"Landbouworganisaties zullen als soort konsumentenbond objektiviteit voorlichting moeten bewaken" Pas afgetreden president-direkteur D.J. van der Have: Zojuist verschenen J.D. v.d. Have: "Zeeuw in zaaizaden" De komende jaren zal het partikuliere en koöperatieve bedrijfsleven zich steeds meer en steeds nadrukkelijker bezig gaan houden met de voorlichting aan de boer zowel in groepsverband als individueel. Wij richten ons daar als bedrijf ook steeds meer op. Gezien de wat terug lopende mankracht bij de Rijkslandbouwvoorlichtingsdiensten is het zeer gewenst dat er tussen deze diensten en het bedrijfsleven een in tensief en veelvuldig kontakt gaat ontstaan. In belang van beide. Ook voor de landbouworganisaties ligt hier een belangrijke ta3k. Zij zullen als een soort konsumentenbond aan de bel moeten trekken als de objektiviteit van de voorlichting door welke oorzaak ook in het gedrang komt". Zo ziet de heer Daniel J. van der Have (65) de pas afgetreden presi dent-direkteur van het Koninklijk Kweekbedrijf en Zaadhandel D.J. van der Have te Kapelle, globaal de ontwikkelingen in de landbouw voorlichting. Naast een bijzonder waardevol in stituut als proefboerderij de Rust- hoeve - "de landbouw mag een ver dere inkrimping van financiën en mankracht niét meer toestaan" zul len ook de resultaten van de kweek- bedrijven in ons land direkter bij de boer moeten worden gebracht, zo meent hij. Aan de medewerkers van de voorlichtingsdiensten zullen steeds hogere eisen worden gesteld èn omdat de teler deskundiger en kritischer wordt en omdat hij op zijn weg ook de zeer gespecialiseerde kollega's van het bedrijfsleven tegenkomt. "Daarom zie ik een goed kontakt met de voorlichtingsdienst en een wederzijdse uitwisseling van ervaringen met dit waardevolle in stituut voor de nabije toekomst als een absolute voorwaarde. Dat het steeds moeilijker wordt om de boe ren individueel te bezoeken hoeft niet zo'n punt te zijn. "Onze boeren zijn voldoende geschoold om uit de groeps- en algemene voorlichting datgene op te pakken wat van hun gading is. Dat is bijvoorbeeld ook het geval waar het de rassenontwikke- ling bij de wintertarwe betreft. Een boer zal onmiddelijk een nieuw ras pakken als het beter is. Dat hij tot nu toe de voorkeur heeft gegeven aan rassen met hoge opbrengsten is logisch immers de bakkwaliteit is tot nu toe nog nooit door de konsument betaald. Dat de bakkwaliteit een grotere rol gaat spelen is voor ons geen probleem. Wij zijn daar klaar voor met ons veredelingsprogram- ma. Bij ons geldt: als je er aan werkt, komt het. Wat brouwgerst betreft schort het volgens ir. Van der Have tot nu toe nog steeds aan een aksep- tabele betaling. De brouwers en mouters zijn erg kommercieel. Hij wijst wat het veredelingswerk betreft ook op wat Cebeco-Handelsraad met de erwten heeft gedaan: fantastisch. Nuchterheid Het gesprek met de Zeeuwse captain of industry vindt plaats in een sober ingerichte direktiekamer. Sinds de spektakulaire na-oorlogse groei heeft dit vertrek al vele andere bestem mingen gehad, zelfs magazijnruimte. Het tekent zijn mentaliteit: vanuit een zakelijke nuchterheid heeft hij tijdens zijn bewind veel investerin gen gedaan maar niet dan nadat ze tot en met waren gescreend op nut, noodzaak en efficiency. "Mijnheer Daan" zoals het perso neel hem noemt, ter onderscheiding van zijn broer en de eveneens in het bedrijf werkende zoon Adriaan, heeft zijn loopbaan bij het vroegere familiebedrijf - sinds 1977 is Van der Have een dochter van de Suiker Unie - in het zelfde vertrek afgeslo ten als waar hij in 1946 als lid van de direktie begon. Vanuit de direktie kamer heeft hij een uitzicht op de tuin beneden en op de boomgaarden aan de andere kant van de weg. Ik geniet er steeds weer van als de veel- reizende manager er tenminste is. Ik kan dan minutenlang staan kijken naar de ransuilen die vaak vlakbij de koniferen zitten. En bescheiden glimlachend; "Misschien heb ik daaraan wel enige wijsheid te dan ken. Want over wijsheid en besluit vaardigheid moet je in een snel groeiend bedrijf als het onze wel be schikken. Van der Have geeft toe de wijsheid bepaald niet in pacht te hebben gehad en zeker niet alleen. Op verzoek van de moedermaat- schappij Suiker Unie U.A. te Breda is ter gelegenheid van zijn pensionering een boekje samen gesteld over de president-direk teur van Van der Have's Ko ninklijk Kweekbedrijf en Zaad- handel BV de heer D.J. van der Have. Het heet "Zeeuw in zaai zaden". De auteur ir. M.A. Geuze die jarenlang kommissaris is ge weest bij de Kapelse onderne ming en de Zeeuwse industrieel goed moet hebben leren kennen, verklaart de uitgave in het voor woord als volgt: "We hebben in Zeeland niet veel grote bedrijven en het vastleggen van een stukje geschiedenis via een overigens bescheiden gehouden levensbe schrijving van een van de leiden de figuren over een periode waarin dit bedrijf zijn vleugels zozeer heeft weten uit te slaan, kan waarde behouden". Het boek dat ca. 125 bladzijden telt en verlucht is met talrijke fo to's valt in feite in drie delen uiteen: het eerste deel heeft vooral de persoon Daniël Johan nes van der Have tot onderwerp en begint bij zijn schooljaren, verhaalt over de oorlog, zijn gezin en het vele reizen en trekken dat zijn latere funktie als direkteur met zich mee bracht. In het twee de deel een dialoog tussen de aii- Ons bedrijf heeft zich zo voorspoedig kunnen ontwikkelen dankzij mijn naaste medewerkers, het personeel en de goede vertrouwensrelatie met de vele kapabele vermeerderaars in ons eigen land en in het buitenland. Kwekers Het geheim van de groei van het kweekbedrijf is volgens hem de kwaliteit van de kwekers en de prio riteit die altijd aan het kweekwerk is gegeven. Het geld dat vrijkwam werd daar meteen in geïnvesteerd. Daar voor werd direkt na de oorlog'elke cent omgedraaid. Er is hard gewerkt door kwekers als Hendriksen, Glas, Geling en de jongste generatie. En wat ook belangrijk is, zij hebben al tijd mee gedacht in de kommerciali- sering van het kweekprodukt". Hoewel ir. van der Have niet graag nee zei, moesten er uiteraard veel en vaak knopen worden doorgehakt. Het bedrijf is niet in de chemie ge gaan, niet in de gewasbescherming, en niet in de kunstmest. We zijn, hoewel we een goed ras hadden, ge stopt met voederbieten en over ge stapt naar de suikerbiet. We zijn ge stopt met haver dat we beschouwen als een afgaand gewas. Maar we hebben ook zaken wél gedaan. Zo zijn we in de 50-er jaren begonnen met het kweken van maisrassen om- teur en ir. van der Have over the ma's waarover de oud-direkteur met graagte zal hebben gespro ken zoals ondernemerschap, koöperatie en participatie, kon- kurrentie, selektie van personeel en de N AK (zijn ontboezemingen over sport, Zeeland en rozen zouden wellicht beter op hun plaats zijn geweest in het eerste deel). In het derde deel geven anderen hun visie op D.J. van der Have. Achtereenvolgens zijn dat de af- delingsdirekteur binnenlandse handel G.D. van der Kuyl, de heer J. Sandee beheerder van de vestiging Melissant, M.E.J.E. Schul ex-zaadhandelaar, mr. J.J. van Aartsen ex-kommissaris van de Koningin in Zeeland en ir. M. J. de Bruin voorzitter van de NAK. We missen hier een bij drage van een van de werkne mers. In een "tenslotte" laat van der Have zich optimistisch uit over de toekomst van het bedrijf en zegt hij het Koninklijk kweek bedrijf in het volste vertrouwen over te geven aan zijn opvolgers. "Een man, zo luidt de laatste zin, met een eigen stijl, de eigen stijl van wat men in Zeeland onder een goed ondernemer en een goed mens verstaat". J.W. dat we daar - achteraf terecht - veel toekomst in zagen. Sinds kort zijn we in de zonnebloemen en in de kool- zaadveredeling gestapt. In de wereld belangrijke gewassen en waarvan de teelt van koolzaad als oliehoudend gewas in de EG thans wordt ge steund. Bij de veredeling moet je je trouwens als kweker beperken. "Je kunt je niet verliezen in kleine ge wassen, want het veredelingspro- gramma kost veel geld. Enige tien tallen miljoenen guldens voor een nieuw ras is gauw uitgegeven en in een kommercieel bedrijf moet dat uiteraard terugverdiend worden". Morgen Over de overproduktie bij de granen maakt van der Have zich zorgen. "Op internationaal nivo ziet het er in de granensektor niet zo best uit. Wat dat betreft mogen we hier in het Zuidwesten blij zijn met onze aard appelen en suikerbieten, meent hij en ook met de erwten ofschoon die teelt kunstmatig wordt gestimuleerd. Bij de granen is er na de oorlog overigens zeer veel gebeurd, zo on derstreept de oud-direkteur. Na de oorlog is de produktie van 4 op 8 ton gekomen, het gewas is aanmerkelijk steviger geworden en de ziekteresis tentie is sterk verbeterd. "Dat allerlei nieuwe rassen uit landen rondom ons (Duitsland en Engeland) vanwege de ernstige gebreken door de mand vallen(slechts een uitzondering nl. Marksman), dat realiseert een boer zich nog steeds onvoldoende. Men moet meer vertrouwen hebben in het Nederlands beproevingssysteem dat in de wereld uniek is, en zich niet storten in onnodige risiko's met ras sen die het elders zo goed zouden doen. Over het gewas Triticale als alterna tief is van der Have gedecideerd: goed voor arme (Poolse) lichte gron den maar niet voor onze kwaliteits- gronden. Zoete mais De heer van der Have is zich uiter aard zeer bewust van het nauwe bouwplan van de nederlandse ak kerbouwer. Veel perspektief op ver betering ziet hij op korte termijn niet. Misschien is er nog wat ruimte voor de teelt van voedergewassen op de zandgronden. Wel betreurt hij het dat zoete mais nog niet beter uit de bus is gekomen. "Een heerlijke groente die die in de VS zeer popu lair is. Ikzelf verbouw in de tuin ieder jaar 5 rijen "sweetcorn" zoals ze in de States heggen, heerlijk. Maar moeten we als akkerbouwers niet es wat in tensiever naar andere produkten en verwerkingsmethoden kijken. Ik vraag me wel eens af of we wel aktief genoeg zijn hier in het Zuidwesten, neem nu die zoete mais. Als die bij de konsument aanslaat kun je er erg veel van verbouwen. Je hebt er wel de konservenindustrie bij nodig. Is het niet onze taak, nodigt hij onder nemend agrarisch Zeeland en West- Brabant uit, om de mogelijkheden van zoete mais uit te zoeken en es een kleine proef op te zetten". Een ander gewas dat mogelijk opnieuw toe komst kan krijgen is vlas. De aard peer en hennep zijn als aanvullende gewassen nog nauwelijks serieus te nemen", meent hij, "zeker niet op korte termijn". ir. D.J. van der Have Zoetstoffen Vreest hij niet de opkomst van sui kervervanger, zoals kunstmatige "Voorbands lijkt die vrees volgens mij ongegrond. In Europa bestaat zo'n enorm sterke suikerlobby dat men de teelt van suikerbieten niet prijs zal geven. Ook politici dienen zich voor de instandhouding van de ze teelt in te zetten. Hoewel we biet suiker altijd zullen blijven gebruiken zal het areaal in de toekomst wel iets kleiner worden", verwacht hij. Monopolie Hoe reeël is het gevaar van monop olievorming bij de zaaizaadteelt en veredeling nu enige multinationals deze lukratieve markt hebben ont dekt. Na enig gepeins is zijn reaktie vrij resoluut: "In deze sektor blijft de konkurrentie onverminderd aanwe zig. Vergeet niet:, grote bedrijven grote problemen. Bewijzen voldoen de. De kleinere en middelgrote be drijven zijn niet zo maar uit te scha kelen. Goede gewassen, goed zaai zaad, betrouwbaarheid en kwaliteit zijn in deze bussines van groot be lang en die eigenschappen bezit niet a priori alleen een multinational. Wat dat betreft blijft de beste waar borg voorjcwaliteit en vooruitgang, de vrije konkurrantie, meent hij. Angst voor multinationals is onge grond en hij noemt het uiterst be moedigend dat er steeds meer jonge flinke ondernemers zijn die nieuwe bedrijven oprichten. Biotechnologie "Biotechnologie is een modewoord", zegt van der Have. Is geen wonder middel maar gewoon een nieuwe techniek voor het ontwikkelen van basismateriaal op celnivo. Als na een biologische ingreep een nieuw plantje is ontstaan moet de kweker er nog alles mee doen om het klaar te maken voor de praktijk. Als bedrijf zijn we natuurlijk wel hard met deze nieuwe en veel snellere methode be zig. Een zorgelijke ontwikkeling acht hij het dat men op dit gebied be paalde technieken wil oktrooieren. Dat heeft de plantenveredeling nooit geaksepteerd en moet kost wat kóst ook in de toekomst worden voorko men' niet alleen in het belang van de kweekbedrijven maar zeker ook van de têlers. Hier ligt ook een taak voor de wetgever, voor de overheid dus. Overigens moet de rol van de over heid in het ekonomisch gebeuren in ons land veel minder dominerend zijn. Een overheid moet slechts stimule rend werken door de voorwaarden te scheppen voor goed onderzoek, on derwijs en voorlichting. In de agrari sche sektor heeft dat goed gewerkt want in de agribussines staan we vooraan in de wereld. Dit dankzij een gezonde konkurrentie en de wil om als het erop aan komt ook nog samen te werken ook". Wat die vrije kon kurrentie betreft wil hij toch kwijt het wat kleinzielig van Cebeco te vinden dat de leden-afnemers geen optimale vrijheid van inkoop hebben. "Vrije konkurrentie is uiteindelijk in het belang van de boer en dat is essen tieel". J. Wierenga Vrijdag 18 januari 1985 7

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 31