1 "Kontingentering biedt Europese landbouw geen toekomst" Reorganisatie Direktie Landelijke Gebieden en Kwaliteitszorg Zeeland P.A. Hoogenboom om statutaire redenen uit hoofdbestuur. Ir. A. de Zeeuw in Hannover: vervolg vergadering hoofdbestuur Akkerbouw Het hoofdbestuur was van oordeel, dat de door de overheid beschikbaar gestelde 120 miljoen voor de zoge naamde M.C.B. compensatie niet (geheel) voor structurele doeleinden dient te worden bestemd. Een deel zal rechtstreeks aan de agrarische ondernemers moeten worden uitge keerd om over de verschillende sek toren te worden verdeeld op basis van S.B.E.-normen. Het zelfstandi- genbeleid dient voor het midden- en kleinbedrijf meer mogelijkheden te krijgen dan tot nog toe. Deze gehele sektor zal zich in moeten spannen om tot een overheidsbeleid te ko men, dat meer op de omstandighe den is toegesneden. Met name op fiskaal gebied zal een aantal effek- tieve maatregelen nodig zijn. Het hoofdbestuur sprak zijn erkentelijk heid uit voor de inzet die door loon bedrijven ten toon is gespreid in de moeilijke oogstperiode in dit najaar. Als gevolg van de slechte weersom standigheden werd door andere be volkingsgroepen veel overlast on dervonden, zoals smerige wegen. Het is prettig geweest te ervaren, dat het de landbouw daarmee niet moei lijker is gemaakt dan het al was. Er werd uitgebreid van gedachten gewisseld over het suikerbietensys teem voor 1985. Uitgangspunt is de vraag of de vaste telers van suiker bieten enige bescherming moet wor den geboden tegen mogelijke teelt uitbreiding door gelegenheidstelers. Vermindering of blokkering van in komensmogelijkheden in bepaalde sektoren zouden mogelijk uitbrei ding van de oppervlakte suikerbieten tot gevolg kunnen hebben met als gevolg vergroting van de produktie van C-suiker. Door de toepassing van het mengprijssysteem zouden daardoor de vaste bietentelers wor den gedupeerd. Het hoofdbestuur kwam tot de conclusie dat gezien de omstandigheden vooralsnog een af wachtend standpunt dient te worden ingenomen, dat wil zeggen dat voor 1985 "geleefd" kan worden met het mengprijssysteem, mits het jaar 1985 niet als referentiejaar wordt aange merkt. Veehouderij De voorzitter van de veehouderij commissie de heer W. van Veldhui zen ging in zijn overzicht eerst in op de huidige situatie in de praktijk. Zo konstateerde hij dat het overgrote deel van het rundvee uit de weide is verdwenen. Het ruwvoeder van oogst 1984 wordt thans gekonsu- meerd. De ruwvoeder is, wat betreft het gras kwantitatief nog wel vol doende geoogst, maar de kwaliteit laat nog al te wensen over. Bij de snijmais is de opbrengst in kg droge stof per ha tegengevallen, terwijl ook de kwalitefc niet optimaal is. De tegenvallende ruwvoederpositie van een slechte herfst (september en oktober nat en te koud), heeft tot gevolg gehad dat zeer vroeg tot extra bijvoedering moest worden overge gaan om de produktie van melk en vlees enigzins op peil te houden. Dit bracht meer extra kosten met zich mee. Volgens de heer Van Veldhuizen zou de daling van de krachtvoerproduk- tie eens weer snel kunnen verande ren in een stijging, omdat het minder goede ruwvoer gekompenseerd moet worden. Wij kunnen thans overigens van gunstige prijzen bij rundvee- krachtvoer spreken. Ook de beno digde hoeveelheid speelt mee in de uiteindelijke kosten. De voorzitter van de veehouderij commissie stelde verder vast dat de melkproduktie in Nederland blijft dalen en wel vanaf begin april tot begin november met 5% ten opzichte van 1983. Een verdere daling, mede als gevolg van het minder goede ruwvoeder zei hij mogelijk te achten. Dat de totale nederlandse produktie voor 1984 (1983 - 6,5%) niet gehaald zal worden lijkt hem erg onwaar schijnlijk: de sterke terugval in de herfstmaanden is veroorzaakt door ongunstige weersomstandigheden en het ruimen van herfstkalvende koei en in het afgelopen jaar voorjaar. Hij merkte hierbij ook nog op dat er als gevolg van een teruglopend aanbod van melk en een toenemende vraag thans sprake is van een stijgende melkprijs. Superheffing Uitvoerig ging de heer Van Veldhui zen in op de superheffing. Hij kon stateerde dat de inning van de hef fing voor de eerste 2 kwartalen toch per half december plaats gaat vinden De situatie is nu zo dat velen ver bo ven het hun toegestane kwotum zitten, terwijl anderen beneden hun toege stane kwotum hebben geproduceerd. De komende 4 maanden zal moeten blijken of de een nog zoveel minder zal gaan produceren en de ander het kwotum vol zal krijgen. In april '85 zal de definitieve balans opgemaakt kunnen worden. Naar de mening van Van Veldhuizen zal iedere melkvee houder trachten zijn kwotum ruim> vol te maken. Per april 1985 zal ook blijken of de keuze tussen de mogelijkheid inning van de heffing per fabriek of per in dividuele melkveehouder juist is ge weest. Vooralsnog lijkt onder neder landse omstandigheden de gekozen weg voor de commissievoorzitter de juiste. Ten aanzien van de opkoopregeling van heffingsvrije kwota merkte hij op dat deze tot nu toe onvoldoende melk op heeft geleverd. Voor het lopende jaar is beschikbaar 50 miljoen, er is aangemeld voor ruim 36 miljoen, waarvan ten laste van '85 29 miljoen komt. Dit bete kent dat er nog steeds voldoende, ruimte is binnen de opkoopregeling. In de varkenshouderij worden we weer gekönfronteerd met lagere prijzen, veroorzaakt door een minder vlotte export en onvoldoende vraag op de binnenlandse markt. De ge zondheidstoestand van de varkenssta pel blijft een grote zorg. In de pluimveehouderij worden minimale prijzen gemaakt, terwijl in tegenstel ling tot varkens- en rundveevoeders de prijzen van de pluimveevoeders zich op een vrij hoog niveau hand haven. In de schapenhouderij ten slotte worden goede prijzen gemaakt, ter wijl de ooipremie berekend is op de prijzen in een minder gunstig prij- zentijdsbestek. Gevolg daarvan zal zijn dat de nieuw vast te stellen ooi- premie wel eens wat lager uit kan vallen. Er is momenteel veel belang stelling voor de schapenhouderij, mede ook als gevolg van de super heffing. Toch zal men volgens voor zitter Van Veldhuizen voorzichtig moeten zijn en zich goed moeten realiseren dat er ook tijden zijn ge weest met slechtere prijzen. In de nabespreking werd veel aan dacht besteed aan de toepassing van de superheffing. Binnen de huidige regeling doen zich sjjuaties voor waarbij aan zeer grote bedrijven toch nog aanzienlijke kwota moeten wor den toegewezen, terwijl in soms zeer schrijnende gevallen aan kleinere (gezins-) bedrijven aanvragen voor extra kwota moeten worden ontzegd, met als gevolg dat deze bedrijven moeten afhaken. Deze' bedrijven voelen zich duidelijk in de steek ge laten. Formeel is hieraan niets te doen, maar het hoofdbestuur meent dat er voldoende reden is om pogin gen in het werk te stellen de regeling op dat punt bij te stellen. Hierop zal via het KNLC worden aangedron gen. Gezien de uitspraken vanuit het ministerie moet hier vooralsnog ech ter weinig van worden verwacht. Mestproblematiek In verschillende rapporten is de laatste tijd ingegaan op de proble matiek van de mestoverschotten. Deze zijn aanzienlijk en de oplossing van het probleem kan (nog) niet worden gegeven. Door de minister van Landbouw en Visserij is de In- terimwet beperking varkens- en pluimveehouderijen afgekondigd. Deze is zonder overleg met het agra risch bedrijfsleven afgekondigd en kwam als een volslagen verrassing. Met name op deze manier van wer ken is vanuit de georganiseerde landbouw veel kritiek gekomen. Bovendien wordt aan de oplossing van de problematiek niets gedaan en moet worden aangenomen dat bin nen de gegeven mogelijkheden in de wet nog aanzienlijke uitbreidingen plaats zullen vinden. Een en ander heeft tot heftige discussies aanleiding gegeven. Het wordt echter algemeen bezwaarlijk geacht, dat de pluim veehouderij is geblokkeerd, omdat de mest van de pluimveehouderij geen problemen oplevert. Daarnaast is het bezwaarlijk, dat de ontwikke lingen in de gebieden buiten de zo genaamde concentratiegebieden worden geblokkeerd. De financie ring van de oplossing van de mest problematiek zal echter in beginsel bij de veroorzaker moeten liggen, maar de sektor als geheel mag zich niet van alle verantwoordelijkheid onttrekken. In ieder geval zal er op zo kort mogelijke termijn orde op zaken moeten worden gesteld via adequate wettelijke maatregelen. tuinbouw Door het hoofdbestuur werd kennis genomen van een kort verslag van de tuinbouwcommissie van de ZLM, die vergaderde op 26 november j.l. Door het hoofdbestuur werd er op aangedrongen om de positie van de teler bij de bloemzaadteelt zo moge lijk te versterken. Hieraan zal nadere aandacht worden besteed. Grondgebruik Zoals bekend is er vanuit de ZLM bezwaar gemaakt tegen de prijsbe paling bij de verkoop van domein gronden in het kader van de zoge naamde Motie Faber, n.l. inschrij ving voor verpachte gronden op basis van 60% van de vrije waarde en de De toekomst van de Europese land bouw is meer gediend met een markt- en prijsbeleid en een regio naal, struktureel en sociaal beleid gericht op inkomensverbetering dan met een beleid gericht op beheersing van de produktie door middel van kontingentering. Dit o.m. zei ir. A. de Zeeuw, direk- teur-generaal voor Landbouw en Voedselvoorziening bij het ministe- Ir. A. de Zeeuw pachtvrije gronden op basis- van in schrijving. Een en ander gebeurt formeel weliswaar op vrijwillige ba sis maar de strekking van de Pacht wet wordt geweld aangedaan, waar met riame voor de verkoop van ver pachte gronden een belangrijke functie voor de Grondkamer is gere geld. Een gevolg van de tot nog toe gevolgde procedure door Domeinen is een hogere verkoopprijs van ver pachte gronden die o.a. tot gevolg kan hebben, dat de Grondkamer taxaties onder opwaartse druk ko men te staan met alle gevolgen van dien. Tn de Landbouwbegroting 1985 wordt gesteld, dat een goede inte gratie van landbouw met natuur- en landschapsbehoud niet afdwingbaar mag zijn. Over de praktische toepas sing is men evenwel niet gerust. Bij de landbouw bestaat grote bezorgd heid over de plannen om te komen tot een Nationaal Park "De Bies- bosch", waarbij 1400 ha. goede landbouwgronden betrokken zijn. Met klem wordt stelling genomen tegen de gedachten om deze vrucht bare gronden in de toekomst als zo genaamde enclaves ondergeschikt te maken aan Natuurbehoud. Dat is in strijd met de eerdere verklaring, dat een en ander niet afdwingbaar mag zijn. Door de Centrale Cultuurtechnische Commissie is onlangs een zoge naamde terreinverkenning in de ruilverkaveling in voorbereiding Yerseke Moer gehouden. De stem ming is voorzien voor eind 1985. El- rie van landbouw en visserij, op 26 november jl. in Hannover ter gele genheid van de "Landwirtschaftsve- ranstaltung der Niedersachsischen Sparkassen". In de Bondsrepubliek Duitsland wordt thans meer dan vroeger gepleit voor kontingentering in bepaalde sektoren van de landbouw. Hierdoor wordt de produktiestruktuur gefix eerd en een juiste allokatie van pro- dukties op den duur verhinderd. De landbouwsektor wordt dan in zijn geheel verzwakt, aldus ir. De Zeeuw, waardoor de konkurrentie met an dere ekonomische aktiviteiten bin nen de Europese Gemeenschap ver mindert en de internationale positie wordt verzwakt. In Nederland overheerst de mening dat de landbouwpolitiek een meer marktgericht karakter dient te krij gen. Het prijsbeleid moet zich daar bij aanpassen, hetgeen concreet be tekent dat vooral voor overschotpro- dukten een zeer beheerst prijsbeleid in de komende jaren gehanteerd moet worden. "Zelfs prijsverlagin gen moeten daarbij niet worden uit gesloten", aldus ir. De Zeeuw. ders in Zeeland worden plannen voorbereid voor ruilverkavelingen in een vereenvoudigd systeem. De be langen van landbouw ten opzichte van natuur geven herhaaldelijk aan leiding tot irritaties, waar de agrari sche uitgangspunten soms worden gebruikt om tot "leuke planologische objecten" te komen die haaks staan op het landbouwbelang. Het hoofd bestuur toonde zich gelukkig met de subsidieregeling voor aanpassing van de zogenaamde gemeenschap pelijke drainage, die bij beheer en onderhoud problemen op kunnen leveren. Het milieubeleid van de overheid zal zijn invloed in steeds grotere mate laten gelden hetgeen ook merkbaar zal zijn bij de agrari sche bedrijfsvoering. Hieraan zal door de ZLM duidelijk meer aan dacht worden besteed. Overige zaken Er zal aandacht voor de subsidiëring van het Rijksproefstation voor de Zaadcontrole worden gevraagd ten einde verdere vermindering van de financiële bijdrage te voorkomen. De jaarlijkse studiedag van de ZLM zal worden uitgesteld tot 2e helft fe bruari. De vrijgekomen datum van 28 januari a.s. zal worden gebruikt voor een interne milieu studiedag voor de ZLM-commissies Akker bouw, Grondgebruik, Tuinbouw en Veehouderij, alsmede voor h.b.-le- den. De heren P. Hoogenboom te Helenaveen en G. van Dis te Wil lemstad moeten om statutaire rede nen aftreden als lid van het hoofd bestuur per 1 januari a.s. Hen werd een ZLM-wandbord aangeboden. Per 1 januari 1985 wordt een volgen de fase van de reorganisatie bij het Ministerie van Landbouw en Visserij in het apparaat van de Direkteur Landelijke Gebieden en Kwaliteits zorg geëffektueerd. Voor Zeeland betekent dit, dat met ingang van 1985 de volgende funk- tionarissen bij de direktie LK werk zaam zullen zijn: Staatsbosbeheer: a. Konsulent Bos- en Landschaps bouw: ir. W.H. van der Hoofd, tevens plv. direkteur-LK b. Hoofd Terreinbeheer: ing. H. Fiësta De Direktie Natuur, Milieu en Fau nabeheer heeft als konsulent ir. T. Vette benoemd. Als le Stafmedewerker van de Di rekteur is aangesteld drs. H.C. van der Zande en als 2e medewerker L. van Popering. Hoofd Beheer Landbouwgronden in Zeeland blijft ing. P. Scheele. In de vakature voor konsulent Openluchtrekreatie in Zeeland is nog niet voorzien. Op 3 december j.l. gehouden vergadering heeft het hoofdbe stuur afscheid moeten nemen van haar lid de heer P.A. Hoogen boom uit Helenaveen. De heer Hoogenboom heeft 8 jaar lang de belangen van met name de tuin bouw in het hoofdbestuur behar tigd. "Zijn aanwezigheid is gedu rende die periode zo vanzelfspre kend geworden dat het ons nu moeite kost van hem afscheid te moeten nemen", zo verklaarde voorzitter A.J.G. Doeleman in een toespraak tot het Brabants hoofdbestuurslid. "U hebt de tuinbouw en met name de glas- sektor op een plezierige wijze vertegenwoordigd. Er waren wel eens scherpe diskussies maar de sfeer bleef altijd zeer vriendelijk! Voor zijn goede bijdrage en in breng in het ZLM-beleid werd hem als herinnering het ZLM- gedenkbord aangeboden. De heer Hoogenboom verklaarde in een kort dankwoord de kar altijd met plezier te hebben meege trokken. Hij dankte het bestuur voor de prettige samenwerking en zei te hopen vanaf de zijlijn ook de komende jaren nog aktief te kunnen blijven in het ZLM-ge- beuren. Op de foto: voorzitter Doeleman overhandigt het gedenkbord. 14 Vrijdag 7 december 1984

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 14