Karwii en blauwmaanzaad:
de vrije vogels van de akkerbouw
Gebrs. Mol b.v.: "Voor de ui van
een goede kwaliteit is toekomst"
Hollandse uientelers - let op uw zaak
Blauwmaanzaad uit een opengebroken zaaddoos (foto v.d. Have b.v.)
Het is niet zo eenvoudig om wat
zicht te krijgen op het marktge-
beuren van de akkerbouwpro-
dukten karwij en blauwmaan
zaad.
Daarom hadden wij - na de
maandagbeurs in Rotterdam,
een gesprek met Henk F. Tijdens,
hoofd van de afdeling Konsump-
tiepeulvruchten en Fijne Zaden
van Cebeco-Handelsraad. De
teelt van het eerst genoemde ge
was vindt voor 60-80% plaats in
het oostelijke deel van Groningen
en de teelt van blauwmaanzaad is
gekonsentreerd in Zuidwest Ne
derland.
In 1925 was het areaal karwei in Ne
derland meer dan 9000 ha. Nu is dat
nog een kleine 20% daarvan. Kar-
wijzaad wordt grotendeels geëkspor-
teerd, vooral naar de Verenigde Sta
ten en West-Duitsland. Karwijzaad
wordt gebruikt voor de winning van
karwijolie, voor het kruiden van
Leidse kaas (i.p.v. komijn), als spe
cerij in brood, gebak en worst, bij het
braden van vlees en bij het bereiden
van groente. Het kan het beste wor
den uitgezaaid onder erwten of spi
nazie. Karwij kan zonder bezwaar
enkele jaren worden bewaard. Het is
een interessant grondverbeterd ge
was in het bouwplan. Wij kennen
karwij ook in een fles verpakt. Een
kummeltje is heerlijk. Karwij is een
uiterst spekulatief gewas, omdat zo
wel de opbrengst als de prijs zeer
grote schommelingen kan vertonen",
aldus Tijdens.
Over spekulatief gesproken: nu
reeds wordt een prijs geboden voor
karwij oogst 1985 - levering augus
tus/september - en zelfs voor oogst
1986, waarvoor in het voorjaar 1985
nog gezaaid moet worden. Dit jaar
heeft karwij een lage opbrengst ge
geven 900 kg tegen 1400 kg in
1983 en 1800 kg in 1982). De prijs
daarentegen was goed, maar die
komt niet alleen onze boeren, maar
ook de handel van het Oostblok ten
goede.
Voor de toekomst verwacht Tijdens
een uitbreiding als tenminste de teelt
van erwten (om de eiwitvoorzie-
ningsgraad in de EG te verhogen)
uitbreiding ondergaat. Over de
prijsverwachting, zonder of met uit
breiding, laat Tijdens zich niet uit.
Puur spekulatief!
Blauwmaanzaad
Blauwmaanzaad is een papaver
soort. Het Hollandse ras levert
blauwmaanzaad bestemd voor de
bereiding van maanzaadkoeken en
maanzaadbroodjes of om er spijsolie
van te maken. Het Hollandse ras
Marianne heeft een te gering gehalte
in het melksap om er opium van te
maken. De laatste jaren wordt er in
Nederland (nu al 800 ha) en andere
West-Europese landen blauwmaan
zaad verbouwd voor specifiek medi
sche doeleinden waarvan het geheim
in het bolkaf zit. De dochteronder
neming Diosynth van Akzo heeft dit
projekt in handen.
Maanzaad behoeft niet blauw te zijn.
Ook grauw en wit (Turkije) komt
voor. Blauwmaanzaad wordt vooral
verbouwd op de Zuid-Westelijke
Zeeklei. Daar past het klimatolo
gisch erg goed, omdat het niet zo
vroeg afrijpt en dan kan Zeeland er
beter (langer) mee uit de voeten dan
het noorden, zegt Tijdens.
In Nederland werd in 1984 een 2500
ha blauwmaanzaad geteeld (in an
dere EG-landen o.a. Frankrijk en
Denemarken in totaal iets minder).
De opbrengst was toen naar schat
ting 1050 kg per ha, tegen 1150 kg in
1983 en 1650 kg in 1982. Als voor
vrucht komen het meest in aanmer
king de granen, de aardappelen en
de suikerbieten. Kunstweide, karwij
en stambonen kunnen ook. Evenals
karwij kan ook blauwmaanzaad lang
bewaard worden. "Mits droog en bij
lage temperaturen" voegt Tijdens toe
"en als er geen mijt in komt".
De markt van blauwmaanzaad
Evenals karwijzaad is blauwmaan
zaad een vrij produkt in de Europese
Gemeenschap. Ook van dit produkt
komen grote hoeveelheden binnen
uit Oost-Europese landen zoals Po
len, Oost-Duitsland, Roemenië, Tje-
choslowakije en Hongarije. Maar
ook uit zogenaamde derde landen
wordt geïmporteerd o.a. uit Australië
en (nu nog) Spanje.
Natuurlijk vreest Tijdens ook hier
een te grote importkraan. Als er gro
te hoeveelheden boven de markt
zweven, komt de prijs van de 3000
ton eigen produktie. waar Cebeco-
Handelsraad het merendeel van ver
handelt, zwaar onder druk. Gelukkig
is er ook veel eksport van blauw
maanzaad. Bijna alles wat h'ier wordt
verbouwd of geïmporteerd, gaat
(weer) de grens over, voor 80% naar
West-Duitsland en de Verenigde
Staten. Toch nemen de Duitsers de
teelt niet over. "Het slaat daar niet
aan, de goede afzetkanalen zijn er
niet en verhouding Oost- en West-
Duitsland speelt mee", zegt Tijdens.
Wij blikken even terug naar de prijs
van blauwmaanzaad. Dit jaar zo'n
225 per 100 kg, de driejaren er voor
tussen de 330 en 375 (groothan-
delsprijzen). De lagere prijs verklaart
Tijdens uit de dumping door Spanje,
door een kleine 5% meer areaal en
hoe kan he ook anders: door de le
veranties door Oostbloklanden.
De vrije vogels
Wie de import- en eksportgegevens
ten opzichte van de eigen produktie-
cijfers van karwij en blauwmaanzaad
gezien heeft, wie het verschil in op
brengst door de jaren heen aan
schouwd heeft, wie de prijsuitschie-
ters naar boven en beneden kent en
wie beseft dat het een "vrij produkt"
is hoeft zich niet te verbazen dat de
vraag komt "Doet een koöperatie als
Cebeco-Handelsraad er goed aan die
handel te bedrijven of kan deze grote
koöperatie daar zoveel invloed mee
uitoefenen dat het goed is voor de
boerenprijs". Even denkt Tijdens na
voordat het antwoord komt: "Als wij
het niet doen, doet een ander het.
Dus doet Cebeco-Handelsraad mee
aan dit internationale spel. Wij heb
ben wel invloed, maar geen beslis
sende greep op dit gebeuren. Er is
afzet genoeg te vinden voor beide
produkten en dat maakt onze deel
name niet spekulatief. Trouwens ko
pen en verkopen proberen wij in een
zo kort mogelijk aktie met elkaar in
evenwicht te brengen. Prijspieken en
spekulanten zijn slecht voor onze te
lers op korte en lange(re) termijn.
Beide gewassen passen goed in het
bouwplan en de teelt is door de bank
genomen financieel aantrekkelijk
gebleken. Dus doen wij als koöpera
tie mee".
Piet Westra
Een perceel blauwmaanzaad
Van uien wordt ook olie gemaakt
Vrijdag 18 januari 1985
N
gevolgen van wat de natuur ons
brengt, ons land ligt nu eenmaal in
een zeeklimaat en daar hebben wij
toch rekening mee te houden.
Rassen
Zeer zeker wanneer we uien willen
blijven telen van een goede kwaliteit
en kleur, zijn in de eerste plaats de
rassen zeer belangrijk, maar ook het
tijdstip van oogsten en binnenhalen
en verdere behandeling na het bin
nenhalen. De goede methoden hier
voor zijn overvloedig bekend en die
gene, die ze niet kent kan ze bij de
SNUIF te weten komen, wie deze
methoden niet wil toepassen kan be
ter geen uien meer telen want dan
doet hij ook schade (door geen goed
produkt af te leveren) aan de andere
telers die de methoden wel goed
gaan toepassen.
SNUIF-methode
De mindere kwaliteit wordt namelijk
in de afzetkanalen, samen met de
goede kwaliteit, gezien als toch be
horende tot de Nederlandse uien en
daarom is het belangrijk om een
goede kwaliteitsui te telen met een
helder goudgele kleur. Dit kan alleen
maar bereikt worden als de boven
aangegeven methode wordt toege
past. (De SNUIF methode dus). Het
is nu al zeer duidelijk dat een goed
produkt beter (en anders toch zeker
goed) betaald wordt. Men behoeft
maar naar Engeland te kijken, de
Johan Mol
Engelsen maken voor hun kwaliteit
en kleur uien een goede prijs. Als de
Engelsen met hun uien op het vaste
land van Europa komen, als ze steeds
meer uien gaan telen en exporteren.
en dat met succes, moeten we niet
vergeten dat ze daarbij een stuk ex
port van Nederland wegnemen en
daarom: "Hollandse uientelers - let
op Uw zaak".
Hoe nu verder met de nog zeer grote
voorraad uien van de oogst 1984-
1985? Het is in ieder geval aanbeve
lingswaardig het beste wat we nog
hebben zo goed als maar mogelijk is
klaar te maken teneinde aan de nor
men van klasse II NL te voldoen en
die uien te exporteren, het overblij
vende deel moet dan voor de industrie
worden bestemd, voor zover er hier
plaats voor is.
Verder kunnen we alleen maar hopen
dat het jaar 1985 betere omstandig
heden zal brengen om een goede ui te
telen, en niet alleen te telen, maar
ook te oogsten en te bewaren. Dan is
de zaak voor de Nederlandse uien nog
geen verloren zaak en zullen de om
standigheden van de oogst 1984-1985
ook weer vlug vergeten zijn.
Johan Mol
President-direkteur Gebr. Mol b.v. 's
Gravenpolder
Zo vlot als de uien van de oogst
1983-1984 weggingen voor hoge prij
zen, zo bedroevend slecht loopt het
met de oogst van nu. Door het inval
len van de vorst komt hier echter tij
delijk wel wat verandering in. Wat is
daarvan de oorzaak?
Hiervoor zijn verschillende oorzaken
aan te wijzen. De groei van de uien in
het voorjaar en in de zomer kwam
laat op gang, maar door het gunstige
weer in juli en augustus is er een zeer
grote uienoogst gegroeid, en wel van
uitstekende kwaliteit. De verwach
tingen voorspelden een uienoogst in
hoeveelheid, in kwaliteit en in kleur,
die wij hier in Nederland in die om
vang nog no'oit hadden gekend.
Maar alles zat nog in de grond toen
de weersomstandigheden verander
den en wel in die richting dat er dag
voor dag grote hoeveelheden regen
vielen, deze regen viel haast overal in
het land waar uien geteeld worden.
Er was toen geen sprake meer van
om op een behoorlijke manier uien
voor opslag binnen te halen. De
mooie kleur was weg en veel uien
vertonen - zowel in in- als uitwendig
rottingsverschijnselen. Dit zijn alle
Uien zijn er in vele soorten en maten. Ze worden onbewerkt of verwerkt op de -
vooral buitenlandse - markt gebracht in grote en kleine porties.