "Samen sta je niet alleen" Ida Tolboom Berend van Noord Martien Spitzen 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 11