Ir. A. Latijnhouwers:
biogas heeft zeker toekomst
Voeding hoog-produktieve
melkkoeien moet optimaal zijn
Kommissie Waterbeheersing
en Ontzilting ziet I.C.W.-
gedetacheerde v.d. Weerd
node gaan
55
Van Agt stelt bio-gasinstallatie in gebruik
Advies Nationaal Park Groote Peel
De Brabantse kommissaris van de
Koningin, mr. A.A.M. van Agt, heeft
maandagmiddag 3 december in Nis-
telrode de grootste bio-gasinstallatie
van Nederland in gebruik gesteld.
Het gaat om een vergister van 14
meter hoog met een middellijn van
10 meter. Van Agt sprak de hoop uit
dat hiermee een "energiek begin" zal
worden gemaakt om twee problemen
op te lossen: het mestoverschot en
het energieprobleem. C. Rijkers, op
wiens terrein de installatie staat, zei
echter dat door een bio-gasinstallatie
de hoeveelheid mest precies gelijk
blijft. Bovendien werkt de installatie
(een aangepast.Oostenrijks ontwerp)
op de mest van 120.000 kippen en
500 mestvarkens nu zo goed, dat er
warmte en elektriciteit over is.
De PNEM wil die stroom wel over
nemen. Maar zij betaalt geen ver
goeding voor de kosten van de in
stallatie. We werken nu aan een
proef om het biogas te zuiveren en
geschikt te maken voor het aardgas-
net" aldus de heer Rijkers.
Obragas-president-kommissaris Bo-
hampers zei desgevraagd dat er vol
gende week een gesprek plaatsheeft
met de heer Rijkers. "In principe
heeft Obragas zeker belangstelling
voor gezuiverd biogas" verzekerde
hij.
Kinderziektes
Tevoren had de Wageningse specia
list ing. H.R. Poelma op een bijeen
komst in het Provinciehuis te 's Her
togenbosch toegegeven dat zich bij
de eerste 25 biogasinstallaties in ons
land vele kiaderziektes hebben
voorgedaan. Zo bleek er veel biogas
Mr. A.A.M. van Agt stelt de biogasinstallatie in gebruik.
verloren te gaan door vergisting in de
stallen of door lekkages. Ing. J.C. van
Bommel van Innogas rekende voor
dat bio-gas bruikbaar is als brandstof
voor bijvoorbeeld vrachtwagens (tot
50% besparing op de brandstof) en
als aanvulling op aardgas.
Ir. A. Latijnhouwers, voorzitter van
de Noord-Brabantse Christelijke
Boerenbond, zei dat de boeren tot
voor kort somber waren over bio-gas,
omdat toen het uitgangspunt was,
dat er iets aan te verdienen moest
zijn.
"Nu zegt men: Als het maar niets
kost. Vanuit dit gezichtspunt heeft
bio-gas zeker toekomst", zo zei hij.
Export
De heer Latijnhouwers ging ook in
op het aktuele mestoverschottenpro-
bieem.
"Als de kwaliteit van de mest verbe
tert, zo zei hij, zou zelfs gedacht
kunnen worden aan export. Zelfs de
mogelijkheid van storten in zee zou
ik onderzocht willen zien", zo pleitte
hij. "Dat onderzoek zou de overheid
moeten betalen. Samen met het be
drijfsleven zou er een grootscheepse,
sektorgewijze aanpak moeten ko
men. Uiteindelijk zal de vervuiler
zelf dienen te betalen. Maar in een
overgangsperiode van tien jaar zou
de financiële pijn moeten worden
verzacht in het belang van de export
van een sektor met veel werkgele
genheid en een betalingsbalans
overschot van 4 miljard gulden, zo
besloot de NCB-voorzitter.
Het belang van de beperking van de melkproduktie per bedrijf wordt
niet gediend met een lagere melkproduktie per koe. De vraag naar
voldoende melk per koe met daarbij "hoge" gehalten aan vet en eiwit in
de melk komt nog duidelijker in de belangstelling. Ook de post - omzet
en aanwas - mogen we niet vergeten. Daarnaast is het streven naar
goede drachtigheidsresultaten en een lange levensduur van de koeien
een even belangrijk ekonomisch gebeuren.
Willen we deze zaken kombineren, dan moet de voeding van de hoog-
produktieve koe zo optimaal mogelijk zijn.
Vanzelfsprekend heeft bijna elk in
grijpen in de voeding gevolgen voor
de kostprijs van het rantsoen. Kost
prijs-verhoging zal echter in veel ge
vallen ruimschoots opwegen tegen
de meer-opbrengsten (hetzij op korte
dan wel op langere termijn). Het be
nadrukken van het belang van een
optimale voeding is niet zo moeilijk,
doch de praktische uitvoering is
veelal niet zo eenvoudig.
Het analyseren van de voeders en het
kennen van de normen is een aller
eerste vereiste. Het toedelen van de
rantsoenen aan de dieren is bedrijfs
gebonden, al naar gelang de inrich
ting van de gebouwen, voeropslag en
mechanisatie bij het voeren. Eerder
onderzoek heeft mij geleerd dat "ge
middeld" de koeien "goed" gevoerd
worden. En dit geldt met name als we
het hebben over de krachtvoerver-
strekking. Met dit gemiddelde berei
ken we echter ons doel (produkties-
tijging) niet snel genoeg. Investering
ter verbetering van de genetische
(erfelijke) aanleg heeft pas z'n ren
dement als ook de uitwendige om
standigheden (voeding en verzor
ging) zijn aangepast.
Deze winter hebben we te maken
met kuilgras van matige tot zelfs
slechte kwaliteit. Uitzonderingen
bevestigen de regel en dat geldt ook
dit jaar. Enkele veehouders zijn er
toch nog weer in geslaagd kuilvoer te
winnen met meer dan 900 VEM in de
drogestof. Uitgangspunt blijft dat we
moeten trachten om hoog-produk-
Vrijdag 7 december 1984
tieve koeien op de VEM-NORM te
voeren. Begrijpelijk dat dit met 900
VEM in het kuilgras veel gemakke
lijker haalbaar zal zijn dan met 700
VEM. Naast de extra voederwaarde
nemen de dieren van de goede kwa
liteit kuilgras ook meer kg drogestof
op (bij voldoende voorraad).
De mate van onvoldoende energie
verstrekking kan sterk verschillen
doch de tendens is zeer duidelijk.
Hoog-produktieve koeien moeten
een gedeelte van de melkgift produ
ceren via de lichaamsreserve. Dit kan
ook zonder bezwaar, indien de
penswerking maar optimaal blijft. In
dergelijke gevallen kan het zinvol
zijn de eiwitnorm voor deze dieren te
stellen op de werkelijke melkgift. De
nauwere VEM/VRE is geen bezwaar
bij gezonde dieren en bij voldoende
ruwvoer-opname. 4
Bij sterk onder de VEM-norm ge
voerde dieren kan een te grote over
maat aan eiwit wel degelijk z'n pro
blemen geven, ("suffe" koeien met
als gevolg een steeds verdere daling
Voorbeeld:
g ds
VEM
g vre
g rc
kg strukt.waarde
9 kg ds kuilgras
9000
8100
1260
1980
7.2
13 kg A-brok
11700
12200
1560
1430
-
20700
20300
2820
3410
7.2
Norm: 33 L - 4 vet
20350
2470
Strukt.waarde: 772 207
Norm: 33 L-4% vet
Strukt.waarde: 7.2 207 34,7% (is
voldoende) R.C.-gehalte per kg ds
3410 207 16!£% (is krap)
1) voederwaarde per kg ds: VEM
900, vre 140, rc. 220, struk.w. 0,8.
Met kuilgras van 700 VEM, 100 vre,
280 rc, struk.w. 0,9, voldoet het rant
soen aan 29 1. melk.
Naast de "lage-voederwaarde-kuil"
heeft het voeren van meer kracht
voer vaak geen zin i.v.m. de maxi
male opname-kapaciteit en de mini
male struktuurwaarde-grens.
Invloed energie-voorziening op de
drachtigheidsresultaten:
VEM-voorziening
vóór kalven nè kalven
drachtig
na Ie inseminatie
niet tochtig
binnen 90 dgn nó kalven
norm
norm
67
0
onvoldoende
norm
65
5
norm
onvoldoende
42
14
onvoldoende
onvoldoende
33
70
Tijdens de feestelijke afscheidsbijeenkomst van ing. B. van der Weerd
donderdag 29 november in het Landbouwcentrum te Goes stonden twee
zaken centraal: met Van der Weerd heeft op 1 december een aktief en
stimulerend persoon de Zeeuwse land- en tuinbouw waar het de behar
tiging van de zoetwaterbelangen voor deze sektor betreft verlaten én
teleurstelling over het feit dat hij als gepermanent gedetacheerde van
het Instituut voor Kuituurtechniek en Waterhuishouding in het
Zeeuwse niet als zodanig zal worden opgevolgd. Wel zal zijn werk in de
persoon van de heer M. Mann als hoofd technisch sekretariaat van de
Kommissie Waterbeheersing en Ontzilting worden voortgezet.
Namens de Landbouw onderstreep
te de heer A.J.G. Doeleman dat voor
de heer Van der Weerd die zijn wj?rk
in 1956 in het Zeeuwse als ICW-ge-
detacheerde begon, geen gemakke
lijke taak was weggelegd. "Maar hij
heeft gewoekerd met de beperkte
mogelijkheden en zijn taak met durf
breed opgevat".
Doeleman wees ook op het vertrou
wen dat de heer Van der Weerd in
die tientallen jaren heeft weten op te
bouwen. Daarbij stond onpartijdig
heid bij hem steeds hoog genoteerd.
Hij noemde enige belangrijke pro-
jekten waarbij de vervroegd uittre
dende ICW-medewerker betrokken
is geweest zoals het infiltratieprojekt
te Kapelle en de kwelschermen op
Schouwen-Duiveland.
Ook de voorzitter van de Kommissie
Waterbeheersing en Ontzilting de
Gedeputeerde J.D. de Voogd wees in
zijn toespraak op de talrijke aktivi-
teiten van Van der Weerd. Zo is deze
o.m. ook betrokken geweest bij on
derzoek naar het gedrag van zout en
zoet water in de grond, weilandad
viezen, schadeinventarisatie van
zoute kwel en onderzoek naar de ge
wenste grondwaterstand voor de
fruitteelt. Ook maakte de heer de
Voogd er gewag van dat Van der
Weerd zelf een aantal waarnemings
apparaten heeft ontwikkeld voor
metingen van bijvoorbeeld de kwel.
Hij zei het te betreuren dat het ICW
geen opvolger als gedetacheerde
heeft kunnen benoemen. De direk-
teur van het ICW, ir. G.A. Ooster-
baan wees er op dat de heer Van der
Weerd de mogelijkheden goed heeft
benut om de theorie van o.m. het
ICW aan de praktijk te toetsen. Hij
deed dit zeer geinteresseerd en met
een sterke wil om de problemen zelf
op te lossen. Oosterbaan zei het be
sluit om van der Weerd vanuit het
ICW niet op te laten volgen niet met
veel vreugde te hebben moeten ne
men. Wel zegde hij toe grote waarde
te hechten aan een blijvende goede
samenwerking met de kommissie
Waterbeheersing en Ontzilting.
Voor het afscheid van de heer Van
der Weerd was zeer grote belang
stelling en het echtpaar kreeg vele
geschenken aangeboden.
De heer J. Wesseling van het I.C. W. (r.) geeft het echtpaar Van der Weerd een
kado en een handdruk.
34,7 (is voldoend*)
van de voer-opname). Bestendig ei
wit en/of natrium-bicarbo-
naat/magnesiumoxyde zijn moge
lijke voederadviezen die men kan
toepassen. Bij onvoldoende "struk-
tuur" kan het zinvol zijn, doch in
principe moeten we streven naar een
goede penswerking.
Het berekenen van de rantsoenen op
het percentage suikers en zetmeel is
nog niet "af' in verband met te wei
nig konkrete cijfers van het "eigen"
ruwvoer. Met "overdrijven" kunnen
de resultaten zelfs wel negatief zijn.
Dit kan ook gelden bij te veel be
stendig eiwit in het rantsoen. Advise
ring moet dan ook met de nodige
De Voorlopige Kommissie Nationale
Parken heeft op 15 november j.l. ad
vies uitgebracht aan minister ir. G.
Braks (landbouw en visserij) over De
Groote Peel. Zij beveelt daarin aan
de Groote Peel in te stellen als na
tionaal park in oprichting.
Het advies is opgesteld in goed over
leg met de direkt betrokken en de
belanghebbende instanties en orga
nisaties.
Het door de Kommissie aanbevolen
nationaal park i.o. heeft een omvang
van 1320 hektare. Het omvat het
huidige natuurreservaat De Groote
Peel (in eigendom en beheer bij het
Staatsbosbeheer), De Astense Peel
(gemeenteeigendom) alsook een
klein gebied ten oosten van de pro
vinciale weg Meyel-Asten.
deskundigheid gebeuren. Uitwendi
ge omstandigheden bepalen mede de
"gebruiksduur" van de koeien.
Gezondheidsstoornissen, zoals melk-
ziekte, slepende melkziekte, vrucht
baarheid, nageboorte, baarmoeder
ontsteking en mastitis beïnvloeden
het percentage uitval.
Het verhogen van de gebruiksduur
met 1 jaar (van 3,3 naar 4,3 jaar)
verhoogt het arbeidsinkomen met
120,— per koe/jaar. Bij 50 melk
koeien is dit 6.000,— Zeker de
moeite waard!
Slepende melkziekte kan deze win-
ter-periode gemakkelijk optreden.
Wees erop bedacht bij het voeren
van "boterzuurkuilen" en eiwitrijke
kuilen met zeer hoge NH3-cijfers.
Voorkóm sterke vet-aanzet bij koei
en tijdens de droogstand omdat door
leververvetting de glucose-vorming
na het kalven wel eens.niet optimaal
kan zijn. Rantsoenen voor hoog-
produktieve dieren moeten ook vol
doen aan en een evenwichtige ver
houding hebben tussen de macro
mineralen (kalk, fosfor, natrium, ka
lium en magnesium), micro-minera
len (koper, zink, mangaan, cobalt,
jodium en selenium). Vooral de vet
gedrukte elementen vragen aan
dacht.
Konklusie: Het is alleszins de moeite
waard om deze winterperiode de
rantsoenberekening nauwkeurig ter
hand te nemen. Enerzijds ter verkrij
ging van zo'n boog mogelijk rende
ment bij de hQog-produktieve koe en
anderzijds tér voorkoming van ge
zondheidsproblemen. Dit als gevolg
van de "gewone" kwaliteit kuilgras
die op sommige bedrijven nog ver
sterkt kunnen worden door het klei
nere aanbod van snijmais.
P.van Nes
17