Idllll"1 Gil
Winterperikelen
zegge en schrijve
zuidelijke landbouw maatschappij
Superheffing 11%?
PBRT
Grondkamer
VRIJDAG 18 JAIN
65e JAARGANG I
tuinbouwblad
Vorst en sneeuw hebben het platteland in hun greep. De aktiviteit van veel boeren is noodgedwongen sterk teruggebracht. Wel is het zaak de waterlei
dingen en het opgeslagen produkt vorstvrij te houden
Het meest besproken onderwerp in het nieuwe jaar is tot
nu toe ongetwijfeld het weer. Koning Winter gaat ook aan
de land- en tuinbouw niet onopgemerkt voorbij. Hopelijk
zullen de positieve effekten het ongemak ruimschoots
goed maken. Ik denk daarbij vooral aan de mogelijke
gunstige effekten van het koude weer op de prijsvorming
van aardappelen, uien en groenten ter kompensatie van
de hogere kosten - van vooral energie - en het ongemak.
Wat het ongemak betreft hoor ik vanuit de praktijk dat
ook het leveren van bijvoorbeeld aardappelen problema
tisch is vanwege de vorst. Ik denk inderdaad dat het
verstandig is goede afspraken te maken over het vorstri-
siko. Het is overigens ook te hopen dat de aardappelen
uiteindelijk toch in goede konditie op hun plaats van
bestemming komen. We hebben tenslotte een naam te
verliezen. Een voordeel van de vorst is weer het gunstige
effekt op de struktuur van de grond en dat is nooit weg na
het gedenkwaardige najaar van 1 984. En voor zover ik
van deskundige zijde heb begrepen kan de wintertarwe er
over het algemeen wel tegen.
Nog voor alle perikelen rond de superheffing '84-'85 zijn
opgelost heeft de minister van landbouw alweer voor
nieuwe onrust gezorgd met zijn bekendmaking dat de
korting per 1 april maar liefst 1 1% zal gaan bedragen
tegen 8,65% nu. De minister heeft dit bod verkocht met
een beroep op de onderlinge solidariteit van de melkvee
houders. Ik ben van mening dat de minister hiermee voor
zichzelf de gemakkelijkste weg heeft gekozen. Een ekstra
verhoging van de korting komt mijns inziens pas aan de
orde nadat gebleken is dat alle andere middelen (of een
kombinatie daarvan) niet het gewenste effekt opleveren.
Deze middelen zijn: een verhoudingsgewijze verhoging
van de melkprijs, stimulering van de melkopkoopregeling
en de mogelijkheid van geleidelijke afbouw van de pro-
duktie. Dit zijn zaken waar de minister zich persoonlijk
sterk voor kan maken in Brussel. Als de minister met
sukses een beroep wil doen op de boerensolidariteit zal
hij dus eerst moeten laten zien dat hij zelf solidair is met
de betrokken boeren.
Het Zeeuwse Provinciaal Beleidsplan voor Rekreatie en
Toerisme (PBRT) wordt op 1 februari door Provinciale
Staten van Zeeland behandeld. Ter voorbereiding op die
behandeling is het PBRT door diverse statenkommissies
besproken. Vorige week vrijdag gebeurde dat in de kom
missie voor Ruimtelijke Ordening (RO). Het deed mij
goed daar te horen dat vrijwel alle frakties uiterst serieus
ingingen op het door ons aangevoerde principiële be
zwaar m.b.t. de'status van het PBRT. Aan het kollege van
Gedeputeerde Staten (GS) werd daarbij veïzocht de ge
vraagde informatie schriftelijk te verstrekken. Gedepu
teerde Staten willen namelijk dat dit plan op hoofdlijnen
nu reeds in werking treedt. Wij zijn echter van mening dat
dit plan zoals gebruikelijk in het kader van een streek
planprocedure eerst moet worden afgewogen tegen an
dere belangen. Het gevaar dreigt anders dat wij voortdu
rend gekonfronteerd worden met plannen die een eigen
leven gaan leiden. Voorbeelden daarvan zijn nu reeds aan
te wijzen. Tot nu toe is GS nog niet inhoudelijk op ons
principiële bezwaar met betrekking tot de status van het
plan ingegaan. Hopelijk zal dat op de valreep alsnog
gebeuren naar aanleiding van de indringende vragen
vanuit de kommissie RO van Provinciale Staten. Dat zal
de duidelijkheid ongetwijfeld ten goede komen.
Bij de diskussie rond de Wet Agrarisch Grondverkeer is
indertijd de rol en samenstelling van de Grondkamer na
drukkelijk aan de orde geweest. Een en ander is uit
eindelijk ten koste gegaan van de boereninvloed in de
Grondkamer. Inmiddels is het voorontwerp- Wet Beheer
Landbouwgronden (WBL) aan de orde. Deze WBL moet
aan het relatienotabeleid een wettelijke basis geven. Op
nieuw komt daarbij de rol van de Grondkamer aan de
orde. De WBL wil namelijk de Grondkamer inschakelen
als instantie voor beroep en geschillen voor beheers- en
onderhoudsovereenkomsten. Afgezien van eventuele ju
ridische en/of organisatorische problemen zet ik hier
toch vraagtekens bij. De taakstelling van de huidige
Grondkamer komt hierbij namelijk duidelijk in het ge
ding. Dit kan zeker ook gevolgen hebben voor de sa
menstelling van de Grondkamer. Ik vind in elk geval dat
wij ons standpunt vroegtijdig moeten bepalen om te
voorkomen dat een en ander ons ontglipt.
Oggel.