Niet zuinigheid maar overschotten
dwingen tot maatregelen
nieuws uit brussel
Zeeland kan op kommerciële basis Vi miljoen m3
mest aanwenden uit overschotgebieden
Vrije markt motto landbouwkommissaris A ndriessen
jan werts - brussel
"Het zal onjuist zijn om de melkkwota en de produktiedrempels voor
granen en andere produkten te verklaren als zijnde bezuinigingen. Het
is naar mijn eerste indrukken op landbouw-politiek terrein namelijk
niet de begroting van de EG waar de schoen wringt. De genomen en nog
te nemen maatregelen tot Europese produktiebeperking bij een reeks
produkten variërend van tabak tot suiker, van melk tot granen en van
krenten tot rundvlees, ze komen allemaal voort uit de marktsituatie.
Dus uit een onevenwicht van produktie en vraag van de konsument.
Daar zit het fout. Ook zonder budgettaire discipline was er een over
schot aan zuivelprodukten, wijn, granen, koolzaad. Misschien moeten
wij het als beleidsmakers in dank aanvaarden dat ook de Europese
begrotingsperikelen ons nu dwingen tot ingrijpen".
Het is de avond van de eerste dag
waarop onze landgenoot mr. Frans
Andriessen (55) de Landbouwporte-
feuille inklusief de Visserij van de
Europese Gemeenschap beheert. Hij
vraagt clementie om nog geen de
tailvragen te hoeven beantwoorden.
Maar de wijze waarop hij op onze
reeks vragen reageert bevestigt dat
Andriessen ook zijn nieuwe om
vangrijke Europese "klus" weer met
doortastendheid zal gaan klaren.
Ooit begon hij zijn loopbaan als
volkshuisvestingsspecialist, vervol
gens als in die materie gespeciali
seerd lid van de Tweede Kamer voor
de Katholieke Volks Partij, later
fraktieleider van die KVP, nog later
één van de leiders van het jonge
CDA, vervolgens minister van Fi
nanciën en tenslotte de afgelopen
vier jaren Europees Kommissaris
voor gezonde konkurrentie-verhou-
dingen in het bedrijfsleven. Die
veelzijdige Andriessen gaat ook de
landbouwproblemen volgende win
ter even open en helder met de
agrarische bevolking voor volle zalen
toelichten als zijn befaamde voor
gangers Mansholt en Lardinois, zo is
onze persoonlijke prognose.
Wat is de filosofie achter het Europees
landbouwbeleid als het de komende
'aren aan landbouwkommissaris An
driessen ligt? Kiest u bijvoorbeeld voor
een veeljarige bevriezing van de zui-
ve lp rijzen om aldus op termijn weer
van de superheffing af te komen?
Andriessen: "Vierjaar lang heb ik de
Europese konkurrentie gedaan. Ik
denk en hoop nooit de indruk te
hebben gewekt, dat het verdelen van
de markt onder de ondernemers via
kwota een hobby van mij is. Ik kies
ook op deze post weer voor een
marktgerichte aanpak. In de zuivel
zit ik er nu eenmaal mee, dat de Eu
ropese ministers sedert 1981 geen
serieus prijsbeleid meer hebben ge
voerd. De keus ging nu alleen nog
tussen een voor de veehouders
onaanvaardbare prijsverlaging van
de melk, of de kwota. Wij kozen voor
het laatste, maar ideaal vind ik dat
zeker niet. Binnen de gegeven poli
tieke mogelijkheden zal ik dus zeker
streven naar een hervatting van een
zo vrij mogelijke produktie".
Rundvlees
In uw rede voor de zuivelbond FNZ in
Breda verklaarde u afgelopen herfst
sprekend over het landbouwbeleid:
"Dat de grenzen aan de groei bereikt
zijn en het ingezette beleid aange
scherpt en gegeneraliseerd zal dienen
te worden". Wat hangt de agrarische
bevolking boven het hoofd?
Andriessen: De vraag is inderdaad of
wij de komende jaren nog weer meer
produktie-ontmoedigende maatre
gelen zullen moeten nemen. Wij
hebben die in de recente jaren al ge
nomen voor suiker, melk, granen,
krenten, rozijnen, verwerkte toma
ten. kool- en raapzaad en zonne
bloemzaad. Er dreigen ook in andere
sektoren, bijvoorbeeld rundvlees,
overschotten. Uiteraard weet ik na
één dag hier te hebben doorgebracht
nog niet wat wij per produkt precies
gaan doen. Wat ik u al wel kan zeg
gen, is steeds te zullen kiezen voor
een zo marktgericht mogelijke bena
dering. Dat is fundamenteel voor
mij. Maar het kan natuurlijk wel zijn
dat de politiek, dus de ministerraad
Vrijdag 11 januari 1985
die uiteindelijk over onze voorstellen
beslist, de aksenten wat verlegt. De
mijne zijn duidelijk: Ik streef naar
een systeem waarbij zoveel mogelijk
de markt (bedoeld is hier dus de
agrariër als producent, J.W.) de be
sluiten neemt.
Wat betekenen voor u de recente af
spraken voor een zogenaamde bud
gettaire discipline?
Andriessen: "Op landbouw-politiek
terrein moeten de uitgaven volgens
die norm minder snel gaan stijgen
dan de inkomsten van de Europese
Gemeenschap. Dat zal echter niet
eenvoudig zijn door te voeren. Het
veronderstelt een zeer restriktief
prijsbeleid en voor de rest ook overal
elders op landbouw-politiek terrein
alle mogelijke zuinigheid".
Kennelijk wil Andriessen tegelijk de
verplichtingen voortvloeiend uit het
EG-Verdrag om "aldus de land
bouwbevolking een redelijk inko
men te verzekeren" (artikel 39.1óók
naleven. Hij verzekert ons tenminste
het huidige landbouwbeleid hoe dan
ook te willen overeind houden.
CD A-Braks Wij vragen A ndriessen
of hij het geen bezwaar vindt dat het
CDA op alle impopulaire maatregelen
wordt aangekeken, aangezien die
partij nu zowel in Den Haag (minister
Braks) als Brussel het landbouwbeleid
grotendeels maakt.
Andriessen: "Er is nu eenmaal een
hervorming van het landbouwbeleid
nodig. Wij kunnen niet doorgaan
met garantieprijzen te geven voor
onbeperkte hoeveelheden produkt.
Nu dat zo is, ligt daar tevens het be
lang van een CDA, met haar grote
aanhang onder de agrarisch be
roepsbevolking. Zodat er in Euro
pees verband wordt gewerkt aan een
andere opzet van de landbouwpoli
tiek op basis van christen-demokra-
tische principes. Als ik zie wat het
CDA vindt van het Europees land
bouwbeleid, dan meen ik dat wat wij
gaan doen daarmee in het algemeen
spoort, al geldt dat uiteraard niet
voor elk detail.
Voor het overige zeg ik: Agrariërs
zijn realisten. Zij zullen best een keer
mopperen als ze worden gekonfron-
teerd met de konsekwenties van een
meer marktgericht landbouwbeleid.
Maar ik denk, dat ook de boeren op
korte termijn en de langere termijn
heel goed met elkaar in verband we
ten te brengen. En dat geldt uiteraard
ook voor de mensen uit het CDA.
"Tenslotte nog dit. Als ik CDA-mi-
nistër Braks in Nederland hoor, dan
is dat een duidelijke onderstreping
van de noodzaak om een meer
marktgericht landbouwbeleid te
gaan voeren, zoals dat dus ook door
Brussel wordt bepleit. Braks en ik
zijn het dus eens. Tenminste over de
grote lijnen".
Andriessen begrijpt in zekere zin
wel, zo geeft hij te verstaan, dat
Braks, met enkele kollega's nu de
verordening van de superheffing op
de melk ontwijkt. "Ik denk dat de
Europese Kommissie te zijner tijd
zeker bereid zal zijn de werking van
het systeem te toetsen aan de realiteit
van de praktijk. Dit ten einde aldus
na te gaan of hier en daar aanpas
singen nodig en mogelijk zijn", zo
kondigt Andriessen meteen al.toe
komstige wijzigingen in de huidige
regeling van de superheffing aan.
mr. F.H.J.J. Andriessen
"Als nu blijkt dat in de regeling van
de kwota dingen zitten die in de
praktijk niet zijn te vertalen, dan
moet je kijken wat je eraan kunt
doen. Maar of je een nieuw kwota-
systeem al halverwege het jaar sub
stantieel moet gaan aanpassen en dit
bovendien nadat wij als Europese
Kommissie de inning al versoepeld
hadden? Wat ik wel al zeker weet is
dat het systeem van de kwota over
eind moet blijven. Maar dan wel zo
dat de praktijk van de veehouderij er
mee kan werken."
Ook buiten het landbouwbeleid zit de
Europese Gemeenschap diep in de
problemen. Gaat de Franse socialisti
sche voorzitter Jacques Delors de hoge
verwachtingen die men algemeen in
Europa van hem heeft waarmaken?
Andriessen: "Ik herinner mij een
uitspraak van onze vroegere premier
Jan de Quay '"t Is beter met de fan
fare te gaan, dan er mee te komen".
De meeste Europese Kommissies ar
riveren hier met enige muziek, maar
verdwijnen na vierjaar in stilte. Ze
ker is dat wij nu al meteen een heel
behoorlijke start hebben gemaakt, zo
signaleert Andriessen niet ten on
rechte.
Ik was lid van de vorige Europese
Kommissie en ga dus daarover niet
oordelen. Maar ik heb wel het gevoel
dat die ploeg soms wat krachtiger
naar buiten had kunnen optreden en
ook wat meer bindend naar de an
dere EG-instellingen toe. Niemand
kan ontkennen dat onze voorzitter
Jacques Delors in Frankrijk hét grote
plechtanker was van de regering.
Waarom zou hij die rol hier nu ook
niet kunnen vervullen? Voor zover
mij bekend is het nooit eerder ge
beurd dat via de voorzitter de porte
feuilles binnen de Kommissie on
derling tevoren al waren verdeeld.
Waarbij wij dan dit keer ook nog re
kening moesten houden met de
kommisarissen die komen nieuw
jaar, zo hoop ik nog steeds, in ver
band met de aansluiting van Spanje
en Portugal erbij komen.
Financiële problematiekt/w pvo-
riteiten?
Allereerste prioriteit is het oplossen
van de financiële en institutionele
ploblematiek. Dat laatste slaat
met name op de moeizame besluit
vorming. Wij zitten nu zelfs in een
situatie waarbij de Europese minis
terraad en het parlement in Straats
burg, waarbij de Europese minister
raad en het parlement in Straatsburg,
die tesamen voor de begroting moe
ten zorgen, het fundamenteel oneens
zijn. Gevolg daarvan is, dat het par
lement de begroting 1985 heeft ver
worpen. Bovendien is er grote heibel
over de budgettaire discipline die de
regeringen wensen door te voeren.
Op de tweede plaats zou Andriessen
wat willen doen aan de trage be
sluitvorming. Dat is ekstra dringend
met de komst van Spanje en Portu
gal. Tot nu toe geldt in heel veel ge
vallen de regel dat pas knopen wor
den doorgehakt wanneer alle tien
(straks twaalf) regeringen daarvoor
rijp zijn. Andriessen bepleit besluit
vorming zonodig per pakket, waarbij
de duidelijke meerderheid ook mag
besluiten. Overal waar een afzon
derlijk land het vitale belang kan in
roepen om de stemming daarover te
verhinderen, zou dan een andere in
stantie (bijvoorbeeld de Europese
Kommissie of het Hof van Justitie)
mede beoordelen of zo'n land het
wel kan maken om hier de hele Eu
ropese voortgang te gaan blokkeren.
Andriessen geeft overigens toe, dat
het niet eenvoudig zal zijn om ooit
weer af te komen van de huidige re
gel, waarbij voornamelijk in unani
miteit, dus met de instemming van
alle regeringen, besluiten vallen. Hij
zou het al een hele vooruitgang vin
den wanneer het principe wordt
aanvaard dat in meer gevallen dan
nu de gekwalificeerde meerderheid
een besluit mag nemen. Alleen al
zo'n afspraak zou het verloop van de
onderhandelingen in Brussel veran
deren, omdat de minderheid dan
weet, dat zij niet straffeloos alsmaar
dwars kan blijven liggen.
Op het terrein van de handel geeft
Andriessen ons te verstaan ook weer
zo "liberaal" mogelijk te willen op
treden.
Niet altijd worden wij als Europese
Gemeenschap ten onrechte bekriti
seerd, zo meent hij. "Maar als ik het
gedrag van de grote handelspartners
elders in de wereld bekijk, dan ko
men wij er in vergelijking met hen
toch niet slecht af. Voor wat de
landbouw betreft is dat al helemaal
niet het geval", zo noteer ik zonder
verwijzing naar de ons Europeanen
regelmatig heftig bekritiserende
Amerikanen. "Het is duidelijk dat de
EG nog steeds de grootste importeur
van landbouwprodukten van de
wereld is. In tal van produkten zijn
wij tegelijk overigens ook 's werelds
grootste eksporteur".
Balans landbouwbeleid//; 1980
publiceerde de Europese Kommissie
haar befaamde Bezinning over het
Gemeenschappelijk Landbouwbe
leidDaarin was toen al haarfijn te
lezen wat er in de eerste helft van de
jaren tachtig op landbouwpolitiekter-
rein allemaal stond te gebeuren. De
met name ook in Nederland veel be
kritiseerde toenmalige landbouwkom
missaris Gunderlach blijkt achteraf
een vervooruitziend man te zijn ge
weest. Voelt u er als kapiteit aan het
Europese landbouwfront voor ook
zo'n balans van het beleid op te stel
len?
Andriessen: Wij hebben weliswaar
als vorige kommissie op basis van die
bezinning geopereerd, maar pas se
dert kort hebben de ministers die
voorstellen willen overnemen. Wij
hebben nu nog maar een half jaar
ervaring met de melkkwota. Nog
maar enkele jaren werken we met de
drempels op de graanteelt en die
voor een aantal zuidelijke produk
ten. Bovendien moeten wij in 1986
als Europese Kommissie uitvoerige
rapporten uitbrengen over de mone
taire kompensaties en ook al gaan
denken over voortzetting van de zui-
velkwota vanaf 1989. Volgend jaar
gaat ook de verordening voor de
suiker op de helling. Ik denk al met al
niet dat 1985 al het jaar wordt voor
een definitieve evaluatie van het be
leid.
In de laatste vergadering in 1984 van
de Provinciale Raad voor de Bedrijfs
ontwikkeling in de landbouw in
Zeeland, is speciaal aandacht ge
schonken aan de mestproblematiek.
Dit onderwerp is uitvoerig aan de or
de geweest in de vergadering van de
Landelijke Raad voor de Bedrijfsont
wikkeling, naar aanleiding van het
rapport van de Kommissie van Advies
inzake de mestproblematiek.
Het rapport signaleert het probleem
van de toenemende mestoverschot
ten, die mede als gevolg van de ko
mende Meststoffenwet buiten de
konsentratiegebieden zullen moeten
worden afgezet. Dit overschot kan
per jaar - afhankelijk van nog nader
vast te stellen normen - 18 min m3
bedragen. Hiervan nemen momen
teel de drie mestbanken slechts een
half miljoen m3 voor hun rekening.
Voorts geeft het rapport een aanbe
veling m.b.t. de financiering van de
mestafzet. Dit zou moeten worden
gerealiseerd door heffingen op te
leggen aan alle mestproducerende
bedrijven, waarvan de hoogte af
hankelijk is van de mate waarin het
bedrijf bijdraagt aan de mestover
schotten.
De diskussie in de Provinciale Raad
spitste zich toe op de inpassing van
mest uit overschotgebieden in de
Zeeuwse landbouw. De voorzitter zei
het van groot belang te achten, dat de
afzet van de mestoverschotten spoe
dig wordt geregeld. Geschat wordt,
dat 35.000 ha in de provincie geschikt
is voor het opbrengen van mest. Men
gaat er echter vanuit, dat op middel
lange termijn de mest niet op alle
bedrijven zal worden benut, zodat bij
een hoeveelheid van 50 m3/ha een
kleine x/i min m3 mest in Zeeland zou
kunnen worden afgezet. Men is van
mening, dat de aanwending van deze
hoeveelheid op grond van land
bouwkundige overwegingen zeker
moet worden gestimuleerd. De mest
afzet moet echter wel op kommer
ciële basis gerealiseerd worden. Ver
der zouden de mest en de aanvoer
ervan aan een aantal eisen moeten
voldoen:
- De prijs moet akseptabel zijn
- De kwaliteit van de mest moet
worden gegarandeerd (kwali
teitsverbetering op de mestpro
ducerende bedrijven is noodza
kelijk)
- De mest moet op een gunstig
tijdstip worden aangewend. Dit
kan worden gerealiseerd d.m.v.
tussenopslagputten. Hiervoor
bestaan naast financiële ook nog
enkele planologische afwegings-
punten
- De hinderwet moet m.b.t. de op
slag en het uitrijden met de nor
male soepelheid worden gehan
teerd.
Half miljoen m3
De voorzitter konkludeerde dat een
half ïnln m3 mest uit de overschotge
bieden in Zeeland afgezet zou kunnen
worden, waarbij zoveel mogelijk aan
de hiervoor genoemde kriteria moet
worden voldaan. Het stimuleren van
mestafname in Zeeland wordt zeker
verantwoord geacht.
De mestproblematiek zal ook in de
Grondkommissie van het Land
bouwschap aan de orde worden ge
steld.
In de vergadering werd besloten het
oordeel van deze kommissie af te
wachten, waarna een werkgroep zal
worden geformeerd, die zal proberen
richting te geven aan de manier,
waarop de afzet van mest in Zeeland
kan worden gerealiseerd en gesti
muleerd.