Weer paard op stal Kans op grote drijfmestvijver van 3000 kuub Paarden in regeling identifikatie ert registratie Milieu Nieuws Aandelen Wat is de beste aanpak voor een identifikatie- en registratierege ling voor paarden of pony's? De ze vraag komt op korte termijn aan de orde in de afdeling Paar- denhouderij. Een dergelijke re geling zou via de Gezondheids wet voor Dieren in praktijk ge bracht kunnen worden. Er zijn en worden nog proeven genomen en het lijkt erop dat een merk in de hals net onder de manenkam het best wordt geaccepteerd. Zo'n nummer zou er dan koud (met behulp van vloeibare stikstof) in gebrand worden. Van de onge veer 12.000 rijpaarden en 2.000 tuigpaarden worden er jaarlijks rond 10.000 bij de boeren gefokt. De onder de Paardenwet ressor terende Beschikking en het Be sluit worden trouwens gewijzigd. De herziening van de uit 1939 daterende wet zal onder meer in houden dat de stamboeken meer mogelijkheden krijgen om de keuringen meer in overeenstem ming te brengen met hun eigen selektieschema's. Dit onderdeel komt in de afdeling ter sprake, evenals het toezicht (kontrole) op de fokkerij, die bij het Land bouwschap komt te liggen. Verschillende boeren krijgen weer een paard op stal. Het gaat daarbij niet om een "eigen paard", maar om dieren van een ander. Het blijkt namelijk, dat steeds meer particulieren bij boeren aanklop pen met de vraag of ze hun rij- of tuigpaard op de boerderij mogen onderbrengen. Op menige boerderij is die ruimte aanwezig, omdat de oude stal leeg is komen te staan na het bouwen van een nieuwe ligbox- enstal. Tegen betaling wordt die plek nu benut voor paarden of pony's. Daarvoor is het de laatste jaren steeds moeilijker geworden om in maneges en pensionbedrij- ven stalruimte te vinden. De lege stal in de boerderij is wat dat be treft een uitkomst. Ing. W.A. Heinsbroek, bedrijfs- voorlichter paardenhouderij, sig naleerde deze ontwikkeling tij dens een bespreking in de Pro vinciale Raad voor de Bedrijf sontwikkeling in de Landbouw. Hij gaf daarbij een toelichting op de voorlichting in de paarden houderij, die zich toespitst op fokbedrijven, manege- en pen- sionbedrijven, de handel en be drijven die willen uitbreiden. Ing. Heinsbroek stelde vast, dat het beleid van de belastingen proble men oplevert voor landbouw be drijven met paardenhouderij als neventak. De fiscus roomt de verdiensten op de paardenhou derij te veel af. Op een paar plaatsen in Nederland hebben loonbedrijven of een boer een drijf mestvijver aangelegd. Ze dienen als voorbeeld voor Wijhe, waar de boeren de handen ineenslaan om een gezamenlijke mestopslag te krijgen. van de heer Knol voor om in de winter de mest in een grote vijver op te slaan. Een bijkomend voordeel van de mes topslag is volgens de bedrijfsvoor- lichter, dat het milieu ermee is ge diend. "Vaak krijg je van milieukant te horen, dat veel mest die in de win ter wordt uitgereden, uitspoelt en in het water terechtkomt. Als je mest j echter op een gunstige tijd op het land brengt, heb je dat probleem niet", merkt de heer Knol op. Aan de andere kant kan een drijfmestvijver ook hinder aan het milieu opleveren in de vorm van stank. "Dat zal reuze meevallen. Er ontstaat op die mest- vijfer een koek, die geen lucht door laat. Pas als de mest op het land moet worden gebracht, zal men wat ruiken. Boeren in Wijhe krijgen misschien een splinternieuwe oplossing voor j het mestprobleem. De kans is groot, dat in dit plaatsje aan de IJssel de eerste grote gezamenlijke mestopslagplaats van Overijssel komt. Plannen hiervoor zijn inmiddels ontwikkeld. Ze worden donderdag 18 november tijdens een bijeenkomst in café Nijland in Wijhe verder J toegelicht. In deze bijeenkomst, die 's avonds om acht uur begint, komen ook de kosten van het project op tafel. De initiatiefnemers willen er niet meer over kwijt dan dat het aantrekkelijk is voor de veehouders. Hoewel er dus elders in het land wel een paar drijfmestvijvers zijn, is het project in Wijhe toch uniek. Nergens slaan namelijk de boeren de handen ineen om gezamenlijk een mestop slag te maken. Wat dat betreft wordt Wijhe de eerste in Nederland. "Er gens zal de eerste moeten komen. Toevallig is dat nu Wijhe. Tenmin ste, wanneer het doorgaat. Ik ben er trouwens van overtuigd, dat ook in andere gebieden in Overijssel zo'n gezamenlijke mestopslag een goede zaak zou zijn, vindt bedrijfsvoorlich- ter Knol, die zoiets nieuws als een drijfmestvijver als een uitdaging ziet. Tijdens de vergadering van donder dag 18 noyember zal blijken of die uitdaging ook werkelijk gestalte krijgt. HANS SIEMES Vrijdag 7 december 1984 Na de informatiebijeenkomst zal blijken of Wijhe inderdaad een op slagbassin voor rundveemest krijgt. Het is de bedoeling, dat tien tot twaalf veehouders hier hun overtolli ge mest tijdelijk kwijt kunnen. Met name in de winter kan dat volgens de plannenmakers een hele uitkomst betekenen. "De put is vol. De mest moet er hoognodig uit". Menige veehouder komt in de winter voor dit probleem te staan. In armoede wordt de mest dan maar uit de gierkelder gepompt en op het gras- of maïsland uitgere den. Veel bemestingswaarde gaat zo verloren, terwijl ook het weiland flink heeft te lijden van de zware giertank. Zeker bij nat weer. Kapotte graszoden zijn dan ook schering en inslag. Door de mestopslag in Wijhe worden dit soort problemen voorko men. De boer brengt dan zijn over tollige wintermest naar het bassin en haalt het later weer op. Hij kan daarvoor het moment uitkiezen, dat hem het beste past. Ook is hij in staat om er zo voor te zorgen, dat z'n grasland het meeste profiteert van de meststoffen, die in de gier zitten. Zoiets scheelt al gauw een baal stik stof per hectare, die men minder hoeft te strooien. En als het een beetje goed gaat levert het zelfs wel twee balen op, verwacht bedrijfs- voorlichter W. Knol, de animator achter de gezamenlijke mestopslag in Wijhe. Een jaar of drie geleden lanceerde hij dit idee. Het kwam niet verder van de grond. Ruim een halfjaar geleden vatte de bedrijfsvoorlichter de draad weer op en nu met meer succes. Ver schillende veehouders in Wijhe toonden belangstelling. "Er is animo genoeg. Wat dat betreft zouden er wel drie tot vier opslagplaatsen rond Wijhe kunnen komen", vertelt de heer Knol. Belangstelling alleen is echter niet voldoende om de opslag plaatsen te kunnen verwezenlijken. Er zal ook een terrein beschikbaar moeten zijn, waar het mestbassin kan worden aangelegd. Nodig is een perceel wat hoger gelegen grond van zo'n 20 are. Daar kan dan een bassin worden uitgegraven voor ongeveer 3000 m3 mest. Om zo'n mestopslag te mogen maken is er voorts een hinderwetvergunning nodig. Voor één terrein is inmiddels een aanvraag ingediend bij de gemeente. De opzet is, dat de boeren die mee doen, gezamenlijk eigenaar worden van de mestopslag. Dat stukje eigen dom kunnen ze verwerven door aan delen te kopen. Er zit een klein kansje in, dat ze een deel van dit geld terug halen. Zeer waarschijnlijk wordt er ook mest naar de opslag gebracht, die het bedrijf niet meer hoeft te hebben. Een overschot dus, omdat men zelf genoeg heeft. "De mest kunnen an deren, die tekort komen, ophalen. Misschien brengt dat nog een paar kwartjes per kuub op," stelt bedrijfs voorlichter Knol. Maar om die opbrengst is het de deelnemende boeren niet te doen. Het is leuk meegenomen, maar veel belangrijker voor hen is, dat de mest kan worden uitgereden op de meest aantrekkelijke momenten. "Kijk", legt rundveehouder H. Lankhorst uit, "vorige week nog hadden we op ons bedrijf de kelders tjokvol zitten. Die mest moest eruit. Dat is ook ge beurd, maar op hetzelfde moment gooi je wel een boel geld weg. Die mest doet niks meer. Voor je land heb je er niets aan." Ook het punt van de schade aan de graszode telt voor hem bijzonder zwaar. De afge lopen winter heeft hem dat grof geld gekost. "Tijdens de vorstperiode hebben we mest uitgereden. Later kon je zien, dat het land er een enor me opdonder van heeft gehad. Of het alleen aan de mest lag of ook aan de vorst weet ik niet. Een ding is wel zeker, de mest heeft veel schuld ge had. Zeven tot acht hectare hebben we moeten doorzaaien. Reken eens uit. wat dat kost", merkt de melk veehouder, op, die samen met zijn broer'een bedrijf met 100 melkkoei en heeft. Voor het plan om een gezamenlijke mestopslag te maken zijn ze best te porren. "Zelf kom je niet op zo'n idee. Als je er echter een beetje over gaat nadenken, zie je hoe langer hoe meer voordelen", zegt hij. Bedrijfs voorlichter Knol heeft diezelfde er varingen. Meestal wimpelt men in eerste instantie het idee voor een ge zamenlijke mestopslag af. Dubbel werk, is dan vaak het eerste punt van kritiek. Eerst de mest wegbrengen en ze later weer ophalen is inderdaad dubbel werk. "Maar ja, wanneer ze er wat nader bij stilstaan, zien ze toch de pluspunten. Zeker als het verhaal van de besparing op de stikstofreke ning wordt verteld," vérklaart de heer Knol. Volgens zijn berekening gaat in de winter van de mest ongeveer de helft aan kali en meer dan 90% aan stik stof verloren. Er zijn evenwel nog meer bezwaren aan het uitrijden van drijfmest in de winter. "Vaak krijgen de hoge droge perce len te veel mest, gewoon omdat men met de tank niet op de lage, natte gronden kan komen. Dat perceel krijgt dus te weinig mest. Als men toch op die natte gronden komt, wordt de zode kapot gereden en de grond verdicht, wat weer tot pias vorming leidt. Een beschadigde zode geeft onkruidontwikkeling en kweekgras. Hierdoor krijgt men een lage graslandopbrengst. Wie daar geen genoegen mee neemt zal extra moeten doorzaaien of zelfs een per ceel moeten herinzaaien. Wat kost dat niet allemaal? En dan praten we nog niet eens over de extra kosten voor onkruidbestrijding", aldus de bedrijfsvoorlichter. Niet alleen nat land lijdt onder het uitrijden van mest, ook bevroren grond krijgt vaak een flinke opd offer. De brede banden laten sporen na, die flinke schade aan het gras land kunnen veroorzaken. Al die punten pleiten er naar het oordeel Het stankvrij maken van kalvergier door beluchting waarna het wordt verre gend. Er moet dan worden gemixt. Als iedere boer afzonderlijk mest uitrijdt, ontstaat er ook stank. Bij de mestop slag zal het beslist niet meer zijn", stelt de bedrijfsvoorlichter met na druk. Aan andere risico's met de mestop slag is in de plannen zo goed moge lijk rekening gehouden. Zo wil men er alles aan doen om te voorkomen, dat de vijver lek slaat. Als bodem zal een zeer sterk soort plastic worden gebruikt. Zelfs aan ratten, die gaten in het plastic kunnen bijten, is ge dacht. Er komen speciale rattentrap- jes, zodat de knaagdieren gemakke lijk uit de vijver kunnen. Een groot hekwerk en beplanting zorgen er voorts voor, dat niemand bij de vij ver kan komen. Al dat soort zaken wil men in Wijhe goed voor elkaar hebben. Die gron digheid spreekt ook uit het feit. dat men elders in het land gaat kijken hoe drijfmestvijvers zijn aangelegd. Met name in het Zuiden van het land zijn er loonbedrijven, die zo'n opslag hebben. Een punt dat bijzonder de aandacht heeft van de Wijhenaren, is het mengen van de mest. "Dat is een absolute voorwaarde. Het mixen moet goed zijn, anders moeten we er niet aan beginnen. Stel je voor, dat dat niet goed zou zijn. Je zou de mest er met een kraan uit moeten halen. Het betekent wel, dat we dan worden uitgelachen. Zoiets moeten we voor komen"' meent de heer Knol.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 18