Meer dan honderd laboratoria uit hele wereld krijgen voorgewasanalyse "rapportcijfers" uit Wageningen Genenbank verzamelt zaden voor veredeling van gewassen Rassenadvisering Kleine Gewassen- kommissie Vollegrond NTS Minister voor ontwikkelingssamenwerking kent subsidie toe Uitsterven wilde soorten gevaarlijk Clipper nieuw snijmaisras Internationale DLG-vaktentoonstelling "Agritechnica '85" in Frankfort Verspreid over de wereld zijn er meer dan honderd laboratoria voor chemische analyse van gewassen, die hun uitkomsten zes maal per jaar naar de Landbouwhogeschool sturen. In totaal gaat het om gegevens uit veertig landen die in Wageningen met elkaar vergeleken worden. Na een statistische bewerking per komputer gaan de resultaten terug naar de deelnemende laboratoria. Meet-uitkomsten die ver buiten de ge middelde meetwaarde figgen, worden gemerkt met een of meer sterret jes; die uitschieters zijn meestal een indikatie dat het betreffende la boratorium de analysemethode niet goed onder de knie heeft. Bij di verse stappen in de meetprocedure kunnen namelijk fouten gemaakt worden, met onbetrouwbare resultaten als gevolg. De Landbouwhoge school kan nu de deelnemende laboratoria de zekerheid geven dat ze op het goede spoor zitten, of juist niet. Ze krijgen dus een soort "rapport cijfer". De bepaling van het gehalte aan ele menten als stikstof, kalium, fosfor, maar ook van de veel minder be kende spore-elementen als koper, mangaan en zink, is van groot belang voor de verbetering van de land- bouwproduktie, maar ook voor het voedingsbeleid ter plaatse. De Mi nister voor ontwikkelingssamenwer king heeft daarom de Wageningse vakgroep bodemkunde en plante- voeding, die dit projekt onderhan den heeft, zojuist een subsidie toege zegd. Hierdoor zijn de deelnemers voorlopig verzekerd van een koste loze service. Groei aantal deelnemers Het projekt. dat officieel "Plant Sample Exchange Programma" heet, is sinds het begin (in 1956) gestadig in omvang toegenomen. Het leeu wendeel van de deelnemende instel lingen is in een ontwikkelingsland gevestigd. De analyse van de gewas sen is ook uitgebreid wat betreft het aantal elementen. Het zijn er nu ruim 25, maar organische bestand delen, zoals eiwitten, worden niet bepaald. Verantwoordelijk voor het projekt is dr. V. Houba, die deel uit maakt van de sektie grond- en ge wasanalyse van de Wageningse vak groep. Houba: "Dit werk past volle dig binnen het onderzoeksthema van de sektie, namelijk de ontwikkeling van chemische analysemethoden en de evaluatie daarvan. Als je jezelf in het centrum plaatst, moetje natuur lijk op de hoogte zijn van de nieuwste ontwikkelingen op dit gebied en de Het afwegen van de monsters die naar de diverse laboratoria worden gestuurd De nationale genenbank zal spoedig de deuren openen. Dan heeft Nederland de beschikking over een "bibliotheek" van zaadjes van voornamelijk tuinbouwgewassen, waar iedere serieuze belangstellende zaad voor gewasveredeling kan krijgen. Direkteur J. Hardon van de genenbank, die in Wageningen komt, deelde dit onlangs mee op een studiedag over genetische erosie te Utrecht. Die dag was georganiseerd door de derde wereld aktiegroep: Nieuwe Internationale Orde. Een genenbank voor landbouwge wassen is hard nodig want het verd wijnen van gewasvariëteiten kan de wereldvoedselvoorziening bedrei gen. Een groot aantal wilde land bouwgewassen is uitgestorven. Die planten zijn hard nodig voor het kweken van nieuwe gewassen. Het verlies aan erfelijk materiaal wordt samengevat met het woord: geneti sche erosie. Eeuwenlang hebben de boeren zelf de beste soorten gewas gekweekt. Van de oogst werd het beste zaad gebruikt voor het volgend jaar. Hierdoor ontstonden van een gewas op aarde allerlei variëteiten. Onder zoek toonde aan dat vijftig jaar gele den in India dertigduizend rijstras- sen groeiden. Mede door de komst van de zoge noemde groene revolutie, verander de dit. Uit het westen kwam zaai goed. dat een hoge opbrengst garan deerde. Het gewas werd op veel plaatsen aangeplant en de opbrengst steeg. De nieuwe soort verdrong echter de plaatselijke soorten. Zo schat de eer der genoemde studie dat over vijftien jaar slechts vijftig rijstrassen in India zullen groeien. Een groot deel van de rijstsoorten is dan uitgestorven. Dat erfelijk materiaal (genen) is voor goed verloren. De natuur doet er lang over om zelf nieuwe genen te 22 produceren. Ook de Nederlandse landbouw is eentonig. 74 procent van de suikerbieten bestaat uit één soort. Van alle tarwe bestaat 88 procent uit twee soorten. Die eentonigheid is gevaarlijk. Als een insekt eenmaal vat krijgt op het gewas is de ellende niet te overzien. Rampen vanwege de soortenarme teelt van gewassen hebben zich ook in het verleden regelmatig voorge daan. De bekendste is de hongers nood in Ierland (1845-1851), die twee miljoen Ieren uiteindelijk het leven kostte. In heel Ierland groeide slechts één variëteit aardappel (een plant die uit de Andes komt). Toen die soort niet bestand bleek tegen een schimmel, ging de oogst in het hele land verloren. Direkteur van de genenbank Har don: "We moeten de waarde van de wilde soocten niet onderschatten. Men zocht zich bijvoorbeeld suf naar rijst die bestand was tegen een be paald soort virus. Uiteindelijk vond men dit in een obskuur wild rasje in Noord-India. Dat zat daar toevallig in een kollektie". Wereldwijd Is het niet fatalistisch te stellen dat de wereldvoedselvoorziening gevaar kan lopen? Hardon: "Inderdaad, maar op de lange duur is het gevaar reeël. Een gewastype, dat wereldwijd J. Hardon groeit, kan ineens besmet raken en uitsterven. Als een wilde, resistente soort niet meer aanwezig is, kun je dat gewas niet redden". Opslag van de genen van "de wilde gewassen is derhalve hard nodig. Overal in de wereld verrijzen genen- banken. Er zijn ook andere moge lijkheden. Als alternatief voor een genenbank kunnen de planten wor den beschermd in natuurreservaten. Die gebieden zijn echter kwetsbaar en kunnen door langdurige droogte of de fout van een projektontwikke- laar verdwijnen. H. Hobbelink, die namens een inter nationale derde wereld-aktiegroep IC DA sprak, presenteerde op de studiedag een derde mogelijkheid. Hij vond zowel de genenbank als de natuurreservaten zinnig, maar wees op een ontwikkeling in Nicaragua. Daar willen de autoriteiten dat boe ren niet de meestal uit de Verenigde Staten afkomstige gewassen telen, maar de lokale soorten gebruiken. Per dorp wordt een plantenverede- laar aangesteld die nieuwe en betere soorten probeert te kweken die plaatselijk het best willen groeien. De verschillende gewassoorten zul len zo blijven doorleven. (Volkskrant, 8-12-'84) methoden grondig kennen. De kos teloze overdracht van deze direkt toepasbare kennis naar ontwikke lingslanden is een belangrijke steun voor die landen. Dankzij de medewerking van de Landbouwhogeschool en de bijdrage van de overheid, die ons nu is toege kend. kunnen wij deze mondiale service voortzetten en misschien uit breiden qua aantal participerende laboratoria. Meer deelnemers bete kent maar een relatief kleine toena me van de kosten, terwijl de be trouwbaarheid van de vergelijking toeneemt. In principe geldt: hoe meer deelnemers hoe beter". Per post Om de twee maanden worden er zes gewasmonsters per deelnemer vanuit Wageningen de wereld rondges tuurd. Om een objektieve vergelij king mogelijk te maken moeten de monsters natuurlijk van dezelfde herkomst en van hetzelfde gewas zijn. Zo wordt in Wageningen een hoeveelheid spinazie, rode bieten of rogge voor verzending geprepareerd en gaan er vervolgens ruim zeshon derd goed verpakte monsters via de post naar de deelnemers. Het mon stermateriaal is gedroogd en van eventuele ziektekiemen ontdaan. Een bijgesloten formulier vermeldt nauwkeurig de inhoud van het pakje om problemen bij de grens te voor komen. Ieder laboratorium bepaalt in het monster alleen die elementen die het belangrijk vindt en stuurt zijn meetresultaten naar de Landbouw hogeschool. Na een bewerking van de cijfers blijkt welke metingen sterk van het gemiddelde afwijken en hoe groot de spreiding in de gegevens als geheel is. De deelnemende laborato ria krijgen vervolgens een overzicht toegestuurd waarop zij hun skore te rug kunnen vinden. Iedere deelne mer wordt daarop anoniem rpet een nummer aangeduid. Bovendien wordt er jaarlijks een verslag samen gesteld. Dr. Houba: "Ook voor instellingen in Nederland is zo'n toets nuttig. Daarvan zouden er best wat meer mee kunnen doen. Keuringsdiensten van waren zouden er bijvoorbeeld hun voordeel mee kunnen doen, maar die zitten nog maar ten dele in ons bestand". Charles Crombach (uit: Nieuws uit Wageninge- N Tijdens haar laatst gehouden bijeen komst heeft de Kleine Gewaskom missie Vollegrond NTS uitvoerig stil gestaan bij de rassenadvisering van vooral de "nieuwe gewassen". Jaar lijks stelt de kommissie een advies op wat er voor 1985 als volgt uitziet: Krulandijvie President (gehele sei zoen en Ilda (herfst); Eikenbladsla: RS 832575; Bindsla groen:Barcarolle blank: Blanke zelfsluitende Paris White; Paksoi: RSA 112 en Japro; Bosui: Buffalo (vroeg) en White Keeper (zomer); Courgette groen: Elite (windgevoelig) en Senator, geel: Eldorado; Patisson: Peter Pan. Patty Pan en Custard Yellow; Peu len: Rekord; Suikerpeulen: Early Snap, Deliket (volvelds) en Suger Snap (aan gaas); Radicchio rosso: Augusto en Otello. Het PAGV zal in een publikatie op de rassenkeuze van kleine en nieuwe gewassen ingaan. Tuinbouwplantenteelt Niet alleen op de onderzoekinstel lingen, maar ook bij de Landbouw Hogeschool vakgroep Tuinbouw plantenteelt wordt veel aandacht besteed aan kleine en nieuwe gewas sen, maar ook aan andere teeltvor- men. Zo werkt men bijvoorbeeld aan de teelt van asperge op water. Op het gebied van nieuwe gewassen wordt gewerkt aan onder andere paksoi en lamsoor. Een goede zaak vindt de kommissie het dat ook studenten al worden betrokken bij de ontwikke lingen op het gebied van nieuwe ge wassen. Het jaar 1984 Voor de meeste nieuwe gewassen kunnen we terugkijken op een rede lijkjaar. De teelt en prijsvorming van onder andere eikenbladsla, paksoi en broccoli waren goed te noemen. Teelttechnisch hebben we weer de nodige ervaringen opgedaan. Dit geldt zeker ook voor knolvenkel, bleekselderij, courgette en suiker- mais. We zien dat een aantal van ge noemde nieuwe gewassen min of meer een vaste plaats heeft gekregen in het pakket van vollegrondsgroen- te. En dat kunnen we als een goede zaak betitelen. Ceres Groningen B.V., een jonge naam in agrarisch Nederland - en werkmaatschappij van B.V. Land- bouwburo Wiersum te Groningen en de Fa. Clovis Matton uit België - houdt zich speciaal bezig met de be proeving, introduktie en verkoop van nieuwe maisrassen in Neder land. Het eerste zojuist officieel toegelaten ras dat deze firma op de nederlandse markt brengt is Clipper snijmais. Clipper zal in de officiële Rassenlijst 1985 als enig ras prijken in de kate- gorie vroegrijpe rassen. In alle raseigenschappen toont Clip per goede tot zeer goede cijfers en ook in drogestof-opbrengst behoort dit nieuwe ras tot de hoogst-opbren- genden. Het ras wordt door Ceres Groningen B.V. aanbevolen voor uitzaai in het gehele land. waarbij de teelt in Noord-Nederland extra interessant is vanwege de vroegrijpheid. Het zaaizaad bezit een prima kwali teit, doch is voor 1985 nog slechts beperkt leverbaar. Van 25 t/m 29 november 1985 vindt op het jaarbeursterrein te Frankfort aan de Main de "Agritechnica '85" - Internationale DLG-vaktentoonstel- ling voor landbouwtechniek, toebe horen en reserve-onderdelen voor de eerste keer plaats. Georganiseerd wordt dit evenement door de Deut sche Landwirtschafts-Gesellschaft (DLG). die sinds 100 jaar eksposities doorvoert en op een internationaal renommee kan bogen. Daarmee is het startschotf gevallen voor de eerste Duitse speciale ten toonstelling voor landbouwtechniek, die voortaan om de twee jaar aan de Duitse landbouwmachine-industrie de gelegenheid zal bieden, haar pro- dukten te presenteren. Vrijdag 18 januari 1985

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 46