RICKLEFS
REDENEERT
MET OGEN
EN OREN
OPEN
Duitse boer onder Groningers
I n Oost-Friesland zijn er nauwelijks
studiegroepen en die vergaderen niet
zo aktief. Het gezamenlijk overleg is
daar dus minder. Toch is de "tarwe
van Ricklefs" vooral in de beginjaren
in Groningen een apart begrip ge
weest.
R icklef N. Ricklefs is een Duitse boer die ook een boerderij exploiteert in het Groningse Zuurdijk. Hij lijkt
soms bezig om een Groninger boer te worden van Duitse afkomst, maar toch woont en werkt hij zelf op zijn
boerderij in de Süderpolder bij het Duitse Norden boven Emden. Die boer staat midden in de Groninger
landbouw maar ook midden in de Duitse. Hoe ervaart hij de gelijkenissen en de verschillen tussen boeren in
Duitsland en Groningen? Hij vertelt er van, niet uit statistieken of uit dikke rapporten, maar uit eigen
ervaring als boer op het land. Dat is het onderwerp van de reportage over deze boer met een brede en soms
een aparte kijk.
i
D e boerderij in Duitsland is ook in
ontwikkeling geweest. In Wilhelms
haven had Ricklefs een gemengd
bedrijf met melkvee. Zijn vrouw
hielp mee.
Koffievisite
Ogen en oren
"Door de politieke ontwikkelingen is
het op het ogenblik in Duitsland voor
de boeren beter dan in Nederland".
Omslag
Eenmansbedrijf
Frau Ricklefs
Racklefs boert zelf niet op Zuur
dijk. De bedrijfsleider Toxopeus
neemt de zaken waar. Toch is Ric-
klefs een bekende figuur geworden
in de Marne, het landbouwgebied
rondom Zuurdijk. Hoe komt dat?
Ricklefs: "Ik voel me daar goed
thuis. Natuurlijk wil ik contact heb
ben met de boeren in de streek. Dat
kan door op koffievisite te gaan,
maar op vergaderingen en bijeen
komsten gaat dat sneller, mits je dan
wel even blijft napraten. De Marne
verschilt wat dat betreft belangrijk
met de streek hier. In de Marne ver
gadert de landbouwvereniging "Nij
verheid" te Leens in de winter elke
maand met goede en deskundige
sprekers. Hier is dat twee keer per
jaar en dan komt er weinig uit. In
Groningen is er een tarwestudieclub
die ook op studiereis gaat naar En
geland en Sleeswijk Holstein. Er is
een spuitclub, die naar Frankrijk
ging. Mijn vrouw en ik doen daar
graag aan mee. Bovendien draaien
wij mee met de bedrijfsekonomische
studiegroep van de Groninger Mij.
Dat soort dingen missen wij hier.
De instelling en de geest onder de
boeren in De Marne vind ik daarom
waardevol".
Het teeltsysteem was intensiever dan
in Groningen. Was dat in Oost
Friesland ontstaan?
Ricklefs: "Dat had ik zelf wat uitge
dokterd, samen met de man van de
Plantenziektekundige Dienst hier.
Die ideeën ontstaan door de ogen en
oren open te hebben en door te re
deneren. Mijn systeem voor de tar-
weteelt is toen geboren op grond van
onder meer twee stellingen. De eer
ste: bieten is een intensief gewas. Als
je tarwe ook zo intensief begeleidt,
moet dat tot hogere opbrengsten lei
den. De tweede stelling: aardappelen
houdt je gezond door ze regelmatig
te spuiten. Waarom proberen we in
tarwe niet op dezelfde manier de
schimmels de baas te blijven? Het
antwoord op die vragen, dat ik sa
men met de man van de P.D. zocht,
leidde tot mijn teeltsysteem voor de
tarwe, waar De Marne eerst wat raar
tegen aan keek.
Ik had geen ijzeren teeltsysteem,
maar probeerde steeds wat uit. In de
loop der jaren eksperimenteerde ik
met meer zaaizaad, vroegere zaai en
een bemesting met kopersulfaat, die
als schimmelbestrijder bleek te wer
ken. Ook gebruikte ik soms Man-
meer. Dat is echter niet het gemid
delde. Met een doorsneeopbrengst
van IVi ton is Ricklefs al tevreden.
ontwikkelingen is het op het ogen
blik in Duitsland voor de boeren be
ter dan in Nederland.
Ik verwacht trouwens dat er wel weer
een ommekeer komt. De afzetkana
len voor de speculatieve produkten
Boerderij Freeburg in Zuurdijk, de Groningse vestiging van Ricklefs.
slokt door de stadsuitbreiding. De
stad zorgde voor een andere boerde
rij onder Norden, maar die was met
zijn 40 ha kleiner dan die in Wil
helmshaven. Ricklefs zelf ontving
zijn erfdeel in het voren en kocht
daarvoor een boerderij in Gronin
gen. Om twee redenen viel de keus
op Groningen. In de eerste plaats
was de grond daar in die tijd be-j
langrijk goedkoper dan'thuis. In de
tweede plaats zag hij betere perspec
tieven voor de Nederlandse land
bouw dan voor de Duitse. De Ne
derlandse overheid paste naar zijn
mening even beter op de boeren dan
de Duitse. Bovendien sloeg hij de ei
gen kracht en capaciteiten van de
Nederlandse landbouw hoog aan.
-R-icklefs: "Wij hebben toen wei
tegen elkaar gezegd: Als de kinderen
niet naar school hoefden gingen we
er zelf wonen. Zo goed leek het ons
daar toe. Dat is nu anders. Er is een
omslag geweest. Door de politieke
zijn bijvoorbeeld in Nederland veel
beter dan bij ons".
In de Süderpolder koos hij voor het
eenmansbedrijf met graan en bieten.
Toen het vee weg was ging zijn
vrouw lesgeven. Van 1966 tot 1978
gaf zij les in de biologie aan de drie
hoogste klassen van het Gymnasium.
Ricklefs heeft een typische vrucht
wisseling voor een graanbefrijf. De
globale vruchtwisseling is tarwe-tar-
we-gerst-bieten. De grotendeels za-
velige grond van zijn bedrijf kan dit
wel hebben. Ricklefs heeft ook een
perceel waar al 14 jaar achter elkaar
tarwe wordt geteeld. Met een beetje
extra aandacht (o.a. 2-3 baal
17-17-17 in de herfst) haalt ook dit
perceel topopbrengsten van 8 ton en
Melkveehouders uit Wiesmoor rijden 60 km om het stro bij Ricklefs uit de Süderpolder te halen.
en
boerin in de Ost-Friese Süderpolder,
R-icklefs is 56 jaar. Hij trouwde in
1955 met dr. Kate Scheer, een biolo
ge uit Hamburg. Nu studeert de zoon
van 27 landbouw in Göttingen, het
Duitse Wageningen. Hij hoopt land
bouwingenieur te worden en daarna
boer. Hij houdt van de vrijheid en de
zelfstandigheid en zal daarom niet
gauw een ambtelijke baan kiezen.
De dochter is 25 en studeert ger-
maanse talen en cultuurwetenschap.
Het gezin begon het boerenbestaan
in 1955 nabij Wilhelmshaven op een
boerderij die zij van vader Ricklefs
huurden.
Deze boerderij werd in 1965 opge-'
De heer en mevrouw Ricklefs. Boer
maar ook thuis in Groningen.
Frau Ricklefs is de boerin in
Süderpolder. Maar niet van
huis uit. Zij groeide op in
Hamburg. Studeerde
biologie en promoveerde tot
doctor. Officieel dus dr. Kate
Ricklefs-Scheer. Haar studie
benutte ze door bij het Institut
für Marschen- und Wurten-
forschung o.a. wetenschappe
lijk onderzoek te verrichten
bij de afgraving van terpen.
Vooral de zaden hadden
daarbij haar aandacht. De za
den kunnen veel vertellen
over de eetgewoonten en de
materialen die de mensen ge
bruikten.
Later werkte ze voor de na
tuurbescherming van de Oost
Friese Waddeneilanden. Nu
is ze met hart en ziel boerin.
Zij is de praatpaal voor haar
man, maar dan een praatpaal
die wel antwoord geeft.
Diskussies van het echtpaar
Ricklefs over bijvoorbeeld
gewasbescherming duren
daarom soms tot half vier 's
nachts. De biologie-achter-
grond van"zijn vrouw is daar
door aanwezig in de teeltsys
temen die Ricklefs toepast. De
vruchtbare tweegesprekken
tussen boer en boerin worden
nog versterkt doordat me
vrouw Ricklefs veel meegaat
naar de landbouwvergaderin-
gen en de studiebijeenkom
sten. In de gezamenlijke ge
sprekken om de keukentafel
wordt alles wat zij daar ge
waar werden verwerkt en ge
toetst voor het eigen bedrijf.
Kortom Kate Ricklefs is een
boerin die naast haar werk,
meedenkt, meepraat en mee
beslist.
12
Vrijdag 11 januari 1985