Vele kleintjes
maken één grote
"Tetraploide rassen geven nieuwe
perspektieven aan graslandgebruik
in Nederland"
EEN AANTREKKELIJK
ALTERNATIEF
AKTIE ZUIDWEST
GEWASSEN
Grassenkweker dr.ir. A.J.P. van Wijk
De Konsulentschappen voor de Ak
kerbouw in Zuidwest-Nederland heb
ben de laatste jaren hun grote voor-
lichtingsakties gezamenlijk aange
pakt. Via Kijk- en Praatbijeenkom
sten, artikelenseries en gewasstudie
groepen hebben zij de Zuidwestelijke
akkerbouwers willen bereiken.
Door één gewas centraal te stellen in
de voorlichting heeft dit gedurende
één of twee seizoenen meer dan nor
male aandacht gekregen. Deze extra
aandacht geeft de mogelijkheid om de
aanwezige kennis bij te stellen en aan
te vullen met de nieuwste informatie.
In Zuidwestelijk verband zijn de
laatste twee jaar de aardappelen en de
suikerbieten, beide goed voor 18 a
19% in het Zuidwestelijke bouwplan,
ruimschoots aan hun trekken geko
men. Door de jaren heen hebben de
granen steeds veel aandacht gehad
zodat "de grote drie" naar ons inzien
voldoende in de schijnwerpers zijn
geplaatst.
Er zijn echter, zeker in het Zuidwes
ten, nog vele andere gewassen die
gezamenlijk een belangrijk deel van
het bouwplan uitmaken. Deze worden
vanwege het areaal vaak aangeduid
met de term "kleine gewassen".
Zoals uit de tabel blijkt gaat het soms
om wel zeer specifiek Zuidwestelijke
teelten.
De betekenis van de kleine gewassen
in het bouwplan
De redenen om kleine gewassen in
het bouwplan op te nemen hebben
enerzijds te maken met de noodzaak
om vruchtwisseling toe te passen en
anderzijds met het streven om het
inkomen te vergroten.
Bij dit laatste moet uiteraard bij veel
gewassen rekening worden gehou
den met sterk wisselende prijzen. Zo
zal het saldo van zaaiuien gemiddeld
overeenkomen met dat van kon-
sumptieaardappelen. Het ene jaar
zal het saldo erg hoog zijn, terwijl het
in een ander jaar zelfs negatief kan
zijn. De plantuien kunnen wat be
treft saldo konkurreren met suiker
bieten.
Tabel: Arealen van enkele "kleine gewassen" in Nederland en in het Zuidwesten in 1984
Nederland' West-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland
gewas
in ha
in ha
in van
blauwmaanzaad
2448
1678
69
bruine bonen
3278
3222
98
groene erwten (droog)
9714
3442
35
schokkers
261
248
95
kapucijners en grauwe
erwten
1076
684
64
veldbonen
1923
210
11
vlas
4112
3254
79
erwten (conserven)
6808
2806
41
knolselderij
1164
899
77
tuinbonen
1649
547
33
stamslabonen
2821
980
35
zaaiuien
12412
5516
44
poot- en plantuien
2844
2222
78
zilveruien
857
591
69
Bij de peulvruchten ligt het saldo op
het niveau van de granen.
In het bouwplan zijn het daarom ook
vaak graan vervangers. Een gunstige
uitzondering vormen de bruine bo
nen, daarbij wordt meestal een belo
ning voor de extra arbeid verkregen.
De teelt van vlas is aantrekkelijker
geworden door de steunmaatregelen
en de arbeidsbesparende oogstme-
thoden.
Blauwmaanzaad is altijd een speku-
latief gewas geweest. Het krijgt nu
echter enige basis door afzet van
bolkaf. Graszaad wordt vooral in het
bouwplan opgenomen voor de ver
hoging van de bodemvruchtbaar
heid. Ieder gewas heeft dus specifie
ke pluspunten.
Waarom nu een aktie zuidwest "klei
ne gewassen"?
Er zijn diverse redenen:
Het zuidwesten biedt meer dan
alleen de grote drie en vele
kleintjes maken één grote: de in
de tabel genoemde gewassen die
allemaal min of meer bij de aktie
worden betrokken beslaan geza-
Bij de teelt en afzet van zaaiuien wordt kwaliteit steeds belangrijker.
Konsulentschappen voor de Akker
bouw en de Tuinbouw in Zuidwest
Ned dand
Serie Kleine Gewassen nr. 1
menlijk 12% van het bouwland.
Voor individuele bedrijven is het
aandeel in het bouwplan soms
aanzienlijk meer.
De aandacht is vooral gericht ge
weest op de grote gewassen. Ook
de kleine gewassen zijn echter de
moeite waard om bestaande
knelpunten aan te pakken.
- Bij de teelten afzet van (zaai)uien
wordt kwaliteit steeds belang
rijker.
De teelt van droog te oogsten
erwten staat sinds enkele jaren
weer in de belangstelling.
- De tarweprijs staat sterk onder
druk. Het saldo van wintertarwe
komt daardoor op een zodanig
niveau dat de mogelijkheden van
andere teelten zeker overwogen
moeten worden.
Op welke wijze wordt de aktie ge
voerd?
In de eerste plaats is daar weer de
reizende voorstelling van de Kijk- en
Praatbijeenkomst. Hierin worden de
(zaai)uien en de erwten (voor kon-
serven en droog te oogsten) centraal
gesteld. In diverse lezingen wordt in
de winterperiode de teelt van één of
meer andere gewassen (blauwmaan
zaad, bruine bonen, knolselderij,
stamslabonen, teunisbloem, tuin- en
veldbonen, vlas) behandeld.
Gedurende het groeiseizoen zullen
veldbijeenkomsten worden georga
niseerd. In hoeverre hierbij van vaste
groepen deelnemers wordt uitge
gaan, die zelf ook gewaswaarnemin
gen doen, is momenteel nog niet be
kend.
Er zullen in ieder geval veel moge
lijkheden zijn om kennis te nemen
van de teelt van de kleine gewassen.
Dit geldt voor zowel de huidige telers
als voor hen die momenteel belang
stelling hebben en zich willen laten
informeren over de mogelijkheden
van deze teelten.
Ik hoop dat u van de mogelijkheden
voor informatieverschaffing gebruik
zult maken. "Die het kleine niet eert,
is het grote niet weerd" en de klein
tjes hebben we zeker nodig.
ir. M. de Boer,
ingenieur voor de akkerbouw
in het Zuidwesten
"De introduktie van nieuwe tetraploide grasrassen en de daarmee ge
paard gaande mengsels bieden nieuwe perspektieven voor het gras
landgebruik in Nederland. De nieuwe tetraploide rassen geven ook aan
dat een wat minder dichte zode toch ook voordelen heeft en dat het
steeds meer kweken van een grotere zodedichtheid niet ongebreideld
voort moet gaan. Wat dat betreft kunnen we spreken van een omwen
teling". Met deze woorden besloot Van der Have's grassenkweker dr.ir.
A.J.P. van Wijk donderdag 15 november een inleiding die hij hield ter
gelegenheid van de première van twee door van der Have uitgebrachte
videoprogramma's over de graslandexploitatie en de maisteelt.
De heer van Wijk sprak in zijn inlei
ding over een nieuwe generatie ras
sen van tetraploide engels raaigras
die naar zijn mening een omwente
ling betekenen bij de inzaai en het
gebruik van graszaadmengsels. Deze
nieuwe generatie rassen is volgens de
onderzoeker vergelijkbaar met de
diploide rassen wat persistentie, zo
dedichtheid en drogestofproduktie
betreft. Reden waarom reeds op de
rassenlijsten van 1980, 1982 en 1984
tetraploide rassen werden opgeno
men voor hooitypen en weidetypen.
In de ontwerp rassenlijst 1985 wordt
voorgesteld om in de rassenlijst 1986
het tetraploide Blijvend Grasland
(BG) mengsel op te nemen bestaan
de uit 50% tetraploid weidetype en
50% tetraploid laat hooitype.
Vrijdag 23 november 1984
Tetraploide planten van Engels
raaigras onderscheiden zich van di
ploide planten in de volgende ken
merken door bredere bladeren, for
sere spruiten, donkerder blad, lager
drogestofgehalte en hoger 1000-
korrelgewicht.
Smakelijkheid
Het belangrijkste pluspunt van de te-
tra's is de grotere smakelijkheid met
als gevolg daarvan een betere voeder
opname en graslandbenutting. De
reden voor de betere smakelijkheid is
volgens van Wijk nog onduidelijk.
Het zou kunnen worden verklaard
door een hoger suikergehalte of een
lage drogestofgehalte maar niet on
mogelijk is dat het vee de voorkeur
geeft aan een wat minder legergevoe-
lig en dunner, luchtiger gewas. Ook
wat andere eigenschappen als persis
tentie, winterhardheid, resistentie
tegen kroonroest, drogestofop-
brengst, tolerantie voor zware sneden
en drijfmest en droogteresistentie
betreft zijn de tetraploide rassen ver
gelijkbaar of beter dan de diploide
Dr.ir. A.J.P. van Wijk
rassen. Wel geeft hij toe dat er op een
aantal punten nog veel - bevestigend -
wetenschappelijk onderzoek plaats
moet vinden.
Advertentie I.M.
Vereniging Agrarisch Recht
bestudeert problematiek rond
superheffing
De Vereniging voor Agrarisch Recht
belegt op 28 november 1984 een stu
diemiddag over de juridische proble
matiek rond de superheffing op melk.
Kosten van deze studiemiddag be
dragen 35,— voor leden van de
Vereniging en 50,— voor niet-le-
den. Belangstellenden kunnen zich
aanmelden bij de sekretaris van de
Vereniging, Dr. ir. P. de Visser, Hol
landse weg 1, 6706 KN Wageningen,
tel.: 08370-83483.
De studiemiddag vindt plaats in het
Cultureel en Congrescentrum "de
Reehorst" te Ede. Aanvang 14.00
uur.
Erwtenteelt